a&mthemawaterdef

Page 1

België-Belgique PB Berchem 1 - 2de afd. 8/2564

magazine DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN ARBEID EN MILIEU VZW • JAARGANG 2008 • NR 2 • APRL - MEI - JUNI

Themanummer

Water • • De De water-val: water-val: watertekort watertekort in in het het natte natte Vlaanderen Vlaanderen • • Bedrijfsdossier: Bedrijfsdossier: Sibelco Sibelco en en de de hermeandering hermeandering van van de de Witte Witte Nete Nete • • Hoelang Hoelang nog nog water water uit uit de de Vlaamse Vlaamse sokkel? sokkel? • • Handige, Handige, uitneembare uitneembare waterchecklist! waterchecklist!

Met steun van de Vlaamse overheid

Afgiftekantoor: 2600 Berchem 1 - 2de afd. • Erkenningsnummer: P209314 Afzender: A&M, Statiestraat 179, 2600 Berchem

ARBEID

&

MILIEU

1


INHOUD

Inhoud

Waterchecklist KATERN Een handige uitneembare waterchecklist, geef ze een mooi plekje in het bedrijf en vooral: maak er gebruik van!

is een driemaandelijkse uitgave van “Arbeid & Milieu” vzw Statiestraat 179 - 2600 Berchem Tel. (03) 218 74 72 secretariaat@a-m.be • www.a-m.be Het secretariaat van Arbeid & Milieu vzw is op alle gewone werkdagen, van 9u tot 17u bereikbaar. Redactie: Statiestraat 179 - 2600 Berchem Druk: De Wrikker Lay-out: www.x-oc.com Foto cover: Thijs Calu Arbeid & Milieu Magazine is een initiatief van “Arbeid & Milieu” vzw. “Arbeid & Milieu” vzw is een samenwerkingsverband waarin de arbeidersbeweging en de milieubeweging paritair vertegenwoordigd zijn. De arbeidersbeweging is momenteel vertegenwoordigd door het ABVV, ACV en ACLVB. De milieubeweging wordt vertegenwoordigd door de Bond Beter Leefmilieu. A&M Magazine biedt, aan de hand van reportages, interviews, achtergrondartikels, columns en praktische tips, informatie over thema’s die zich situeren op het raakvlak tussen arbeid en milieu. Om de band tussen arbeid en milieu aan te tonen en te bevorderen. Want wij denken dat het absoluut noodzakelijk is om sociaal en ecologisch welzijn met elkaar te verzoenen. Zonder dat geen duurzame ontwikkeling. Een jaarabonnement op A&M Magazine kost € 15. U kunt zich abonneren door dit bedrag te storten op het rekeningnummer Fortis 001-1495955-97, met vermelding ‘Abonnement 2008’. Geef ons ook je exacte adres en contactgegevens door via mail of telefoon en laat weten of je een factuur wenst. Geïnteresseerd in een proefnummer van A&M Magazine? Contacteer ons op tel: 03/218.74.72 of e-mail secretariaat@a-m.be “Arbeid & Milieu” vzw bestaat sinds 1988 en bracht voorheen “Arbeid en Milieu Nieuws” uit. Redactieraad: A&M Werkgoep Water: Wim Van Gils, Peter Bostyn, Timothy De Clerck, Wiebe Eekman en Thijs Calu. VU: Anton Gerits Statiestraat 179 - 2600 Berchem Arbeid & Milieu Magazine is gedrukt op kringlooppapier. Het binnenwerk wordt gedrukt met vegetale inkt. De redactie is niet gebonden door de inhoud van de opgenomen advertenties. Mits voorafgaande toestemming mogen artikels overgenomen worden. Dit kan alleen maar de betere verspreiding van milieu-informatie in al zijn facetten ten goede komen.

2

ARBEID

& MILIEU

4

De water-val: watertekort in het natte Vlaanderen

Kom meer te weten over de grote uitdagingen op watervlak. Hoe is het gesteld met ons grondwater? Hoe zit het met de kwaliteit van ons oppervlaktewater?

7

De waterscan: een nuttig instrument!

Een waterscan licht de waterhuishouding van een bedrijf door en kan grote besparingen opleveren. Goed voor het milieu en de portemonnee!

8

Sibelco en de omlegging van de Witte Nete

Sibelco, een bedrijf dat kwartszanden wint te Dessel kreeg als voorwaarde in de milieuvergunning opgelegd de Witte Nete om te leggen rond de nieuw aan te leggen groeve. Het bedrijf vormde deze verplichting om tot een heus natuurproject.

11

Pesticiden in ons drinkwater

Pesticiden komen in ons grondwater en oppervlaktewater terecht. Dit zijn 2 waterbronnen waar ook de drinkwaterbedrijven beroep op doen om ons drinkwater te produceren. Door de aanwezigheid van pesticiden gaat dit echter gepaard met de nodige problemen, wat ook zijn weerslag heeft op onze waterfactuur!

13

Water wordt duurder

Onze drinkwaterfactuur wordt duurder ten gevolge van de reorganisatie in de watersector. Vooral de hogere kosten voor de zuivering en de inzameling van het afvalwater hebben een grote impact.

17

Hoelang nog water uit de Vlaamse Sokkel?

Bij bedrijven in het Zuiden van West-Vlaanderen en het Westen van Oost-Vlaanderen is het hoogwaardige sokkelwater erg gegeerd. Zo gegeerd dat de waterbron de druk niet aankan en dreigt uit te drogen. Over oorzaken en oplossingen kom je meer te weten in dit artikel.

19

Seine-Schelde West en de waterhuishouding rond Gent: Een onverenigbaar huwelijk?

Het Seine-Schelde West project onderzoekt de mogelijkheid om het Schipdonkkanaal te verbreden om zo de Vlaamse havens verder te ontsluiten via binnenscheepvaart. Dit project kan echter grote gevolgen hebben voor de waterhuishouding rond het Gentse…

23

Leidingwater zuiver water uit je kraan

Ons leidingwater is gezond drinkwater. Meer zelfs: het is gezonder dan flessenwater! Kom hier alles te weten over de waarheden en onwaarheden over leidingwater en flessenwater.


REDACTIONEEL

En toen was het op... Water is van levensbelang. Een torenhoog cliché maar ook een waarheid als een koe. Zonder water geen leven, zo simpel is dat. Ook óns land, vooral berucht door de overstromingsproblematiek, kampt met waterschaarste. Vooral in de zomer hebben de drinkwaterbedrijven alle moeite van de wereld om genoeg drinkwater te kunnen produceren. Een uitgeputte grondwaterbron is nu eenmaal niet zo mediageniek als een overstromingsslachtoffer dat al roeiend z’n ondergelopen huis probeert te bereiken. Water is een natuurlijke hulpbron die we met z’n allen moeten beschermen, zowel in ons eigen belang als in het belang van de generaties na ons. Het is een thema dat best wat meer aandacht kan gebruiken en vanuit die optiek zit een heus waterproject in de A&M-steigers, waar dit thema-magazine een onderdeel van is.

R

Rode draad in dit nummer is het duurzaam en rationeel omgaan met water. Ter inleiding wordt in het artikel over de Water-val de Vlaamse waterproblematiek uit de doeken gedaan. Zij het nu in het bedrijf of bij je thuis, er is altijd wel nog wat ruimte om water te besparen of ons water minder te belasten. In dit magazine vind je voor beide dan ook heel wat bruikbare tips. Zo wordt ingegaan op het belang van een wateraudit en vind je in het midden van dit magazine een heuse waterchecklist. Vergeet niet om deze checklist een mooi plekje te geven in je bedrijf! Ook andere functies en invalshoeken rond water komen in dit magazine aan bod, telkens met een knipoog naar duurzaamheid. Neem nu bijvoorbeeld beken en rivieren. Deze zijn voor iedereen immers interessant om verschillende redenen. Je kunt er een plonsje wagen, een visje vangen, of gewoon gezellig langs joggen, wandelen of fietsen en genieten van de natuur. Voor elk wat wils dus. Deze recreatieve en ecologische functie van water komt aan bod in ons bedrijfsdossier, waar Sibelco ons leert hoe een bedrijf een heus natuurproject kan uitbouwen rond een eeuwenoude beek, de Witte Nete. Ook dit is een vorm van duurzaam waterbeheer!

© BBL

Een andere belangrijke functie van het water in rivieren is binnenvaart mogelijk maken en zo zorgen voor duurzamer transport. Het artikel over SeineSchelde West en de eventuele gevolgen hiervan voor de waterhuishouding in Gent, gaat hier dieper op in. Ook hier zal voor een duurzame oplossing gekozen moeten worden, die voldoende rekening houdt met de ecologische, recreatieve en drinkwaterfunctie van het hele stroomgebied. De industrie heeft water nodig voor allerlei doeleinden. Dat water kan ze bijvoorbeeld uit grondwaterlagen halen, wat voor een enorme druk op ons grondwaterpeil kan zorgen. Dit is bijvoorbeeld het geval in Zuid West-Vlaanderen met het zogenaamde “Sokkelwater”, waar grote besparingen zullen nodig zijn als we nog een tijdje gebruik willen maken van deze eeuwenoude waterbron. Wetgeving kan zeer complex zijn, en dat geldt niet in het minst voor de wetgeving rond water. De watersector is momenteel in volle reorganisatie en om jullie door de bomen het bos te tonen, loodst Annick Lamote van het SERV ons door de woelige wateren van de watersector. Deze reorganisatie is ook voelbaar in onze waterfactuur. We geven een woordje uitleg over hoe de waterprijs uiteindelijk tot stand komt. In dit verband is het ook belangrijk even stil te staan bij het gebruik van pesticiden in onze tuin. Dat ook dit een factor is die de kosten van drinkwater de hoogte kan injagen, wordt uit de doeken gedaan in dit nummer. Of we nu willen zwemmen, vissen, het natuurschoon in en langs onze rivieren en beken bewonderen of proper drinkwater produceren, rationeel watergebruik en waterverbruik zullen altijd een centrale rol blijven spelen als we van deze zaken willen (blijven) genieten. Als we aan de wil van Europa willen voldoen, namelijk een goede ecologische en kwantitatieve toestand van ons oppervlaktewater en grondwater tegen 2015, dan is er nog heel wat werk aan de winkel. Met deze wetenschap in het achterhoofd wil Arbeid & Milieu haar steentje bijdragen aan deze ambitieuze doelstelling. En we hopen van u hetzelfde… Thijs Calu Educatief medewerker Arbeid & Milieu

Als we aan alle functies van ons water willen voldoen, is er nog veel werk aan de winkel.

ARBEID

&

MILIEU

3


WATERTEKORT

De water-val:

Watertekort in het natte Vlaanderen Vlaanderen is een nat landje. Watertekorten zijn dan ook ver van ons bed. Of zo lijkt het soms, want wie iets verder kijkt, leert al snel dat we in Vlaanderen meer water gebruiken dan we eigenlijk ter beschikking hebben. Grondwaterlagen zakken, het water van grote rivieren wordt massaal gebruikt. Veel overschotten zijn er dan ook niet meer, maar ondertussen groeit de bevolking en komt de klimaatverandering er wél aan. Hoe geraken we uit deze water-val ?

W

Waar staan we nu ? Grondwater: overbemalen of vervuild De meeste diepe grondwaterlagen (de artesische lagen in het vakjargon) zijn niet in evenwicht: er wordt meer water uit opgepompt dan dat er van nature wordt aangevuld. Daardoor zakt de grondwaterstand jaar na jaar. Het bekendste voorbeeld is de sokkel, een laag waar vooral de textielindustrie in Zuid-West-Vlaanderen sterk van afhangt (zie p.21). Uit recente gegevens van de overheid blijkt echter dat het probleem ook optreedt bij de meeste van die diepe grondwaterlagen – maatregelen dringen zich dan ook op. De ondiepe grondwaterlagen hebben minder last van peildalingen, maar kampen bijna allemaal met vervuiling door nitraten en pesticiden. Daardoor is het bijvoorbeeld moeilijker en duurder om van dat ondiep grondwater drinkwater te produceren.

Het verdrogingsfenomeen steekt ook in Vlaanderen steeds vaker de kop op. (© BBL)

Beken en rivieren: lage waterbeschikbaarheid en nog steeds vervuild Over de hoeveelheid water in de beken en rivieren

bestaan weinig goede cijfers. De gegevens die er zijn, zijn echter niet geruststellend. Algemeen gesproken is de waterbeschikbaarheid bij ons erg laag. De waterbeschikbaarheid is de hoeveelheid water die per inwoner en per jaar in een gebied beschikbaar is door neerslag en instroom van rivieren. De Verenigde Naties beschouwen een waterbeschikbaarheid van minder dan 1000 m³/inw/jaar als een “ernstig watertekort”. De gemiddelde waterbeschikbaarheid voor Vlaanderen en Brussel is 841 m³/inw/jaar. Dat lage cijfer is vooral te wijten aan de bijzonder hoge bevolkingsdichtheid. Voor de Maas, Albertkanaal en de Kempische kanalen is er specifiek onderzoek gedaan. Dit systeem is cruciaal voor drinkwaterproductie (Antwerpse Water Werken), landbouw en industrie. Uit de berekeningen blijkt dat een zomer zoals in 1976 zou leiden tot aanzienlijke watertekorten en minstens tientallen miljoenen euro aan economische schade. Zeker even zorgwekkend is dat uit het rapport blijkt dat noch de overheid, noch de gebruikers goed voorbereid zijn op zo’n situatie. Er bestaan bvb amper reserves, en een goed plan van aanpak ontbreekt. De kwaliteit van het oppervlaktewater is over het algemeen nog steeds niet goed. De vooruitgang die in de jaren 90 werd geboekt, heeft zich niet doorgezet na 2000. Het gros van onze waterlopen scoort “matig”, een kwart zelfs “slecht” of erger. Wie gebruikt en vervuilt wat ? Er zijn op dit moment geen recente cijfers beschikbaar over het waterverbruik door de verschillende sectoren (landbouw, huishoudens, industrie) in Vlaanderen. Voor een regio als Vlaanderen is dat een schande – te wijten een gebrek aan samenwerking tussen de drinkwatermaatschappijen en de verschillende overheidsinstanties (ze hebben beterschap beloofd). U en ik Toch zijn er enkele trends. Het verbruik door huishoudens blijft al jaren redelijk stabiel (110 liter/dag). Zuinige toiletten, spaardouchekoppen, waterbesparende wasmachines enzovoort zijn dan wel de norm geworden, maar de besparing daarvan wordt blijkbaar teniet gedaan door de groei van de bevolking en de doorbraak van luxe-items zoals sauna’s, whirlpools en luxe-douchecabines. Meer en meer gezinnen gebruiken regenwater, maar tegelijk is de gazonsproeier en het privé-zwembad alom tegenwoordig. De daling van het waterverbuik, die als doelstelling was vooropgezet in het

4

© BBL

ARBEID

& MILIEU


WATERTEKORT

milieubeleidsplan van de Vlaamse regering, is niet gerealiseerd. Qua watervervuiling doen gezinnen het steeds beter. Het is te zeggen: doordat de overheid verder werkt aan de riolering en waterzuivering, gaan we er zachtjes op vooruit. De industrie Het waterverbruik van de industrie is in de jaren negentig sterk gedaald – maar deze trend lijkt zich niet te hebben doorgezet. De laatste jaren zijn er verschillende initiatieven geweest rond water (onder andere vanuit de textielsector en Agoria) maar hun effect is niet gekend. Wat daar wel uit blijkt, is het grote reductiepotentieel: veel bedrijven kunnen met relatief eenvoudige maatregelen nog heel wat water besparen – én het levert hen geld op ! Qua vervuiling doet de industrie het niet goed – vorig jaar steeg de industriële vervuiling voor het eerst weer. Bijkomende maatregelen zullen dus ook daar nodig zijn. Landbouw Het watergebruik van de landbouw is moeilijk te controleren en erg afhankelijk van het type bedrijf. Het gros van het waterverbruik zit in de veeteelt en de glastuinbouw. De inkrimping van de veestapel zorgde voor een lichte daling van het waterverbruik, maar ook hier is het doel nog erg veraf. De watervervuiling van de landbouw neemt ook maar amper af – de klassieke pijnpunten inzake mest en pesticiden blijven prominent op de agenda. Wat brengt de toekomst ? Stijgende bevolking Door de hoge bevolkingsdruk is de waterbeschikbaarheid in Vlaanderen al erg laag. Volgens het federaal planbureau zal de bevolking de komende decennia nog verder stijgen (tot zo’n 7 miljoen inwoners in Vlaanderen in 2060). Als die allemaal even veel water zullen gebruiken als wij vandaag, zitten we met een groot probleem. Klimaatverandering De klimaatverandering zorgt naar verwachting niet alleen voor een stijgende zeespiegel, maar bij ons ook voor drogere en warmere zomers. Daardoor zal er veel minder water in de rivieren beschikbaar zijn (tientallen procenten), en dat op een moment dat de vraag naar water vanuit bvb de landbouw groter dan ooit zal zijn.

We dreigen in een “water-val” te sukkelen: terwijl de hoeveelheid beschikbaar water zakt en/of het door vervuiling duurder wordt om te gebruiken, zal de nood aan water – zeker in de zomer – omhoog gaan. Acuut watertekort is niet zo veraf als we denken – de effecten voor landbouw, industrie en de bevolking kunnen aanzienlijk zijn. Hoe vermijden we deze water-val ?

Veel van onze waterlopen zijn nog stees ernstig vervuild (©BBL)

Wat kunnen we eraan doen ? Het bovenstaande plaatje klinkt misschien niet al te optimistisch, maar toch zijn er volop mogelijkheden om het probleem aan te pakken. Het probleem is overzichtelijk en oplosbaar, en veel instrumenten zijn al aanwezig. Doe het via de kassa Het belangrijkste instrument dat de overheid ter beschikking heeft, is de prijszetting van verschillende soorten water. Via grondwaterheffingen, heffingen op het lozen van afvalwater en de prijszetting van leidingwater, kan de overheid het waterverbruik en de keuze van water in grote mate sturen. Het is immers bijzonder duidelijk dat voor zowat alle actoren de prijs een doorslaggevend argument is in de keuzes die ze maken. Er zijn daarbij twee belangrijke aandachtspunten. De eerste uitdaging is om het sociale aspect niet uit het oog te verliezen. Onder geen beding willen we in een situatie komen waarbij sociaal kwetsbare groepen geen toegang zouden hebben tot voldoende drinkwater. Daar bestaan al instrumenten voor (vrijstellingen) – die kunnen verder verfijnd worden. Tweede uitdaging is om de economische actoren voldoende perspectief te bieden. Een stijging van de kost van een belangrijke productiefactor is niet leuk – het is cruciaal om ervoor te zorgen dat de maatregelen die genomen worden duidelijk zijn, consequent en goed op voorhand aangekondigd. Al te vaak werden en worden aanpassingen aan de heffingen besloten in achterkamertjes en relatief onverwacht geïmplementeerd. Het is tijd voor goed bestuur op dit vlak. Financiële stimulansen voor

ARBEID

&

MILIEU

5


WATERTEKORT water-audits, échte grijswatercircuits, bewustmakingscampagnes,… vervolledigen het plaatje. Een waterzuiniger beleid biedt ook belangrijke economische kansen aan industrie en landbouw. In veel gevallen zijn er nog grote besparingen mogelijk bij bedrijven die zelfs bij de huidige prijsniveaus op korte termijn terugverdiend worden. Er is ook een direct effect voor de toeleveranciers van water-technologie. Algemeen kan gesteld worden dat een minder water-afhankelijke economie, net zoals een minder energie-afhankelijke technologie, een concurrentieel voordeel zal opleveren in de toekomst.

Luxe-zaken zoals privézwembaden zorgen in de zomer voor piekdebieten waar drinkwaterbedrijven veel moeite mee hebben

6

ARBEID

& MILIEU

Zet de troeven in: know-how en bestuur Vlaanderen heeft een uitgebreide know-how inzake watertechnologie, zowel in de openbare sector (Aquafin, drinkwatermaatschappijen) als in de privé-sector (neem eens een kijkje bij TNAV, www.tnav.be). Zet die kennis aan het werk. Vlaanderen heeft ook een uitgebreid overheidsapparaat. Dat wordt – zeker in economische kringen – vaak als een last ervaren, maar het kan ook een meerwaarde zijn. De verschillende diensten beschikken over alle nodige data en kennis om een goed

onderbouwd beleid op poten te zetten. Indien de betrokken actoren goed zouden samenwerken, en mits de nodige politieke aansturing, kan de overheid op korte termijn een efficiënte en vooruitziende aanpak uittekenen en implementeren via heffingen, vergunningen, campagnes, … Waar wacht men eigenlijk op ? Doe het zelf ! We moeten echter niet alleen naar de overheid kijken. Ook vakbondsmensen, bedrijfsleiders, landbouwers en huishoudens kunnen zelf de handen uit de mouwen steken. Verder in dit magazine kan je lezen hoe je aan de slag kan. Doe het gewoon zelf !

Wim Van Gils Beleidsmedewerker Water Bond Beter Leefmilieu wim.van.gils@bblv.be Meer info ? • http://www.milieurapport.be/default.aspx?Pag eID=86&ChapID=2780&NodeID=2780 • http://www.statbel.fgov.be/press/pb01_nl.pdf


WATERSCAN

De Waterscan:

Een nuttig instrument! Heel wat bedrijven kampen met een hoge waterfactuur. Dit kan van vele zaken afhangen – van procesmatige aspecten tot de waterbron die wordt aangewend. Een waterscan of wateraudit kan heel wat waterbesparingen – en dus ook kostenbesparingen – opleveren en is in vele gevallen te overwegen, dankzij het grote terugverdieneffect.

W

Wat? Via een waterscan is het mogelijk om de waterbalans van je bedrijf op te stellen. Op die manier kan in kaart worden gebracht welke processen hoeveel water gebruiken. Vanuit die kennis kan vervolgens gekeken worden waar en hoe eventueel water bespaard kan worden of kan overgeschakeld worden op een alternatieve waterbron (bv. regenwater). Er wordt ook nagegaan of hergebruik van het afvalwater (na een eventuele bijkomende zuivering) een optie is. Hierbij wordt telkens rekening gehouden met de economische en technische haalbaarheid. Wil je weten wat het beste alternatief is voor diep grondwater en de kost die dat met zich meebrengt? Of wil je weten wat het optimale buffervolume is voor het gebruik van regenwater voor een bepaalde dagelijkse waterbehoefte? Dan is de waterscan hierbij zeker een goed hulpinstrument.

Regenwater kan tijdelijk worden opgeslagen in regenwateropvangbekkens (© POM West-Vlaanderen)

Kostprijs De prijs van een waterscan varieert sterk naargelang het bedrijf of de instelling die de scan uitvoert, de grootte en de aard van het te onderzoeken bedrijf en de kennis die reeds beschikbaar is. Laat je echter niet te snel misleiden door het kostenplaatje, een waterscan genereert immers een groot terugverdieneffect! Niet alleen de kosten, maar zeker ook de baten dien je in rekening te brengen, en dan kom je al snel uit op een positief saldo.

Met een debietmeter meet men exact hoeveel water er passeert in een bepaalde tijdspanne (© POM West-Vlaanderen)

Hoe? Als er in het bedrijf reeds veel informatie aanwezig is over de waterhuishouding is het perfect mogelijk om zelf een wateraudit uit te voeren. Als dit niet het geval is kan steeds een waterscan aangevraagd worden bij verschillende instellingen of private bedrijven. Het kan nuttig zijn dit als agendapunt van het Comité voor preventie en bescherming op het werk te bespreken. Offertes kunnen vrijblijvend opgevraagd worden bij de volgende instellingen: • Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij WestVlaanderen: De POM West-Vlaanderen biedt een gratis waterscan aan aan de West-Vlaamse bedrijven, wegens de urgentie van de sokkelproblematiek (zie p.21). • VITO (Vlaamse instelling voor Technologisch onderzoek)

www.vito.be • Bodemkundige dienst van België

www.bdb.be • Ook een aantal drinkwaterbedrijven bieden een wateraudit aan. • Tenslotte bieden ook tal van privé-bedrijven (adviesbureau’s e.d.) waterscans aan. • ... Thijs Calu Educatief medewerker © POM West-Vlaanderen

ARBEID

&

MILIEU

7


BEDRIJFSDOSSIER

Sibelco en de hermeandering van de Witte Nete De vestiging van Sibelco in Dessel, een bedrijf dat kwartszanden wint voor allerhande toepassingen, wil een nieuwe groeve (de groeve Donk) aanleggen in Dessel. Als milderende maatregel werd hen in het milieu-effecten rapport (MER) opgelegd dat de Witte Nete, die zonder ingrijpen in de toekomstige groeve zou stromen, moest worden omgelegd rond de groeve. Sibelco vormde deze voorwaarde om tot een heus natuurproject, en ging hierin verder dan wat hen officieel werd opgelegd. Arbeid & Milieu had hierover een gesprek met An Buttiens (milieucoördinator Sibelco), Theo Heylen (vakbondsafgevaardigde ACV) en Willy Cools (vakbondsafgevaardigde ABVV) en schetst een positief verhaal over een duurzame relatie tussen waterbeheer en economische activiteit.

U Vlnr.: Willy Cools (ABVV), An Buttiens (milieucoördinator) en Theo Heylen (ACV)

“Uit de MER bleek dat de Witte Nete leefgebied was van een aantal zeldzame beschermde vissoorten zoals de kleine modderkruiper en de rivierdonderpad. Als milderende maatregel stelde men dus voor om de beek om te leggen, want het zou onverantwoord zijn dat de beek in een groeve uitkomt. Dan meng je immers oppervlaktewater met grondwater en die zeldzame vissoorten kunnen daar niet in overleven. Aangezien deze vissoorten beschermd zijn moest daar dus een oplossing voor komen. Dat resulteerde in de omlegging als milderende maatregel. Die heeft

de vergunningverlener overgenomen en opgelegd als voorwaarde”, zegt An Buttiens, sedert 10 jaar milieucoördinator, hoofd interne preventiedienst en kwaliteitszorgmanager voor 7 sites en 9 groeves van Sibelco. Als milieucoördinator was zij verantwoordelijk voor de milieuvergunning voor de groeve Donk. Ecologische en recreatieve meerwaarde Naast de wettelijke verplichting tot omlegging van de beek, werden nog heel wat extra inspanningen gedaan om dit project uit te bouwen tot een ambitieus natuurproject. Zo werd de omlegging gecombineerd met de hermeandering van de beek, zodat de beek terug haar ‘kronkelende’ structuur kreeg. “Tijdens de voorbereiding van het project werd gewerkt met een kaart uit 1877. Daarop zien we dat de beek toen meanders had. Met de mechanisering van de landbouw is die later rechtgetrokken. Nu is ze omgelegd en hebben we ze terug laten hermeanderen”, weet An. Een meanderende beek heeft heel wat voordelen ten opzichte van een rechte beek. “Door de hermeandering wordt de waterstroom opgehouden, wat voor een vertraagde afvoer van het water zorgt. Zo ontstaan er minder overstromingen stroomafwaarts” vertelt Willy Cools, reeds 24 jaar baggerbootmachinist bij Sibelco. “Bovendien hebben we ook de nodige inspanningen geleverd om de gronden naast de beek te verwerven. Dit gaf ons de kans om voor een natuurinrichtingszone rondom de Witte Nete te zorgen, ook dit was geen wettelijke verplichting. De natuurzone geeft ruimte aan de beek, zodat die rustig kan overstromen zonder dat iemand daar hinder van ondervindt. Daarnaast creëert de meandering op bepaalde plaatsen stroomversnellingen, maar ook luwtes. Dat zorgt voor specifieke habitats waarin de verschillende soorten zich thuisvoelen. De meandering heeft dus zeker ook een ecologische meerwaarde”, legt An uit. Naast die ecologische meerwaarde deed het bedrijf ook inspanningen om een meerwaarde te creëren voor de omgeving. “Omheen de natuurzone werd een fiets- en wandelpad aangelegd en geïntegreerd in het bestaande Campinapad, waarbij de beek op 2 plaatsen kan worden overgestoken.”, weet An.

8

ARBEID

& MILIEU


BEDRIJFSDOSSIER

© Sibelco

Milieu-inspanningen geapprecieerd door werknemers, omwonenden en de natuurvereniging Dit project is een uitstekend voorbeeld van de milieu-inspanningen waarin het bedrijf de laatste jaren meer en meer investeert. “Ik werk hier reeds 37 jaar. De laatste 10 jaar begon het bedrijf zich met milieu bezig te houden, daarvoor was dat thema niet aan de orde.”, aldus Theo Heylen, onderhoudsmechanicus bij Sibelco. “Als je aan gelijk wie op het bedrijfsterrein hier zou vragen of we ons met milieu bezighouden krijg je gegarandeerd een positief antwoord!”, vervolgt Theo. Deze evolutie wordt bevestigd door de positieve reacties van de omwonenden en de natuurvereniging. “We hebben felicitaties van de natuurvereniging ontvangen omtrent het project. Bovendien zijn we met hen in zee gegaan om een stuk van de berm naast de beek af te graven zodat oeverzwaluwen er hun nest kunnen maken”, vertelt Willy. “Bovendien heeft niemand een klacht ingediend tegen de omlegging, en weten we dat de bewoners van de aangrenzende wijk heel enthousiast zijn.”, zegt An. “Dergelijk project kun je maar doen als je iets achterlaat dat in orde is. Een draagvlak en ondersteuning door de omwonenden is heel belangrijk voor dergelijke zaken. De wandelpaden langs onze andere groeves bijvoorbeeld worden door iedereen erg geapprecieerd.” Een ander teken dat Sibelco wel degelijk steeds milieubewuster wordt is de steeds nauwere samenwerking met de natuurvereniging. “Zo hebben we naast het oeverzwaluwproject ook al met Natuurpunt samengewerkt aan een huiszwaluw- en een slechtvalkproject. En in een andere vestiging staan plannen op stapel om in een nog aan te leggen berm te zorgen voor een vleermuiskelder”. 3-jarige opvolging van het project Het project kende verschillende fasen. “Om te weten hoe we dit het best aanpakten deden we beroep op een studiebureau en de universiteit van Hasselt. Zij stonden in voor de voorbereidende fase en werkten samen een voorstel uit. Op basis hiervan werden de bouwvergunning en de milieuvergunning aangevraagd. Eind 2005 waren alle vergunningen binnen. In december 2005 startten de werken. Belangrijk was

dat deze uitgevoerd werden voor het broedseizoen. Op 31 maart was alles af.”, aldus An. “Belangrijk hierbij was dat we slib van de oorspronkelijke loop verplaatsten naar de nieuwe loop, zodat de beek zich snel kon herstellen. Ook de vissen uit de oorspronkelijke loop werden overgeplaatst zodat de beek een mooie startpopulatie had”, vertelt Willy, “een half jaar na de aanleg was de beek op die manier al bijna volledig ecologisch hersteld, en ook aan de natuurzone rondom de beek was al niets meer te zien van de kale, troosteloze aanblik die de beek vlak na de aanleg had.”

Na de werken had de Witte Nete een kale, troosteloze aanblik. Ondertussen heeft de vegetatie zich nagenoeg volledig hersteld.

“Uniek aan dit project is de laatste fase, namelijk de monitoring”, vervolgt An. “Het project wordt 3 jaar opgevolgd voor verschillende parameters. Wettelijk gezien waren we verplicht tot ‘monitoring’, maar dit werd niet concreet gemaakt. Je kan als bedrijf zelf kiezen hoe je dat invult. Als we één keer wat vissen hadden gevangen was het voor de wet ook in orde. Wij kozen echter voor een verregaande opvolging. Die monitoring gebeurt in samenwerking met de adviserende overheden, en werd uitgevoerd door het centrum voor milieukunde van de universiteit van Hasselt en het studiebureau Aeolus. Dergelijke opvolging laat ook toe om na te

ARBEID

&

MILIEU

9


BEDRIJFSDOSSIER gaan of milderende maatregelen voorgesteld in een milieu-effectenrapport voorafgaand aan een vergunningsaanvraag zinvol zijn. De financiering van het project wordt gedragen zowel door de overheid als door Sibelco.”

De oorspronkelijke loop werd afgevist om de nieuwe loop een gezonde startpopulatie te bezorgen (© Sibelco)

Relatie vakbonden en management De relatie tussen de vakbonden en het management is bij Sibelco op alle vlakken zeer goed: “Regelmatig geeft An ons wat uitleg met een mooie presentatie over watergerelateerde zaken of andere milieuthema’s bij Sibelco. In het CPB worden de milieuvergunningen telkens uitgebreid besproken en voorgesteld. In de ondernemingsraad komt het eerder summier aan bod”, vertelt Theo. “Sibelco Dessel kent ook geen grote milieuproblemen, dankzij de groeiende aandacht voor het milieuthema. Dat zorgt ervoor dat het ook geen prioritair actiepunt is bij de vakbonden in dit bedrijf. Moesten er door het mislopen van een milieuvergunning echter jobs verloren dreigen te gaan, zouden we wel in actie schieten. Maar momenteel is dat gelukkig niet nodig.”, aldus Theo.

Resultaten Ondertussen zijn de resultaten van de eerste monitoring binnen, en die zien er alvast veelbelovend uit. De beek werd hiervoor onderzocht op de visfauna, de toestand van de vegetatie in de natuurinrichtingszone en de evolutie van de waterkwaliteit. “2 keer per jaar komt een professor van de universiteit van Hasselt bepaalde trajecten van de beek afvissen. Daarbij worden ook vissen gemerkt, zodat kan nagegaan worden in welke mate en waar ze worden teruggevangen.”, legt An uit. “Uit die eerste monitoring bleek dat er 15 vissoorten aanwezig zijn in de Witte Nete. Het belangrijkste en meest bemoedigende resultaat is de vaststelling dat de populatie rivierdonderpad en kleine modderkruiper, de vissoorten waarvoor we het uiteindelijk doen, fiks de hoogte is ingeschoten. Daarnaast is ook de totale hoeveelheid vis toegenomen en vinden we vissen van verschillende lengtes, dus verschillende leeftijden, wat duidt op een gezonde populatie”. Ook de waterkwaliteit is erop vooruitgaan. “Deze had een gemiddelde BBI-score* van 8 op 10, dat is een zeer goed resultaat”, aldus An. Uniek project beloond “Het project rond de omlegging van de Witte Nete is uniek in Vlaanderen”, geeft An ons mee, “hiervoor werd in Vlaanderen geen enkel beekherstelproject gerealiseerd op dergelijke schaal. De kennis en ervaring die met dit project werd opgebouwd, is uitermate belangrijk voor toekomstige herstelprojecten van laaglandbeken.” Het project werd in 2007 dan ook terecht bekroond met de Inbev-Baillet Latour prijs voor het leefmilieu. Deze prijs wordt ieder jaar uitgereikt aan een eigenaar of privé-beheerder die zich bezighoudt met de ecologische inrichting of beheer van een Belgisch grondgebied. De jury sprak van “een project met een zeer belangrijke bijdrage tot het duurzaam gebruik van open ruimte en de daaraan gebonden natuur”. Watergebruik in het bedrijf “Sibelco is in de eerste plaats een watergebruiker, in plaats van een waterverbruiker”, stelt An. “Dat klopt”, zegt Willy, “wij gebruiken water vooral als transportmiddel. Om het zand van de baggerplaats naar het bedrijf te transporteren wordt grondwater opgepompt. Dat water wordt samen met het zand naar het bedrijf gestuurd. Als wij bijvoorbeeld 1000 m³ water hebben opgepompt wordt die hoeveelheid volledig terug naar de groeve gestuurd, zodat de grondwaterstand op peil blijft. Die stand wordt bovendien elke maand gecontroleerd.”. “Het water dat terug in de groeves komt, is zelfs properder dan het oorspronkelijke water, onze ‘zandfabriek’ functioneert immers als een grote zandfilter!”, besluit An Thijs Calu educatief medewerker Arbeid & Milieu

10

ARBEID

& MILIEU


PESTICIDEN

Pesticiden in ons drinkwater Pesticiden horen niet thuis in drinkwater. Duidelijker kon Europa niet zijn toen ze de strenge normen voor pesticiden in drinkwater vastlegde. De drinkwaterrichtlijn (RL 98/83/EG) stelt de maximum concentratie per actieve stof op maximaal 0,1 µg/l. Dit is zo goed als niets. De totale concentratie aan actieve stoffen mag niet meer zijn dan 0,5 µg/l. Deze normen gelden ook voor de afbraakproducten van pesticiden. Drinkwatermaatschappijen slagen er in om die normen te halen, maar moeten er dure zuiveringstechnologieën voor inzetten.

D Het gebruik van pesticiden jaagt onze drinkwaterfactuur de hoogte in

Drinkwater produceren Drinkwaterbedrijven produceren drinkwater uit zowel grondwater als oppervlaktewater dat gezuiverd wordt. Grondwater is het meest geschikt. Het gaat om regenwater dat langzaam in de diepere grondlagen doordringt, tot het een ondoorlaatbare grondlaag bereikt. Afhankelijk van de aard van de bodem (zand, grind, kalk, …) doet het water er een korte of langere tijd over om door te sijpelen (0,5 tot 1 m/jaar). Het “vuil” wordt op natuurlijke wijze door de grondlagen gefilterd. Anderzijds lossen verschillende organische stoffen en/of mineralen in het water op en worden meegevoerd.

Grondwater is het meest geschikt voor drinkwater, zeker als het afkomstig is uit de diepere grondlagen. Maar grondwatervoorraden zijn niet onuitputtelijk. In sommige gebieden is het peil al sterk gedaald. Daarom wordt bij de productie meer en meer gebruik gemaakt van oppervlaktewater, dat dan een grondiger bewerking moet ondergaan. Dit water wordt vooral in de wintermaanden onttrokken aan rivieren en beken, en verzameld in spaarbekkens. Pesticiden in water Gewasbeschermingsmiddelen komen niet volledig op de plant terecht. Ze worden soms geadsorbeerd aan bodemdeeltjes. Een gedeelte breekt af door het zonlicht of door bodem-organismen. Afhankelijk van het weer spoelt een gedeelte af naar het oppervlaktewater. Ook het reinigen van de sproeitoestellen brengt een aanzienlijke verontreiniging van het oppervlaktewater met zich mee. En een gedeelte sijpelt door naar de grondwaterlagen. De mate waarin dit gebeurt, hangt af van verschillende factoren, zoals de aard van de bodem, de diepte van de grondwaterlaag, de eigenschappen van het product zelf en de mate waarin het regent. Een zanderige bodem en hevige regens verhogen de kans dat pesticiden in het grondwater terecht komen. Zware bodems en warme temperaturen

ARBEID

&

MILIEU

11


PESTICIDEN afbraakproduct van atrazine. Atrazine werd vroeger veel gebruikt bij de teelt van maïs. Wetenschappelijke onderzoeken wijzen op de kankerverwekkende en hormoonverstorende eigenschappen van deze stof. Het gebruik ervan is verboden sedert 2005, maar toch wordt het nog veel in het grondwater aangetroffen. Dit bewijst nog maar eens de traagheid van het grondwatersysteem.

Niet enkel de landbouw, maar ook de individuele sproeier heeft een grote impact op het grondwater.

bevorderen de afbraak van het gewasbeschermingsmiddel. Vooral de moeilijk afbreekbare gewasbeschermingsmiddelen met een lage adsorptiecapaciteit voor bodemdeeltjes zijn een potentieel gevaar voor het grondwater. Eens afbreekbare pesticiden in de grondwaterlaag zijn terecht gekomen, kunnen ze in principe nog steeds afbreken. Maar dat gebeurt in een veel lager tempo dan in de hoger gelegen bodemlagen. Het effect van preventieve maatregelen is bijgevolg pas na langere periode merkbaar. En dus pompen we vandaag grondwater op met gewasbeschermingsmiddelen die jaren geleden zijn gebruikt. Situatie voor Vlaanderen Op bijna zestig procent van de meetplaatsen in Vlaanderen worden bestrijdingsmiddelen in het grondwater vastgesteld. Op één vierde van de locaties is de individuele drinkwaternorm van 0,1 µg/l of de algemene norm van 0,5 µg/l overschreden. Dit blijkt uit Mira-T. De belangrijkste verontreinigingspieken doen zich voor in Haspengouw. Voor oppervlaktewater stelt Mira-T enerzijds een verbetering vast, maar ook een verschuiving in het type bestrijdingsmiddelen die er voorkomen. Drie bestrijdingsmiddelen komen in meer dan 50% van de metingen voor: diuron, glyfosaat en z’n afbraakproduct AMPA. Atrazine en glyfosaat De drinkwaternorm van 0,1 µg wordt in het grondwater vooral overschreden voor de stoffen desethylatrazine, atrazine, bentazon en AMPA. Desethylatrazine is een

12

ARBEID

& MILIEU

AMPA is het afbraakproduct van glyfosaat. Glyfosaat is de actieve stof van verschillende niet-selectieve herbiciden, waaronder het bekende “Roundup” en varianten. De chronische effecten van langdurige blootstelling in lage concentraties van glyfosaat zijn nauwelijks onderzocht. Glyfosaat zelf wordt nauwelijks teruggevonden. Dit pesticide breekt vrij snel af door micro-organismen in water en bodem tot ondermeer AMPA. Jaar na jaar wordt AMPA in steeds grotere concentraties teruggevonden. Over AMPA is weinig wetenschappelijke kennis voorhanden. In de handel wordt glyfosaat aangeboden in een cocktail van chemische stoffen die het mogelijke gevaar doet toenemen. Het meest zorgwekkende zijn de surfactanten. Die worden toegevoegd aan glyfosaat om de opname door planten te versnellen. Recent onderzoek toont aan dat deze surfactanten in lagere concentraties giftig zijn voor verschillende organismen. Van deze stoffen is nog minder bekend hoe ze zich in het milieu verspreiden, of en hoe ze worden afgebroken, of ze worden opgeslagen in hogere organismen, enzovoort. Verwijderen van pesticiden Pesticiden worden uit het water verwijderd aan de hand van actieve koolfiltratie. De actieve stoffen adsorberen op de kool. Dit adsorptieproces is niet selectief, en ook andere organische verbindingen kunnen geadsorbeerd worden. De werkingskosten van actieve koolfilters lopen daardoor hoog op. Ze geraken snel verzadigd en moeten dan gereactiveerd worden. Dit gebeurt aan de hand van een thermische behandeling bij zeer hoge temperaturen. Het is vooral deze reactivatie die de hoge werkingskost veroorzaakt. Kosten voor het verwijderen van gewasbeschermingsmiddelen Mira-T heeft enkel cijfers over de kosten van het verwijderen van gewasbeschermingsmiddelen bij de drinkwaterproductie uit oppervlaktewater voor de periode van

’91 tot ’01. In 2001 kwamen we aan een bedrag van bijna 12 miljoen Euro. Voor de periode 2002 tot nu zijn geen exacte cijfers beschikbaar. Recent nog trok het SVW (Samenwerking Vlaams Water vzw) aan de alarmbel. Drinkwatermaatschappijen zijn steeds vaker genoodzaakt om technieken, die ze in principe alleen aanwenden voor de zuivering van oppervlaktewater (actievekoolfiltratie), ook te gebruiken bij de productie van drinkwater op basis van grondwater. Ze slagen er vooralsnog in om een gezond eindproduct af te leveren, maar het productieproces wordt steeds ingewikkelder en duurder. En de toekomst? Vraag is of de drinkwatermaatschappijen in de toekomst een gezond eindproduct kunnen blijven garanderen. En tegen welke prijs? Vandaag zitten we nog steeds opgescheept met de restanten van atrazine. AMPA, het afbraakproduct van glyfosaat (Roundup) komt in steeds hogere concentraties voor. Glyfosaat adsorbeert bovendien gemakkelijk aan bodemdeeltjes. Eens die bodemdeeltjes verzadigd zijn, zou de concentratie van AMPA nog verder kunnen pieken. Er is vandaag actie nodig, willen we in de toekomst betaalbaar en gezond drinkwater kunnen gebruiken. Er moet veel zorgvuldiger worden omgesprongen met pesticiden. Dit geldt voor de landbouwsector, maar ook voor de individuele gebruiker die zich meestal onvoldoende bewust is van de risico’s van deze producten. Er moet meer aandacht gaan naar geïntegreerde teelttechnieken die zuiniger omspringen met deze schadelijke producten. Het gebruik van pesticiden moet ontmoedigd worden via een bijkomende taks bij aankoop. En schadelijke producten moeten zo snel mogelijk uit de detailhandel verdwijnen. Inclusief glyfosaat. Esmeralda Borgo Bond Beter Leefmilieu

Pesticides in de tuin kun je beter vermijden, er zijn immers genoeg alternatieven voorhanden. Alternatieve, milieuvriendelijke tips om ongewenste diertjes en plantjes te bestrijden vind je op www.zonderisgezonder.be Daarnaast kan je ook te rade gaan bij VELT (de Vereniging voor Ecologische Leef- en Teeltwijze). Via www.velt.be kom je alles te weten over ecologisch tuinieren!


WATERCHECKLIST

A

WAAR KOMT HET WATER IN ONS BEDRIJF VANDAAN?

A1

Regenwater (of hemelwater): minder afvoer van regenwater naar de openbare riool geeft minder verdroging ter plaatse en leidt tot geringer overstorten en minder overstromingen stroomafwaarts.

A1.1 A1.2

Kan het regenwater van de daken afgekoppeld worden van de openbare riool ?

A1.3 A1.4 A1.5 A1.6 A1.7

Kunnen verharde oppervlakken vervangen worden door doorlatende (bijvoorbeeld grasdallen, grint, ...)?

A1.8 A1.9 A1.10

A2

A2.4

Kan regenwater in het bedrijf ander water vervangen: in het proces, huishoudelijk gebruik, spoelwater,...? Kunnen er groendaken aangelegd worden? Als water van daken en verharde oppervlakken geïnfiltreerd wordt, moet het dan eerst een decantatie (klaring) of een zuivering ondergaan? Kan regenwater geïnfiltreerd worden (infiltratiebedden)? Kan het regenwater gedeeltelijk infiltreren terwijl het gedeeltelijk wordt afgevoerd (infiltratie-transportafvoerbuis)? Wordt onnodige vervuiling van aflopend regenwater vermeden door inkuiping van alle punten waar product lekkage kan voor komen?

Is (de meestal hoge) grondwaterkwaliteit vereist, voor het gebruik dat ervan gemaakt wordt? Blijft er in de toekomst genoeg grondwater over voor drinkwatervoorziening? Is er al een bodemoderzoek geweest? Is er gevaar van bevuiling van oppervlakkig of dieper gelegen grondwater? Als er in het kader van een langdurige bodemsanering grondwater opgepompt dient te worden, dan kan dit water ook benut worden.

Oppervlaktewater: water van rivieren, meren, beken of kanalen

A3.1 A3.2

A4

Kunnen nieuwe oppervlakken doorlaatbaar aangelegd worden?

Grondwater

A2.1 A2.2 A2.3

A3

Kan het regenwater van de verharde oppervlakten( parkings, tankopslagdaken,.....) afgekoppeld worden? Is er een controleput/olieopvang voorzien op de afvoer naar het open water of de infiltratie?

Is er concurrentie met andere bedrijven of sectoren, nu of in de toekomst ? Als het water na gebruik (bijvoorbeeld bij koeldoeleinden...) terug gestuurd wordt, is er dan controle op de maximale warmtevracht, op mogelijke contaminatie?

Leidingwater (drinkwatervoorziening)

A4.1 A4.2

Is die (hoge) waterkwaliteit vereist, voor het gebruik dat ervan gemaakt wordt? Kunnen andere waterstromen in het bedrijf benut worden, mits een bijkomende behandeling?

ARBEID

&

MILIEU

I


WATERCHECKLIST

B B1 B2

Is er voldoende ruimte voor infiltratiebekkens, voor industriële waterzuiveringsinstallaties (IWZI’s)?

B3 B4

Is er gedacht aan een voorraad brandweerwater, bijvoorbeeld opgeslagen in een vijver?

B5

Worden deze installaties (waterzuivering, infiltratiebekken, brandweervijver, bluswateropvang) geïntegreerd in een aangenaam wandelpark voor personeel en bezoekers? Wordt dit ingepast in de omgevende natuur?

Laat de Ruimtelijke Ordening samenwerking met andere bedrijven toe, bijvoorbeeld voor hergebruik van waterstromen van een ander bedrijf, gezamenlijke afvalwaterzuivering, ...?

Is er gedacht aan een droge inkuiping voor opvang van gecontamineerd bluswater, of voor opvang van overmatige stortregens?

C

II

Ruimtelijke ordening (RO) - Bedrijventerreinen

Minder water gebruiken

C1

Hoe verlopen de waterstromen doorheen het bedrijf? Bijvoorbeeld deelstromen, stroomschema, waterbalans, onderscheid tussen proceswater en water als productiefactor (zoals bij drank).

C2 C3 C4 C5

Waar kan water bespaard worden?

C6

Kan (afval)water van één bedrijf nog gebruikt worden door een ander, nabijgelegen bedrijf (extern hergebruik)?

C7

Waarmee wordt met het oog op een geringer waterverbruik bij een toekomstige uitbreiding, verbouwing of vernieuwing vanaf het ontwerp het beste rekening gehouden?

C8

Hoeveel kost het aan investeringen (op korte termijn) om minder water te verbruiken, en hoeveel levert dit op aan besparingen (op middellange termijn), door bijvoorbeeld minder heffingen, een minder hoge drinkwaterfactuur, ...? Reken ook met de vermindering aan energiekost en aan chemicaliëngebruik bij aanmaak van proceswater of waterzuivering. Het verhoogde prestige en de betere samenwerking met buurtbewoners en overheid niet vergeten in rekening te brengen!

ARBEID

Welke processen kunnen aangepast worden, zodat minder water verbruikt wordt? In welke processtappen kan water bespaard worden? Kan deels vervuild water - eventueel na gedeeltelijke zuivering - hergebruikt worden ter vervanging van zuiver water (cascade of intern hergebruik)?

& MILIEU


WATERCHECKLIST

D

Minder watervervuiling - voorkomen is beter dan genezen.... D1

Welke vervuilende stoffen komen in de waterstromen terecht? In welke hoeveelheden? Welke stoffen zijn de gevaarlijkste? Kent men de kwaliteitsvereisten voor lozing op riool?

D2 D3

Welke vervuilende stoffen zijn te verminderen of te vermijden?

D4

Hoe zit het met het koelwater: hoeveelheid, thermische vervuiling door opwarming, indikking van zoutgehalte door verdampingsverlies, mogelijke contaminatie, kosten, hergebruik?

D5

In de toekomst zal de vervuiler méér en méér zelf moeten opdraaien voor alle kosten die hij veroorzaakt. Kan men door technische ingrepen in het productieproces de chemische vervuiling van het afvalwater verminderen zodat de waterzuivering efficiënter kan werken?

D6

Welke heffingskosten zijn er in de toekomst te verwachten? Verantwoordt dat niet een investering in nieuwere technieken (zoals bijvoorbeeld ultrafiltratie,....)

D7

Kan men die bijkomende investeringen in zuivering niet met een kleine moeite benutten voor herbruik van het gezuiverde afvalwater?

Even grote hoeveelheden vervuiling in meer water verdunnen om de concentratie te verminderen, is géén oplossing. Het komt aan op de totale jaarlijkse hoeveelheid, op de vuilvracht dus! Wordt die vuilvracht correct gemeten of berekend?

E

Waterzuivering - end-of-pipe: afkoppelen van de riolering en openbare waterzuiveringsinstallatie (RWZI) kan verplicht worden of het voordeligste alternatief zijn E1 E2 E3

s het voor en tegen van afkoppeling al afgewogen?

E4

Is het mogelijk de eigen kringloop te sluiten, al dan niet afzonderlijk of samen met andere bedrijven (gesloten watercircuit, nullozing)?

E5

Hoeveel wordt er geloosd, welke vuilvrachten zijn er (emissie)? Wordt die vuilvracht correct gemeten of berekend? Denk ook aan andere vereisten zoals temperatuur, zuurtegraad, gehalte aan opgeloste zuurstof,.... Is de vereiste kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater van kanaal, beek of rivier bekend (immissie)?

E6

Hoeveel bedragen de investerings- en werkingskosten? hoeveel bedragen de uitgespaarde heffingen of deelnamekosten in de RWZI ? Welke heffingskosten zijn er in de toekomst te verwachten? Verantwoordt dat niet een investering in nieuwere technieken (zoals bijvoorbeeld ultrafiltratie,....) Verantwoordt dat niet een verdere doorgedreven biologische zuivering (nutriëntenverwijdering,....)?

E7

Kan men die bijkomende investeringen in zuivering niet met een kleine moeite benutten voor hergebruik van het gezuiverde afvalwater?

E8

Is het mogelijk de energiekost te verminderen door het gebruik van alternatieve vormen van energie? Is het mogelijk de restwarmte uit het productieproces elders nuttig te gebruiken? Waardoor minder koeling dient gebruikt te worden?

Is het mogelijk het eigen afvalwater te zuiveren? Is het mogelijk het eigen afvalwater samen met één of meerdere nabijgelegen bedrijven te zuiveren (clustering)? Is het mogelijk om verschillende soorten vervuilde stromen apart te houden waardoor ze afzonderlijk gemakkelijker en goedkoper kunnen behandeld worden?

ARBEID

&

MILIEU

III


WATERCHECKLIST

F

Informatie, inspraak en overleg

Om een bedrijfsaanpak van het waterprobleem te doen slagen, moet er niet allen technisch gewerkt worden, maar moeten mensen ook gemotiveerd en betrokken worden. Vanuit democratisch oogpunt is het eveneens nodig dat er over aspecten van het waterbeleid geraadpleegd, overlegd en geïnformeerd wordt.

IV

F1

Met de werknemers in het algemeen: Is er binnen het bedrijf openheid naar en betrokkenheid van de werknemers inzake het waterverbruik van het bedrijf? Wordt men gemotiveerd en geïnformeerd over de doelen?

F2

Met andere (buur-)bedrijven: Is er samenwerking rond wateraspecten met andere bedrijven uit de omgeving? Hoe kan dit verbeterd of op gang gebracht worden?

F3

Met de overheid: Hoe is momenteel de samenwerking met de overheid inzake water? Of is de overheid volgens het bedrijf allen maar een lastige waakhond? Hoe kan dit verbeterd worden? Welk voordeel heeft het bedrijf hierbij?

F4

Met de buren: Hoe is de samenwerking met actiegroepen uit de buurt en met de milieubeweging? Hoe kan die eventueel verbeteren? Welk voordeel heeft het bedrijf hierbij?

F5

En uiteraard ... met de vakbonden binnen de overlegorganen: Komen aspecten van waterbeleid van het bedrijf ter sprake in het CPB? Wordt er wel eens over strategische waterproblemen (bijvoorbeeld kostprijs, voorraad,...) gesproken in de OR? Is de milieucoördinator aanspreekbaar en staat hij open voor de vakbondsafvaardiging? Kennen jullie je syndicale informatierechten rond milieu in het algemeen (en dus ook inzake water)? En kent de bedrijfsleiding die? Worden je rechten gerespecteerd en toegepast?

ARBEID

& MILIEU


DE INTEGRALE WATERFACTUUR

Water wordt duurder Sinds de invoering van de integrale waterfactuur is de prijs van water toegenomen met meer dan 30 %. Niet zozeer de levering van drinkwater, maar wel de zuivering en vooral de inzameling van afvalwater zijn veel duurder geworden. Dit blijkt uit een analyse die de SERV maakte naar aanleiding van de reorganisatie van de sector. Dit artikel geeft tekst en uitleg bij deze prijsverhoging.

I

In 2005 werd de watersector in Vlaanderen drastisch gereorganiseerd. Volgende doelstellingen stonden hierbij voorop : (1) de vergoeding voor alle waterdiensten integreren op één factuur (2) de bijdragen voor waterzuivering (opnieuw) fiscaal aftrekbaar maken en (3) het aanslepende conflict tussen het Vlaams gewest en de federale btw-administratie over het btw-tarief voor Aquafin oplossen. Heffing wordt omgevormd tot bijdrage Kleinverbruikers (waterverbruik tot 500 m³ per jaar) moeten niet langer een afvalwaterheffing betalen aan de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Voortaan betalen ze een bovengemeentelijke saneringsbijdrage aan de drinkwaterbedrijven. In tegenstelling tot de heffing moet op de saneringsbijdragen wel btw betaald worden. Met de federale overheid werd overeengekomen dat dit 6 % is. Bij de reorganisatie van de watersector werd aanvan-

kelijk voorop gesteld dat burgers niet meer zouden betalen dan voordien. Daarom werd het tarief van de saneringsbijdrage iets lager bepaald dan dat van de heffing zodat de saneringsbijdrage inclusief 6 % btw evenveel bedroeg als de afvalwaterheffing. Dat was althans de regeling het eerste jaar na de reorganisatie. Grootverbruikers blijven heffingsplichtig aan de VMM, maar bij de vaststelling van de heffing wordt de saneringsbijdrage in mindering gebracht. Grootverbruikers betalen dus nog een ‘rest’heffing, die in tegenstelling tot de saneringsbijdrage niet fiscaal aftrekbaar is. Met de opbrengst van de heffing werd - via het MINA-fonds - een deel van de Aquafin-factuur betaald. Het andere deel werd bijgepast met algemene middelen. Via de integrale waterfactuur innen de drinkwaterbedrijven nu voortaan de bovengemeentelijke saneringsbijdragen. Het zijn ook de drinkwaterbedrijven die op hun beurt de factuur van Aquafin betalen. Omdat de opbrengst van deze bijdragen te klein is krijgen de drinkwaterbedrijven jaarlijks een werkingstoelage uit algemene middelen om de factuur van Aquafin volledig te kunnen betalen. Levering drinkwater, inzameling en zuivering afvalwater op één factuur De integrale waterfactuur integreert voortaan drie elementen. 1. de drinkwaterprijs Dit is de prijs voor de levering van drinkwater die net zoals voor de reorganisatie aan het drinkwaterbedrijf moet betaald worden. Alle drinkwaterbedrijven rekenen zowel een vaste kost aan als een variabele kost per m³. Per gedomicilieerde wordt 15 m³ gratis geleverd. Voor een typegezin varieërt de drinkwaterprijs per m³ (inclusief vaste kost en rekening houdend met 15 m³ gratis) van 1,21 tot 1,85 euro per m³ drinkwater exclusief btw. Daarbovenop wordt 6 % btw aangerekend. 2. de bovengemeentelijke saneringsbijdrage Dit is de bijdrage voor de zuivering van het afvalwater door Aquafin. Ze bedraagt momenteel 0,85 euro per m³ in heel Vlaanderen. Voor grootverbruikers wordt rekening gehouden met het aantal vervuilingseenheden. Bepaalde categorieën uitkeringsgerechtigden genieten een sociale vrijstelling en hoeven geen bovengemeentelijke saneringsbijdrage te betalen. Ook burgers die zelf hun afvalwater zuiveren zijn onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld om ecologische redenen. De laatste twee jaren is de bovengemeentelijke saneringsbijdrage met telkens zo’n 13 % toegenomen.

ARBEID

&

MILIEU

13


DE INTEGRALE WATERFACTUUR

3. De gemeentelijke saneringsbijdrage of rioleringsbijdrage Dit is de prijs voor de inzameling van het afvalwater via het gemeentelijke rioleringsnet en desgevallend de uitbouw en exploitatie van kleinschalige waterzuiveringsinstallaties waarvoor gemeenten bevoegd zijn. De rioleringsbijdrage vervangt bestaande rioolbelastingen, die slechts in een minderheid van de gemeenten geïnd werden. Voor de meeste burgers is de rioleringsbijdrage een nieuw gegeven. Het tarief van deze bijdrage bedraagt maximaal 1,19 euro (=1,4 keer de bovengemeentelijke saneringsbijdrage). In tegenstelling tot de bovengemeentelijke saneringsbijdrage bestaat er geen uniforme regeling inzake sociale vrijstellingen. Ongeveer 80 % van de gemeenten past dezelfde vrijstellingsregeling toe als voor de bovengemeentelijke saneringsbijdrage. In de overige gemeenten wordt meestal een korting toegestaan van 25 % op de rioleringsbijdrage. De bovengemeentelijke en de gemeentelijke saneringsbijdragen moeten betaald worden op het volledige watergebruik, dus ook op de gratis levering van 15 m³ persoon.

De integrale waterprijs varieert sterk over het ganse Vlaams Gewest.

14

ARBEID

& MILIEU

Steeds meer gemeenten voeren maximum rioleringsbijdrage in In vergelijking met 2005 is het aantal gemeenten dat een rioleringsbijdrage aanrekent fors toegenomen. Meer dan 20 % van de gemeenten past het maximumtarief toe. Het grootste deel van de gemeenten met name 40 % past een tarief toe van 0,85 euro (gelijk aan de bovengemeentelijke

saneringsbijdrage). Nog 11 gemeenten passen een derdebetalersregeling toe. Dit wil zeggen dat de gemeente zelf de kosten voor de inzameling van afvalwater op zich neemt. In 2006 waren dit nog 103 gemeenten. Deze sterke afname is enerzijds te wijten aan het feit dat veel gemeenten de derdebetalersregeling pas afschaften na de gemeenteraadsverkiezingen. Anderzijds zijn in de meeste gemeenten de zoneringsplannen goedgekeurd en wordt stilaan duidelijk welke budgettaire inspanningen nog nodig zijn om het rioolnet verder uit de bouwen en hoeveel kleinschalige waterzuiveringsinstallaties nog moeten gebouwd worden. Integrale waterprijs varieert van 2,12 tot 3,72 euro per m³ Omdat de rioleringsbijdrage kan variëren van 0 tot 1,19 euro per m³ zijn er ook sterke verschillen in de integrale waterprijs over heel het Vlaams gewest. Onderstaande kaart biedt een overzicht voor heel het Vlaams gewest. De integrale waterprijzen in de provincies Antwerpen en (Oostelijk) Vlaams-Brabant liggen lager dan in de andere provincies. Nochtans is de waterprijs er gemiddeld genomen iets hoger dan in de provincie Limburg, maar dit prijsverschil wordt gecompenseerd door de hogere rioleringsbijdragen in Limburg. In Oost-Vlaanderen liggen de rioleringsbijdragen op het niveau van de bovengemeentelijke, maar is het drinkwatertarief aan de hoge kant. WestVlaanderen kent hoge drinkwatertarieven en veel gemeenten passen de maximum rioleringsbijdrage toe wat aanleiding geeft tot de hoogste integrale waterprijzen. De lichte stippen op de kaart zijn de gemeenten met een derdebetalersregeling.


DE INTEGRALE WATERFACTUUR

Water 30 % duurder sinds 2006 Gemiddeld bedraagt de integrale waterprijs over heel Vlaanderen 3,22 euro per m³. 1,47 euro hiervan of 46 % gaat naar de distributie voor drinkwater. 26 % gaat naar de zuivering van afvalwater en 28 % naar de inzameling van afvalwater. Vergeleken met 2006 is dit een toename van 30 %. In 2006 bedroeg de integrale waterprijs gemiddeld 2,46 euro per m³. Figuur 2 toont duidelijk aan dat de toename van de integrale waterprijs vooral te wijten is aan de toename van rioleringsbijdrage (+ 147 %). Het tarief van de bovengemeentelijke saneringsbijdrage is met 25 % toegenomen. De drinkwaterprijzen zelf stegen slechts gemiddeld met 3 %. Heel wat drinkwaterbedrijven kenden geen tariefwijzigingen in de periode 2004-2006. Toekomstige evolutie waterprijzen Er zijn een aantal indicaties dat de waterprijzen in de toekomst verder zullen toenemen. Om de zoneringsplannen uit te voeren moeten de gemeenten nog aanzienlijke investeringen doen. Een raming van de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG) spreekt over 7,5 miljard euro. Om te anticiperen op deze investeringen spoort de VVSG de gemeenten aan om nu al de maximum rioleringsbijdrage door te rekenen aan de burgers. Veel gemeenten volgen die raad op. Decretaal gezien is het maximumbedrag van de rioleringsbijdrage begrensd tot 1,4 keer het tarief van de bovengemeentelijke saneringsbijdrage. Dit laatste tarief is echter de laatste jaren ook systematisch verhoogd zodat ook het niveau van rioleringsbijdragen verder stijgt.

Het tarief van de bovengemeentelijke saneringsbijdrage is verhoogd in uitvoering van de Europese Kaderrichtlijn Water, die bepaalt dat Europese lidstaten tegen 2010 maatregelen moeten nemen voor een redelijke kostenterugwinning van waterdiensten. De kosten van de waterzuivering werden tot 2006 voor ongeveer 50 % gedekt door de afvalwaterheffing. Bedoeling is om de tussenkomst van het Vlaams gewest geleidelijk te verminderen en op die manier het kostenterugwinningspercentage te verhogen. De toepassing van een redelijke kostenterugwinning staat echter geenszins gelijk met een jaarlijkse rechtlijnige verhoging van de tarieven van de saneringsbijdragen. Met het oog op de concretisering van de kostenterugwinning van waterdiensten heeft de SERV in een aanbeveling een aantal beleidsvragen geëxpliciteerd. Het gaat ondermeer over wat zijn waterdiensten? welke kosten moeten doorgerekend worden? hoeveel moet er door gerekend worden? op welke manier gebeurt de doorrekening best? welke sociale en economische correcties zijn verantwoord? In ieder geval is het duidelijk dat de integrale waterprijs in de toekomst nog zal toenemen en dat het aandeel van de kosten voor de inzameling en zuivering van afvalwater groter zal worden. Annick Lamote Studiedienst SERV

Meer info op www.serv.be of alamote@serv.be

De evolutie van de drinkwaterprijs

ARBEID

&

MILIEU

15


DE INTEGRALE WATERFACTUUR

Tips om te besparen op je waterfactuur • Toilet: Eén van de grootste waterverbruikers in huis is het toilet. Hier kun je eenvoudig een hoop water besparen door voor een spaarspoeltoets en een stortbak met kleine inhoud te kiezen. Ook bij een bestaand toilet zijn er mogelijkheden om te besparen. Zo kun je de vlotter verstellen of enkele gevulde waterflessen of een spaargewicht in de stortbak zetten of de vlotter verstellen. • (Vaat)wasmachine: Ook de was- en vaatwasmachine zijn grote waterverbruikers. Hier kun je besparen door te kiezen voor machines met een laag waterverbruik en deze enkel te laten draaien als ze goed vol zijn. Hoe lager de temperatuur van het wasprogramma, des te lager is het water- en energieverbruik. Heel vuile was kun je beter een nachtje laten weken dan het voorwasprogramma te gebruiken.

• Keuken: Doe de afwas niet onder een lopende kraan maar vul de spoelbak. Gebruik het spoelwater van de afwas om flessen uit te spoelen. Gebruik het waswater van groenten en fruit voor de planten ende tuin. Ook een restje koude koffie of thee kan je gebruiken voor de tuin of voor kamerplanten • Tuin: Besproei de tuin correct (liefst met regenwater) en alleen als het nodig is. Door bij de eerste droogte niet meteen te sproeien, spoor je je planten aan hun wortelstelsel in de diepte uit te breiden. Behalve voor jonge planten en serreplanten, sproei je best maar één keer per week. Als je sproeit, doe het dan grondig. Aan wat oppervlakkig water hebben de planten niets. • Auto: Een tuinslang om de auto te wassen verbruikt heel wat water. Je gebruikt beter een emmer en spons en wast de auto het best met regenwater. • Bad en douche: Neem een douche in plaats van een bad. Met het water van één bad kun je al gauw drie keer douchen tot zelfs 5 keer met een spaardoucheknop! Probeer daarnaast ook de tijd onder de douche te beperken. • Regenwater: Voor het toilet, de tuin, de wasmachine, de schoonmaak,... gebruik je indien mogelijk best regenwater. Gebruik ook dit water met mate. • Voeding: Voor de productie van vlees is ontzettend veel water vereist. Zo is voor de productie van een biefstuk van 300 gram maar liefst 5000 liter water nodig! Met wat minder vlees te eten bespaar je niet meteen op je eigen waterfactuur, maar je spaart er wel duizenden liters water mee uit! Zo kun je bijvoorbeeld één dag in de week uitkiezen om vegetarisch te eten. Meer info op www.vegetarisme.be

16

ARBEID

& MILIEU

Door de auto te wassen met een tuinslang verbruik je heel wat water. Emmer en spons in combinatie met regenwater is de goedkoopste en duurzaamste oplossing.

Tips om het water minder te vervuilen • Klussen: Spoel verfborstels nooit onder de kraan uit, zelfs al is het verf op waterbasis. Spoel ze uit in een bokaaltje dat je samen met de verfresten naar het containerpark brengt. In de tuin gebruik je best zo weinig mogelijk en liefst geen pesticiden. Heel wat bruikbare info hierover vind je op www. zonderisgezonder.be • Restjes: Spoel geen etensresten door de gootsteen of het toilet. Breng oude geneesmiddelen naar de apotheker. Met resten van cosmetica kun je dan weer terecht in het containerpark. • Hygiëne: Wees niet te kwistig met zeep en shampoo. Ook deze producten vervuilen immers het water. Spoel geen maandverband, tampons of vochtige doekjes door het toilet. • Was en plas: Milieuvriendelijke schoonmaak-, afwas- en wasmiddelen zijn een prima alternatief voor de gebruikelijke producten. Even belangrijk is het om altijd goed te doseren. Kijk zeker uit met geconcentreerde producten, daarvan gebruik je er al snel te veel. Enkele basisproducten volstaan normaal gezien om alles proper te houden. Bruine of groene zeep is een prima allesreiniger. Om kalkvlekken te verwijderen kun je gewone huishoudazijn gebruiken. In plaats van een chemische ontstopper gebruik je best een zuignap. Vlekken in de kleren kun je heel goed verwijderen met ossengalzeep. Koop geen kleren die naar de droogkuis moeten, daarbij worden erg vervuilende producten gebruikt! Thijs Calu Projectmedewerker Arbeid & Milieu

BRON: VMM, WWF

• Wasbak: Laat het water niet lopen tijdens het tanden poetsen, scheren of handen wassen. Laat je de kraan een minuut lopen, dan verbruik je al snel 5 liter water! Herstel steeds zo snel mogelijk lekkende kranen en toiletten. Een lekkende kraan kan jaarlijks makkelijk 2000 liter water verloren laten gaan...


DE SOKKEL

Hoelang nog water uit de Vlaamse Sokkel ? Op een 100-tal meter onder het Oosten van West-Vlaanderen en het Westen van OostVlaanderen bevindt zich de Sokkel. Het is een systeem van meerdere watervoerende lagen die geprangd liggen tussen waterdichte kleilagen. De watervoerende laag bereikt de oppervlakte in het Noorden van Frankrijk, vanwaar ze langzaam gevoed wordt met regenwater. Sinds het begin van de twintigste eeuw pompt de mens aanzienlijke hoeveelheden grondwater uit de sokkel, voor gebruik als drinkwater en voor gebruik in de landbouw en de industrie. Sokkelwater is van nature heel zacht en zuiver, waardoor ontharding overbodig is en er slechts een minimale tot geen zuivering vereist is voor de toepassing in de landbouw, de textiel- en voedingsindustrie. Vaak geniet grondwater dan ook de voorkeur boven oppervlaktewater. Het oppompen van diep grondwater was en is in vele gevallen nog altijd goedkoper dan het gebruik van drinkwater of de zuivering van grijswater. Als we echter meer water onttrekken aan de sokkel dan er wordt bijgevuld, is er een probleem. Infiltratie van regenwater is namelijk een proces dat heel traag verloopt. Het duurt vele jaren vooraleer het neerslagwater weer zijn weg vindt naar de diepe grondwaterlagen.

Uit het kanaal Kortrijk-Bossuit zal dagelijks 4.000 m³ extra water worden geproduceerd om de druk op de sokkel te verminderen

O

Onheilspellende daling Door jarenlang gebruik van de sokkel, voornamelijk in de regio rond Waregem-Kortrijk, is de grondwatertafel er gedaald tot een onheilspellend laag niveau. Door overmatige grondwaterwinning door bedrijven is de grondwatertafel gezakt tot 120 - 130 meter. Bedrijven moeten steeds dieper boren om grondwater te vinden, maar dat is nog niet alles. De peildaling zorgt er ook voor dat de waterkwaliteit verslechtert. Door de sterke afpomping dreigt bovendien onherstelbare schade voor het watersysteem. Als we niet snel ingrijpen, komt de waterwinning en het voortbestaan van de plaatselijke industrie in het gedrang. De afdeling leefmilieu van de Vlaamse overheid liet daarom een scenario modellering uitvoeren. Zelfs bij een algemene stop in het gebruik van het sokkelwater, zal het nog tot na 2050 duren vooraleer de sokkel volledig hersteld is. Om tot een langzaam herstel van de sokkel te komen, moet het pompdebiet met 75 % verminderen. Dan wordt in 2050 een aanvaardbare evenwichtstoestand bereikt. De Vlaamse overheid heeft deze toestand als doelstellingen aangenomen en zal hiermee rekening houden in zijn vergunningenbeleid. Haalbare alternatieven? Sinds 1999 zijn grondwaterwinningen opgenomen in de Vlaamse milieureglementering. Dit betekent dat grondwaterwinningen van meer dan 500 m³ per jaar vergunningsplichtig zijn. Binnenkort zullen heel wat bedrijven een nieuwe vergunning moeten aanvragen. Nieuwe pompvergunningen zullen een maximale duur krijgen van 5 jaar. Bovendien zullen bedrijven aan de hand van een wateraudit moeten aantonen dat ze spaarzaam omspringen met hun watergebruik (zie p.7). Grondwater zal alleen nog mogelijk zijn voor hoogwaardige toepassingen. Ook wordt bekeken of er al betaalbare alternatieven voorhanden zijn. Om de implicaties voor de bedrijven in kaart te brengen, voerde de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij West-Vlaanderen een onderzoek uit. Daaruit bleek dat bij de meeste industriële bedrijven reeds een beroep gedaan werd op alternatieve waterbronnen: vnl. oppervlaktewater en ondiep grond- en leidingwater. Naast een uitbreiding van deze alternatieven wordt ook grijswater, met name door de textielsector en wasserijen, aanzien als een haalbare bron indien een constante kwaliteit en aanvaardbare prijs gegarandeerd kunnen worden. In de landbouwsector blijkt het moeilijk om deze

ARBEID

&

MILIEU

17


DE SOKKEL

Er komt een bijkomende waterproductie-eenheid aan het domein ‘De Gavers’ te Harelbeke.

alternatieven te gebruiken: ondiep grondwater heeft een minder goede kwaliteit en is op sommige plaatsen slechts in beperkte mate beschikbaar, regenwater wordt niet steeds geschikt bevonden als drinkwater, oppervlaktewater bevindt zich over het algemeen te veraf. Leidingwater ten slotte is te duur en bezit volgens de landbouwbedrijven eveneens een lagere kwaliteit, kalkaanslag kan immers voor verstoppingen zorgen. Bij de waterwinningsbedrijven blijkt enkel het Waterbedrijf van Oudenaarde in de toekomst distributie te gaan voorzien van ruw oppervlaktewater uit het spaarbekken, als alternatief voor het diep grondwater. De zuivering zou dan ten laste komen van de ondernemingen. Grijs water Meer gebruik van grijs water is dus een deel van de oplossing. Op 11 juni 2004 zette de Vlaamse Regering het licht op groen voor het zogenaamde grijswaterbesluit. Met dit besluit wou ze een stevige impuls geven aan de bescherming van kwetsbare grondwaterlagen door het gebruik van alternatief water aan te moedigen. De Vlaamse regering voorziet met een financiële tegemoekoming in de investeringskosten van grijswaterleveranciers. De Vlaamse overheid kan ook de heffingen op grondwaterwinningen optrekken voor een bepaald gebied. Zo zal in zones waar grijswater circuits worden aangelegd, de heffing op grondwaterwinning worden opgetrokken tot boven de prijs van het grijs water. In uitvoering van het grijswaterbesluit keurde de Vlaamse Regering in 2005 het project ‘Proceswater voor de industrie in de regio Waregem’ goed. Oorspronkelijk was gepland om gebruik te maken van effluentwater van waterzuiveringsinstallaties, maar uit studies bleek dat geen ideale oplossing. Het bleek wel mogelijk om het water van het Kanaal Kortrijk-Bossuit

18

ARBEID

& MILIEU

op te pompen. Het goedgekeurde project bestaat uit een bijkomende waterproductie-eenheid ter hoogte van het bestaande drinkwaterproductiecentrum ‘De Gavers’ te Harelbeke. Zo wordt maximaal gebruik gemaakt van bestaande infrastructuur. Uit het kanaal Kortrijk-Bossuit zal dagelijks 4.000 m³ extra water worden geproduceerd. De investeringswerken die de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW) voorziet voor de verdeling van grijswater worden door Vlaanderen voor 60% betoelaagd. De economische randvoorwaarde voor de textielsector werd immers op 0,5 euro per m³ vastgelegd. Het project is in principe vrijwillig. Maar door de stijgende grondwaterheffingen en de dreiging hun vergunning te verliezen, zien vele bedrijven zich genoodzaakt om deel te nemen aan het project. In eerste instantie zal de textielindustrie aansluiten. De bedrijven zullen zelf instaan voor de ontharding en ontijzering van het geleverde water. Later zal nagegaan worden of het grijswatercircuit ook een oplossing kan bieden voor de voedingssector. De betrokkenheid van de vakbondsafgevaardigden in de deelnemende bedrijven is echter gering. Ze worden weinig of niet op de hoogte gebracht. De afgevaardigden moeten soms gebruik maken van de openbaarheid van bestuur en via de gemeente de nodige informatie inwinnen. Waarom zouden de vakbonden geen zitje kunnen krijgen in de werkgroep die het grijswaterproject begeleidt? De textielindustrie in Vlaanderen staat immers onder voortdurende druk van delokalisatie. Zal het grijswaterproject volstaan om de textielindustrie in de regio te behouden? Tom Willems, Studiedienst ACV


WATERHUISHOUDING

Seine-Schelde West en de waterhuishouding rond Gent

Een onverenigbaar huwelijk? Het project Seine-Schelde West wil de haven van Zeebrugge ontsluiten door een verbreding van het Schipdonkkanaal (het afleidingskanaal van de Leie), zodat deze gebruikt kan worden voor binnenvaart. Dit kanaal zou aangesloten worden op het traject Seine-Schelde. Op die manier wil men het binnenvaartnetwerk in Europa verder uitbouwen en transport via de weg en het spoor ontlasten. Dit project blijft natuurlijk niet zonder gevolgen voor de waterhuishouding. De waterhuishouding op zich is dan weer belangrijk voor de industrie, de omwonenden en het milieu. Vooral voor de omgeving van Gent zorgt het ontbreken van betrouwbare cijfers omtrent de waterhuishouding voor enkele grote onzekerheden. Daarnaast belooft men een open communicatie rond het project, wat in realiteit jammer genoeg vaak te wensen overlaat.

H

Het project Het Seine-Schelde West project zou aansluiten op het Seine-Schelde traject, dat een scheepvaartverbinding voor schepen tot 4500 ton tussen de Seine en de Schelde mogelijk moet maken. Voor dit project starten de werken in 2012. Het Seine-Schelde West project wil deze binnenvaartontsluiting uitbreiden naar het Westen via een verbreding van het Afleidingskanaal van de Leie (het Schipdonkkanaal), in de volksmond de ‘Stinker’ genoemd. Deze verbreding zou plaatsvinden tussen Schipdonk en Zeebrugge Ernaast loopt de zogenaamde ‘Blinker’, het Leopoldskanaal. Het afleidingskanaal van de Leie is een afwateringskanaal en werd oorspronkelijk aangelegd om overstromingen in het Gentse te voorkomen. Het traject zou op die manier het transport via de weg moeten ontlasten. Een verbreding van het Schipdonkkanaal zal echter heel wat gevolgen kennen, niet in het minst voor de waterhuishouding. Voor de regio rond Gent ontbreken echter nog enkele essentiële data om een tot een weloverwogen beslissing te kunnen komen.

Het Seine-Schelde West traject zou aansluiten op het traject Seine-Schelde via een verbreding van het Schipdonkkanaal

Genoeg water? “Het project moet bijdragen tot een verbetering van de waterhuishouding in het doorkruiste gebied.” Zie hier één van de 10 principes van de haalbaarheidsstudie van het project. In alle geval een principe waar niemand iets kan op tegen hebben. De hamvraag is echter of het een realistisch principe is en of dit voldoende onderzocht wordt. In het kader van het Seine-Schelde West project en dat belangrijke principe zijn een aantal technische werkgroepen, waaronder de werkgroep waterhuishouding opgericht, die bestaat uit tal van waterspecialisten, zowel vanuit de overheid, de milieubeweging als de initiatiefnemers van het project (Waterwegen en zeekanaal) . Deze werkgroep stelde een aantal onduidelijkheden en onzekerheden vast rond de huidige kennis over de waterhuishouding. Vooral de omgeving rond Gent zou met grote problemen te maken kunnen krijgen. Om scheepvaart mogelijk te maken op het verbreedde afleidingskanaal is er voldoende water nodig. Dat water moet van ergens komen. De vraag is echter of er voldoende water beschikbaar is om het kanaal te voeden. Uit de waterbalansstudie bleek dat er in droge periodes onvoldoende water voorhanden is van op de ringvaart rond Gent, maar hiervoor bestaat geen sluitende waterbalans

ARBEID

&

MILIEU

19


WATERHUISHOUDING

Een verbreding van het Schipdonkkanaal zal mogelijk grote gevolgen hebben voor de Gentse havenindustrie

Daarom zijn de studieontwerpen nu zo gemaakt dat het kanaal kan opereren zonder externe toevoer. Het kanaal zal dus moeten functioneren op basis van de bestaande waterstromen. De vraag die we ons hierbij echter moeten stellen is of dit een realistisch uitgangspunt is. Momenteel is het in de studieontwerpen nog onduidelijk hoe men dit kanaal dan wel zal voeden met zo’n klein afwateringsgebied, dat nu reeds in droge periodes met watertekorten te kampen heeft.

Anderzijds doet men dit om zoveel mogelijk het zoutwater terug te dringen dat bij het schutten van schepen in het kanaal binnendringt. Dit gebeurt door het zogenaamde “spuien” bij laag water in de Westerschelde. Door een ‘tegenkracht’ aan zoet water, wordt de zogenaamde ‘zouttong’ tegengehouden. Als het debiet, zoals dat nu reeds het geval is in droge periodes, niet wordt gehaald komt er zout water in het zoet water terecht en treedt het fenomeen ‘verzilting’ op.

Belangrijk hierbij is dat niet enkel de aanvoer bekeken wordt, maar dat men ook onderzoekt hoeveel water het kanaal verlaat. Hierbij speelt de landbouw een belangrijke rol. Boeren in de omgeving gebruiken immers oppervlaktewater uit het Schipdonkkanaal en klagen nu reeds over watertekorten. Het zou goed zijn ook een overzicht te hebben over deze uitgaande stromen vooraleer men een beslissing neemt.

Een bijkomende vermindering van de zoetwateraanvoer in het Kanaal Gent-Terneuzen zou op die manier nefaste gevolgen voor de waterhuishouding op het kanaal Gent-Terneuzen en de daar aanwezige industrie kunnen hebben (zie verder).

Verzilting Sinds 1960 heeft België een bilateraal verdrag met Nederland waarin het verplicht wordt om gemiddeld 13 m³/s zoet water te leveren aan Nederland via het kanaal Gent-Terneuzen. Dit is nodig om 2 redenen. Enerzijds dient dit zoet water als drinkwaterbron voor Zeeuws-Vlaanderen waar het water te zout is voor drinkwaterproductie.

20

ARBEID

& MILIEU

Dit valt niet te rijmen met de kaderrichtlijn water die Europa oplegde aan haar lidstaten. De richtlijn verplicht de lidstaten om tegen 2015 een ‘goede’ kwaliteit en kwantiteit van het oppervlaktewater en grondwater te bewerkstelligen. Waar reeds een goede kwaliteit is, heerst het stand-still principe, er mag zich dus geen achteruitgang voordoen. Met de mogelijke verzilting en watertekorten zit die achteruitgang er echter wel aan te komen. Daarnaast komt nog het principe dat de haalbaarheidsstudie aan zichzelf oplegde, namelijk dat inzake verzilting minstens een status-quo behouden dient te worden.


WATERHUISHOUDING

Opties In droge periodes is het waarschijnlijk dat het Schipdonkkanaal met tekorten te maken zal krijgen. Als men het kanaal dan toch wil blijven gebruiken zijn er een aantal noodopties: ofwel laat men zeewater in, met verzilting tot gevolg. Een andere optie is bijvullen met water uit het Kanaal Gent Terneuzen. Dit zal echter zorgen voor verzilting aldaar en de nodige problemen voor de Gentse havenindustrie met zich meebrengen. Daarnaast wordt het verdrag met Nederland dan nog meer geschonden dan dat nu al het geval is. ArcelorMittal Gent Ook voor de industrie in het Gentse havengebied zou een ondoordachte beslissing grote gevolgen kunnen hebben. Zo ondervindt ArcelorMittal Gent, het vroegere Sidmar, nu reeds problemen in droge periodes. De indringing van zout water zorgt ervoor dat de koelwaterinstallatie van ArcelorMittal Gent aangetast wordt. Ook voor andere industriële toepassingen is het hoge zoutgehalte in het kanaal Gent-Terneuzen nu reeds een probleem, wat door de verbreding versterkt zou kunnen worden. Zeeschelde: betrouwbare data gevraagd! Ook de Zeeschelde blijft niet gespaard van eventuele negatieve gevolgen. Voorlopig bestaan geen data over de hoeveelheid watertoevoer die de Zeeschelde nodig heeft om het ecologisch zeer waardevolle gebied te vrijwaren. Dit gebied is immers Europees beschermd als habitatrichtlijn- en vogelrichtlijngebied, wat betekent dat er bij projecten in dergelijke gebieden rekening gehouden dient te worden met significante effecten op de ecologisch waardevolle omgeving voor de leefomgeving van bepaalde diersoorten. Als er echter te weinig water wordt aangevoerd, bestaat de kans op het creëren van stagnerende ecologische omstandigheden op de Boven-Schelde tot de monding van de Rupel. Er is momenteel te weinig kennis om de gevolgen op het ecosysteem van de Zeeschelde en de eventuele omkeerbaarheid ervan in te schatten. Grondwater Er is een ruw grondwatermodel opgesteld waaruit blijkt dat grote peilwijzigingen aanzienlijke effecten zullen hebben op de grondwaterstand. Scenario’s waarbij het waterpeil van het kanaal sterk

zou afwijken van het huidige peil, zijn daarom niet realistisch. Daarnaast loert ook hier het verziltingsgevaar om de hoek door de indringing van zout water. “Open communicatie” en het drinkwaterwingebied van Kluizen In een persmededeling van het kabinet van minister Hilde Crevits lezen we het volgende: “De studie wordt in alle openheid gevoerd en voor het overige wordt alle mogelijke kennis van zaken in kaart gebracht, wat op termijn tot momenten van inspraak en onderbouwde en gepaste besluitvorming zal leiden”. Een zeer open en toegankelijke besluitvorming dus! Eén van de rechtstreeks betrokken actoren zijn de uitbaters van de spaarbekkens in Kluizen (ten noordwesten van Gent), namelijk drinkwatermaatschappij VMW. Het traject doorsnijdt het drinkwaterwingebied van Kluizen, maar bij de studie is geen rekening gehouden met het eventuele gevolg hiervan voor de watervoorziening van de 2 spaarbekkens. Het verbreedde kanaal zou immers gevoed worden met een aantal van dezelfde waterlopen die de spaarbekkens van water voorzien. Van de ‘momenten van inspraak’ merken we weinig uit de volgende reactie van Hervé Lagast, ingenieur en diensthoofd technische diensten van VMW Oost-Vlaanderen: “Tot mijn spijt en ondanks aandringen via het Bekken Gentse Kanalen ben ik tot op vandaag nog nooit betrokken geweest in dit project dat ik aldus ook via de pers dien te volgen . Ik weet dus niet of er al dan niet effecten zullen zijn voor de watervoorziening . Ik verwacht nog steeds om gehoord te worden en ga ervan uit dat de plannen nog niet in de fase zijn van concrete projecten”. Onduidelijkheid en gebrekkige communicatie troef dus. Plan-MER De gevolgen voor de waterhuishouding in het Gentse zouden eigenlijk in het Plan-MER* onderzocht moeten worden. Probleem hierbij is dat het studiegebied te eng is afgebakend, waardoor de effecten voor de waterhuishouding rond Gent niet worden onderzocht, vanuit de visie dat externe toevoer vanuit Gent niet nodig zal zijn en dus geen effecten zal hebben op de regio. Zonder duidelijkheid over hoe men het verziltingsprobleem en de voeding van het kanaal zal oplossen in droge perioden, heeft deze veronderstelling echter een zeer wankele basis. Vooraleer men het project van start laat gaan zou het wenselijk zijn zekerheid te hebben over dergelijke gevolgen en op een duidelijke manier te communi-

ARBEID

&

MILIEU

21


WATERHUISHOUDING

ceren over de manier waarop men dit alles technisch zou organiseren. Voor de goede orde: het gaat hier om onzekerheden die verder onderzocht dienen te worden, en niet om feiten. Conclusie Ondertussen is ook de haalbaarheidsstudie afgerond, die de technische en economische haalbaarheid van het project heeft onderzocht. Conclusie is dat het plan vanuit economisch oogpunt haalbaar is, mits een hoge groei en als de kosten voor het project niet verder oplopen. Volgens de één realistisch, volgens de ander iets minder. Op een beslissing is het alvast nog even wachten. Als men in dit project een duurzame keuze wil maken is het noodzakelijk dat een aantal aspecten van de waterhuishouding verder en diepgaander onderzocht worden. Zowel een tekort aan water, verzilting als veranderingen in de grondwaterstanden hebben immers hun gevolgen op allerlei vlak. Zowel de economie, de natuur als de drinkwaterproductie kunnen ondermijnd worden als hier een ondoordachte beslissing genomen wordt. Dergelijke zaken zijn in ieders belang en het is dus de morele plicht van de uitvoerders van het project om hier een doordachte beslissing te nemen. Ook met de kaderrichtlijn van Europa in het achterhoofd, waarbij strenge boetes aan de lidstaten kunnen worden opgelegd bij nietnaleving, is een beslissing die rekening houdt met correcte waterdata een must. Thijs Calu Projectmedewerker Arbeid en Milieu

* Plan – MER: Een openbaar document waarin, van een voorgenomen plan of programma en van de in beschouwing te nemen alternatieven, de te verwachten gevolgen voor mens en milieu worden geanalyseerd en geëvalueerd, en aangegeven wordt op welke wijze de aanzienlijke milieueffecten vermeden, beperkt, verholpen of gecompenseerd kunnen worden.

Het tweelingkanaal zoals het er nu bijligt (©Stefaan Declercq).

22

ARBEID

& MILIEU


LEIDINGWATER

Leidingwater: zuiver water uit je kraan Belgen drinken veel flessenwater, veel meer dan de gemiddelde westerling, terwijl er perfect drinkbaar water uit onze kraan komt. Is flessenwater trendy? Is het gezonder dan kraantjeswater? Producenten van flessenwater doen er in ieder geval alles aan om ons dat te laten geloven: zuiver, natuurlijk, precieus, lekker gezond... tot exclusief water uit exotische streken. Maar flessenwater wordt duur betaald, en dan hebben we het niet alleen over de prijs die de consument betaalt voor een fles bron- of mineraalwater - honderden tot soms duizenden malen hoger dan de prijs van kraantjeswater. De ecologische kost van flessenwater is enorm...

H

Het imago van kraantjeswater Kraantjeswater heeft een slecht imago. Het zou niet goed smaken, volgens sommigen is het zelfs ongezond. Kraantjeswater is nochtans niet minder gezond dan flessenwater. Integendeel, de controle op ons kraantjeswater gaat vele malen verder dan de kwaliteitseisen die wettelijk worden opgelegd. Voor bron- en mineraalwater zijn voor circa 15 stoffen de maximale hoeveelheden omschreven, voor kraantjeswater zijn dit er 65! Ons kraantjeswater wordt gecontroleerd door de drinkwatermaatschappijen, en regelmatig ook door onafhankelijke laboratoria in opdracht van de gemeenten, provincies en gewesten. Is kraantjeswater gezond? Ja, kraantjeswater is minstens even gezond als flessenwater. De kwaliteitscontroles op kraantjes-

water zijn strenger dan die op veel flessenwater. Zelf een waterfilter installeren is overbodig - dergelijke filters zijn trouwens vaak een broeihaard voor bacteriën. Fabrikanten van mineraalwater beweren dat veel mineralen goed zijn voor ons lichaam, maar ze vermelden er niet bij dat we via een normaal voedingspatroon voldoende mineralen binnen krijgen. Te veel mineralen vormen trouwens een extra belasting voor de nieren. De smaak van kraantjeswater De smaak van het leidingwater kan van streek tot streek verschillen. Dat hangt af van de natuurlijke waterbestanddelen van de streek. Het kraantjeswater ruikt soms naar chloor. Chloor wordt door de drinkwatermaatschappijen gebruikt om het water bacterievrij te houden. Het gebruik van chloor blijft echter steeds ver beneden de maximumnorm van 0,25mg/l. Omdat chloor al in zeer lage concentraties geroken wordt leidt dit soms - onterecht - tot ongerustheid. Het is dus perfect drinkbaar. Stoor je je toch aan de chloorsmaak: de smaak verdwijnt door de fles een nacht geopend te laten staan - in of uit de koelkast. Voor onmiddellijk gebruik kan je enkele druppeltjes citroensap aan het water toevoegen. Citroensap bindt de chloor, waardoor de smaak wordt geneutraliseerd. De ecologische kost van flessenwater De ecodenktank Earth Policy Institute berekende dat in 2004 wereldwijd 154 miljard liter water werd verpakt, doorgaans in petflessen. Dit zorgt voor een ecologische ramp: de productie en het transport verbruiken gigantische hoeveelheden grondstoffen, en de afvalberg groeit dramatisch want in grote delen van de wereld worden de kunststofflessen niet gerecycleerd. Het leidingwater is in vele landen niet drinkbaar, daar zijn ze dus verplicht om flessenwater te kopen, maar het zijn niet deze landen die verantwoordelijk zijn voor de overconsumptie van flessenwater. België staat op de vierde plaats in de wereldranglijst wat betreft de consumptie van flessenwater per persoon, samen met Frankrijk. Dit terwijl het water dat uit onze kraan komt perfect drinkbaar is, en wij niet te maken hebben met extreme droogtes... Johan leys Frontaal - Lente 2007 Bronnen: www.waterloketvlaanderen.be/ www.earth-policy.org/Updates/2006/Update51.htm

ARBEID

&

MILIEU

23


Dit magazine is een onderdeel van het project Water waar het secretariaat van Arbeid en Milieu momenteel volop mee bezig is. Dit project wordt gesteund door de Vlaamse overheid. Het project bestaat uit een aantal onderdelen. Eerst en vooral is er dit magazine, maar daarnaast wordt ook nog aan een vormingspakket gewerkt rond rationeel watergebruik in bedrijven. Dit pakket zal in september verschijnen en is bedoeld als handleiding over het thema voor de vormingsmedewerkers binnen de verschillende vakbonden. Bovendien worden in september en oktober een aantal provinciale vormingsavonden georganiseerd rond duurzaam omspringen met water in het bedrijf. Meer weten? Surf naar http://www.a-m.be/water.htm

A&M Magazine is het driemaandelijkse tijdschrift van de vzw Arbeid & Milieu, het samenwerkingsverband tussen vakbonden (ABVV, ACV en ACLVB) en de milieubeweging in Vlaanderen. A&M Magazine biedt, aan de hand van reportages, interviews, achtergrondartikels, columns en praktische tips, informatie over thema’s die zich situeren op het raakvlak tussen arbeid en milieu. Om de band tussen arbeid en milieu aan te tonen en te bevorderen. Want wij denken dat het absoluut noodzakelijk is om sociaal en ecologisch welzijn met elkaar te verzoenen. Zonder dat geen duurzame ontwikkeling. Een jaarabonnement op A&M Magazine kost € 15. U kunt zich abonneren door dit bedrag te storten op het rekeningnummer Fortis 001-1495955-97, met vermelding ‘Abonnement 2008’. Geef ons ook je exacte adres en contactgegevens door via mail of telefoon en laat weten of je een factuur wenst. Geïnteresseerd in een proefnummer van A&M Magazine? Contacteer ons gerust op dit adres: Arbeid & Milieu, Statiestraat 179, 2600 Berchem, tel: 03/218.74.72 of e-mail secretariaat@a-m.be of via onze website: http://www.a-m.be.

24

Voor opmerkingen, vragen of inlichtingen over Arbeid & Milieu, kunt u ons natuurlijk altijd contacteren via bovenstaande coördinaten.

ARBEID

& MILIEU


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.