200% M&O HAVO 3 FINANCIEEL BELEID CE
www.200procent-online.nl
HAVO
3 FINANCIEEL BELEID
CE
Inhoudsopgave
Cursus 3
Financieel beleid
5
Module 13 Financieel beleid niet-commerciĂŤle organisaties (nco) 13.1 Liquiditeitsbegroting en kassaldo nco 13.2 Interne baten- en lastenstaat nco 13.3 Interne balans en mutatie eigen vermogen nco 13.4 Financieel beleid nco Test jezelf
7 8 16 25 32 40
Module 14 Omzet handelsonderneming 14.1 Afzet en omzet 14.2 Verkoopprijs en consumentenprijs 14.3 Omzetbelasting Test jezelf
43 44 47 51 55
Module 15 Kosten handelsonderneming 15.1 Kostensoorten 15.2 Loonkosten 15.3 Afschrijvingskosten 15.4 Interestkosten Test jezelf
57 58 63 68 73 76
Module 16 Winst 16.1 16.2 16.3 16.4 16.5 16.6
handelsonderneming Brutowinst handelsonderneming Technische en economische voorraad First in first out Last in first out Vaste verrekenprijs Nettowinst handelsonderneming Test jezelf
Module 17 Break-evenanalyse 17.1 Constante en variabele kosten 17.2 Break-evenafzet en -omzet 17.3 De gewenste afzet 17.4 Nettowinst, brutowinst en dekkingsbijdrage Test jezelf
81 82 85 89 92 95 99 104
107 108 113 119 124 130
Module 18 Brutowinstopslag 18.1 Brutowinstopslagpercentage 18.2 De voorcalculatorische nettowinst bij brutowinstopslag 18.3 De nacalculatorische nettowinst bij brutowinstopslag Test jezelf
133 134 138 142 148
Module 19 Nettowinstopslag 19.1 Nettowinstopslagpercentage 19.2 Prijsberekening met nettowinstopslag 19.3 Voorcalculatie nettowinst bij nettowinstopslag 19.4 Nacalculatie nettowinst bij nettowinstopslag Test jezelf
151 152 157 161 168 176
Module 20 Liquiditeit en resultaat 20.1 Liquiditeitsbegroting handelsonderneming 20.2 Ontvangsten en opbrengsten, uitgaven en kosten 20.3 Liquiditeits- en resultatenbegroting handelsonderneming 20.4 Interne balans handelsonderneming Test jezelf
179 180 188 194 201 215
Register
218
Werken met 200% M&O 200% M&O bestaat uit vier delen voor havo en vijf delen voor vwo. Het deel Management en organisatie bevat de stof voor het Schoolexamen, de overige delen bereiden je voor op het Centraal schriftelijk examen. Met het vak M&O leer je om een bedrijf te bekijken en te beoordelen op de volgende terreinen: financieel, commercieel, 足juridisch en organisatorisch.
In dit boek Dit boek bestaat uit acht modules. Elke module begint met de belangrijkste vragen waarop je een antwoord gaat vinden. Een module bestaat uit een aantal leereenheden. Elke leereenheid begint ook weer met de belangrijkste vraag of vragen. Daarna krijg je de theorie. Hierin staat de belangrijke informatie die je moet weten. Uitleg pictogrammen Overal in het boek kom je de volgende pictogrammen tegen. VOORBEELD
REKENHULP
3
>>>>>>>>>>
15.2
jj jj ................... ................... ................... ................... ...................
................... ................... ................... ................... ...................
PRAKTIJK OPDRACHT
Bij de theorie staan voorbeelden. In het voorbeeld zie je hoe de theorie wordt toegepast; je kunt het voorbeeld gebruiken bij het maken van je opdrachten. Soms heb je een rekenhulp nodig. Daarin staat uitgelegd hoe je bepaalde berekeningen kunt maken. In je boek staat bij de opdrachten welke rekenhulp(en) je kunt gebruiken. De rekenhulpen staan op www.200procent-online.nl. Dit pictogram verwijst je naar een andere leereenheid, waar je meer informatie kunt 足vinden over het onderwerp. Bij elke opdracht staat een aantal ruiten. Elk aantal staat voor het type opdracht dat het betreft. Het is dus vooral informatie voor je docent. Soms moet je werken in een tabel of een grafiek. Als je dit symbool ziet, staat die tabel of grafiek ook online om te printen. Je hoeft ze dan niet over te nemen in je schrift. Dit pictogram verwijst naar de praktijkopdracht. Met deze opdracht krijg je een goede i足ndruk van hoe M&O ingezet wordt in de praktijk. Hiermee laat je (samen met klasgenoten) zien wat je precies hebt geleerd in het hoofdstuk.
Op www.200procent-online.nl staan: Digitale oefentoetsen, die je kunt gebruiken om jezelf te testen als je bijvoorbeeld voor een toets moet leren. Rekenhulpen, die uitleggen hoe je bepaalde berekeningen kunt maken. Begrippenlijst om de betekenis van begrippen op te zoeken. En nog veel meer.
5
Cursus 3 Financieel beleid
Commerciële ondernemingen zijn winstgerichte bedrijven. Als ondernemer wil je zo veel mogelijk winst behalen. De winst neemt toe als je de verkoopopbrengst weet te vergroten en/of de kosten weet te verlagen. Daarvoor moet je weten hoe je de verkoopprijs, de verkoopopbrengst, maar ook de kosten van je producten kunt berekenen en beïnvloeden. Ook wil je weten hoeveel producten je minimaal moet verkopen om uit de kosten te komen. Bij al deze onderwerpen gaat het om het financiële beleid in je bedrijf. Het financiële beleid in niet-commerciële organisaties is niet gericht op het behalen van een zo groot mogelijke winst. Zo streven stichtingen en verenigingen ideële doelen na. Wel proberen deze organisaties ten minste quitte te spelen. De kosten mogen niet hoger worden dan de opbrengsten, anders kan de organisatie haar doelstellingen niet meer bereiken.
Hoofdvraag Hoe bepaal je het financiële beleid in commerciële handelsondernemingen en in niet-commerciële organisaties?
13 FINANCIEEL BELEID NCO
Module 13 Financieel beleid niet-commerciële organisaties (nco)
Sportverenigingen, vakbonden en patiëntenverenigingen, maar ook organisaties als Amnesty International en de Anne Frank Stichting zijn voorbeelden van niet-commerciële organisaties. Deze nonprofitorganisaties hebben een andere doelstelling dan het maken van winst. Natuurlijk moeten ze wel letten op hun uitgaven en inkomsten, en op hun opbrengsten en kosten. Ook niet-commerciële organisaties kunnen in betalingsproblemen komen of zelfs failliet gaan. Om dit te voorkomen moeten non-profitorganisaties zicht hebben op hun financiële positie. Pas dan kan bijvoorbeeld een sportvereniging goede besluiten nemen over bijvoorbeeld de hoogte van de contributie en de kantineprijzen.
Hoofdvragen Hoe maak je de financiële situatie van niet-commerciële organisaties inzichtelijk? Welke financiële mogelijkheden en problemen kunnen zich voordoen en welke beleidsbeslissingen kan de organisatie daarbij nemen?
7
8
13 FINANCIEEL BELEID NCO
13.1 Liquiditeitsbegroting en kassaldo nco Je sportvereniging heeft geld nodig om trainers, spelers en het veldonderhoud te kunnen betalen. Wat moet je doen om niet in betalingsproblemen te komen? Hoe kom je aan het benodigde geld? Als je het werk van de stichting Amnesty International Nederland wilt steunen, kun je een donatie doen. Hebben verenigingen en stichtingen nog andere inkomstenbronnen om hun doelstellingen te bereiken? Als je als penningmeester van een vereniging iets wilt betalen, moet het geld er wel zijn. Hoeveel geld staat er op dit moment ter beschikking? Hoe kom je te weten hoeveel geld je over een maand of over een half jaar bezit? Of nodig hebt?
Vereniging en stichting Verenigingen en stichtingen zijn niet-commerciële organisaties. Deze instellingen streven niet naar winst maar hebben een eigen doel. Van verenigingen kun je lid worden. De ledenraad kiest en benoemt het bestuur van de vereniging. De stichting kent geen leden en ook geen gekozen bestuur. Liquiditeitsbegroting Stichtingen en verenigingen streven weliswaar niet naar winst, maar moeten wel ten minste quitte spelen. Als ze geld te kort komen, kan het zijn dat ze geld moeten lenen. Of dat er een betalingsregeling met een leverancier moet worden afgesproken. In het ergste geval gaat de organisatie failliet. Zo komen haar doelstellingen in gevaar. Daarom stellen veel niet-commerciële organisaties een liquiditeitsbegroting op.
=
Een liquiditeitsbegroting is een schatting van de te verwachten ontvangsten en uitgaven voor een bepaalde periode.
De periode van een liquiditeitsbegroting kan een jaar zijn, maar ook een maand of een kwartaal. Over een jaar gemeten kan het best zo zijn dat de ontvangsten en uitgaven elkaar in evenwicht houden, maar er kunnen maanden of kwartalen tussen zitten waarin de uitgaven hoger zijn dan de ontvangsten. Daardoor kan er toch een probleem ontstaan.
Liquide middelen en kassaldo Om betalingen te doen zijn er liquide middelen nodig. Munten en bankbiljetten in kas plus al het geld op betaalrekeningen bij een bank zijn de liquide middelen van een organisatie. Betalingen leiden tot een afname van de liquide middelen. Ontvangsten leiden juist tot een toename.
=
Het kassaldo of de kasstroom is het verschil tussen de ontvangsten en uitgaven in een bepaalde periode.
Het verschil tussen de ontvangsten en uitgaven kan positief en negatief zijn. Een positief kassaldo betekent dat de ontvangsten hoger zijn dan de betalingen. Bij een negatieve kasstroom zijn de betalingen juist hoger dan de ontvangsten. Omdat het kassaldo bij stichtingen en verenigingen een begrip is voor eigen gebruik, wordt het ook wel intern kassaldo of interne kasstroom genoemd.
9
13 FINANCIEEL BELEID NCO
De penningmeester van voetbalvereniging Eems Boys uit Amersfoort heeft in juni 2013 voor het boekjaar 1 september 2013 tot en met 31 augustus 2014 de volgende verwachte ontvangsten en uitgaven verzameld. Totaal
VOORBEELD
Spreiding
Liquide middelen (kas + bank) per 1 september 2013
€ 150
Contributie
€ 7.000
€ 5.000 in € 1.500 in € 200 in € 200 in € 100 in
Huur/pacht velden
€ 3.000
€ 300 per maand in de periode september tot en met juni
Materiaalverbruik
€ 800
€ 400 in januari € 400 in mei
Sponsorbijdrage
€ 2.000
in november
Subsidie
€ 2.000
in mei
Salarissen
€ 6.000
elke maand € 500
Clubblad (uitgaven min advertentieinkomsten)
€ 400
in september, december, maart en juni elke keer € 100
Kantineopbrengst na verrekening uitgaven inkoop
€ 1.800
€ 200 per maand in de maanden september tot en met mei
Overige uitgaven, zoals bondsafdracht
€ 1.500
€ 800 € 300 € 200 € 200
in in in in
september oktober november januari februari
september november februari april
Gevraagd a Stel voor het boekjaar 2013-2014 de liquiditeitsbegroting op voor Eems Boys, zowel per maand als voor het hele boekjaar. b Verwacht de penningmeester van Eems Boys in het boekjaar 2013-2014 betalingsproblemen? Licht je antwoord toe. >>>
10
13 FINANCIEEL BELEID NCO
>>>
Uitwerking a
Liquiditeitsbegroting Eems Boys, 1 september 2013 - 31 augustus 2014 (bedragen in euro’s) sept
okt
nov
dec
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
totaal boekjaar
Ontvangsten Contributie
5.000 1.500
Sponsorbijdrage
200
200
100
7.000
2.000
2.000
Subsidie Kantineopbrengst
200
Totaal
200
2.000
2.000
200
1.800
200
200
200
200
200
200
5.200 1.700 2.400
200
400
300
200
200 2.200
300
300
300
300
500
500
500
0
0
0 12.800
Uitgaven Huur
300
300
300
300
Salarissen
500
500
500
500
Clubblad
100
Overige uitgaven
800
300
200
Totaal
1.700
800 1.100
900 1.200 1.000
Kassaldo = kasstroom = ontvangsten – uitgaven
3.500
900 1.300
Materiaal
400 500
500
100
3.000 500
500
100
400
200
1.500
900 1.000 1.200 –700
6.000
–800 1.000
900
500
–900
–500
500 11.700 1.100
Liquide middelen begin periode
150 3.650 4.550 5.850 5.150 4.350 3.650 2.950 2.150 3.150 2.250 1.750
150
Liquide middelen einde periode
3.650 4.550 5.850 5.150 4.350 3.650 2.950 2.150 3.150 2.250 1.750 1.250
1.250
De • • • •
–700
800 500
–500
b
–800
300
400
100
–700
300
penningmeester kan hieruit de volgende conclusies trekken: Het totaal aan ontvangsten is groot genoeg om alle uitgaven te betalen. In de maanden september tot en met november komt er meer geld binnen dan dat er uitgaat. In de maanden daarna gaat er meer geld uit dan dat er binnenkomt. Er hoeven geen betalingsproblemen te ontstaan, omdat het overschot van de eerste drie maanden voldoende groot is om de tekorten van de maanden erna op te vangen.
Schema kassaldo of kasstroom Schema kassaldo of kasstroom kassaldo of kasstroom kassaldo of kasstroom
totale ontvangsten
–
totale uitgaven
totale ontvangsten
–
totale uitgaven
eigen bijdragen +
subsidies
+
overige ontvangsten
eigen bijdragen +
subsidies
+
overige ontvangsten
uitgaven: - huur/pacht -uitgaven: materiaalverbruik -- salarissen huur/pacht overige posten -- materiaalverbruik - salarissen - overige posten
+
investeringen
+
investeringen
13 FINANCIEEL BELEID NCO
11
Het kassaldo heeft invloed op de omvang van de liquide middelen in een organisatie. Zo zie je in het voorbeeld van Eems Boys dat het kassaldo in september € 3.500 is. De liquide middelen nemen dan toe van € 150 op 1 september tot € 3.650 op 30 septemer. Dus: liquide middelen eind periode = liquide middelen begin periode + kassaldo.
Begroting en realiteit Verwachtingen hoeven niet uit te komen. Er kunnen tegenvallers zijn. Als je onverwacht voor het herstel van schade aan het clubgebouw extra geld kwijt bent, is dat een tegenvaller in de uitgaven. En als het Rode Kruis minder donaties ontvangt, is dat een tegenvaller in de inkomsten. Maar er kunnen ook meevallers zijn. Er melden zich bijvoorbeeld meer leden bij een vereniging aan dan verwacht.
De penningmeester van voetbalvereniging Eems Boys uit Amersfoort heeft in juni 2013 voor het boekjaar 1 september 2013 tot en met 31 augustus 2014 een verwacht (positief) kassaldo berekend van € 1.100. Op 31 augustus 2013 is de omvang van de liquide middelen naar verwachting € 150. De penningmeester vraagt zich af hoeveel tegenvallers Eems Boys kan hebben zonder in betalingsproblemen te komen. Gevraagd Bepaal welk bedrag aan tegenvallers Eems Boys in 2013-2014 kan hebben zonder in betalingsproblemen te komen. Uitwerking De liquide middelen op 31 augustus 2014 zullen naar verwachting € 150 + € 1.100 = € 1.250 zijn. Eems Boys kan dus een bedrag van € 1.250 aan tegenvallers hebben. Bij een tegenvaller van € 1.250 blijven er geen liquide middelen over. Bij een tegenvaller groter dan € 1.250 komt Eems Boys in betalingsproblemen. Eems Boys moet daarvoor dan een oplossing bedenken, omdat er te weinig liquide middelen zijn om de tegenslag op te vangen. Er moet bijvoorbeeld geld worden geleend, er moet worden bezuinigd op de uitgaven of er moet uitstel van betaling worden gevraagd.
j
j
1 STICHTING OF VERENIGING? Hier staan vier kenmerken van non-profitorganisaties. Zijn dit kenmerken van alleen een stichting, alleen een vereniging, of van zowel een stichting als een vereniging? a Er zijn geen leden, alleen donateurs. b Er is een door de leden gekozen bestuur. c De organisatie heeft een ander doel dan winst maken. d Er zijn sponsorinkomsten en contributieontvangsten.
2 LIQUIDITEITSBEGROTING EN KASSALDO a Wat hoort niet thuis op een liquiditeitsbegroting? A salarisbetalingen B schuld bij een bank C de aankoop van shirts D gemeentesubsidie
VOORBEELD
12
13 FINANCIEEL BELEID NCO
j
j
b
Waardoor ontstaat een negatief kassaldo? A De schulden zijn groter dan de bezittingen. B De uitgaven zijn groter dan de kosten. C De ontvangsten zijn kleiner dan de uitgaven. D Rood staan bij de bank.
c
Waardoor nemen de liquide middelen toe? A door een positief kassaldo B door een negatief kassaldo C door het aflossen van een doorlopend krediet D door goederen op rekening te verkopen
3 LIQUIDE MIDDELEN Hier staan zes situaties. Bereken de ontbrekende bedragen. Ga ervan uit dat de organisatie rood mag staan en op 1 januari niet rood staat. In kas op 1 januari Saldo betaalrekening bank 2014 op 1 januari 2014
Kassaldo 2014
Liquide middelen op 31 december 2014
a
€ 200
€ 200
€ 100
……
b
€ 300
€ 0
– € 200
……
c
€ 1.000
€ 1.000
……
€ 500
d
€ 0
……
– € 400
€ 300
e
……
€ 150
– € 200
€ 25
f
€ 0
€ 10
– € 50
……
4 OUDE LUNNE De stichting Natuurbehoud Oude Lunne heeft op 1 mei nog € 1.296 op de bankrekening staan. De stichting verwacht voor mei uitgaven voor € 2.400. Aan donaties en overige inkomsten wordt deze maand naar verwachting € 900 ontvangen. a Kan de stichting in mei in betalingsproblemen komen? Leg je antwoord uit. De bank staat een tekort op de bankrekening toe. b Bereken het tekort op 31 mei.
13 FINANCIEEL BELEID NCO
jj
13
5 GREENPEACE Greenpeace Nederland is een stichting die streeft naar schone energie, sterke bossen, levende oceanen, een gifvrije wereld en duurzame landbouw.
Uit het jaarverslag 2012 (bedragen in euro’s) Kasstroom uit operationele activiteiten
7.528.872 –
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
383.685 –
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
323.892 –
Liquide middelen per 1 januari
12.435.809
a Was 2012 voor Greenpeace een financieel goed jaar? Licht je antwoord toe. b Bereken de waarde van de liquide middelen op 31 december 2012.
jj
REKENHULP
5
6 ZWEMVERENIGING UZSC De penningmeester van zwemvereniging UZSC uit Utrecht heeft in april 2013 een liquiditeitsbegroting opgesteld voor het boekjaar 1 september 2013 tot en met 31 augustus 2014. Omdat hij de bestuursvergadering wilde afwachten, heeft hij nog geen totalen berekend. Op 1 september 2013 wordt een omvang van de liquide middelen verwacht van € 500.
Liquiditeitsbegroting UZSC, 1 september 2013 - 31 augustus 2014 (bedragen in euro’s) sept
okt
nov
dec
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
Totaal boekjaar
Ontvangsten Contributie
4.000
Subsidie
500
4.000
800
500
……
800
400
……
Kantine
150
200
250
200
150
200
200
250
200
200
Totaal
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
…… ……
……
Uitgaven Huur
……
…… 1.200
Materiaal
500
Salarissen
800
Clubblad
250
Overig
1.200
1.200
1.200
……
400 800
800
800
800
…… 800
250 1.500
800
800
1.600
1.500
400
250 400
800
800
800
250
…… …… ……
Totaal
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
Verschil
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
a Bereken de ontbrekende getallen voor de kolom totaal, de rijen totaal en de rij verschil. b Bestaat er in bepaalde maanden een risico op betalingsproblemen? Licht je antwoord toe. c Bereken het kassaldo voor de periode van 1 september 2013 tot en met 31 augustus 2014. De penningmeester concludeert dat de liquide middelen op 31 augustus 2014 zullen uitkomen op € 1.800. d Heeft de penningmeester gelijk? Licht je antwoord toe.
................... ................... ................... ................... ...................
................... ................... ................... ................... ...................
14
13 FINANCIEEL BELEID NCO
jj j
7 WATERSPORTVERENIGING SINT-ANNALAND De penningmeester van Watersportvereniging Sint-Annaland heeft in november 2013 voor het boekjaar 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 de volgende verwachte ontvangsten en uitgaven verzameld. Op 1 januari zullen de liquide middelen naar verwachting € 100 bedragen.
Totaal
Spreiding
Contributie
€ 11.000
€ 5.000 in maart € 5.000 in april € 1.000 in mei
Onderhoud en aankoop materiaal
€ 5.000
€ 3.000 in maart € 1.000 in mei € 1.000 in september
Aanmeldingen zomercursussen
€ 12.000
€ 9.000 in juli € 3.000 in augustus
Salarissen instructeurs
€ 9.500
€ € € € € €
Huur clubgebouw
€ 4.800
Elke maand € 400
Promotiemateriaal
€ 1.200
€ €
600 in februari 600 in april
Kantineopbrengst na verrekening uitgaven inkoop
€ 1.600
€ € € € € €
100 in 200 in 200 in 600 in 400 in 100 in
Overige uitgaven
€ 1.500
€ € €
800 in april 300 in juni 400 in juli
1.000 in 1.500 in 1.800 in 3.200 in 1.700 in 300 in
april mei juni juli augustus september
april mei juni juli augustus september
a Stel een liquiditeitsoverzicht op per kwartaal en voor het hele jaar. b In welk kwartaal of in welke kwartalen is het kassaldo negatief? c Beoordeel of er kwartalen zijn met een mogelijk betalingsprobleem. De variatie in aanmeldingen voor de zomercursussen is vrij groot. Ten opzichte van de schatting van de penningmeester kan het verschil wel oplopen tot 25% van de schatting, positief of negatief. d Bereken het verwachte kassaldo over geheel 2014 als de ontvangsten uit de zomercursussen 25% tegenvallen. e Leg uit of het bij vraag d berekende kassaldo een probleem kan zijn voor Sint-Annaland.
13 FINANCIEEL BELEID NCO
jj j
15
8 VOGELVERENIGING AVES Vogelvereniging AVES uit Leiden organiseert vogelexcursies voor leden en niet-leden. In 2014 verwacht AVES aan inkomsten een bedrag van € 3.400. De vereniging staat voor € 600 rood bij de bank en wil daar eind 2014 vanaf zijn. In kas is € 50 aanwezig. De penningmeester wil dit bedrag aanhouden in kas. De uitgaven staan voor een deel vast. Er zijn al verplichtingen voor een bedrag van € 2.700. Leden hebben het idee geopperd om de excursie dit jaar te houden in een waterrijk natuurgebied, waar fluisterboten moeten worden gehuurd. Deze boten kunnen voor € 200 worden gehuurd. Ook willen ze een professionele fotograaf inhuren om foto’s te maken voor de leden. Deze worden gepubliceerd in het clubblad. Het inhuren van de fotograaf kost de vereniging € 300. De penningmeester verzet zich tegen dit idee, omdat het rekening-courantkrediet volgens hem dan niet kan worden afgelost. a Laat met een berekening zien of de penningmeester gelijk heeft. De penningmeester gaat in discussie met enkele leden. De leden willen de fotograaf heel graag inhuren. Zij opperen het idee om de beste foto’s te verkopen aan bijvoorbeeld de vereniging Vogelbescherming zodat zij de foto’s kan publiceren in het blad Vogels. b Bereken de opbrengst die de foto’s moeten opleveren om het rekening-courantkrediet bij de bank te kunnen aflossen.
jj jj
9 VOETBALVERENIGING S.V. BLAUW-WIT Voetbalvereniging S.V. Blauw-Wit uit Nijmegen heeft in 2013 150 leden, waarvan 100 pupillen en jeugdleden, en 50 senioren. Het lidmaatschap bedroeg in 2013 voor een pupil en jeugdlid gemiddeld € 50 per jaar, en voor een senior € 100 per jaar. Op 31 december 2012 stond op de balans nog een bedrag aan te ontvangen contributie van € 200. Deze werden ontvangen in 2013. In 2013 betalen twee jeugdleden en drie senioren hun contributie van 2013 niet. a Bereken het bedrag dat op het liquiditeitsoverzicht van 2013 komt te staan onder contributie. De twee jeugdleden en drie senioren die in 2013 niet hebben betaald, betalen in 2014. De penningmeester verwacht echter dat er vanaf 2014 jaarlijks gemiddeld twee pupillen en jeugdleden en twee senioren hun contributie niet zullen betalen. Deze bedragen moeten voortaan als oninbaar worden beschouwd. Het verwachte aantal leden, net als de verdeling in pupillen en jeugdleden en senioren, blijft gelijk. b Bereken het bedrag aan contributie dat de penningmeester jaarlijks denkt mis te lopen doordat deze leden hun contributie niet betalen, wanneer de verschuldigde contributie per lid gelijk blijft. In 2014 verhoogt S.V Blauw-Wit de contributie voor senioren. De contributie voor pupillen en jeugdleden blijft gelijk. De verhoogde contributie moet de misgelopen contributie van de wanbetalers goedmaken. c Bereken het contributiebedrag per senior in 2014 als aan de genoemde eis moet worden voldaan.
REKENHULP
1
De leden van S.V. Blauw-Wit vinden echter dat de lasten van de wanbetalers over beide soorten leden evenredig moeten worden verdeeld. Dus de pupillen en jeugdleden gaan meer contributie betalen en de senioren ook. De leden willen beide contributiebedragen daarom met een gelijk percentage verhogen. d Bereken het percentage waarmee de contributie van S.V. Blauw-Wit omhoog moet, als je de visie van de leden volgt. e Bereken de contributie voor pupillen en jeugdleden, en de contributie voor senioren, als de visie van de leden wordt gevolgd.
REKENHULP
8
16
13 FINANCIEEL BELEID NCO
13.2 Interne baten- en lastenstaat nco Als je in een winkel vraagt: ‘Wat kost dit?’, bedoel je eigenlijk: ‘Hoeveel moet ik betalen?’ Economen maken duidelijk onderscheid tussen kosten en uitgaven en ook tussen opbrengsten en ontvangsten. Wat is de samenhang en het verschil tussen deze begrippen? Welke opbrengsten zijn ook ontvangsten? Wanneer is er een verschil tussen deze twee begrippen? En hoe zit dat met het verschil tussen kosten en uitgaven? Ontvangsten en uitgaven gaan over geldstromen: je ontvangt geld of je betaalt met geld. Deze ontvangsten en betalingen worden genoteerd in een liquiditeitsoverzicht of liquiditeitsbegroting. Opbrengsten en kosten bepalen het resultaat, dus de winst of het verlies. Opbrengsten worden wel baten en kosten worden lasten genoemd. Opbrengsten en kosten worden in de boeken van non-profitorganisaties genoteerd op een baten- en lastenstaat. Vooruitontvangen bedragen Als een vereniging de contributie vaststelt, geldt die meestal voor een heel jaar, vaak van 1 september tot en met 31 augustus van het jaar erop. Als een verenigingslid in september in een keer de jaarcontributie betaalt, krijgt een vereniging in september de volledige contributieontvangst. Dit lid betaalt dus niet alleen voor de maand september. De overige elf maanden betaalt hij vooruit. Voor een vereniging zijn deze vooruitontvangen bedragen een schuld, want het geld is al binnen, maar de diensten van de sportvereniging, zoals trainingen en wedstrijden, moeten nog worden geleverd. Voorbeeld: de vooruitbetaling van de jaarcontributie van € 180 van een nieuw lid op 1 september is voor de vereniging in die maand een ontvangst. De opbrengst of bate voor de vereniging is elke maand € 180 : 12 = € 15. Op 31 december is de contributieopbrengst van dit lid voor de vereniging 4 (maanden) ¥ € 15 = € 60. Nog te ontvangen bedragen Het komt voor dat verenigingsleden achterlopen met betalen. Als een lid de jaarcontributie op 1 september moet betalen, heeft hij op 30 september een betalingsachterstand van een maand, op 30 oktober een achterstand van twee maanden en op 31 december van 4 maanden. Voor een vereniging zijn dit nog te ontvangen bedragen. Dit is voor een vereniging een vordering. Het lid heeft al wel gebruik gemaakt van de diensten van de vereniging maar nog niet betaald. Voorbeeld: bij een op 1 september te betalen jaarcontributie van € 210 is de opbrengst of bate voor de vereniging elke maand € 210 : 12 = € 17,50. Op 31 december is de contributieopbrengst van dit lid voor de vereniging 4 (maanden) ¥ € 17,50 = € 70. Maar de vereniging heeft nog geen geld ontvangen en heeft dus nog een vordering van € 210. Voorafbetaalde bedragen Als een vereniging een schadeverzekering voor een jaar afsluit voor het clubhuis moet de jaarpremie vooruit worden betaald. De vooruitbetaalde verzekeringspremie is op dat moment een vordering van de vereniging op de verzekeringsmaatschappij. Het bedrag is al betaald, maar het recht op de verzekering heeft de vereniging de komende maanden nog. De maandelijkse kosten bereken je door de jaarpremie te delen door twaalf. Voorbeeld: een vereniging betaalt op 1 maart de verzekeringspremie van € 480 voor een heel jaar vooruit. Dat is een uitgave in maart. Per maand zijn de kosten voor deze verzekering € 480 : 12 = € 40. Nog te betalen bedragen Als een vereniging of een stichting personeel in dienst heeft, worden de nettolonen elke maand uitbetaald. De belastingen en de sociale premies over de lonen moeten worden afgedragen aan de Belastingdienst. Deze kosten worden toegerekend aan de periode waarin het personeel aan het werk was.
13 FINANCIEEL BELEID NCO
17
Maar betaling van de belastingen en premies kan later plaatsvinden. Het gaat hierbij om nog te betalen bedragen. Dit is een schuld voor de vereniging, want het bedrag moet nog worden betaald. Voorbeeld: de loonkosten van een medewerker van een stichting bedragen in mei € 5.000. Zijn nettoloon van € 3.000 is voor de stichting een uitgave in mei. De te betalen belastingen en premies zijn voor de stichting nog te betalen bedragen. Transitorische posten Vooruitontvangen bedragen, vooruitbetaalde bedragen, nog te ontvangen bedragen en nog te betalen bedragen worden transitorische posten genoemd. Transitorische posten laten zien dat het moment van ontvangen of betalen niet samenvalt met de periode waartoe de baten (opbrengsten) dan wel lasten (kosten) moeten worden gerekend. Er is sprake van uitstelposten bij de vooruitontvangen bedragen en vooruitbetaalde bedragen. Er is al wel geld ontvangen of betaald, maar het zijn nog geen opbrengsten/baten of kosten/lasten. Bij anticipatieposten gaat het om de nog te ontvangen bedragen en nog te betalen bedragen. De opbrengsten/baten en kosten/lasten zijn er al wel, alleen de betaling moet nog plaatsvinden.
Tennisvereniging Victoria uit Den Haag heeft voor het jaar 2014 de volgende liquiditeitsbegroting opgesteld. Liquiditeitsbegroting Victoria 2014 (bedragen in euro’s) Ontvangsten/inkomsten Contributie
Uitgaven/betalingen 12.000
Huur tennisbanen
1.200
Subsidie
1.500
Materiaal
1.500
Kantineopbrengst
1.500
Salarissen
9.500
Promotie Overig Subtotaal
15.000
Subtotaal
300 2.000 14.500
Positief kassaldo = ontvangsten – uitgaven Totaal
15.000
Totaal
Op 31 december 2013 gelden de volgende transitorische posten: • vooruitontvangen contributie: € 200 • nog te ontvangen contributie: € 350 • vooruitbetaalde huur tennisbanen: € 150 • nog te betalen salarissen: € 250 Deze bedragen worden in 2014 betaald dan wel verrekend. Op 31 december 2014 verwacht de penningmeester de volgende transitorische posten: • nog te ontvangen contributie: € 400 • nog te betalen salarissen: € 500
500
15.000
VOORBEELD
18
13 FINANCIEEL BELEID NCO
Gevraagd Bereken voor tennisvereniging Victoria voor 2014: a de te verwachten contributiebaten; b de te verwachten lasten vanwege de huur van de tennisbanen; c de te verwachten lasten aan salarissen. Uitwerking a Aan contributie wordt € 12.000 ontvangen. In 2013 is er al contributie betaald voor 2014 voor een bedrag van € 200. Deze € 200 zijn baten voor 2014. Verder wordt er in 2014 € 350 aan contributie ontvangen dat tot de baten van 2013 behoort. Dit bedrag moet dus niet worden meegerekend in de baten van 2014. Verder blijkt dat eind 2014 nog € 400 ontvangen moet worden. Deze € 400 behoort tot de baten van 2014. De te verwachten contributiebaten voor 2014 zijn dus: € 12.000 + € 200 – € 350 + € 400 = € 12.250. b Aan huur van tennisbanen wordt in 2014 € 1.200 uitgegeven. In 2013 is echter ook al huur betaald die bedoeld was voor huur in 2014. Dit betekent dat de te verwachten lasten vanwege de huur van de tennisbanen in 2014 € 1.200 + € 150 = € 1.350 bedragen. c Aan salarissen wordt in 2014 € 9.500 uitgegeven. Op 31 december blijkt dat € 250 over 2013 nog betaald wordt in 2014. Dit bedrag hoort dus niet bij de lasten van 2014. Aan de andere kant moet er op 31 december 2014 nog een bedrag van € 500 worden betaald aan salarissen over 2014. Dit bedrag hoort wel bij de salarislasten van 2014. Dit betekent dat de te verwachten salarislasten voor 2014 € 9.500 – € 250 + € 500 = € 9.750 zijn.
Enkele speciale posten • Investeren en afschrijven De aanschaf van een duurzaam productiemiddel, zoals een bestelauto, is een investering. Deze investering leidt tot een betaling en komt als betaling voor op het liquiditeitsoverzicht. Op het moment van aanschaf zijn dit geen kosten of lasten. Pas als de auto minder waard wordt, kun je van kosten spreken. De waardedaling van duurzame productiemiddelen wordt afschrijving genoemd. Het bedrag van de afschrijving is een kostenpost. • Lenen, aflossen en interest Als je geld leent, is dit een geldontvangst. Dit bedrag is geen opbrengst of bate. Je moet het geld immers weer terugbetalen. De aflossing van een lening is het terugbetalen van (een deel van) deze schuld. Het terugbetalen van schuld is wel een uitgave, maar het behoort niet tot de lasten. Interest over geleend geld behoort tot de financieringskosten en dus tot de lasten. Staat van baten en lasten Alle opbrengsten en kosten van verenigingen en stichtingen worden gepubliceerd in de staat van baten en lasten. Deze staat wordt ook wel exploitatieoverzicht genoemd.
=
De staat van baten en lasten of het exploitatieoverzicht is een overzicht van alle opbrengsten (baten) en kosten (lasten) in een bepaalde periode.
Het saldo van de staat van baten en lasten wordt ook wel het exploitatieresultaat genoemd.
13 FINANCIEEL BELEID NCO
De liquiditeitsbegroting en de transitorische posten van tennisvereniging Victoria uit Den Haag zijn bepalend voor het exploitatieresultaat. De overige ontvangsten en betalingen uit de liquiditeitsbegroting zijn tegelijkertijd opbrengsten en kosten. Gevraagd Stel de begrote staat van baten en lasten op voor tennisvereniging Victoria in 2014. Uitwerking Begrote staat van baten en lasten Victoria 2014 (bedragen in euro’s) Baten/opbrengsten
Lasten/kosten
Contributie
12.250
1.350
Subsidie
1.500
Materiaal
1.500
Kantineopbrengst
1.500
Salarissen
9.750
Promotie
300
Overig Subtotaal
15.250
1.000
Subtotaal
13.900
Positief exploitatieresultaat = baten – lasten Totaal
15.250
1.350
Totaal
15.250
Als de baten groter zijn dan de lasten, is er een positief saldo of een positief exploitatieresultaat. Als de lasten groter zijn dan de baten, is er een negatief saldo. Het exploitatieresultaat leidt tot een mutatie (verandering) van het eigen vermogen. Een positief saldo blijft in de organisatie en wordt toegevoegd aan de reserves. Dit leidt tot een toename van het eigen vermogen. Een negatief saldo leidt tot een daling van het eigen vermogen. De reserves nemen af. exploitatiesaldo Schematisch overzicht
Schematisch overzicht exploitatiesaldo tisch overzicht exploitatiesaldo
dragen +
Huur tennisbanen
exploitatieresultaat = vermogensmutatie totale baten
exploitatieresultaat = vermogensmutatie
exploitatieresultaat = vermogensmutatie –
–
totale baten totale baten eigen bijdragen +
– subsidies
eigen bijdragen +
subsidies
+
+
overig
totale lasten
totale lasten
totale lasten lasten: - huur/pacht - materiaalverbruik - lasten: salarissen - - overige posten huur/pacht
+
overig + lasten: + afschrijvingen materiaalverbruik - huur/pacht Let op! Het kassaldo heeft invloed op -demateriaalverbruik liquide middelen van -desalarissen organisatie. - overige posten - salarissen Het saldo van de staat van baten en lasten heeft invloed op de vermogenspositie. - overige posten
subsidies
+
overig
afschrijvingen
afschrijvingen
19
VOORBEELD
20
13 FINANCIEEL BELEID NCO
j
1 a
BASISKENNIS STAAT VAN BATEN EN LASTEN Waardoor ontstaat een negatief exploitatiesaldo? A De schulden zijn groter dan de bezittingen. B De uitgaven zijn groter dan de kosten. C De ontvangsten zijn kleiner dan de uitgaven. D De baten zijn kleiner dan de lasten.
b
Nog A B C D
te betalen zaalhuur is een voorbeeld van een uitstelpost. een anticipatiepost. lasten op de staat van baten en lasten. baten op de staat van baten en lasten.
c Een voorbeeld van een post die wel in het liquiditeitsoverzicht staat, maar niet in de staat van baten en lasten wordt opgenomen, is A een aflossing van een schuld. B betaalde rente over de schuld. C ontvangen rente op een spaarrekening. D betaalde salarissen.
j
j
2 CONTRIBUTIEBATEN Hier staan vier situaties. Bereken de contributiebaten voor 2014. Ontvangen contributie in 2014
Vooruitontvangen contributie op 31 dec 2013
Nog te ontvangen contributie op 31 dec ’13
Vooruitontvangen contributie op 31 dec ’14
Nog te ontvangen contributie op 31 dec 2014
Contributiebaten 2014
a
€ 12.000
€ 400
€ 300
€ 100
€ 150
……
b
€ 8.000
€ 200
€ 250
€ 270
€ 140
……
c
€ 10.000
€ 300
€ 50
€ 220
€ 50
……
d
€ 4.000
€ 150
€ 50
€ 90
€ 170
……
3 SALARISLASTEN Hier staan vier situaties. Bereken de salarislasten voor 2014. Betaalde salarissen in 2014
Vooruitbetaalde salarissen op 31 dec 2013
Nog te betalen salarissen op 31 dec 2013
Vooruitbetaalde salarissen op 31 dec 2014
Nog te betalen salarissen op 31 dec 2014
Salaris- lasten 2014
a
€ 20.000
€ 1.000
€ 1.300
€ 500
€ 800
……
b
€ 4.000
€
150
€
250
€ 300
€ 280
……
c
€ 3.500
€
90
€
150
€ 200
€ 50
……
d
€ 9.000
€
150
€
120
€ 450
€ 200
……
13 FINANCIEEL BELEID NCO
jj
4 VOLLEYBALVERENIGING DEVO Volleybalvereniging DEVO uit Deventer heeft voor het boekjaar 1 september 2013 tot en met 31 augustus 2014 de volgende liquiditeitsbegroting opgesteld. Liquiditeitsbegroting DEVO 2013-2014 (bedragen in euro’s) Ontvangsten
Uitgaven
Contributie
8.000
Zaalhuur
1.200
Subsidie
1.000
Materiaal
500
Kantineopbrengst
1.000
Salarissen Promotie
Subtotaal
Totaal
Op • • • •
10.000
10.000
4.200 600
Overig
2.500
Subtotaal
9.000
Positief kassaldo
1.000
Totaal
10.000
31 augustus 2013 had DEVO de volgende transitorische posten: vooruitontvangen contributie: € 500 nog te ontvangen contributie: € 200 vooruitbetaalde zaalhuur: € 500 nog te betalen salarissen: € 400
Al deze bedragen worden in het boekjaar 2013-2014 betaald dan wel verrekend. Op 31 augustus 2014 verwacht de penningmeester dat DEVO de volgende transitorische posten met bedragen zal hebben: • nog te ontvangen contributie: € 700 • nog te betalen salarissen: € 800 a Welke transitorische posten zijn uitstelposten? b Welke transitorische posten zijn anticipatieposten? Bereken voor DEVO voor 2014: c de te verwachten contributiebaten. d de te verwachten lasten vanwege de zaalhuur. e de te verwachten lasten aan salarissen. f Stel de begrote staat van baten en lasten op voor DEVO voor 2013-2014. Bereken ook het saldo van de staat van baten en lasten. Geef bij het saldo aan of het positief of negatief is.
21
22
13 FINANCIEEL BELEID NCO
jj
5 VERENIGING MILIEUDEFENSIE Milieudefensie is een vereniging die zich inzet voor het voorkomen en oplossen van milieuproblemen. MILIEUDEFENSIE JAARVERSLAG 2012
Jaarrekening Staat van baten en lasten 2012 (bedragen in euro’s) Baten Baten uit eigen fondsenwerving Baten uit acties van derden Subsidies van overheden Taakstelling Advertentie-inkomsten Rentebaten Totaal baten
Lasten Besteed aan doelstellingen Voorlichting Achterbanondersteuning Thematische campagnes Werving Baten Kosten eigen fondsenwerving Kosten verkrijging subsidies van overheden
Beheer en administratie Totaal lasten
REALISATIE 2012
BEGROOT 2012
3.526.898 1.812.816 1.818.595
3.252.238 1.580.000 1.924.000
19.707 95.370
525.220 10.200 43.000
7.273.386
7.334.658
REALISATIE 2012
BEGROOT 2012
651.981 432.005 4.723.819 5.807.805
812.127 946.877 4.278.693 6.037.697
819.348 34.872 854.220
640.428 145.618 786.046
417.214
420.915
7.079.239
7.244.658
Bron: www.milieudefensie.nl
REKENHULP
5
REKENHULP
8
a Bereken het begrote exploitatiesaldo van de vereniging Milieudefensie over 2012 en geef aan of het saldo positief of negatief is. b Bereken het gerealiseerde saldo baten en lasten van vereniging Milieudefensie en geef aan of het om een positief of negatief saldo gaat. Het gerealiseerde saldo baten en lasten 2012 is gunstiger dan het begrote saldo baten en lasten voor 2012. De baten zijn in werkelijkheid lager dan begroot, maar de lasten zijn relatief nóg lager dan begroot. c Bereken hoeveel procent de baten in 2012 lager zijn uitgevallen dan begroot. Rond je percentage af op 1 decimaal. d Bereken hoeveel procent de lasten lager zijn uitgevallen in 2012 dan begroot. Rond af op 1 decimaal. e Noem twee posten in de staat van baten en lasten die in 2012 voor een meevaller hebben gezorgd ten opzichte van de begroting. f Noem twee posten in de staat van baten en lasten die in 2012 voor een tegenvaller hebben gezorgd ten opzichte van de begroting.
13 FINANCIEEL BELEID NCO
jj j
6 MUZIEKVERENIGING DE SNAAR Muziekvereniging De Snaar uit Delft heeft over 2013 het volgende overzicht van inkomsten en uitgaven gemaakt. Liquiditeitsoverzicht De Snaar 2013 (bedragen in euro’s) Inkomsten Contributie Subsidie
Uitgaven 3.000 400
Interest lening Onderhoud instrumenten
Verhuur muziekstudio
1.200
Salarissen
Optredens
2.000
Promotie
Saldo
200
Totaal
6.800
Totaal
1.200 800 4.200 600 6.800
Een deel van deze inkomsten en uitgaven heeft betrekking op 2012. Het betreft: • contributie: € 300 • verhuur muziekstudio: € 200 • onderhoud instrumenten: € 150 • promotie: € 100 Er zijn ook vorderingen en schulden ontstaan in 2013, omdat de betaling is uitgesteld tot 2014. Het betreft: • nog te ontvangen aan contributie: € 550 • nog te ontvangen vanwege optredens: € 1.100 • nog te betalen aan rente: € 240 a Is het saldo in het liquiditeitsoverzicht positief of negatief? Leg je antwoord uit. b Stel de staat van baten en lasten op voor De Snaar in 2013, inclusief het saldo, als verder nog gegeven is dat de afschrijvingen op de muziekinstrumenten € 1.400 bedragen. Geef een toelichting op de bedragen die afwijken van de bedragen in het liquiditeitsoverzicht. c Wat is het resultaat van De Snaar in 2013? Geef ook aan of dit een positief of negatief resultaat is. d Neemt het eigen vermogen van De Snaar toe of af? Motiveer je antwoord.
jj j
7 JEU-DE-BOULESVERENIGING ’T ZWIJNTJE Jeu-de-boulesvereniging ’t Zwijntje uit Breda verwacht voor het jaar 2014 € 19.000 aan lasten te hebben. Verder worden de volgende baten verwacht in 2014: • Contributie: € 7.500 • Rente: € 500 • Kantineopbrengst na aftrek van inkoopkosten: € 5.500 • Sponsorinkomsten: € 5.000 Na een aantal jaren van vermogensafname wil het bestuur dat het vermogen in 2014 met minimaal € 500 toeneemt. Om dat doel te bereiken organiseert ’t Zwijntje een groot toernooi. Dit toernooi wordt door vrijwilligers georganiseerd en uitgevoerd. Vanwege diverse extra kosten, zoals prijzengeld, promotie en onderhoud aan de banen, nemen de lasten door dit toernooi toe met € 1.000. Bij vergelijkbare toernooien in het land zijn er gemiddeld 100 tot 120 deelnemers. ’t Zwijntje begroot de deelname op 80 boulers. a Bereken de baten die het toernooi moet opleveren, gezien de doelstelling van het bestuur.
23
24
13 FINANCIEEL BELEID NCO
Het bestuur denkt dat de helft van het gewenste bedrag aan baten via inschrijfgeld voor het toernooi binnenkomt en de andere helft via consumpties in de kantine. b Bereken het inschrijfgeld voor het toernooi.
REKENHULP
1
Het toernooi blijkt een succes. Er komen 120 boulers uit het hele land. Vanwege het mooie weer zijn de kantinebaten (na aftrek van inkoopkosten) € 1.200. Alle overige begrote gegevens blijken achteraf te kloppen. c Heeft ’t Zwijntje met het toernooi de doelstelling van het bestuur gehaald? Onderbouw je conclusie met een berekening.
jj jj
8 STICHTING AAP Stichting AAP is een Europees opvangcentrum voor uitheemse dieren. De dieren zijn afkomstig uit de illegale handel, proefdierlaboratoria, circussen, louche dierentuinen of komen rechtstreeks van particulieren.
STAAT VAN BATEN EN LASTEN stichting aap
BATEN Baten uit eigen fondsenwerving Baten uit acties door derden Subsidies van overheden Baten uit beleggingen Overige baten Som van de baten
(bedragen in euro’s)
Realisatie 2012
Begroting 2012
5.829.246 523.587 1.336.806 202.307 927.438 8.819.384
5.200.900 565.000 1.075.000 115.113 109.443 7.065.456
4.118.737 724.730 1.157.365 104.674 6.105.506
3.699.965 696.154 1.680.620 61.798 6.138.528
826.229 39.853 866.082
900.303 44.704 945.007
308.919
274.506
7.280.507
7.358.041
1.538.877
-292.585
lasten Besteed aan doelstellingen Doelstelling opvang, verzorging en herplaatsing Primadomus Preventie Projecten
Besteed aan werving baten Kosten eigen fondsenwerving Kosten acties derden Beheer en administratie Kosten beheer en administratie Som van de lasten Resultaat
Bron:www.aap.nl
25
13 FINANCIEEL BELEID NCO
Het resultaat in 2012 wijkt sterk af van de begroting van 2012. a Hoeveel euro was het exploitatieresultaat hoger dan begroot? b Leg met behulp van drie posten uit de staat van baten en lasten uit waarom het exploitatieresultaat voor 2012 gunstiger was dan begroot. c Met welk bedrag is het eigen vermogen van de stichting in 2012 gestegen? Op grond van de realisatie in 2012 wordt de begroting van 2012 voor 2013 bijgesteld. d Hoe zou jij als jonge adviseur van de stichting de begroting van de Stichting AAP bijstellen? Licht je antwoord toe. Marieke, Floris en Tatum zijn het niet met elkaar eens. Marieke: ‘Ik vind dat Stichting AAP bestaansrecht heeft, daarom moet de overheid met een subsidie bijspringen.’ Floris: ‘Ik vind dat Stichting AAP bestaansrecht heeft, maar de overheid moet geen subsidie verstrekken.’ Tatum: ‘Ik vind dat Stichting AAP geen bestaansrecht heeft, dus moet de overheid geen subsidie verstrekken.’ e Met wie ben jij het eens? Licht je antwoord toe met ten minste twee argumenten. In verband met de grote overheidsschuld overweegt de regering talloze subsidies te schrappen. Zo wordt mogelijk ook de subsidie aan de Stichting AAP stopgezet. f Zou de Stichting AAP dan in acute betalingsproblemen komen? Licht je antwoord toe.
13.3 Interne balans en mutatie eigen vermogen nco Wat is de waarde van de bezittingen van een stichting of vereniging? Hoe zijn die bezittingen gefinancierd? Hoeveel geld is er geleend? En hoeveel vermogen is er aanwezig? Dat kun je zien op de balans. Hoe ziet zo’n balans eruit? En wanneer verandert het vermogen? Een balans is een overzicht van de bezittingen, het eigen vermogen en de schulden van een organisatie op een bepaald moment.
Aan de debetzijde of activazijde staat de waarde van alle bezittingen. Aan de creditzijde of passivazijde staat hoe de bezittingen zijn gefinancierd. Daarom is het totaal van de debetzijde even groot als het totaal van de creditzijde. Een balans is altijd in evenwicht, in balans. Debetzijde balans Op de debetzijde van een balans staan alle bezittingen. Bezittingen worden ook wel activa genoemd. Ze worden verdeeld in vaste en vlottende activa en liquide middelen. Vaste activa zijn bezittingen die langer dan een jaar meegaan. Vlottende activa zijn bezittingen die korter dan een jaar in het bedrijf aanwezig zijn. Liquide middelen omvatten het kasgeld en de banktegoeden. Creditzijde balans Op de creditzijde van een balans staat hoe de bezittingen zijn gefinancierd. De posten die daar staan, worden ook wel passiva genoemd. De passiva zijn in te delen in eigen vermogen en vreemd vermogen. Het eigen vermogen is het totaal van de bezittingen min het totaal van de korte en lange schulden. Bij een stichting of vereniging gaat het om opgebouwde reserves. Vreemd vermogen is geleend geld. Dit zijn de schulden van de organisatie. Bij vreemd vermogen lang gaat het om leningen met een looptijd langer dan een jaar. Schulden met een looptijd korter dan een jaar behoren tot het vreemd vermogen kort.
=
26
13 FINANCIEEL BELEID NCO
VOORBEELD
Voorbeeld van een balans Balans stichting Het goede doel, 31 augustus 2013 (bedragen in euro’s) Debet/activa Credit/passiva Vaste activa • Stichtingsgebouw • Inventaris • Bestelbus
420.000 120.000 25.000
Eigen vermogen 231.000
Vlottende activa • Materialen • Nog te ontvangen donaties • Vooruitbetaalde bedragen
Liquide middelen • Kasgeld • Bank
2.000 26.000 693.000
70.000 18.000 12.000
Vreemd vermogen lang • Lening ABN AMRO
399.000
Vreemd vermogen kort • Vooruitontvangen sponsorgeld • Nog te betalen belastingen/premies
693.000
26.000 37.000
Toelichting op de debetposten van stichting Het goede doel: • Stichtingsgebouw. Hier is de stichting gehuisvest. Het pand is € 420.000 waard. • Inventaris. Het begrip inventaris heeft betrekking op de inrichting van het pand. Je kunt denken aan meubels, computers, kasten en bureaus. • Bestelbus. Ook een stichting heeft vervoer nodig. De waarde van de bus is € 25.000. • Materialen. Bij deze stichting kun je denken aan folder- en actiemateriaal, maar ook aan printerpapier en cartridges. • Nog te ontvangen donaties. Dit is een vordering op donateurs die een bijdrage hebben toegezegd, maar nog niet hebben betaald. Alles wat je nog tegoed hebt, behoort tot de activa. • Vooruitbetaalde bedragen zoals verzekeringspremies. Vooruitbetaalde bedragen worden beschouwd als een vordering. Je kunt namelijk nog steeds gebruikmaken van de verzekering die je al vooruit hebt betaald. • Liquide middelen zijn de betaalmiddelen, dus het geld in kas en geld op betaalrekeningen. Toelichting op de creditposten van stichting Het goede doel: • E igen vermogen. Stichtingen en verenigingen kennen geen eigenaren. Als de organisatie met haar activiteiten meer opbrengsten/baten dan kosten/lasten heeft, wordt dit overschot toegevoegd aan de reserves van de organisatie. Als de kosten/lasten hoger zijn dan de opbrengsten/baten, kan dit tekort worden gefinancierd met de nog beschikbare reserves. • Het vreemd vermogen lang bestaat in het balansvoorbeeld uit een langlopende lening bij de ABN AMRO Bank. • Vooruitontvangen sponsorgeld. Vooruitontvangen bedragen zijn bedragen waar nog verplichtingen tegenover staan. Om die reden worden vooruitontvangen bedragen tot het vreemd vermogen gerekend, in dit geval vreemd vermogen kort. • Nog te betalen belastingen. Nog te betalen bedragen zijn op korte termijn te betalen schulden, dus vreemd vermogen kort.
13 FINANCIEEL BELEID NCO
27
Transitorische posten Vooruitontvangen bedragen, vooruitbetaalde bedragen, nog te ontvangen bedragen en nog te betalen bedragen zijn transitorische posten. Deze staan op de balans. Bij anticipatieposten gaat het om de nog te ontvangen bedragen en nog te betalen bedragen. Nog te ontvangen bedragen staan debet, onder vlottende activa, en nog te betalen bedragen behoren tot het vreemde vermogen kort aan de creditzijde. Op de balans staat het deel van het bedrag dat tot aan het moment van de balansdatum nog moet worden ontvangen dan wel betaald. Er is sprake van uitstelposten bij vooruitontvangen bedragen en vooruitbetaalde bedragen. Vooruitontvangen bedragen staan aan de creditzijde, onder vreemd vermogen kort. Vooruitbetaalde bedragen staan debet, onder vlottende activa. Saldo staat van baten en lasten Een niet-commerciële organisatie heeft een positief exploitatieresultaat als de opbrengsten (baten) groter zijn dan de kosten (lasten). Als bijvoorbeeld een vereniging meer opbrengsten heeft aan contributie, subsidie enzovoort dan kosten aan zaalhuur, salarissen en dergelijke, is er een positief exploitatieresultaat. In het omgekeerde geval heeft de vereniging een negatief resultaat. De baten en lasten worden geboekt op de staat van baten en lasten. Het saldo is voordelig of nadelig. Een voordelig saldo is een positief resultaat. Een nadelig saldo is een negatief resultaat. Een positief resultaat komt aan de niet-commerciële organisatie toe. Dit betekent dat een positief resultaat leidt tot een toename van het eigen vermogen. Een negatief resultaat leidt tot een afname van het eigen vermogen. Dus: • positief saldo baten en lasten = toename eigen vermogen op de balans; • negatief saldo baten en lasten = afname eigen vermogen op de balans.
De balans van vechtsportvereniging Akida uit Almere ziet er op 31 augustus 2013 als volgt uit.
VOORBEELD
Balans vechtsportvereniging Akida 31 augustus 2013 (bedragen in euro’s) Debet/activa
Credit/passiva
Inventaris 15.000 Eigen vermogen 14.600 Nog te ontvangen contributie 170 Lening Rabobank 500 Liquide middelen 430 Nog te betalen bedragen 500 ———— ———— Totaal 15.600 Totaal 15.600
De samengevatte staat van baten en lasten van Akida voor het boekjaar 2013/2014 levert het volgende beeld op. Staat van baten en lasten Akida 2013-2014 (bedragen in euro’s) Baten Lasten Totaal baten
8.500
Totaal lasten 8.200 Saldo 300 ———— ———— Totaal 8.500 Totaal 8.500
28
13 FINANCIEEL BELEID NCO
Gevraagd Welk bedrag komt er voor het eigen vermogen op de balans van Akida van 31 augustus 2014 te staan? Uitwerking Het saldo op de staat van baten en lasten van Akida bedraagt € 300. Dit is een voordelig saldo, omdat de baten groter zijn dan de lasten. Het eigen vermogen neemt daarom met dit bedrag toe. Het eigen vermogen van Akida op 31 augustus 2014 is € 14.600 + € 300 = € 14.900.
j
1 a
BASISKENNIS BALANS NCO Wanneer daalt het eigen vermogen van een nco? A bij een negatief exploitatiesaldo B bij een negatief kassaldo C bij een positief saldo op de staat van baten en lasten D bij een positief kassaldo
b Een stichting heeft drie jaar achter elkaar meer lasten dan baten gehad. Welke conclusie is de enige juiste? Als gevolg hiervan A zijn de liquide middelen op de balans gedaald. B zijn de schulden op de balans gedaald. C is de waarde van de inventaris op de balans gedaald. D is het eigen vermogen op de balans gedaald. c Het eigen vermogen van een nco gaat in een jaar tijd van € 11.000 naar € 11.200. Welke conclusie is de enige juiste? In het betreffende jaar A is er voor € 200 uit de inventaris verkocht. B is er € 200 afgelost op een lening. C is het resultaat € 200 positief geweest. D was de kantine-opbrengst per saldo € 200.
j
2 BEREKENING EIGEN VERMOGEN, BATEN EN LASTEN Hier staan vijf situaties. Bereken de ontbrekende bedragen. Eigen vermogen begindatum boekjaar
Baten boekjaar
Lasten boekjaar
Eigen vermogen einddatum boekjaar
a
€ 153.000
€ 36.000
€ 32.000
……
b
€ 800.000
€ 175.000
€ 190.000
……
c
€ 20.000
€ 20.000
……
€ 10.000
d
€ 2.000
……
€ 13.000
€ 8.500
e
……
€ 87.500
€ 80.000
€ 392.500
13 FINANCIEEL BELEID NCO
j
29
3 OPSTELLEN BALANS STICHTING ORANJE De stichting Oranje is een verzorgingsinstelling in Soest. De organisatie heeft op 31 december 2013 de volgende bezittingen en schulden: • pand: € 8.000.000 • bestelbussen: € 500.000 • inventaris: € 3.000.000 • nog te ontvangen zorgbedragen: € 900.000 • vooruitbetaalde verzekeringspremies: € 100.000 • kasgeld: € 10.000 • saldo betaalrekening ING: € 30.000 • hypothecaire lening: € 7.500.000 • nog te betalen nota’s: € 200.000 a Bereken de omvang van het eigen vermogen. b Stel de balans op van Oranje op 31 december 2013. Gebruik voor de indeling het voorbeeld van de stichting Het goede doel.
jj
4 BASKETBALVERENIGING BIBA Basketbalvereniging BIBA uit Breda heeft op 31 augustus 2013 onder meer de volgende posten op de balans staan. Gedeeltelijke balans BIBA, 31 augustus 2013 (bedragen in euro’s) Debet/activa (bezittingen) Nog te ontvangen contributie Vooruitbetaalde verzekeringspremie
Credit/passiva (financiering) 900 400
Vooruitontvangen subsidie Nog te betalen bondsafdracht
750 200
De post ‘nog te ontvangen contributie’ betreft de contributie van 15 leden die hun contributie nog niet hebben betaald. De contributie had al op 1 mei 2013 binnen moeten zijn. Deze leden betalen evenveel contributie per maand. a Hoeveel contributie betaalt een lid per maand? Laat je berekening zien.
REKENHULP
3
De leden betalen hun achterstallige contributie in september nog steeds niet. Ze zijn dan nog wel lid. De contributie per maand is het bedrag dat je bij vraag a hebt berekend. Er komen geen nieuwe leden bij met een achterstallige betaling. b Tot welk bedrag groeit de post ‘nog te ontvangen contributie’ aan op de balans van 30 september 2013? Laat je berekening zien. De vooruitbetaalde verzekeringspremie is een schadeverzekering met een premiebedrag per maand van € 50. c Tot welke datum is de verzekeringspremie vooruitbetaald? Laat je berekening zien. d Voor welk bedrag staat de vooruitbetaalde verzekeringspremie op de balans op 30 september 2013?
30
13 FINANCIEEL BELEID NCO
jj
5 DE CONSUMENTENBOND De Consumentenbond is een vereniging die opkomt voor eerlijke en veilige consumentenproducten in het belang van de consument. Uit het jaarverslag over 2012 van de Consumentenbond valt op te maken dat de contributieopbrengsten en het aantal leden zijn gedaald ten opzichte van 2011.
Contributie (bedragen in duizenden euro’s) Contributies Index (2005=100) Aantal leden per 31 december Index (2005=100)
2012
2011
23.895
24.980
97,9
102,3
472.714
478.114
80,9
81,8 Bron: www.consumentenbond.nl
a Bereken met hoeveel procent de contributie in 2012 is gedaald ten opzichte van 2011. Rond af op 1 decimaal. b Bereken de procentuele afname van het aantal leden in 2012 ten opzichte van 2011. Rond af op 1 decimaal. c Concludeer, zonder een berekening te maken, of de contributie per lid gemiddeld is gestegen, gelijk gebleven of gedaald. Motiveer je antwoord.
REKENHULP
8
REKENHULP
1
Uit het jaarverslag van 2012 blijkt verder dat het exploitatieresultaat vóór belasting € 17.000 was. De Consumentenbond moest nog € 24.000 belasting betalen. Uit de balans van 2011 blijkt het eigen vermogen van de Consumentenbond op 31 december 2011 € 9.621.000 te zijn. d Bereken het eigen vermogen van de Consumentenbond op 31 december 2012.
jj j
6 ATLETIEKVERENIGING DE ZEVENSPRONG Dit is de balans van atletiekvereniging De Zevensprong uit Zevenhuizen per 31 augustus 2013. Balans De Zevensprong, 31 augustus 2013 (bedragen in euro’s) Debet/activa Credit/passiva
Clubgebouw 40.000 Eigen vermogen 38.050 Inventaris 15.000 Hypothecaire lening Rabobank 30.000 Materialen 12.000 Vooruitontvangen subsidie 2.000 Nog te ontvangen contributie 1.000 Nog te betalen energienota 200 Vooruitbetaalde salarissen 1.400 Liquide middelen: • In kas 100 • Betaalrekening Rabobank 750 ———— ———— Totaal 70.250 Totaal 70.250
13 FINANCIEEL BELEID NCO
Hier staan vijf gebeurtenissen: 1 Er wordt € 4.000 afgeschreven op het clubgebouw. 2 Er raken materialen zoek ter waarde van € 400. Deze moeten als afgeschreven worden beschouwd. 3 De Zevensprong koopt nieuwe stoelen voor € 300. Deze worden betaald via de betaalrekening bij de Rabobank. 4 De nog te betalen energienota van € 200 wordt betaald via de betaalrekening bij de Rabobank. 5 De periode waarvoor de vooruitontvangen subsidie van € 2.000 was betaald, gaat voorbij. De post ‘vooruitontvangen subsidie’ verdwijnt daardoor van de balans. a Geef van elk van de vijf gebeurtenissen afzonderlijk aan of het eigen vermogen hierdoor toeneemt of afneemt. Geef ook aan met welk bedrag. b Geef van elk van de vijf gebeurtenissen afzonderlijk aan of het totale vermogen hierdoor toeneemt of afneemt. Geef ook aan met welk bedrag. c Bereken de hoogte van het eigen vermogen na al deze gebeurtenissen.
jj j
7 DE WADDENVERENIGING De Waddenvereniging is een vereniging die zich inzet voor behoud van de natuur in het Waddengebied. Deze gegevens komen uit het jaarverslag van 2012.
Jaarrekening BALANS PER 31 DECEMBER 2012 ACTIVA
(Alle bedragen zijn in euro’s)
31 december 2012
31 december 2011
Materiële vaste activa Financiële vaste activa Voorraden Vorderingen en overlopende activa Liquide middelen
62.404 1.000.000 28.956 751.269 2.161.386
75.385 1.000.000 24.804 894.356 2.002.147
Totaal activa
4.004.015
3.996.692
Reserves Kortlopende schulden
3.504.979 499.036
3.548.096 448.596
Totaal passiva
4.004.015
3.996.692
PASSIVA
Bron: www.waddenvereniging.nl
Op 31 december 2012 had de Waddenvereniging nog een bedrag aan subsidie te goed van € 37.252. a Onder welke balanspost valt dit tegoed? Uit het jaarverslag blijkt verder dat de Waddenvereniging in 2012 voor € 5.697 heeft geïnvesteerd in vaste activa. b Bereken het bedrag van de afschrijvingen op de materiële vaste activa in 2012. c Bereken het exploitatieresultaat van de Waddenvereniging in 2012. Geef ook aan of dit positief of negatief is.
31
32
13 FINANCIEEL BELEID NCO
jj jj
8 SPORTVERENIGINGEN IN RECESSIE Home
Home
Sportverenigingen in financiële problemen Sportverenigingen ontkomen niet aan de nadelige gevolgen van de recessie. Vanaf 2008 is er een tendens zichtbaar binnen sportverenigingen dat zij minder goed aan opbrengsten komen. Sponsors haken af, leden kunnen minder goed hun contributie betalen of zeggen hun lidmaatschap op, en de opbrengsten uit reclame worden minder. Daarnaast bezuinigt de overheid steeds meer, zodat de subsidieopbrengsten ook nog eens dalen. De lasten van de verenigingen dalen echter niet.
a Verwacht je dat de beschreven ontwikkelingen gevolgen hebben voor de omvang van de liquide middelen van sportverenigingen? Verklaar je antwoord. b Denk je dat sportverenigingen op basis van de inhoud van het artikel een groter of juist een kleiner beroep zullen doen op bankkredieten? Motiveer je antwoord. c Beschrijf het gevolg van de geschetste ontwikkelingen voor de vermogenspositie van veel sport verenigingen. Motiveer je antwoord. d Zullen banken in deze situatie makkelijker of minder makkelijk een krediet verstrekken aan veel sportverenigingen? Leg je antwoord uit. e Spreek je verwachting uit over investeringen van sportverenigingen, bijvoorbeeld investeringen in onderhoud van gebouwen of in de inventaris. Worden deze investeringen vervroegd of juist uitgesteld door sportverenigingen? Motiveer je antwoord.
13.4 Financieel beleid nco Een niet-commerciële organisatie (nco) streeft niet naar winst, maar er moet wel genoeg geld zijn om de doelstellingen te verwezenlijken. Hoe kom je aan voldoende geld? Wat kun je doen als je geld tekortkomt? Welk financieel beleid kun je voeren? Staat van meer en minder De baten of opbrengsten van een vereniging of stichting bestaan uit bijvoorbeeld contributie, sponsorgelden, donaties, overheidssubsidies en opbrengsten uit projecten en beleggingen. De kosten van het personeel, de website, het onderhoud en de afschrijvingskosten of huur van gebouwen en de kosten van speciale projecten zijn voorbeelden van lasten. Alle opbrengsten en kosten worden samengevat op de staat van baten en lasten. Vooraf wordt een begroting of schatting van de baten en lasten gemaakt. Achteraf wordt de begroting vergeleken met de werkelijk gerealiseerde opbrengsten en kosten. De vergelijking tussen de begrote staat van baten en lasten met de werkelijke staat van baten en lasten levert de staat van meer en minder op. Om het financiële beleid van een nco te beoordelen worden de begrote cijfers vergeleken met de werkelijke cijfers. Dan kun je zien of schattingen kloppen en realistisch zijn.
13 FINANCIEEL BELEID NCO
Van basketbalvereniging Alterno is de volgende begrote en gerealiseerde staat van baten en lasten over 2015 gegeven. Alle verschillen tussen de begroting en de realisatie staan erachter vermeld in de staat van meer en minder. Staat van baten en lasten en staat van meer en minder (bedragen in euro’s)
Baten Contributie Donaties Reclame Sponsor Kantine Nadelig gerealiseerd saldo baten en lasten 2015
Lasten Zaalhuur Materialen Onderhoud Salarissen Website Clubblad Bondsafdracht Overig Voordelig begroot saldo baten en lasten 2015
Staat van baten en lasten
Staat van meer en minder
Begroting 2015
Gerealiseerd 2015
Meer
22.000 1.000 2.000 6.000 500
23.000 700 1.500 1.000 1.000 2.800
1.000
—–—— 31.500
——–— 30.000
——— 1.500
——— 5.800
15.000 2.000 2.000 6.000 500 500 4.000 1.000 500
15.000 1.500 1.800 6.400 400 400 3.700 800
0
0 500 200
—–—— 31.500
—–—— 30.000
Minder
Saldo
300 500 5.000 500
– 4.300
400 100 100 300 200
——— 400
——— 1.400
Saldo meer/minder
+ 1.000 – 3.300
Toelichting: Begroot positief saldo van € 500 = verwachte toename van het eigen vermogen. Gerealiseerd nadelig saldo van € 2.800 = feitelijke afname van het eigen vermogen. Nadelig verschil tussen het gerealiseerde en begrote saldo = € 2.800 + € 500 = € 3.300. Gevraagd a Geef een reden waarom het bedrag aan contributie hoger kan uitvallen dan begroot. b Welke begrotingspost is het meest tegengevallen? c Geef een voorbeeld van overige lasten. d Bereken hoeveel procent het gerealiseerde saldo van baten en lasten afwijkt van het begrote saldo. Uitwerking a Er zijn meer leden dan verwacht. b De sponsorbaten. Deze waren in werkelijkheid € 5.000 minder dan begroot. c Bijvoorbeeld: prijzengeld of kantoorartikelen. d Gerealiseerd saldo: – € 2.800. Begroot saldo: € 500. – € 2.800 – € 500 Het procentuele verschil is ———–—————— ¥ 100% = – 6,6 ¥ 100% = – 660%. € 500
33
VOORBEELD
34
13 FINANCIEEL BELEID NCO
De penningmeester zal de staat van meer en minder van een toelichting moeten voorzien. Daarin probeert hij de ontstane verschillen per post te verklaren. In het voorbeeld zie je dat bijna alle bedragen vooraf verkeerd zijn ingeschat. Dat hoeft niet erg te zijn, zeker niet als meevallers en tegenvallers elkaar compenseren (opheffen). In het voorbeeld zie je dat een verwacht positief saldo op de staat van baten en lasten in werkelijkheid een negatief saldo werd. Beleid Een negatief saldo op de staat van baten en lasten is ongewenst. De kosten zijn dan hoger dan de opbrengsten. Dit moet worden gefinancierd door eerder gereserveerd geld te gebruiken. Het eigen vermogen van de organisatie neemt met dit bedrag af. Hierdoor komen de doelstellingen van de organisatie in gevaar. Beter is het om een positief saldo op de staat van baten en lasten te realiseren. Met dit overschot kunnen reserves worden opgebouwd. Het eigen vermogen van de organisatie neemt dan toe. Daarmee kunnen nieuwe activiteiten van de vereniging of stichting worden gefinancierd en kunnen toekomstige tegenslagen worden opgevangen. Hoe moet je dit nu realiseren? Welk financieel beleid moet je voeren? Om die vraag te beantwoorden, beoordeel je als eerste de grootste verschillen tussen de begroting en de realisatie. In het voorbeeld zie je bijvoorbeeld een groot verschil bij de sponsorbijdrage. Deze is € 5.000 lager dan begroot. Hoe kan dat? Waren er geen duidelijke afspraken? Of kon de sponsor de afspraken niet nakomen? Wat moet je eraan doen? Nieuwe afspraken maken? Of moet je op zoek naar een nieuwe sponsor? Je kunt ook heel andere keuzes maken. Je kunt bijvoorbeeld de contributie en kantineprijzen verhogen om minder afhankelijk te zijn van de sponsor. Als je de grote verschillen hebt bekeken, bekijk je de overige posten. De contributiebaten bijvoorbeeld zijn € 1.000 hoger dan begroot. Zijn er in de toekomst nog meer mogelijkheden om deze baten te verhogen door bijvoorbeeld meer nieuwe leden te werven? Moet de nco meer reclame maken? Evenementen organiseren en de pers uitnodigen? Aan het eind heb je een totaalbeeld en maak je definitieve keuzes. Afhankelijk van het type organisatie kan dit soort beslissingen meer of minder eenvoudig worden genomen. Bij een vereniging zullen de leden via een algemene ledenvergadering moeten instemmen met een aantal beslissingen. Het verhogen van de contributie per lid bijvoorbeeld kan dan een lastig te nemen beslissing worden.
j
1 BASISKENNIS STAAT VAN MEER EN MINDER a Wat laat een staat van meer en minder zien? A de verschillen tussen de begrote en werkelijke baten en lasten B de verschillen tussen de begrote en werkelijke inkomsten en uitgaven C met welk bedrag het eigen vermogen meer of minder verandert dan het jaar ervoor D met welk bedrag de liquide middelen meer of minder veranderen dan het jaar ervoor b
Het A B C D
voordeel van het opstellen van een staat van meer en minder, is dat je eenvoudig kunt zien wat de invloed van wanbetalers is op het resultaat. je een instrument hebt om ontstane verschillen in baten en lasten te analyseren. je goed kunt beoordelen of er geld genoeg is om leningen af te lossen. je goed kunt zien of er meer of minder is geleend en afgelost.
13 FINANCIEEL BELEID NCO
j
jj
35
2 SALDO BATEN EN LASTEN Hier staan vier situaties. Bereken de ontbrekende bedragen. Geef ook aan of het positieve of negatieve bedragen zijn. Begroot saldo baten en lasten
Meer (+) of minder (–) baten dan begroot
Meer (–) of minder (+) lasten dan begroot
Werkelijk saldo baten en lasten
a
€ 600
+ € 500
+ €
700
……
b
– € 2.300
+ € 950
– € 1.050
……
c
€ 1.300
……
– € 2.000
– € 1.100
d
……
– € 3.300
+ € 5.400
€ 22.100
3 SPORTCLUB MEDEA Sportclub Medea uit Hilversum heeft over 2014 de begrote en de werkelijke staat van baten en lasten naast elkaar gelegd. De staat van meer en minder staat er ook bij, maar die is nog niet ingevuld. Ook het begrote en het werkelijke saldo op de staat van baten en lasten, en de totalen zijn nog niet ingevuld. Begrote en gerealiseerde staat van baten en lasten van Medea 2014 en staat van meer en minder (bedragen in euro’s)
Baten Contributie Donaties Sponsor Kantine Nadelig gerealiseerd saldo baten en lasten 2015 Totaal Lasten Zaalhuur Materialen Salarissen Website Voordelig begroot saldo baten en lasten 2015 Totaal
Staat van baten en lasten
Staat van meer en minder
Begroting 2014
Gerealiseerd 2014
Meer
80.000 3.000 10.000 4.000
78.000 4.000 12.000 1.000
……… ……… ……… ………
……… ……… ……… ………
—–—— ………
……… ——–— ………
——–— ………
——–— ………
20.000 20.000 45.000 5.000
21.000 28.000 47.500 9.000
……… ……… ……… ………
……… ……… ……… ………
……… —–—— ………
—–—— ………
——— ………
——— ………
Minder
Saldo meer/minder
Saldo
………
……… ………
a Vul in het schema de saldi en totaalbedragen in van de begrote en gerealiseerde staat van baten en lasten. b Vul de staat van meer en minder in. c Welke verandering van het eigen vermogen had de penningmeester verwacht?
................... ................... ................... ................... ...................
................... ................... ................... ................... ...................
36
13 FINANCIEEL BELEID NCO
d Wat is de werkelijke verandering van het eigen vermogen? e Welke drie posten laten relatief (procentueel) het grootste verschil zien tussen begroting en werkelijkheid?
REKENHULP
8
jj
4 FOUNDATION CHILD SUPPORT Stichting Foundation Child Support heeft over 2013 de begrote en de werkelijke staat van baten en lasten naast elkaar gelegd. Dat resulteert in een staat van meer en minder. Deze is echter nog niet ingevuld. Begrote en gerealiseerde staat van baten en lasten van Foundation Child Support 2013 en staat van meer en minder (bedragen in euro’s)
................... ................... ................... ................... ...................
................... ................... ................... ................... ...................
Baten Giften Rente Nadelig saldo Totaal Lasten Huur pand Salarissen Website Voorlichtingsbijeenkomsten Voordelig saldo Totaal
Staat van baten en lasten
Staat van meer en minder
Begroting 2013
Gerealiseerd 2013
Meer
150.000 1.500
125.000 1.100 ……… ………
……… ……… ……… ………
……… ……… ……… ………
18.000 80.000 5.000 20.000 ………
20.000 87.000 9.000 34.000
……… ……… ……… ………
……… ……… ……… ………
………
………
………
………
………
Minder
Saldo
………
………
a Vul in het schema de saldi en totaalbedragen in van de begrote en gerealiseerde staat van baten en lasten. Vul ook de staat van meer en minder in. b Bepaal met behulp van het schema de verwachte verandering van het eigen vermogen (de reserves). c Bepaal de werkelijke verandering van het eigen vermogen (de reserves). d Geef voor elke tegenvaller in de baten een mogelijke verklaring. e Heeft de penningmeester een goede begroting voor 2013 gemaakt?
jj j
5 HET NEDERLANDSE RODE KRUIS De doelstelling van het Nederlandse Rode Kruis is bijdragen aan een vreedzame, tolerante en humane wereld door het helpen van mensen wier leven, gezondheid, welzijn of waardigheid wordt bedreigd. Uit de staat van baten en lasten blijkt of het Rode Kruis een stichting of een vereniging is. a Is het Rode Kruis een stichting of een vereniging? Leg je antwoord uit. Begrote en gerealiseerde bedragen wijken van elkaar af. b Bereken het verschil in euro’s tussen het begrote exploitatiesaldo en het gerealiseerde saldo voor 2012. c Met welk bedrag nemen de reserves van het Rode Kruis in 2012 toe of af ten opzichte van 2011? Motiveer je antwoord.
13 FINANCIEEL BELEID NCO
STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2012 (bedragen in duizenden euro’s) BATEN
BATEN
Werkelijk 2012
Begroting 2012
1.868
1.946
Voorlichting en bewustmaking
3.715
15.439
16.100
Voorbereiding en coördinatie
4.100
4.709
Internationale activiteiten
35.854
31.446
Baten uit eigen fondsenwerving Collecten Contributies
LASTEN
Werkelijk 2012
Begroting 2012
Besteed aan doelstellingen:
Giften en schenkingen:
4.174
6.840
6.127
Nationale hulpverlening
26.893
29.039
939
2.349
Totaal besteed aan doelstelling
70.562
69.368
Nalatenschappen
12.198
8.531
Kosten eigen fondsenwervende acties
6.723
6.794
Baten uit acties van derden
19.461
9.190
Kosten acties van derden
Beschikbaar uit fondsenwerving
56.745
44.243
Subsidies van overheden
- Nationale doeleinden - Internationale doeleinden
24.156
25.894
Baten uit beleggingen
673
260
Overige baten
410
88
81.984
70.485
Som van de baten
593
200
Totaal kosten werving baten
7.316
6.994
Kosten beheer en administratie
3.802
3.615
Totaal beheer en administratie
3.802
3.615
81.680
79.977
Som van de lasten
Bron: www.rodekruis.nl
De realisatie is gunstiger dan de begroting. d Welke twee posten hebben in euro’s voor de grootste meevallers gezorgd? e Hoe zou het Nederlandse Rode Kruis beleid kunnen voeren waardoor die posten voor een nóg beter resultaat kunnen zorgen?
jj j
6 MAX HAVELAAR Max Havelaar is het onafhankelijke keurmerk voor Fairtrade, geen fabrikant of handelaar. Producten met het Max Havelaarkeurmerk zijn geproduceerd en verhandeld onder eerlijke voorwaarden. Max Havelaar produceert en verkoopt zelf niets. Max Havelaar is een keurmerk dat consumenten en bedrijven de mogelijkheid biedt om kleine producenten in ontwikkelingslanden te helpen een betere plek te verwerven in de handelsketen, zodat zij kunnen leven van hun werk. Uit de staat van baten en lasten blijkt of Max Havelaar een stichting of een vereniging is. a Is Max Havelaar een stichting of een vereniging? Leg je antwoord uit. Begrote en gerealiseerde bedragen wijken van elkaar af. b Bereken het verschil in euro’s tussen het begrote exploitatiesaldo en het gerealiseerde saldo voor 2012. c Welke wijziging in het eigen vermogen verwacht Max Havelaar in 2013? d Welke grote tegenvallers ten opzichte van 2012 verwacht Max Havelaar in 2013? Noem er minimaal twee. Max Havelaar kan proberen deze verwachte tegenvallers via beleid om te buigen. e Adviseer hoe Max Havelaar het beleid kan ombuigen voor elke tegenvaller die je in vraag d hebt genoemd.
37
38
13 FINANCIEEL BELEID NCO
jj jj
7 JAARVERSLAG STICHTING Op bladzijde 39 zie je het jaarverslag van een goed doel. In 2012 verdienden de twee directeuren elk € 101.865. De publieke opinie is dat directeuren van organisaties van goede doelen niet te veel mogen verdienen. a Geef een verklaring voor deze opinie. b Onder welke post op de staat van baten en lasten vallen deze salarissen?
REKENHULP
7
Bij veel goede doelen is de financiële doelstelling dat ongeveer 75% van de baten wordt besteed aan het goede doel. c Geldt dat in 2012 ook voor deze stichting? Licht je antwoord toe met een berekening.
KTIJK RACHT
13 FINANCIEEL BELEID NCO
39
STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2012 (bedragen in euro’s) Werkelijk 2012
Begroting 2012
- Baten uit eigen fondsenwerving - Baten uit gezamenlijke acties - Baten uit acties van derden - Subsidies van overheden - Rentebaten en baten uit beleggingen - Overige baten
2.492.895 373 902.332
1.850.0000 887.500
Som der baten
3 .395.600
2.737.500
BATEN
LASTEN
Besteed aan doelstelling - training - cliënten
1 .616.613 663.362
1.441.173 609.948 2.051.121
2 .279.975 Werving baten - Kosten eigen fondsenwerving - Kosten gezamenlijke acties - Kosten acties van derden - Kosten verkrijging subsidies overheden - Kosten van beleggingen
Beheer en administratie - Kosten beheer en administratie Som der lasten
RESULTAAT
497.912 -
438.626 497.912
438.626
351.832
342.641
3 .129.719
2.832.388
265.881
94.888-
Het bestuur van de stichting vindt het percentage dat aan het goede doel wordt besteed, te laag en besluit de salariskosten van de directieleden te halveren. In de praktijk is dat bijna niet mogelijk. d Waarom is het vrijwel onmogelijk om salarissen van directieleden te halveren? De directieleden gaan vrijwillig akkoord met een salarisverlaging van 50%. Dit geld wordt vervolgens ingezet voor het goede doel. e Volstaat deze salarisverlaging om te voldoen aan de wens om 75% van de baten te besteden aan het goede doel?
REKENHULP
6
f Hoe kan de stichting een groter deel van de baten aan de doelstelling van de stichting besteden? Welke mogelijkheid of mogelijkheden zie jij?
jj jj jj
GA NAAR DE WEBSITE OM DE PRAKTIJKOPDRACHT TE MAKEN.
PRAKTIJK OPDRACHT
40
13 FINANCIEEL BELEID NCO
Test jezelf 1 LIQUIDITEIT, EXPLOITATIE EN BALANS FIT4U Sportvereniging Fit4U heeft over 2013 een liquiditeitsoverzicht gemaakt. Liquiditeitsoverzicht Fit4U 2013 (bedragen in euro’s) Inkomsten
Uitgaven
Contributie
2.600
Zaalhuur
Subsidie
2.400
Aflossing lening
500
Sponsorgeld
1.800
Rente
100
Winst kantine
900
Salarissen Clubblad
Totaal
7.700
3.000
1.800 600
Saldo
1.700
Totaal
7.700
De balans van Fit4U van 31 december 2012 zag er zo uit: Balans Fit4U, 31 december 2012 (bedragen in euro’s) Debet Credit
Pand 100.000 Eigen vermogen 100.000 Inventaris 30.000 Hypothecaire lening Rabobank 50.500 Materialen 20.000 Vooruitontvangen subsidie 1.800 Nog te ontvangen contributie 500 Nog te betalen zaalhuur 1.100 Nog te ontvangen sponsorgeld 200 Nog te betalen kosten clubblad 100 Vooruitbetaalde salarissen 2.000 Liquide middelen 800 ———— ———— Totaal 153.500 Totaal 153.500
De subsidie betreft een gemeentelijk subsidie en is vanaf 2010 al jaren een vast bedrag per jaar. De gemeente betaalt de subsidie steeds vooruit op de laatste dag van een bepaalde vaste maand. Op • • • •
de balans van 31 december 2013 komen de volgende transitorische posten met bedragen: og te ontvangen contributie: n € 700 nog te ontvangen sponsorbijdrage: € 450 nog te betalen salarissen: € 150 vooruitontvangen subsidie: € 1.800
a Is het kassaldo positief of negatief? Leg je antwoord uit. b Bereken de contributiebaten van Fit4U voor 2013. c Op welke datum betaalt de gemeente de jaarlijkse subsidie van € 2.400? Motiveer je antwoord. d Bereken de sponsorbaten van Fit4U voor 2013. e Bereken de lasten voor zaalhuur in 2013. f Hoe hoog zijn de salarislasten van Fit4U in 2013? g Bereken de kosten van het clubblad in 2013. h Heeft Fit4U nieuwe materialen gekocht in 2013? Motiveer je antwoord.
13 FINANCIEEL BELEID NCO
Naast de berekende baten en lasten zijn nog de volgende gegevens bekend: • De begrote kantinewinst is ook de gerealiseerde kantinewinst. • Op het pand schrijft Fit4U € 1.000 per jaar af, op de inventaris € 4.000 per jaar. • Op de materialen wordt € 1.500 per jaar afgeschreven. • De werkelijke rentelasten komen uit op € 500. i Stel de staat van baten en lasten (het exploitatieoverzicht) op van Fit4U voor 2013 en bereken het exploitatiesaldo op de staat van baten en lasten. j Stel op grond van de beschikbare gegevens de balans op van Fit4U op 31 december 2013. k Vind je dat er reden is voor zorg voor de penningmeester? Motiveer je antwoord. l Kies een bate in het exploitatieoverzicht die het bestuur kan proberen te verhogen en geef aan hoe die post kan worden verhoogd.
41