Fragment beestenboel

Page 1

BEESTENBOEL!

STEFAAN VAN LAERE

NT E M

G A R F

UITGEVERIJ PARTIZAAN



BEESTENBOEL! (voorlees)gedichten voor kinderen


Beestenboel! (voorlees)gedichten voor kinderen Š2014 Stefaan Van Laere & Uitgeverij Partizaan illustraties: Florence Kaspar ISBN 9789492007 Wettelijk depot: D/2014/0534/13 NUR: 290-292


Beestenboel! (voorlees)gedichten voor kinderen

Stefaan Van Laere

Uitgeverij Partizaan

www.partizaan.be



Knal! Boem! Het is al een poos geleden, vast een miljoen jaar of tien Dat een dino dringend moest plassen, maar er was nergens een toilet te zien Toen heeft hij heel hard gelopen, zijn tong hing half uit zijn bek Hij vond - dacht hij - een geschikt plekje, maar het lag vol dinodrek Zijn grote broer was langsgekomen, ook op zoek naar een toilet Hij besloot het op te houden, en ging slapen in zijn dinobed Een week bleef hij zo lopen, zijn buik werd dik en bol Hij kon het niet lang meer houden, en merkte niet hoe hij zwol Tot zowat drie weken later, hij was toen al tweemaal zo breed Zijn vel begon te scheuren, ook al was hij intussen op dieet De honger dwong hem toch te eten, het eitje van een eng beest Die ene hap bleek er te veel aan, ĂŠĂŠn knal en hij was er geweest


Meneer de mosselman Ergens in een steegje diep in Astrakan Liep meneer de mosselman Zijn kar lag vol zwarte schelpen uit de zee En ook zijn poes Jonas ging mee Helaas voor hem, dit was het strenge Astrakan En daar heerste Baldwin Knor de tiran Die op het vlak van eten erg kieskeurig was Zo lustte hij niets dat groeide in een plas De mosselman maakte met zijn kar rechtsomkeer Duwen maar, zijn voeten deden steeds meer zeer Hij bolde helemaal tot in het verre Japan Waar men gelukkig wel mosselen eet uit de pan Keizer Happimilo riep hem uit tot meesterkok En hij werd opgenomen in de Orde van de Artisjok Hij vond er een meisje met ogen o zo nauw Ze lustte haar mosseltjes het liefst rauw


Alles los Klap maar in je handen Draai ze in de lucht Knars nu met je tanden Laat een diepe zucht Voel eens aan je oren Weet je wat ze doen Je kan er mee horen Ja, ook jij, kapoen Tast nu naar je kin Daar zit ineens een spin Dat beest doet echt geen kwaad Zolang je er niet naar slaat Zet het diertje zachtjes op de grond Zodat je het niet verwondt Klap en draai en knars en voel Trek in de spiegel een gekke smoel


Lief pluisje Op de grond ligt in het stof een lief pluisje Gevallen uit de pels van een braaf muisje Het dwarrelt in de kringen van de wind Van hier naar daar, steeds goedgezind Ik speel blazend het zachtepluisjesspel Wat dollen met het donsje bevalt me wel Het pluisje gaat steeds maar op en neer En dan zie je het ineens niet meer Maar kijk, daar is het warempel terug Op slapende papa zijn blote rug Ik sluip op handen en voeten naar hem toe Want ik ben nog lang niet moe En weer spelen maar, het pluisje en ik Van al dat hollen krijg ik zowaar de hik En eerlijk gezegd, mijn beentjes worden zwaar Dag lief pluisje, voor vandaag zijn we klaar



Telkampioen Een twee Wie telt met me mee Drie vier De telkampioen is hier Vijf zes Opletten in de les! Zeven acht Een pels heet ook een vacht Negen tien Mijn zus is een stomme trien


Tien negen Lekker fietsen in de regen Acht zeven Wat heb ik toch een leven! Zes vijf Zeg tegen een vrouw nooit ‘wijf ’! Vier drie Ik heb een gat in mijn knie Twee een Genoeg! Of wil je dat ik ween?


Beestenboel Jos de vos had het hoog in zijn bol Hij wilde een feestje in zijn hol Pol de mol vond dat een goed idee Loes de poes wou eerst niet mee Ze had zin in een hapje van Pluis de muis En zette meteen een pan op het fornuis Waarom geen tweede pot voor Stijn het konijn? Dat werd hier een waar smulfestijn! Doe dat niet, smeekte Jos de vos Hij was oud en al zijn tanden zaten los Ik zie ze echt graag, zei de kat overstuur Zolang ze maar koken op het vuur! Loes knipoogde naar Pol de mol Die schoof zijn bordje helemaal vol Met lekkers uit de pan Van honger geeuwde hij nu en dan Blind als hij was zag hij niet wat hij at Muis en konijn, en ook een stukje kat Want Loes trok haar pootje niet op tijd terug Jankend sprong ze op en viel op haar rug O sorry, zei Pol, ik had het niet gezien‌


Lekker zot en lekker gek Kriebel kriebel kriebel Is dat niet erg fijn Wiebel wiebel wiebel Wat fijn een kleuter te zijn! Lekker zot doen, lekker gek Zoals de eendjes, kwek kwek kwek Lopen, hollen, zonder stoppen Met je handjes op de muren kloppen Op je potje een drolletje draaien Naar de visjes in hun bokaaltje zwaaien Kleutertje lief, doe lekker je zin Want je staat nog maar aan het begin!



Een zacht gekookt eitje Een zacht gekookt eitje Had ze niet allemaal op een rijtje Het ging op wandel op straat Maar het werd nu erg laat Het eitje werd al thuis verwacht Maar het liep alleen in de nacht Helemaal verward in het hoofd En alle lichten waren gedoofd Er klonk een vreemd geluid Was dat een of andere fluit? Het eitje raakte in paniek Op de maat van enge griezelmuziek Nog even en het was thuis In het zacht gekookte eitjeshuis Maar daar was ineens de tram Bam! Omelet op de macadam!



Zware oogjes Baby wil niet slapen Baby is wel moe Zie haar liggen gapen Haar oogjes vallen toe Mama zingt een wijsje Papa fluit wat mee Slaap maar lekker meisje In ons bootje op de zee Zelfs de visjes slapen Ook zij zijn heel moe Ook hun mondjes gapen Ook hun oogjes vallen toe


Maffe dino’s, een plat eitje, een wolkje dat heerlijk in de lucht zweeft, Jos de vos en Pol de mol, de circusjongen Marino Pepetto: deze luchtige gedichten vertellen over het leven met een lach en een traan. Stefaan Van Laere schrijft voor iedereen. Ook voor de jongsten onder ons, en deze bundel gedichten leent zich ideaal tot voorlezen voor groepen vanaf 8 jaar zonder bovengrens in leeftijd. Met prachtige illustraties van Florence Kaspar.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.