SportAmerika Magazine No. 11

Page 1








HOOFDREDACTIE Neal Petersen Geert Jan Darwinkel EINDREDACTIE Kasper Dijk REDACTIE Lennart Beishuizen Pieter Brouwers Geert Jan Darwinkel Vincent Van Genechten Eva Gerritse Pieter Horstman Justin Kevenaar Paul Klomp Jasper Laman Marco Post Jurian Ubachs Klaas­Jan ter Veen Jeroen Veenstra Seb Visser Frank Wielaard Jules Zane COLUMNISTEN Matthijs van den Beukel Gijsbregt Brouwer Jeroen Elshoff Leander Schaerlaeckens FOTOGRAFIE Getty Images PRODUCTION, ART DIRECTION & DESIGN DarChicago Ltd. MET DANK AAN Issuu, Scribus SportAmerika The Magazine is een uitgave van Petersen Media. Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden gekopieerd zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever. © Petersen Media 2012­ 2013 ­ Alle rechten voorbehouden.

Francisco Elson

Als één van onze eerste gasten van de Sport Amerika

Show op ALLSportsRadio had Francisco Elson afgelopen week direct een primeur voor ons. Hij gaf aan definitief gestopt te zijn met basketballen. Na een carrière van veertien seizoenen in het buitenland, die begon in Spanje en eindigde in Iran, was het genoeg geweest voor de 2 meter 10 lange Rotterdammer. Dat het bericht niet heel veel stof deed opwaaien, verbaasde mij niet. Ja, vorig jaar zomer, toen Elson aangaf te stoppen met het spelen voor het Nederlands team verschenen er wel wat berichten in de media. Ik moest er van de week aan denken hoe bizar dat eigenlijk is. Elson behoort tot een illuster rijtje spelers die een NBA‐ ring in zijn bezit heeft. In 2006 won hij de NBA titel namelijk met de San Antonio Spurs. Toegegeven, de Rotterdammer was geen basisspeler van dat team, maar speelde wel gewoon tijdens de Finals en had daarom een aandeel in de titel.

Zo'n speler, die jarenlang wist te overleven in de zwaarste competitie ter wereld en het Nederlands team glans gaf, nam afscheid en niemand die er ook maar een berichtje over schreef. Nee, dan is het stoppen van Dennis Gentenaar, tweede keeper van NEC, meer nieuws. Met alle respect, maar is de verhouding niet een beetje zoek?

Het is eeuwig zonde, aangezien Elson altijd een rolmodel

naar de Nederlandse fans en spelers is geweest. Altijd maakte hij tijd voor een praatje met de pers en of jeugdige talenten die hem om hulp vroegen. Uit eigen ervaring weet ik inmiddels dat er weinig professionelere sporters zijn dan de Rotterdammer. Dank Francisco voor alle mooie jaren en de trots die je ons bracht als je weer in de NBA schitterde,







Rashard Mendenhall

neemt al op 26­jarige leef­ tijd afscheid van de NFL. De runningback, die vorig sei­ zoen nog uitkwam voor de Arizona Cardinals, verklaarde eind februari in een column in de Huffington Post uit te kijken naar een ander soort uitdaging • Red Bry­ ant versterkt de defensie van Jacksonville. Bij de Jaguars tekent Bryant, die vorige week bij de Seattle Seahawks werd ontslagen, een vierjarig contract. De defensive end (30) komt hij in hoofdcoach Gus Bradley een bekende tegen. Bradley was van 2009 tot 2012 zijn defensive coordinator in Seattle • De Minnesota Vikings rouleerden vorig jaar maar liefst drie quarterbacks en twee daarvan komen volgend jaar sowieso terug. Matt Cassel tekende een tweejarig contract en maakt daarmee ook komend seizoen kans om te starten. Ook Christian Ponder blijft nog een jaar. Het is de vraag of Minnesota opnieuw een derde quarterback binnenhaalt om de strijd aan te gaan • De New Orleans Saints nemen afscheid van twee veteranen: Darren Sproles en Lance Moore mogen per direct op zoek naar een nieuwe werkgever. Moore (30) kwam als grote onbekende de NFL in vanuit Toledo University, maar werkte zich al snel op tot een solide receiver. Sproles (30) staat vooral bekend om zijn explosiviteit en zijn compactheid, wat hem altijd een lastig te verdedigen speler maakt. Het laten gaan van Sproles leidt tot wat spanning bij zijn ex­teamgenoot Jimmy Graham. De tight end, die vorige week een franchise tag kreeg, was niet te spreken over het ontslag van Sproles •

Zydrunas Ilgauskas is zaterdag­

avond geëerd door zijn oude team de Cleveland Cavaliers. Zijn shirt met rugnummer 11 werd in de nok van het stadion gehesen en op die manier vereeuwigd. De reus uit Litouwen is de zevende speler in de clubgeschiedenis die op deze manier in het zonnetje gezet wordt. Ilgauskas is de speler met de meest gespeelde wedstrijden, rebounds en geblokte schoten in de geschiedenis van de Cavaliers • Ilgauskas speelde jaren samen met LeBron James, die ook aanwezig was bij de festiviteiten. De geruchten gaan zelfs dat de Cavaliers de ceremonie juist op zaterdag planden, zodat James erbij kon zijn. Alles om hem te verleiden tot een terugkeer naar Cleveland, aankomende zomer? • Een directe rechtse op de keel levert je in de NBA slechts één wedstrijd schorsing op. Althans, als je O.J. Mayo heet. De guard van de Milwaukee Bucks irriteerde zich duidelijk aan Greg Stiensma van de New Orleans Pelicans. Na een stevig screen van Stiensma kon Mayo zich niet inhouden en sloeg hij hem op z'n keel. De dader opgelucht ademhalen. Het zal wel aan de initialen liggen... • Good­old Drew Gooden is (voor even?) terug in de NBA. De Washington Wizards boden de veteraan voor de tweede keer een tiendagencontract aan. De 32­ jarige forward moet de leegte onder de basket invullen die de Braziliaan Nene en Kevin Seraphin achterlaten. Het duo is uitgeschakeld met knieblessures. Gooden speelde in het verleden onder meer voor de Cleveland Cavaliers en de Chicago Bulls •


Letland behaalde op de Olym­

pische Spelen het beste ijshockey­ resultaat ooit met een achtste plaats, maar de ploeg moet vre­ zen voor diskwalificatie. Zorzs Tikmers, lid van Letse Olympische comité, verklaarde dat er een tweede verdachte dopingtest is gevonden binnen het Letse ijshockeyteam. Volgens de regels van het IOC wordt een team bij meer dan één positieve dopingtest gediskwalificeerd en eerder werd Vitalijs Pavlovs al betrapt op het gebruik van methylhexaneamine • David Backes, Alex Pietrangelo en T.J. Oshie kenden een vervelende start na het Olympische ijshockeytoernooi. De koffers van het drietal werden door FedEx naar huis gebracht, maar het vervoersbedrijf raakte de koffers kwijt. Vooral Backes maakte zich zorgen om de koffers, omdat er spullen inzaten die aan het eind van deze maand geveild zullen worden ten gunste van een goed doel. De koffers werden na een oproep op social media gevonden. In het begin van deze week kregen de Blues hun bagage weer terug • Nathan Mac­ Kinnon verbrak een record van Wayne Gretzky. De nummer 1 draftkeuze van het afge­ lopen seizoen voor de Colorado Avalanche noteerde in dertien opeenvolgende duels minstens één punt. Het record onder 18­ jarige spelers stond op naam van Gretzky, die in 1980 in twaalf opeenvolgende wedstrijden een punt maakte • Zach Kassian (Vancouver Canucks) werd voor drie wedstrijden geschorst naar aanleiding van een overtreding ten opzichte van Brendan Dillon (Dallas Stars) •

De MLB nam afscheid

van dokter Frank Jobe, de bedenker van de Tom­ my John­operatie. De operatie, waarbij een pees in de elleboog vervangen wordt door een pees elders uit het lichaam, is een begrip in de honkbalwereld en redt jaarlijks diverse werperscarrières. Jobe werd 88 jaar oud • De door Jobe bedachte ingreep zal binnenkort pitcher Luke Hochevar (Kansas City Royals) treffen. Jaime Garcia (St. Louis Cardinals) zal dat bespaard blijven, maar aanhoudende schouderproblemen nopen wel tot een bezoek aan de bekende ‘gewrichtendokter’ James Andrews • Diezelfde Cardinals versterkten zich deze week met de talentvolle Cubaanse korte stop Aledmys Díaz. Díaz zal in vier jaar tijd tussen de vijftien en twintig miljoen dollar verdienen • De Baltimore Orioles hebben de blessuregevoelige Johan Santana een Minor League­contract gegeven. Santana is naar eigen zeggen nog lang niet klaar om weer in de MLB te gooien, maar de Orioles willen hem de kans geven die stap alsnog te maken. Ondertussen is Baltimore druk bezig om een andere Santana, startend werper Ervin, binnen te halen. De Toronto Blue Jays zijn ook in de race, net als naar verluidt de Minnesota Twins • Hij mag dan 41 jaar oud zijn en sinds 2011 niet meer in de Majors hebben gespeeld, maar Manny Ramírez is vastbesloten terug te keren. De slugger van weleer vecht in zijn eigen trainingskamp in Miami voor een laatste kans. Ramírez, die in zijn carrière 555 homeruns sloeg, kwam de laatste jaren niet verder dan Minor League­ contracten bij Oakland en Texas •




Toen AD23 eind 2009 zijn toekomst

overdacht, zag die er weinig rooskleurig uit. Hij keek naar kleine mannen als Allen Iverson en Tracy McGrady, in de hoop iets op te steken en een betere speler te worden. Van universiteiten die hem een beurs aanbieden, droomde hij alleen maar. Perspective High, de school waar Davis heen ging, was geen hoogvlieger. De lokale kranten van Chicago hielden in die tijd meer dan driehonderd basketbalteams in de gaten maar Perspective High was er geen van. De school had geen eigen sporthal, maar trainde in een lokale kerk waar de spelers met de bus naar toe moesten. Hij stond daar bekend als ‘Die kleine die de driepunters uit de hoek gooit’. Toen Cleveland State hem in zijn voorlaatste seizoen een aanbieding deed, was hij door het dolle heen.

Groeispurt

Maar dan gebeurt er iets. In de zomer voor aanvang van zijn laatste jaar in high school groeit hij een beetje, en nog een beetje, en nog een beetje. Uiteindelijk twintig centimeter in een enkele zomer. Bij een bezoek aan de dokter wil hij de man niet geloven als hij hem vertelt dat hij boven de twee meter zit. De familie ligt krom om kleren voor Davis te kunnen kopen, want voordat zijn moeder terug is van het shoppen, zijn de kleren al te klein. Zijn vader koopt een extra groot bed. Nu is hij niet langer een guard maar een forward. Ook zijn interesses verschuiven – hij kijkt nu naar Garnett en Durant om wat te leren.

Veel spelers die te maken krijgen met

een plotselinge groeispurt en de bouw van Davis hebben, krijgen iets slungeligs, alsof ze hun lichaam niet helemaal onder controle hebben. Anthony is de uitzondering op de regel. Hij behoudt zijn atletische vermogen, coördinatie en zijn voetenwerk, dat hij erg nodig had als guard. Daarnaast boet zijn afstandsschot niets aan kracht in, dus ook met zijn gezicht richting de basket is hij een gevaar voor tegenstanders.


Reus

Davis was nu een reus van 209 centimeter groot met eindeloze armen, snel op zijn voeten en met een neusje om schoten van tegenstanders genadeloos te blokken. Maar hij moest zich ook snel aanpassen, want op zijn nieuwe positie werden nu post moves van hem verwacht. Die zomer werkte hij hier in elke training aan en in de AAU足competitie leerde hij ze te gebruiken in de wedstrijd. Zijn roem snelde hem vooruit en opeens had iedereen het over die onbekende nieuweling Davis.

Een uitnodiging voor het NBA Top 100

zomerkamp viel hem ten deel. Scouts keken reikhalzend uit naar de jongen van de verhalen. Zij kwamen niet voor niets. Davis sleepte de prijs voor beste speler van het kamp binnen en brak door. Zijn naam was voor eens en altijd gevestigd in de landelijke media. Binnen een paar maanden werd hij van nobody opeens gezien als beste speler van zijn leeftijdscategorie.

Aanbiedingen

Met zijn groeiende reputatie kwamen ook de aanbiedingen. Sommige boden hem zelfs een scholarship aan zonder hem ooit te hebben zien spelen. Ook de grote kranten begonnen zich in hem te verdiepen. Ze kwamen erachter dat Davis in verschillende wedstrijden meer dan vijftig punten had gescoord en dat hij ook op school uitstekende cijfers haalde. Tijdens de Kings City Classic zag John Calipari, de legendarische coach van Kentucky, hem voor het eerst spelen. Een saillant detail hierbij is dat het toernooi werd gehouden op de campus van Cleveland State University. Voor Davis was de keus snel gemaakt. Hij had zijn stadgenoot Derrick Rose (zie kader) onder coach Calipari zien spelen bij Memphis, en droomde sindsdien van dat systeem. Hij verhuisde dan ook snel zijn talenten naar Lexington om voor Kentucky te gaan spelen.


In zijn laatste jaar voor Perspectives

High kwam hij tot 32 punten, 22 rebounds en zeven blocks per wedstrijd. Desondanks won zijn team maar zes van de vijfentwintig wedstrijden dat seizoen. Hij werd wel verkozen tot All­American en mocht meespelen in de bekende McDonald’s­wedstrijd.

In Kentucky was hij onderdeel van misschien wel het beste Kentucky­team ooit. Met Terrence Jones (Houston Rockets), Darius Miller (New Orleans Pelicans), Michael Kidd­Gilchrist (Charlotte Bobcats), Doron Lamb (Orlando Magic) en Marquis Teague (Brooklyn Nets) had hij vijf teamgenoten die tegenwoordig uitkomen in de NBA. Het was echter Davis die talloze keren werd onderscheiden. Hij won Freshman of the Year en een handvol ‘speler van het jaar’­awards. Vooral verdedigend maakte hij zijn naam meer dan waar. Hij brak het record voor meeste geblokte schoten als eerstejaars, en onder het motto “Bow to the Brow” wist Kentucky onder leiding van Davis de nationale titel met overmacht binnen te halen.

Olympische droom

Dat hij als eerste overall gekozen werd door de New Orleans Pelicans mocht dus ook geen verrassing heten. Als kers op de taart mocht hij meedoen aan het pre­ Olympisch trainingskamp van Team USA. Na slechts een paar trainingen gooide een verstuikte enkel roet in het eten en kon Davis zijn Olympische droom in de ijskast zetten.

De blessure herstelde echter snel en zijn droom werd toch nog werkelijkheid – toen hij thuis in Los Angeles de ESPY Awards op televisie bekeek, ging de telefoon. Blake Grififin was geblesseerd geraakt, en omdat ook Bosh, Aldridge en Howard verschillende pijntjes hadden, zat TeamUSA met een tekort aan lange mannen. Op de Olympische Spelen zouden ze die toch echt nodig hebben, want Spanje, Argentinië en Brazilië



hadden ze wel. Coach K had Andrew Bynum als laatste redmiddel. Toen deze (zacht gezegd) ‘aparte’ man gepolst werd, sloeg hij echter vriendelijk af, waardoor er maar één optie overbleef. Na Christian Laettner en Emeka Okafor mocht ‘the Brow’ op negentien jarige leeftijd als der­ de collegespeler ooit, sinds er professio­ nals mee mogen doen, voor de Verenigde Staten mee naar de Olympische Spelen.

In Londen zat hij in de

kleedkamer met LeBron James, Kobe Bryant, Chris Paul en nog elf spelers met een fantastische staat van dienst. Een daarvan was Kevin Durant, sinds zijn groeispurt de man waar Davis naar keek om te leren. Veel van de tijd in Londen bewoog hij zich als stagiair, lerend van zijn teamgenoten. Hij at met ze, zat bij ze in de bus en stond naast ze terwijl ze hand­ tekeningen uit­deelden. Elke indruk zoog als hij op als een spons.


Anthony Davism die opgroeide aan de

South Side van Chicago, is het volgende basketball‐supertalent uit de stad die gek is van het spelletje. Al vanaf de ABA is Chicago een broedplaats van basketbal‐ talent. Huidige NBA’ers als Dwyane Wade, Derrick Rose, Iman Shumpert, Evan Turner, Patrick Beverley, Shannon Brown en Andre Iguodala behoren tot de grote groep Chicagoans die het hoogste podium bestormen.

Met de aanwas zit het ook wel snor. Jabari Parker, die nu furore maakt bij de Duke Blue Devils, groeide op in Chicago. Hij is één van de grote kanshebbers om dit jaar als nummer 1 gedraft te worden. Volgens ESPN is de beste speler op high school op dit moment Jahlil Okafor. Hij gaat volgend seizoen zijn kunsten vertonen bij Duke, in de voetsporen van Parker. Het schetst geen verbazing dat deze center ook uit Chicago komt.

Ondanks al dat talent is er in Chicago, of in

de staat Illinois, geen universiteit die jaarlijks meedoet om de grote prijzen in het NCAA Tournament. Voor veel volgers van de sport is dat verbazingwekkend, voor inwoners van Chicago een frustratie.

Dit gebrek aan succes ging ook Anthony Davis aan het hart en hij wilde dit op een opmerkelijke manier ombuigen. Met verschillende hoog ingeschaalde talenten uit Chicago, of uit de directe omgeving, sprak Davis af om voor DePaul University uit hun geboorteplaats te gaan spelen.

Eén speler veranderde echter

van gedachten en koos voor een andere universiteit, met als gevolg dat het hele voorgenomen team uit elkaar viel. De weg van Davis is sindsdien genoegzaam bekend, en DePaul University heeft sinds 2004 het NCAA Tournament niet gehaald.


Doordat de big men dun gezaaid waren,

Game plaats in het Smoothie Kings Center mocht ook Davis zijn minuten maken. Hier in New Orleans. Een ruime week vantevoren moest er door nieuwbakken rekende hij niet altijd op: tijdens de 156­73 baas Adam Silver een vervangende speler overwinning op Nigeria mocht hij invallen en, tot grote hilariteit van de rest van Team opgeroepen worden vanwege de blessure USA, bleek hij zijn shirt vergeten te zijn. Zijn van Kobe Bryant. Dat hij Anthony Davis selecteerde werd door alle basketbalfans als beste wedstrijd speelde hij tegen Tunesië. een logische keuze gezien. Zo stond Davis in Hij eindigde met twaalf punten en miste geen enkel schot. Zijn teamgenoten werden zijn New Orleans weer met dezelfde mannen op veld. Het grote verschil was training voor training positiever over de alleen dat hij er nu stond als gelijke. benjamin van de groep. Hij dwong respect af door voorafgaand aan de trainingen al in n slechts drie jaar verzamelde ‘die kleine het krachthonk te zijn, en door tijdens de die de driepunters uit de hoek gooit’ trainingen niet zijn sterke punten uit te een nationaal kampioenschap met buiten, maar jumpers te schieten met de beste schutters, om zo zijn zwakke punten te Kentucky, een gouden medaille met Team USA en zijn eerste All­ ontwikkelen. Van Kevin Durant tot Kevin Starverkiezing. In zijn jeugd groeide hij Love, allemaal waren ze onder de indruk in korte tijd letterlijk boven de rest uit, van het talent en de werkhouding van deze tiener. Eensluidend zeiden ze: “Die geeft ons nu is het tijd om in de NBA figuurlijk boven de rest uit te stijgen. • kopzorgen in de NBA.”

I

Vorige maand, ruim anderhalf jaar na de Spelen in Londen, vond de jaarlijkse All­Star



Schouders

De NBA is al maanden in de ban van een stukje stof. Ik ben fan van de nieuwe shirts met mouwtjes, maar de invoering ervan gaat niet zonder slag of stoot.

De NBA zag dat al aankomen en liet de spelers afgelopen zomer tijdens Summer League rustig wennen aan de stof om hun schouders. Maar die proefperiode bleek niet genoeg. Spelers blijven mopperen over de mouwtjes en de oppositie krijgt extra aandacht dankzij hun aanvoerder: niemand minder dan LeBron James. James is nooit fan geweest van de mouwtjes. Met Kerst liep hij na de eerste wedstrijd in de nieuwe shirts tierend de kleedkamer in: “Ik kan hier niet mee schieten!” Afgelopen week was het weer raak. In de mouwtjeswedstrijd tegen de Spurs had James een dramatische offday. Vlak na zijn buitenaardse 61 punten tegen de Bobcats was dat nogal een domper. James zelf gaf de schuld van zijn matige optreden voorzichtig aan de nieuwe shirts. Het zit allemaal nogal strak om zijn schouders en daardoor heeft hij moeite met zijn schot. De Spurs hadden daar blijkbaar een stuk minder last van.

LeBron is geen held met kledingwissels.

De hoofdbandperikelen tijdens de afgelopen playoffs staan iedereen nog helder voor de geest. En eerlijk gezegd denk ik dat ook het mouwtjesprobleem bij LeBron tussen de oren zit, in plaats van om zijn schouders. Maar ook een probleem tussen James’ oren is een probleem dat de NBA niet zal kunnen negeren. Als de King blijft mopperen, komt er misschien toch wel weer een eind aan het mouwtjestijdperk. Helaas. ∙

Eva Gerritse.


Empire State of Mind

De metro stopt op Atlantic Avenue. Het is niet de eerste keer dat ik in Brooklyn kom, maar dit stuk viel altijd een beetje van de kaart. Liever het hippe deel rond Bedford Avenue, het mooie Park Slope, het rauwe DUMBO of het keurige Brooklyn Heights. Hier is hoegenaamd niets.

Tenminste hier was hoegenaamd niets. Het metrostation is van een roestbruine kleur. Dezelfde kleur als de gigantische hal die voor me opdoemt. Een oculus met een scherm dat niet zou misstaan op TimesSquare staart me aan. Ik kijk in één keer dwars door het gebouw heen en zie een court liggen. Hét court liggen. Daar acteren de speeltjes van Jay‐Z: de Brooklyn Nets. Het NBA‐team in strak zwart en wit. Het team dat de New Yorkers de Knicks moet doen vergeten. In alle eerlijkheid: het zijn nauwelijks zijn speeltjes. Jay‐Z was met nog geen procent aandeel van gering nancieel belang. Dat is de Rus Mikhail Prokhorov wel. De Brooklyn Nets zijn eigendom van deze miljardair die 109de staat op de lijst van rijkste mensen op onze planeet.

Jay‐Z heeft zijn aandeeltje alweer verkocht trouwens. Hij werd spelersmakelaar en dat mag niet samengaan: belangen van de club en de speler verschillen per de nitie. Maar de hal, met de commerciële en oersaaie naam Barclays Center, ademt Jay‐Z. Zijn club, de 40/40 club, is de chique hospitality ruimte voor de VIP's. Zijn favoriete champagne (Armand de Brignac met schoppenaaslogo) wordt geserveerd in alle VIP‐boxen. Zijn box ligt praktisch courtside, vijftien stappen en je zit aan het veld. Misschien nog wel belangrijker: het roestbruine gevaarte staat in de buurt waarin hij opgroeide.De bedrijven uit zijn buurt (denk aan de cheesecakes van Junior's en het bier Brooklyn Brewery) verkopen er eten en drinken. Hij speelde de eerste acht concerten in de hal, nog voor de Nets er hadden gespeeld.

Het Barclays Center is namelijk veel meer dan een basketbalhal. Er zijn concerten en andere shows die promotor AEG programmeert. De New York Islanders zullen er binnenkort hun puck over het ijs jagen en er wordt veel collegebasketbal gespeeld. Maar ook in overdrachtelijke zin is het Barclays Center veel meer dan een sporthal. Het is een ontwikkeling die meer dan een decennium in voorbereiding was. Het is een innovatieve arena met meer dan duizend schermen, een eigen app en gratis wi . Het is ook een nieuw smoel voor een lastige wijk in Brooklyn. Het is een megaproject waar niet iedereen in Brooklyn met even veel liefde naar kijkt, zelfs met Jay‐Z als lokale ambassadeur. Het is de oorzaak dat Madison Square Garden na al die jaren ineens wel geld had om te verbouwen.

Inmiddels zijn de ogen alweer gericht op twee nieuwe sportteams in New York (nou ja, nieuwe...): de NYC FC en New York Cosmos. Ja inderdaad: twee voetbalteams, naast de Red Bulls. Maar dat is voer voor een andere column. •








Surprise, Arizona zal zelden zoveel men­

Ron Washington hebben we besloten dat niet te doen, hoewel we weten hoe graag Russell dat had gewild. Maar we kunnen nu eenmaal niet ook maar 'n half procent het risico lopen dat ie geblesseerd raakt."

sen hebben gezien als vorige week. De reden van de volksoploop op het (spring) trainingcentrum van de Texas Rangers? Seattle Mariners quarterback Russell Wilson die kwam buurten. Vorig jaar werd "Er vallen iedere week linemen van 150 ie gedraft door de Rangers, en bij die kilo over me heen", reageerde Wilson. gelegenheid beloofde hij in het voorjaar af "Wat zou er kunnen gebeuren?" te zullen reizen naar Texas. En aldus geschiedde. och was Wilsons visite, met in zijn kiel­ zog 75 journalisten en acht cameraploegen, Een publiciteitsstuntje van de kersverse een doorslaand succes. De Wilson­jerseys Super Bowl­winnaar? Neen. Russell in de clubshop waren binnen een vloek en Wilson (25) had (heeft) een droom, en hij een zucht uitverkocht. "Het was een gewel­ wil die droom zo lang als mogelijk levend dige ervaring", aldus de QB zelf. "Het was houden. Dat bevestigde hij vorige week zelfs mooier dan ik vooraf had verwacht." nog maar eens, tijdens een druk bezochte persconferentie. "Uiteraard ligt mijn focus * momenteel op football", aldus Wilson. "Ik Komend uit high school, werd Wilson in heb immers net een Super Bowl de 41ste ronde van de 2007 draft gekozen gewonnen. Maar zeg nooit nooit. Baseball door de Baltimore Orioles. Hij verkoos is nog altijd mijn grote liefde." echter college in North Carolina State, waarna ilson deed in Surprise mee aan de hij in 2010 in de vierde infield practice, maar toen er werd ronde opnieuw werd geslagen werd hem te verstaan gegeven gedraft door Colorado. dat dat er voor hem niet inzat. Laat staan Hij tekende bij de Rockies meedoen tijdens een oefenpotje ­ tot een contract als tweede teleurstelling van de quarterback zelf. GM honkman, en speelde Jon Daniels: "Na overleg met manager

T

W


twee seizoenen Class A. Hij sloeg .230 in de Northwest League (OPS .713) en .228 in de Salty League, alvorens hij z'n honkbal足 carriere (vooralsnog) afsloot bij de Ashville Tourists.

Joe Mikulik, z'n manager in Ashville, herinnert zich Wilson als de hardst werkende speler die hij ooit onder zijn hoede had. "Ik had er m'n salaris om durven verwedden dat Russell Wilson het zou gaan maken in de Big Leagues." Wilson zelf had de tijd van z'n leven, ondanks de ellenlange busritten van soms tien uur die gepaard gaan met honkballen op Minor League足niveau. "Er was niets aan baseball dat ik niet leuk vond. Ja, natuurlijk was het af en toe een struggle, maar je moet doorvechten, omdat dat nu eenmaal onderdeel is van de sport. Dat is ook een van de rede足 nen die de sport zo

mooi maakt. Ik honkbalde sinds ik drie jaar oud was, en er is nooit een moment geweest dat ik er genoeg van had."

"Mensen denken dat honkbal gemakkelijk is, maar dat is 't niet. Ik heb veel respect voor baseballprofs, omdat ik weet dat het zowel geestelijk als fysiek niet meevalt. Ze krijgen weliswaar geen linemen van 150 kilo over zich heen, maar ze moeten er wel elke dag staan. En daar komt veel mentale weerbaarheid bij kijken."

"Ik had echter ook nog een

andere liefde, een absolute passie waarmee niks was te vergelijken. En spelen voor 80.000 mensen, die of voor of tegen je zijn, met nog twee minuten op de klok, with the game on the line, dat groepsgevoel, dat wilde ik meemaken."

*

Toen hij in 2011 de overstap maakt van North Carolina State naar Wisconsin, liet hij het honkbal voor wat 't was. Een nodige keuze, omdat


football tijdens zijn seniorjaar nu eenmaal al zijn attentie opeiste, maar niet een zonder risico, besefte hij op dat moment. "Het was in zeker zin een gok, niet alleen omdat ik bij Wisconsin in een compleet nieuwe omgeving terechtkwam, maar ook omdat de kans op blessures nou eenmaal een tikje groter is."

Spijt van de keuze heeft hij echter geen moment gehad.

Onder aanvoering van Wilson pakten de Badgers de titel in de Big Ten met een 11足3 record, waarbij hij NCAA records zette wat betreft passing efficiency (191,8) en aaneengesloten westrijden met tenminste een touchdown pass (38). Het was alles wat Wilson nodig had om definief voor het football te kiezen. "Ik wil me vanaf nu volledig gaan focussen op football", aldus de quarterback 足 die op dat moment een pick in de vierde ronde van de draft werd toegedicht 足 in de zomer van 2012. "Ik weet dat ik het talent, de instelling en het leiderschap bezit om ook op een hoger niveau succesvol te zijn."

*

De rest is geschiedenis. Russell Wilson werd in de derde ronde gekozen door de Seattle Sea足 hawks, en kende een waanzinnig rookieseizoen. Een jaar dat hij in 2013 in een moeite doortrok, om het tenslotte te bekronen met de Lombardi Trophy.

Toch weigert hij om z'n ultieme droom uit z'n hoofd te

zetten. "Ik heb altijd zoals Deion en Bo willen zijn", aldus Wilson. "Ik wilde beide sporten op het hoogste niveau spelen. Alleen ligt het voor een quarterback nu eenmaal een tikje anders dan voor een een running back of een defensive back. Het kost gewoon meer tijd. Maar, zoals ik al vaker heb gezegd: zeg nooit nooit."



Wellicht dat de combinatie football/baseball "James was een speler die alles had", wat vaker voorkomt, maar football/basket‐ ball is zeker geen zeldzame combo. Vraag dat maar aan de Jimmy Grahams, Antonio Gates' en Julius Peppers' van deze wereld.

Toeval of niet, de meesten van deze switch hitters kozen voor football. Zo niet LeBron James, een ster‐receiver op St. Vincent‐St. Mary highschool in Akron, Ohio. Colleges als Notre Dame en Ohio State zaten voor hem op het vinkentouw, en niet zonder reden: zowel als junior als sophomore zette hij records neer die nog altijd staan.

aldus receiver‐scout Mark Murphy. "Als ik een speler moet noemen die zo de stap van high school naar de NFL had kunnen maken, dan is het James."

LBJ koos voor basketball en de NBA, maar zijn liefde voor 't football is hij niet verloren. Nog altijd grijpt hij graag de pigskin als het moment zich daarvoor leent. En, zo liet hij vorig jaar nog optekenen op Twitter: "Voor het allemaal voorbij is, wil ik een NFL‐ wedstrijd hebben gespeeld."

Angels), waarin hij goed was voor een slaggemiddelde van .250, 141 home‐ Menigeen weet van het honkbalverleden runs en 415 RBIs. Van 1987 tot 1990 van bijvoorbeeld Tom Brady, Colin Kaeper‐ kwam hij bovendien uit voor de Los Ange‐ nick en Kyle Long (waarbij men reikhalzend les Raiders. Als running back rende hij uitkijkt naar de verrichtingen van Jameis maar liefst 2782 yards en zestien touch‐ Winston), maar de meest prominente switch downs bij elkaar. Reden genoeg voor hitter ooit is natuurlijk Bo Jackson. Jackson ESPN om hem uit te roepen tot Beste is de enige atleet die het schopte tot All‐ Atleet Aller Tijden. Star in zowel de MLB als de NFL. Ook Deion Sanders kende een meer dan Bo Jackson speelde acht jaar pro‐baseball indrukwekkende loopbaan in zowel de NFL (voor de Royals, de White Sox en de als MLB. Buitengewoon talent als verre


velder en cornerback/returnspecialist, voerde hem langs onder meer de Falcons, 49ers, Cowboys, Yankees, Braves en Reds.

Opvallende wapenfeiten: in 1989 werd hij

de enige speler die binnen een week een homerun en een touchdown op het hoogste niveau sloeg/scoorde. Hij is ook de enige atleet die zowel opdraafde in de Super Bowl als de World Series. Sinds 2011 maakt Deion Sanders deel uit van de Pro Football Hall of Fame.



De anekdote werd in Chicago immer gebracht met

een glimlach, alsof 't een grap betrof, maar in de opmerking zat meer dan een kern van waarheid: tot aan de komst van Brandon Marshall twee jaar geleden, gold Jeff Samardzija als de beste wide receiver van de stad. Samardzija speelde echter niet op Soldier Field, maar een handjevol mijlen noordelijker, op de kruising van Clark en Madison, in het blauw van de Chicago Cubs. Als pitcher. Daar zag 't acht jaar geleden, voorafgaande aan de 2006 MLB­draft, nog allerminst naar uit. Samardzija was op Notre Dame namelijk een absolute ster­receiver. Z'n stats tijdens het 2005­seizoen: 77 receptions, voor 1249 yards, en maar liefst vijftien touchdowns. Hij was (is) bijna twee meter groot, had (heeft) fantastische handen en was (is) snel ­ een gouden toekomst in de NFL leek voor hem in 't verschiet te liggen.

Vele sportfans wisten op

dat moment niet eens dat Samardzija namens de Irish ook ballen vanaf een baseballheuvel gooide. Z'n stats (8­2, 4.33 ERA) waren redelijk, maar stonden in geen verhouding tot hetgeen hij op het footballveld had laten zien.

De Cubs waren in 2006 echter niet geinteresseerd in stats, maar in talent. En dus pikten ze hem op in de vijfde ronde, als 149ste overall. De North Siders geloofden dat z'n fastball consequent de mid nineties konden halen, indien hij zich volledig zou concentreren op honkbal, en dat ook z'n slider van 80mph alles in zich had minder om wisselvallig te worden. Er was zelfs een scout die 'm vergeleek met John Smoltz.

Voor het footballseizoen van de Irish weer begon,

maakte Samardzija (1­2, 2.70 ERA, 1.20 WHIP) zeven opwachtingen in de low minors. Als wide receiver ging hij voor Notre Dame vrolijk verder met waarmee hij een jaar eerder was opgehouden: schitteren. In 2006 was hij goed voor 78 catches voor 1017 yards en twaalf touchdowns. Me dunkt.


Op dat moment stond Samardzija voor de keuze: ging hij zich prepareren voor de NFL draft, of koos hij voor baseball en de Cubs? In januari 2007 maakt hij z'n beslissing. Het werden de pinstripes, wellicht omdat er op Wrigley Field een vijfjarig contract a tien miljoen dollar voor hem klaarlag.

In de New York Times legde de pitcher/wide receiver uit dat het een keuze op gevoel was geweest. "Er is niks wat maar ook in de buurt komt van footballen op zaterdag of zondag. Maar ik heb de beslissing niet gemaakt op basis van hype of aandacht of iets dergelijks. Ik hou van football. Maar over 't geheel genomen, voelde ik dat honkbal gewoon wat beter bij me past."

*

Z'n start in Chicago verliep niet altijd even gladjes. Vooral aan z'n mechanics schortte nog wel 'ns het een en ander, wellicht juist doordat hij zich op college niet altijd op honkbal had gefocust. Wellicht ook om die reden, besloot hij van meet af aan dat zijn keuze een definitieve zou zijn.

"Ik wilde voor mezelf zeker zijn dat ik nergens op terug zou

komen", aldus Samardzija. "Wat m'n keuze ook zou zijn gewor­ den, football of baseball, die sport zou ik blijven spelen tot de laatste snik. In het verleden speelde ik met gasten die ook beide sporten speelden. Ze gaven zich niet volledig aan honkbal, voor ze toch weer terugkeerden naar het football. Zo iemand wilde ik niet zijn. Ik wilde all in gaan, wat het me ook zou brengen." Half werk was (is) aan hem niet besteed. "Een backup plan werkt niet voor mij. Zo van: als dit niet werkt, heb ik altijd nog het football waar ik op terug kan vallen. Ik was er altijd van overtuigd dat een dergelijke instelling me er van zou weer­ houden om een zo goed mogelijke honkballer te worden." •




Not Your Father’s Steelers

Vraagt u zich op een onbewaakt moment

ook wel eens af waarom de Pittsburgh Steelers niet meer ‘your father’s Steelers’ zijn? Dan hoop ik dat u afgelopen week heeft opgelet, want de Rooney‐familie en hun vazal GM Kevin Colbert gaven maar weer eens antwoord op die vraag. Gratis en voor niets. Nou ja, allesbehalve eigenlijk en dat is nu juist het probleem. De Steelers kampen immers al jaren met een compleet klem geparkeerde salary cap. Oorzaak? Contractherstructureringen voor gewezen topspelers met enorme salarissen die al dat geld al heel lang niet meer waard zijn. Zo waren daar deze week Troy Polamalu en Heath Miller, die hun vorstelijke salaris uitgespreid zagen worden over meerdere jaren. Allemaal niet zo wereldschokkend als beide heren nog hun oude niveau haalden, maar daar is toch al een seizoen of twee geen sprake meer van. De Steelers hadden moeten doorpakken en afscheid moeten nemen van beide clublegendes, hoe pijnlijk dat ook is. De NFL is geen sociëteit, succes volgt voor hen die keuzes maken. De juiste keuzes. Zoals Big Ben Roethlisberger’s albatroscontract serieus tegen het licht houden. Of Emmanuel Sanders vorig jaar wél voor een derderondekeuze naar de Patriots sturen, in plaats van hem koppig aan te houden en hem de komende weken alsnog kwijt te raken, voor niets.

De Steelers handelen alsof de

huidige selectie heilig is. Alsof de Super Bowl nog altijd binnen handbereik is. Dit terwijl ze er alles aan moeten doen om de boel tot de grond toe af te breken. Want op deze manier komt de bodem van de AFC North rap in beeld. •

Paul Klomp.

Strijd

Wij Nederlanders kijken in Spring Training na een lange periode van inactiviteit graag naar ons favoriete team. Maandenlang hebben we bewegende beelden van onze idolen en favoriete spelers moeten missen. En hoe onbelangrijk de wedstrijden ook zijn, hoeveel nietszeggende Minor Leaguers er ook op het veld staan, wat zijn we blij dat we kunnen kijken naar dat mooie spelletje.

Met een schuin oog kijken we uiteraard ook naar de Nederlandse spelers die voor andere teams uitkomen. Over het algemeen doen onze mannen het erg goed. Simmons, Profar en Jansen zijn verzekerd van een plaats op het 25‐man roster van hun team en die kunnen we dus lekker ontspannen opzoeken in de highlights op MLB.com. Er zijn echter ook een paar spelers die nog keihard moeten vechten voor hun plek.

Deze lente moet je daarom vooral kijken naar de prestaties van Roger Bernadina (Reds) en Didi Gregorius (Dbacks). Bernadina is sterk begonnen en slaat op het moment van schrijven .500. Zijn directe concurrent is echter ook goed bezig: Chris Heisey sloeg al drie home runs en slaat bovendien boven de .300. Didi Gregorius doet het iets minder en moet toezien hoe Chris Owings, zijn tegenstander op kort, zo'n 50 punten hoger slaat.

De komende weken zullen uitwijzen of zij

hun strijd winnend afsluiten of dat zij zichzelf in april terugvinden op Triple‐A niveau. Voor beide spelers geldt dat hun defensieve kwaliteiten bij goede aanvallende prestaties de doorslag kunnen geven. Jonathan Schoop timmert ondertussen bij de Orioles aan de weg, maar zal het seizoen zeer waarschijnlijk in de Minors beginnen. ∙

Seb Visser.


De Oakland A's eindigden de laatste twee jaar bovenaan in de

American League West. Toch is het niet moeilijk om een kaartje te bemachtigen. Voor de kassa staat geen rij en er is plaats genoeg in het grote stadion. Vroeg komen hoeft niet. Bij uitzondering zitten de tribunes wel lekker vol, bijvoorbeeld op Family Day. Dan krijg je voor 50 dollar vier tickets, vier hotdogs, vier softdrinks en vier zakken pinda's. Promotie en giveaways: met vuurwerk na afloop, gratis caps, tassen en andere merchandise proberen de clubs toeschouwers te lokken. Neem de Milwaukee Brewers – die geven in 2014 op zes vrijdagen alle fans steeds een ander T­shirt. Leuk voor je verzameling!

Daar in Milwaukee is het allemaal

begonnen. Bill Veeck, die bij de Chicago Cubs het klappen van de zweep leerde, koopt in 1942 de Brewers, destijds een club op AAA­ niveau. Hij is de eerste die zich realiseert dat een partijtje honkbal van twee uur, dag in, dag uit, toch wel saai kan zijn. Met live muziek voor de wedstrijd, een loterij en gratis eten trekt hij meer fans dan voorheen.

Veeck is charismatisch, zit boordevol ideeën en heeft een tomeloze energie. Tijdens de wedstrijd zit hij tussen de ‘gewone’ toeschouwers en merkt hij op dat “de kennis van het spel omgekeerd evenredig is aan de hoogte van de toegangsprijs”. Na afloop bedankt hij bij de uitgang de fans voor hun bezoek.

Impulsief is hij ook. Hij meldt zich vrijwillig bij de mariniers en wordt ingezet in de oorlog in de Pacific. Daar loopt hij een infectie op, die uiteindelijk leidt tot de amputatie van zijn


Titel: BILL VEECK: BASEBALL'S GREATEST MAVERICK Auteur: PAUL DICKSON Bestellen: AMAZON.COM rechterbeen. In zijn diensttijd blijft hij zich ook met zijn baseballzaken bemoeien.

Bill Veeck is honkbalondernemer, dus de kas moet kloppen.

Hij koopt en verkoopt, soms door geldnood gedwongen, verschillende clubs: Cleveland Indians, St. Louis Browns, Chicago White Sox. Overal verzint hij stunts om toeschouwers te lokken. De bekendste is het inzetten van Eddie Gaedel, een dwerg van 1 meter 10, als pinch­hitter in een wedstrijd van de St.Louis Browns. Gaedel krijgt (uiteraard) vier wijd.

Veeck was zijn tijd ver vooruit door met een volledig zwart team in de National League uit te willen komen De andere clubeigenaren beschouwen hem als een luis in hun pels. Baseball is hun speeltje en ze willen vooral geen veranderingen! Dat merkt Veeck, die totaal geen racist is, als hij in 1943 met het idee speelt om de Philadelphia Phillies te kopen. Hij wil ze met spelers uit de Negro Leagues mee laten doen in de National League. Het blijft bij een idee. De baseballbonzen zijn er nog niet aan toe, al hebben zij natuurlijk niets tegen zwarten (zeggen ze). De heren leven in een ivoren toren. De uitspraak van Tom Yawkey, eigenaar van de Boston Red Sox, spreekt in dit opzicht boekdelen: “Iedereen die zegt dat ik geen zwarten aanneem is een leugenaar. Er werken er ongeveer 100 op mijn boerderij in het Zuiden.”

Enkele maanden na het debuut van Jackie Robinson bij de

Dodgers contracteert Veeck in 1947 Larry Doby, de eerste zwarte in de American League. Een jaar later winnen zijn Cleveland Indians de World Series. In 1986 overlijdt Bill Veeck en in 1991 wordt hij gekozen in de Hall of Fame. Dit boek is een mooi geschreven eerbetoon aan een honkbalicoon die zijn tijd ver vooruit was en niet dacht in zwart of wit.

TEKST KEES WIJDEKOP



NAAM: Martin St. Louis GEBOREN: 18 juni 1975 te Laval, Quebec, Canada BURGERLIJKE STAAT: Getrouwd met Heather, vader van Ryan, Lucas en Mason POSITIE: Right wing BIJNAAM: Marty St. Louis, Quadzilla TEAM: New York Rangers VORIGE TEAMS: Cleveland Lumberjacks (IHL), Calgary Flames, Tampa Bay Lightning DRAFT: Undrafted CONTRACT: 24,5 miljoen dollar in vier jaar, getekend in 2011. TOTAAL VERDIEND: $70 miljoen PRIJZEN: 2004 Stanley Cup, 2014 Olympisch Goud, 2004 en 2013 Art Ross Trophy (leading scorer), 2010­11 en 2013 Lady Byng Trophy (most gentlemanly player), 2004 Hart Trophy (playoff MVP), zesvoudig NHL All­Star en drievoudig NCAA East First Team All­American CAREER STATS: 369 goals en 605 assists voor 974 punten in 1043 reguliere seizoenswedstrijden in de NHL, 33 goals en 35 assists voor 68 punten in playoffwedstrijden in de NHL en tien goals en 22 assists voor 32 punten in internationale competities voor Team Canada ZWAKKE PUNTEN: Marty St. Louis is klein. Niet zomaar benedengemiddeld klein, maar met amper 1,73m de kleinste speler in de NHL. Het is de reden dat teams jarenlang aan hem hebben getwijfeld en zijn NHL­carrière pas zo laat op gang kwam. Hij is nog altijd fysiek niet opgewassen tegen de sterkste spelers, maar wie niet sterk is, moet heel slim zijn en dat is Marty, behalve dan het onverstandige smetje op zijn imago nu hij zijn wens te vertrekken uit Tampa Bay en de strijd daarover met zijn GM Steve Yzerman in de spotlight uitvocht. STERKE PUNTEN: St. Louis is de ultieme doorzetter. Hij geloofde in zichzelf en werkte zich zo van ongedrafte en te klein bevonden collegespeler op tot superster in de NHL. Hij is handig, geniepig, snel en werkt harder dan wie dan ook. Tegenover

zijn leeftijd, hij is 38, staat niet alleen veel ervaring, en door zijn late contracten ook relatief weinig NHL­wedstrijden. Hij is ervaren, heeft alles al meegemaakt, maar is allesbehalve versleten. HALL OF FAME: Absoluut. Waarschijnlijk gewoon first ballot ook. Hij heeft alles gewonnen dat je kunt winnen, scoorde op een onvoorstelbaar tempo en is een onwaarschijnlijk verhaal van blijven geloven in je slinkende kansen. OVER HEMZELF: “Op welk niveau ik ook speelde, ik hoorde altijd hetzelfde. ‘Ga ik wel presteren gezien mijn geringe lengte?’ Ik heb aan hen bewezen dat ik ongeacht mijn lengte kan presteren.” –over zijn zwakste punt. OVER HEM: “Hij is een kerel die altijd en aan iedereen wil laten dat je lengte niks uitmaakt. Hij krijgt er nog altijd vragen over, het speelt altijd in zijn hoofd. Maar hij is een speler in de National Hockey League geworden en een hele goeie ook door al die twijfels te bestrijden met daden.” –coach John Tortorella, met wie hij de Cup won 2004. “Dat is één van de meest opvallende dingen. Marty benadert elk moment op het ijs met hetzelfde idee. ‘Als ik hier en nu niet harder werk dan een ander, dan ben ik hier morgen misschien niet meer.’” –Jay Feaster, die hem als Lightning GM liet doorbreken. SPORTAM OVER MARTIN ST. LOUIS: Kleine man, grootse daden. Marty St. Louis is een inspiratie voor vele kleine atleten, die dromen van een kans in de NHL. Niet alleen op zijn weg naar de NHL, maar ook nu nog op het ijs, maakt St. Louis het onmogelijke waar. Zijn stick altijd klaar om te schieten, zijn dynamiek en handelingssnelheid als zijn grootste wapen. Hij is de kleine grote superster van de NHL en zal dat nog wel even blijven, al is het vreselijk wennen om hem niet meer als speler van de Lightning te zien. EINDCIJFER:

9+






Daar stond­ie dan: Dale Earnhardt Jr. met de trofee in zijn

handen. Tien jaar na zijn eerste overwinning in de Daytona 500 opnieuw winnaar van de Great American Race. Toen was alles grotendeels aan hem voorbij gegaan, overmand door de emoties, omdat hij drie jaar na zijn vaders dood plots daar stond op Victory Lane. Nu was alles anders. Hier had hij tien jaar op gewacht. “Het winnen van deze race is het allerbeste gevoel dat je kunt hebben in deze sport, een trofee voor het kampioenschap misschien daargelaten. Ik wist niet of ik ooit de kans zou krijgen om dit weer te voelen, maar het voelt net zo goed als de eerste keer, zo niet beter, omdat we zo hard hebben gewerkt om hier weer te staan, nadat we keer op keer tweede werden en ons altijd maar afvroegen wat we in ’s hemelsnaam anders hadden moeten doen.”

Eeuwige tweede leek het lot van Dale Jr., die in de

schaduw van recordkampioen Jimmie Johnson (portret in Sport Amerika Magazine Nr. 47 uit 2013) maar niet verder kwam dan die ene Daytona 500­titel in 2004, twee kampioenschappen in de Nationwide Series (de tweede klasse van het Nascar) en nog slechts sporadisch een overwinning. Zijn vader won zeven titels en in totaal 76 races, Dale Jr. staat op nul titels en twintig gewonnen races, maar dit jaar wordt echt alles anders.

*

Hij gelooft er heilig in. Zo overtuigd is hij, samen met zijn team, van de kwaliteit van zijn #88 Chevrolet SS. Niet gek, want hij is al een poosje teamgenoot van regerend kampioen Jimmie Johnson en ook Kasey Kahne en Jeff Gordon, die de afgelopen jaren steeds weer meestreden in de bovenste regionen en als zij razendsnel zijn, moet Dale Jr. dat in diezelfde wagen ook kunnen zijn.

Anders dan in andere jaren, lijkt de onderlinge strijd bij

Hendrick Motorsports deze winter voorgoed bijgelegd en het leverde meteen succes op. Johnson, Kahne en vooral Jeff Gordon – die van de hilarische Pepsi­reclames met verborgen camera’s en doodsbange passagiers – hielpen Dale Jr. met handige blocks en een perfect getimed zetje in de finale aan de leiding en hielden hem daar ook.

“Ik zwaaide naar hem (Gordon, red.),” legde Earnhardt Jr. de laatste rondes uit, “dat ik klaar was om het gas vol in te drukken



en liet de wagen nog even rollen, zodat ik kon zien dat hij vlak achter me zat. Vervolgens trapte ik de wagen op zijn staart, leunde Jeff zijn wagen tegen mijn achterbumper en weg waren we. We timeden het helemaal perfect.”

*

Wat ook perfecte timing lijkt is de start van Dales seizoen, met

een eerste plek in Daytona en een tweede plek in Phoenix, en de nieuwe regels voor de Chase, het puntenklassement dat als een onnodig ingewikkelde afvalrace aan het einde van het jaar de kampioen bepaalt. Win je namelijk in één van de eerste 26 races, dan is vanaf dit seizoen een plek als een van de zestien coureurs


in de finale van tien races vrijwel gegarandeerd.

Een hele opluchting voor Earnhardt,

die in de afgelopen jaren vaak al maanden voor het einde wist dat hij de titel definitief kon vergeten. “We staan alvast met één been in de Chase, dus daar hoeft mijn crew zich geen zorgen meer over te maken. Het is een last van mijn schouders en dat in combinatie met tweevoudig Daytona 500­ zeges,” jubelde hij op de persconferentie.

Zijn crew bestaat onder meer uit chief Steve Letarte, die bezig is aan zijn laatste jaar. Hij is pas 34, vijf jaar jonger dan Dale Jr. zelf, maar loopt al een poosje mee en staat bekend als hardwerkend strateeg. Hij verlaat na dit seizoen Hendrick Motorsports om als analist aan de slag te gaan bij NBC Sports Network, maar tot die tijd is hij Dales pijler binnen de ploeg. De man die altijd positief is en die, zo wordt gefluisterd, de verschillende coureurs tot een eenheid heeft weten te smeden.

Niet dat ze ruzie hadden, maar de dominantie van Johnson op

het circuit was naast het circuit niet altijd makkelijk te slikken voor de rest, die op de één of andere manier dezelfde wagen nooit even snel kregen. Ze zochten de schuld, als er weer eens naar gevraagd werd, bij zichzelf, maar de twijfel bleef of Johnson niet te sterk werd voorgetrokken en of alles wel in de haak was. Nu lijkt alles binnen Hendrick Motorsports absoluut in de haak. Amicaal contact tussen de coureurs, elkaar ’n handje helpend op


Hij vond het zelf een vlek op zijn cv.

Zeven titels tussen 1980 en 1994 en toch maar niet de grootste race van het jaar kunnen winnen. Pas na twintig jaar proberen, in het voorjaar van 1998, lukte het. The Intimidator op de hoogste trede van het podium van de Great American Race. Daytona was toen voor even van hem, maar zou drie jaar later ook voor altijd van hem blijven.

Dale Earnhardt Sr. zei altijd dat hij “de wind, de race, wilde voelen.” Het was één van de redenen dat hij geen gesloten, maar een ouderwetse open helm droeg, met zijn gezicht onbeschermd. Zo was hij aan de racerij begonnen en zo wilde hij zijn carriere ook eindigen. Nascar moest zich maar aanpassen aan hem, want aan een ander aanpassen, dat nooit. Je wint geen zeven titels als je concessies doet.

Begin februari 2001 had Dale

Sr. samen met zoon Dale Jr. en twee bevriende coureurs nog de Daytona 24‐uursrace gereden, waarbij niet de oval, maar ook het circuit op het binnenterrein wordt gebruikt. Drie weken later waren ze terug, dit keer in hun eigen wagens. Tot in de laatste ronde waren vader en zoon kanshebber voor de overwinning, maar terwijl Dale Jr. tweede werd achter Michael Waltrip, werd Dale Sr. aangetikt en kwam hij in de laatste bocht van de race hard in aanraking met de muur. Het werd steeds stiller, er was geen vreugde, want Dale Sr. stapte niet uit, moest uit zijn wagen worden bevrijd en het sprak zich rond dat het er niet goed uit had gezien. Enkele

uren na de race kwam het nieuws binnen. The Intimidator was niet meer. Een schedelfractuur had hem het leven gekost. Hij werd slechts 49 jaar.

De nasleep van het ongeluk leverde, net als bij de dood van Ayrton Senna in de Formule 1 in 1994, veel aangescherpte veiligheidsregels op. De gesloten helm en de HANS‐nekbeschermer, beide onder meer door het gelobby van Dale Sr. altijd

optioneel gehouden uit ergernis over ver‐ plichte moder‐ nisering, werden ver‐ plicht. Tevens werd er een begin gemaakt aan veiliger maken van de muren rondom de circuits, die inmiddels overal zijn vervangen door de veel veiligere Steel and Foam Energy Reduction (SAFER) Barriers.

Check The Day, over de dag dat Dale sr. verongelukte.

De dood van The Intimidator beteken‐ de echter ook dat alle ogen op zijn zoon werden gericht. Hij moest de eer van de Earnhardts nu hoog houden. Tot op heden lukte dat niet. Mateloos populair, maar geen titels en steeds minder zeges. Dit jaar lacht de toe‐ komst Dale Jr. echter toe en wie weet vervult hij eindelijk de droom van zijn vader, Daytona en de titel in één jaar.



cruciale momenten in een cruciale race, en iedereen vooraan met perfect materiaal onder de kap. Letarte weet zeker dat het goed zit en droomt van een titel voor zijn maatje Dale. “Het is als iemand die gewicht verliest, maar die je iedere dag ziet. Het valt je amper nog op dat het gebeurt. Dale geeft al jaren honderd procent, maar hij komt nu pas in zijn beste fase. Ik doe mijn werk beter, hij doet zijn werk beter, de monteurs ook, iedereen hier, en dat weegt allemaal mee.”

*

Die positiviteit is ook in het hart en in het hoofd van Dale en zijn familie geslopen, bij wie racen in het bloed zit, maar overal worden herinnerd aan de tragische dood van hun pater familias. Het moet onwerkelijk zijn om totale euforie te vieren terwijl je dàt deed, waar je vader enkele honderden meters verderop bij om het leven kwam. De familie lijkt het na al die tijd echter wel te boven.

Nog tijdens de podiumceremonie van de Daytona 500

verscheen Dale Jr. plotseling met een eigen account op Twitter. “Vanavond lijkt me ’n uitstekende avond om me hier aan te melden. Hoe is ’t met jullie? #2XDaytona500­ Champ”, verkondigde hij met bijpassende kiekjes van de trofee en zijn winnende Chevy. Het aantal followers van Junior liep in razendsnel tempo uit tot meer dan een half miljoen, mede door zijn veelbesproken selfie van een dag later.

“Kijk eens wie ik tegenkwam op de Daytona Experience. Pap is happy!”, was zijn eerste tweet op de ochtend na de winst, met een foto van hemzelf, grijnzend, voor het standbeeld van zijn vader. Of hij het op aanraden van zijn PR­team doet of niet, wie hem volgt op Twitter (@DaleJr) ziet een frisse Earnhardt, die lijkt te genieten van het leven, volop vragen van fans beantwoordt en ons een kijkje achter de schermen gunt.

*

Ondanks een gebrek aan echt succes in de Sprint Cup is Earnhardt wel een van de gezichten van Nascar. Natuurlijk deels als gevolg van het feit dat hij de zoon van The Intimidator is, maar ook omdat mensen hem graag zien verschijnen. Hij is grappig, eerlijk en benader­ baar, maar ook heel open als het minder gaat en als hij met een gebroken hart weer eens tweede werd in Daytona.

Het is een quote die rechtstreeks geplukt lijkt uit het

script van Talladega Nights – “If you ain’t first, you’re last,” roept Will Ferrell’s karakter Ricky Bobby daarin tot




vervelens toe – maar toen Dale Jr. over de zoveelste tweede plek in Daytona ‘Second place is just the first loser’ zei, knikte en baalde heel Amerika met hem mee. Amerika houdt van de winnaar, maar ze houden ook van Junior.

Dit jaar is misschien wel het jaar dat van Dale Jr. houden

betekent dat je ook van de winnaar houdt, want eerste en tweede worden in de eerste twee races is een droomstart en dat dankzij een wagen die hij na Daytona beschreef als vrijwel perfect: “Deze racewagen was awesome. We hebben iedereen de hele avond laten zien wat een topwagen we hadden en dat komt allemaal door de gasten in deze werkplaats. Deze kar en dit team konden vandaag echt alles aan.”

Hij lijkt er dit jaar in te geloven, omdat alles hem toelacht. Hij zit goed in zijn vel, hij rijdt voor het beste team, zijn teamgenoten helpen hem een handje en de kliek om hem heen kon niet beter. Enkele uren na de race in de Florida, op weg naar zijn uitzinnige team om de winst te vieren met een paar goeie glazen bier, volgde nog één veelzeggend positieve quote aan de verzamelde pers: “Net toen ik dacht dat het eigenlijk niet beter kon dan dat het al was, werd het nog beter.”

*

Een belangrijk ijkpunt voor Dale Jr. en Hendrick Motorsports wordt de eerste race op de altijd lastige Texas Motor Speedway, als begin april bijna een kwart van het seizoen gereden is en de eerste koplopers zichtbaar moeten worden. Een circuit dat na sponsoring door de wapenlobby NRA vorig jaar, dit jaar met de Duck Commander 500 (het bedrijf bekend van Duck Dynasty en hun uitgesproken visie op vrouwen­ en homorechten) trouwens weer een controversiële sponsor heeft weten te strikken.

Het is zo vroeg in het jaar dus onverstandig om te hard van

stapel te lopen. Er moeten bij het verschijnen van dit magazine nog 33 races gereden worden en de afgelopen jaren was het vaak spannend tot de allerlaatste rondes van de laatste race, dus het seizoen dus nog niet bepaald gelopen. Als hij als nummer zestien moet beginnen aan de Chase is de titel ook ver weg. Toch staat Dale Earnhardt Jr. er zonder twijfel goed voor. Een hele goede start in een hele goede auto, maar vooral ook met de juiste instelling. Om nog maar eens een toepasselijke quote uit de geschiedenisboeken van het Amerikaanse stock car racen te plukken: “De winnaar is niet hij die in de snelste wagen reed, maar hij die weigerde om te verliezen.”

Wijze woorden van een kampioen die het kon weten, van de man die op dagen als de Daytona 500 het meest wordt gemist. Wijze woorden van de vader in wiens voetsporen Dale Earnhardt Jr. dit jaar hoopt te treden. •



NBA hell

Daar zaten ze dan, de fans van de Chi‐

cago Bulls, twee maanden geleden. De beste speler (opnieuw) een seizoen uitge‐ schakeld met een knieblessure, de op een na beste speler overgedaan aan de Cava‐ liers. Hun team verkeerde in full blown NBA hell, zoals dat heet. Te zwak om een prijs te pakken, maar te goed om in aan‐ merking te komen voor een lottery pick. Tanken, riep het management. Geen haar op ons hoofd, counterden coach Thibs en z'n spelers. De fans zagen het gefrus‐ treerd aan, vast van plan om zich tot november van het talentloze team af te keren.

De impasse duurde een weekje of drie. Toen hadden de Bulls hun aloude 'grinding mode' weer gevonden: vaak oerlelijk bas‐ketball, meestentijds niet om aan te gluren, verdedigend snoeihard, en verdomd irritant om tegen te spelen. Vraag 't iedere NBA‐speler: ze hebben er 'n bloedhekel om met de Bulls te moeten sparren.

Had die dekselse Tom Thibodeau, de op

Popp na beste coach van de NBA, 't toch maar weer mooi voor elkaar gekregen. Z'n spelers gaan als vanouds voor 'm door het vuur en vechten collectief voor iedere rebound, terwijl hij 'n offensief spelletje heeft uitgedacht met ‐ god betere ‐ Joakim Noah als dreh und angelpunkt. En zie daar: de vonk sloeg over. De fans hebben 't in de UC weer donders naar hun zin, en de Bulls staan intussen al weer dik boven de .500. NBA hell kan soms reuze vermakelijk zijn. ∙

Geert Jan Darwinkel

The B Team

Het gebeurt niet vaak, maar vorige week

was er even ophef tijdens Spring Training. Laten we bij het begin beginnen: de Boston Red Sox, winnaar van de World Series, gingen op bezoek bij de Miami Marlins. Dat was voor de Marlins een uitgelezen kans om 'premium tickets' te verkopen aan hun fans, zodat zij de kampioenen van 2013 live in actie konden zien.

De Red Sox dachten daar echter anders over. Omdat het Spring Training‐complex van de Marlins relatief ver verwijderd is van het complex van de Red Sox, besloten de Sox een B‐team naar de wedstrijd te sturen. Sterren als David Ortiz, Dustin Pedroia en Xander Bogaerts bleven in het camp achter. Dat zorgde voor veel ophef onder de Marlins‐fans in het stadion en op social media. Het was volgens hen belachelijk dat de Red Sox het flikten niet mee te doen aan de publiciteitsstunt van de Marlins.

Niet alleen de fans waren boos, ook de

leiding van de Marlins. Zij dienden zelfs een officiële klacht in bij de MLB, omdat de Red Sox geen competitief team opstelden in een oefenwedstrijd (!). De Red Sox zouden toch op zijn minst excuses moeten aanbieden voor hun lineup!? De Red Sox hielden zich in deze discussie lang op de vlakte, totdat zaterdagavond eigenaar John Henry in een tweet pijnlijk en vol in de roos terugschoot: “Zij [de Marlins] zouden hun excuses aan moeten bieden voor hun lineup gedurende het reguliere seizoen.” ∙

Lennart Beishuizen.



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.