HARTEN visie Enkhuizen

Page 1

1


Dit is een initiatief van SP Enkhuizen Š 2011 SP westfriesland oost www.westfrieslandoost.sp.nl informatie contactpersoon: C. Bokhove auteur; R. Kerkhoven

enkhuizen@sp.nl robkerkhoven@gmail.com 2


Een visie vanuit de burger vertaald De naam van deze visie is gekozen naar volgorde van de wensen van de enkhuizer burgers, als weergegeven in het Compositie-scenario van het Stadsvisietraject:

Havens, Recreatie, Toerisme en Economie. Stadsvisie

Van drie scenario’s naar één Compositiescenario

Uit analyse van alle reacties op de scenario’s blijkt dat het scenario “Bruisende Havenstad” op de meeste waardering kan rekenen. Het scenario “Historische Parel” is daarbij een goede tweede. Het toekomstbeeld “BV Enkhuizen” is veel minder populair. Uit discussies tijdens de scenario-sessies en het voortraject met beginspraak van de burgers naar het compositie-scenario, komt naar voren dat voor Enkhuizen toerisme een belangrijke pijler is. Toerisme is niet alleen een bron van inkomsten, maar biedt ook kansen. Toch mag toerisme niet overheersen. Leefbaarheid en het sociale gevoel van de stad staan voorop. Bewoners en bezoekers waarderen de rust en gezelligheid en willen dat graag behouden. Er heerst een angst voor de vergrijzing en het is een uitdaging om jongeren aan de stad te binden. Enkhuizen mag dan ook niet een gesloten monumentenstad worden. Cultuur-historie in ere houden is van essentieel belang. Tot slot kan als aanvullende bron van inkomsten voor de stad de unieke plaats van de zaadbedrijven niet ongenoemd blijven. Als basis voor het scenario is gekozen voor een genoeglijke, sociale variant op de “Bruisende Havenstad”. Toerisme en recreatie gaan samen met een veilig en rustig woonklimaat. De historische waarde van de stad wordt in ere gehouden.

3

De basis van deze visie is dan ook hoofdzakelijk de uitkomst van dat Compositie-scenario zoals dat in het voorjaar 2009 is samengesteld. Dat Compositiescenario is o.a. een resultaat van de burgerparticipatie d.m.v. beginspraak. De tekst in het kader hiernaast is een directe weergave van dat resultaat en overgenomen uit de Stadsvisie.


Vervolgens is gekeken hoe de wensen van de burger als weergegeven in dat Compositiescenario zijn verwerkt in zeven Richtinggevende Uitspraken in de Stadsvisie 2030 (die in die visie weer zijn uitgesplitst in specifieke richtinggevende uitspraken), en vertaald in die Stadsvisie zelf. Ook wordt het vervolgtraject Structuurvisie 2020 in dit kader tegen het licht gehouden. In de respectievelijke hoofdstukken worden de inmiddels gerealiseerde en lopende projecten meegenomen die ruimtelijk van belang zijn voor de HARTEN-Visie. Ook wordt de ontwikkeling en huidige situatie beschreven. Daarbij leunt deze visie uiteraard zwaar op de Stadsvisie en de Structuurvisie. Daarna is in deze HARTEN-Visie getracht al deze factoren te vertalen in een aantal voorstellen cq. ideeĂŤn die vrijwel alle gefaseerd (en dus financiĂŤel gespreid) uitgevoerd kunnen worden. Het ene plan heeft meer noodzaak dan het andere, sommige staan op zich, andere staan in nauw verband met elkaar. Alle voorstellen in de hoofdstukken zijn erop gericht zoveel mogelijk de leefbaarheid en de wensen van de enkhuizer burgers tegemoet te komen, zoals verwoord in het compositie-scenario. Fig. 1.2 Uit: Structuurvisie 2020

De zeven richtinggevende hoofduitspraken Stadsvisie 2030 1. Enkhuizen gaat uit van haar kernkwaliteiten en benut haar cultuurhistorisch erfgoed en de unieke ligging aan het water. 2. Enkhuizen brengt samenhang aan in de fysieke structuur van de stad door voor concentratiegebieden en goede verbindingen te kiezen. 3. De binnenstad en de wijken zijn geen concurrerende gebieden, maar vullen elkaar goed aan. Enkhuizen benut en versterkt de bestaande verbindingen tussen binnenstad/buitenstad, zowel voor bewoner als toerist. 4. De binnenstad wordt alleen vernieuwd op vlakken waar dit aansluit bij de cultuurhistorische waarden en waar dit leidt tot kwaliteitsverbetering. 5. Enkhuizen zet zich sterk op de kaart als toeristische trekpleister. 6. De gemeente Enkhuizen heeft een voorbeeldfunctie in het streven naar energieneutraliteit. 7. In 2030 is Enkhuizen een regiegemeente met vooral een voorwaardenscheppende, regisserende en stimulerende rol. Het feitelijk beheren of uitvoeren ligt bij andere partijen of wordt samen met andere gemeenten opgelost.

4


HARTEN – Visie De HARTEN-Visie is verdeeld in een aantal hoofdstukken. De indeling van de hoofdstukken is gekozen naar thematische samenhang. Alle thema’s hebben een link met havens, recreatie, toerisme, en economie. Meerdere thema’s zelfs met alle vier.

Hoofstukindeling

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

Een visie vanuit de burger vertaald Het wassende water Krabbersplaat-Zuid De Enkhuizer havens Enkhuizerzand & Enkhuizen aan Zee Shuttlebus Campers Het Winkelhart / Uitgaan in Enkhuizen Economie en de burger Bronvermelding

3 6 12 14 25 31 34 35 40 47

10. Bronvermelding Om tot een zo goed mogelijke afweging van haalbaarheid te kunnen komen, zijn een aantal bronnen geraadpleegd en gewogen t.a.v. alle hoofdstukken en (on)mogelijkheden. Het betreft hier al vigerende visies c.q. beleidsplannen, wetgeving en overheidsregelingen. Deze broninformatie is achterin deze visie te vinden. De belangrijkste op deze visie betrekking hebbende citaten uit deze bronnen zijn als kaders, gelinkt aan betreffende onderwerp, te lezen in de kantlijnen van deze visie. Deze HARTEN-Visie is uitsluitend bedoeld als langetermijn-schets, hoewel na lezing duidelijk zal worden waar ten aanzien van bepaalde onderwerpen qua tijdspad de hoogste prioriteit zal liggen. Er zal per idee nog veel onderzoek moeten plaatsvinden t.a.v. maatschappelijk draagvlak, (financiële) haalbaarheid, inpassing, juridische aspecten enzovoort.

5


2. Het wassende water – bedreiging met kansen Vanaf de allereerste bijeenkomsten voor de Stadsvisie-scenario’s tot aan de dag van vandaag zijn deskundigen het erover eens dat een Enkhuizer visie met de ingrediënten Havens, Economie, Recreatie en Toerisme overschaduwd wordt door één allesbepalende factor: wat gaat er gebeuren met het IJsselmeerpeil?

Nationaal Waterplan 2009

Fig. 2.1

Uit: Speciale Bosatlas “Nederland Waterland” 2010 (Nationaal Waterplan 2009)

Prognoses Het rapport van de commissie Veerman komt op een uiteindelijke stijging van minimaal 1,5 meter. Dat is niet niks. Hoewel dit voorstel discutabel is gaat men ervanuit dat het in elk geval niet meer de vraag is óf het water gaat stijgen, maar wanneer, en hoe snel. Die stijging, deels veroorzaakt door het veranderende klimaat (stijgende zeespiegel, meer NW-stormen waardoor tijdens laagwater minder gespuid kan worden op de Waddenzee) 6

“Om tegemoet te komen aan de groeiende zoetwatervraag voor de korte termijn zal het kabinet in 2013 een nieuw peilbesluit nemen voor het IJsselmeergebied. De bovengrens van de bandbreedte zal maximaal 0,3 meter boven het huidige zomerstreefpeil liggen. De Inspectie VROM merkt op dat de autonome stijging van het winterpeil voor de komende 50 jaar is berekend op 50 centimeter. Ook op lange termijn (na 2035) wil het kabinet kunnen voorzien in de, dan nog steeds groeiende zoetwatervraag. Niet alleen moet er meer water worden aangevoerd naar het huidige voorzieningsgebied, maar ook wil het kabinet de mogelijkheid bezien om WestNederland vanuit het IJsselmeer van zoet water te voorzien. Voor de zoetwatervoorziening op de lange termijn neemt het kabinet in 2015 een besluit over de mate en de snelheid (fasering) van de mogelijke peilverhoging in het IJsselmeer in de daarop volgende planperiodes. Als maximum hanteert het kabinet nu 1,5 meter peilstijging in 2100”.


heeft niet alleen nadelen: het IJsselmeer is ook aangewezen als waterbuffer voor o.a. drinkwater en landbouw en het peil zal mogelijk in de nabije toekomst wegens de toenemende vraag kunstmatig hoger gehouden worden. Op korte termijn wordt uitgegaan van een stijging van minimaal 30 cm t.o.v. het huidige zomerpeil van -20cm N.A.P. Deze stijging zal in de periode 2015-2035 realiteit worden. Daarna is het nog koffiedik kijken, maar het peil zal binnen 100 jaar waarschijnlijk 1,5 meter hoger zijn dan vandaag. Fig 2.4 De Bocht, januari 2011, bij NAP -10 cm Zowel het rijk, de provincie alsook de gemeente onderkennen het probleem van het stijgende IJsselmeerpeil. Vanuit de provincie worden IJsselmeergemeenten gestimuleerd zelf mee te denken over een oplosssing. Ook de gemeente Enkhuizen ziet al mogelijkheden om het wassende water het hoofd te bieden. De Kaderrichtlijn Water 2015 (KW15) heeft als onderdeel van gemeentelijk beleid o.a. tot doel de oorzaken en gevolgen van mogelijke overstroming en droogte te beperken. In het geactualiseerde Nationaal Bestuursaccoord Water 2008 staat beschreven welke inspanningen hiertoe nodig zijn. Het Nationaal Waterplan 2009 heeft binnen de nieuwe Waterwet als structuurvisie o.a. als beleidsdoel duurzame en klimaatbestendige watersystemen te realiseren, waarbij het van belang is bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening te houden met waterhuishoudkundige eisen op korte en lange termijn.

Uit: Voortgangs Rapportage 2010 Water in Beeld - Landelijk Bestuurlijk Overleg Water (LBOW). “Er komen nieuwe uitdagingen op ons af. Klimaatverandering vraagt dat we ons tijdig voorbereiden op een stijgende zeespiegel, op extreem natte tijden en op tijden van droogte. De samenleving vindt dat laaggelegen gebieden extra bescherming nodig hebben. En dat overheden doelgericht werken, zonder onnodige bureaucratie. In 2009 kwam waterbeherend Nederland tegemoet aan deze ontwikkelingen. We stonden op de drempel van een nieuw tijdperk in ons waterbeheer. Waterbeheerders maakten zich klaar voor de toekomst. We zijn gestart met de invulling van het Deltaprogramma. De ontwerp-Deltawet is gemaakt. De financiën zijn veiliggesteld voor de lange termijn; vanaf 2020 stort de overheid jaarlijks 1 miljard euro in het Deltafonds.”

7


Structuurvisie Enkhuizen 2020 “Als gevolg van de verwachte klimaatverandering en zeespiegelstijging is de koers in het waterbeheer verlegd, ook in het IJsselmeergebied. Voor het waterbeheer van het IJsselmeer-gebied is op grond van de Nota Waterbeheer in de 21e eeuw (WB21) gekozen voor een “meegroeien” met de stijging van de zeespiegel.

Fig. 2.3 Krabbersgat, huidige situatie

Kades aanpassen, of iets anders… Het waterfront van Enkhuizen ligt aan het Krabbersgat, een van oudsher diepere geul die de stad en zijn haven ten opzichte van de zandplaat Staart al eeuwen bereikbaar houdt. De havens zijn bereikbaar vanaf het IJsselmeer via de noordelijke geulingang, en vanaf het Markermeer via de oude Krabbersgatsluis in het zuidwesten en het nog redelijk nieuwe Naviduct in het zuidoosten. (figuur 1)

Om een fait accompli te voorkomen, start de gemeente een ontwerpende verkenning, die naast de bedreigingen vooral de mogelijke kansen voor Enkhuizen onderzoekt. Zo kan worden onderzocht of het Krabbersgat in het peilregime van het Markermeer kan worden gebracht (verplaatsing van de oude sluis naar de Wierdijk, hersluiting van de geleidedam, eventueel in combinatie met de ontwikkeling van een woonstrip langs de geleidedam; drijvend wonen en wooneilanden). De uitkomst hiervan wordt ten grondslag gelegd aan de standpuntbepaling van de gemeente ten aanzien van de mogelijke peilverhoging. Algemene randvoorwaarden voor de peilverhoging zijn: • een mogelijke peilverhoging mag geen gevolgen hebben voor het historische beeld van Enkhuizen; • de recreatieve aantrekkelijk heid moet volledig in stand blijven. • bij nieuwe ontwikkelingen rekening houden met een eventuele peilverhoging.”

“Slechts” 30 cm voorlopige stijging lijkt niet veel, maar door op- en afwaaiing kan toch al gauw het kritieke punt bereikt worden. Een aantal objecten komen dan in de “gevarenzone” en zouden binnenkort al moeten worden aangepast, hetgeen een immens werk zou zijn, nog afgezien van de aantasting van culturele waarden (bv. oude kademuren, de Zuiderhavendijk, en vooral de tuinen bij de Bocht). Uiteindelijk moeten steigers, afmeervoorzieningen, kades, bruggen en taluds ook op de schop. Een ondoenlijk, onoverzichtelijk karwei, omdat het op gemeentelijk niveau moeilijk tot afwegingen komen is vanwege de gefaseerde besluitvorming van de rijksoverheden.

Een nieuwe ligging van de Krabbersdam Ook al liggen de havens op IJsselmeerpeil, zij liggen vlakbij het Markermeer, dat in de verre toekomst mogelijk pas in tweede instantie als waterbergingsgebied in aanmerking zal komen. Via een uitgekiende herstructurering van de Krabbersdam langs het Krabbersgat ligt wellicht hier voor Enkhuizen een oplossing. 8


Plan Krabbersdam A De Krabbersdam wordt t.h.v. het Waterplein weer gesloten en wordt in zuidwestelijke richting oude Krabbersgatsluis gelegd. B De Krabbersdam maakt aansluiting op het oude sluiscomplex tussen de brug en de beweegbare stuw.

D

C Scheepvaart vanuit het Naviduct richting IJsselmeer maakt gebruik van de nieuwe Krabbersgeul ten zuiden van de Krabbersdam. D Ter hoogte van de Eendenkooi van het Zuiderzee-museum komt een nieuwe sluis (Kooisluis), die de noordzijde van het Krabbersgat afsluit voor het stijgende peil.

C

A Richtinggevende uitspraken Stadsvisie 2030

B Naviduct

Enkhuizen wil in 2030 de toonaangevende toeristische trekpleister van WestFriesland zijn. De ligging aan het water is een belangrijke kernkwaliteit van Enkhuizen. Het waterfront en de havens worden verstevigd.

Fig. 2.4 Krabbersgat, nieuwe situatie In dit Plan Krabbersdam worden alle binnenhavens van Enkhuizen, de Gependam, de Buys- en de Compagnieshaven door verlegging van de Krabbersdam in ĂŠĂŠn klap binnen het Markermeerregime gebracht (rode pijlen), zonder noemenswaardige aanpassingen aan de havenstructuur. Extra waarborg: Indien in de verre toekomst ook het Markermeer als waterberging zou worden aangewezen, zou Enkhuizen door installatie van een klein gemaal zelfs haar eigen peilregime kunnen gaan voeren. Door de nieuwe aansluiting van de N23 op de Houtribdijk ontstaat de mogelijkheid om vanaf het Markermeer pleziervaart op gelijk peil door de oude Krabbersgatsluis (B) naar Enkhuizen te leiden, terwijl scheepvaart vanaf het IJsselmeer de stad bereikt via de nieuwe, dubbel uitgevoerde (en dus snel te schutten) Kooisluis (D). Door uitdieping van de nieuwe geul ten zuiden van de Krabbersdam (C) blijft voor de beroepsvaart de situatie vrijwel ongewijzigd en een vlotte schutting via het Naviduct gegarandeerd. Ook de bereikbaarheid van de haven van Krabbersplaat blijft op gelijk niveau. 9


Legenda figuur 3 en 4

IJsselmeerpeil Markermeerpeil W.S.V. nieuwe dammen Okselssteiger (optioneel) W.S.V.

meerpalen en boeien

De Ven

waterwoningen Naviduct

Fig.2.5 Krabbersgat en Krabbersgatsluis, huidige situatie

Wachtplaatsen grote vaart

P-terrein Zuiderzee Museum

W.S.V. De Ven

Naviduct

Fig.2.6 Krabbersgat en Krabbersgatsluis, nieuwe situatie De juiste verhouding qua ligging van de dammen tussen het Krabbersgat, het Spui-kanaal en het gebied van de Watersportvereniging De Ven, alsmede het bodemprofiel en diepte van het Spui-kanaal zullen uiteraard via waterloopkundige modellen doorgerekend moeten worden i.v.m. optimalisering van de situatie. 10


Ook is de mogelijkheid ingetekend voor een Okselsteiger (paars) die gebruikt kan worden om voormalige Enkhuizer charterschepen een “goede oude dag” te bieden. Voorwaarden tot vergunning en wie daarvoor precies in aanmerking komen dienen uiteraard uitgewerkt en in de havenatlas verwerkt te worden. De optie om afmeerplaatsen te creëren voor betaalbare waterwoningen (Structuurvisie 2020) dient terdege op haalbaarheid onderzocht te worden t.a.v. situering, mogelijke belemmering scheepvaart (breedte vaarwater) en de nodige infrastructuur. Mogelijke locaties zijn in het Krabbersgat aan de nieuwe Krabbersdam (met een extra brug over het Spui-kanaal), of beter nog aan de zuidelijke zijde van de leidam van het Spuikanaal (in het groene W.S.V.-gebied, zie fig. 2.6). De verwachte stijging van het IJsselmeerpeil heeft uiteraard ook gevolgen voor de planologische uitwerking van het Recreatiegebied Enkhuizerzand. Hier wordt in het betreffende hoofdstuk nader op ingegaan.

Fig. 2.9 Wierdijk bij Zuiderzeemuseum, januari 2011, NAP -10 cm

11


3. Krabbersplaat Zuid Discussieavonden Startnotitie HERT Enkhuizen november 2010 Meningen van deskundigen: Er moet een omgeving gecreëerd worden waar men zich graag zou willen vestigen, waar bedrijven willen komen en blijven. Krabbersplaat is toe is aan onderhoud. Dit houdt o.a. in dat er geherstructureerd kan worden door deze locatie een (nog) meer nautische uitstraling te geven. Meer voorzieningen op het terrein die samen gebruikt kunnen worden, bijv. een dok. De nadruk ligt op de nautische ontwikkelingen.

Fig. 3.1 Uit: Ruimtelijke econ. visie Stedebroec – Enkhuizen 2009 Uit de discussieavonden (december 2010) ter voorbereiding van de Startnotitie HERT kwam o.a. naar voren dat er op economisch vlak behoefte is aan meer (nautische) uitstraling en ruimte. Een “tweede” Krabbersplaat zou hierbij goede mogelijkheden op extra werkgelegenheid voor Enkhuizen kunnen bieden. Dit terrein zou ontwikkeld kunnen worden aan de Strekdam (Zijlweg zuid) ten zuiden van het stuwwerk Krabbersgatsluis. Hier is ruimte en een zeer goede kans voor een scheepswerf met dok en/of helling met toeleveringsbedrijvigheid waar o.a. een flink aantal schepen van de bruine vloot terecht kunnen die nu noodgedwongen naar Lemmer, Urk, Den Oever en zelfs Zaandam moeten uitwijken. Ook de mogelijkheden voor een (roll-on roll-off) containerhaven met daaraan gekoppeld een distributiecentrum (bv. Action) dienen te worden onderzocht. Feit is dat vervoer over water de toekomst heeft, met name in de containerbranche. Indien de “Oude” Krabbersplaat een herstructurering zou ondergaan waarbij ingezet wordt op een meer direct nautische uitstraling, dan ligt daar mede een toekomst voor bv. een kenniscentrum watersport en het midden- en duurdere segment jachtbouw. Enkhuizen zou met een nieuw Krabbersplaat –Zuid, in combinatie met directe verbinding met het nieuwe N23-tracé, op een uniek logistiek kruispunt komen te liggen, een omgeving waar nieuwe bedrijven komen en blijven, die extra werkgelegenheid opleveren. 12

De passerende beroepsvaart gaat door het Krabbersgat en kan veel gaan betekenen in de toekomst voor Enkhuizen. Een containerterminal in combinatie met distributiecentrum (bv. Action) biedt goede kansen voor de werkgelegenheid. Het vervoer over water heeft de toekomst. Een tweede Krabbersplaat (Zuid?) betekent extra ruimte dus groeipotentie. Men zou hier een distributiecentrum kunnen maken. Dit is economisch interessant voor de werkgelegenheid. De maatschappelijke winst is minder vrachtwagens op de wegen (CO2 reductie). Grote kans ligt voor Enkhuizen ook op gebied van (ver)bouw van grote boten en een kenniscentrum m.b.t. de watersport. Ook veel aandacht voor watergebonden industrie, voor zowel plezierals voor beroepsvaart. De provincie stelt geld beschikbaar voor onderzoek naar de economische ontwikkelingen voor vervoer over water e.d. De provincie is hier ook actief mee bezig en dit gegeven moet worden opgenomen in de startnotitie. Een containerterminal zou een toevoeging kunnen zijn. Men moet goed uitzoeken of dit plan levensvatbaar is. Op regionaal niveau moet er een betere samenwerking tot stand komen tussen jachtbouwbedrijven.


Krabbersplaat 1 Distributie Centrum Containerterminal Werf met dok Ondiepte Nog te ontwikkelen Mogelijk tracé N23

Fig.3.2 Krabbersplaat Zuid Het gebied Krabbersplaat Zuid is op te delen in drie terreinen: Het Distributie Centrum (DC) ligt het dichtst bij de ontsluitingsroute naar de N23. Tevens is dit de beste plek t.o.v. het water omdat hier i.v.m. de werking van het stuw en de gevaren die dit met zich mee brengt zo min mogelijk scheepvaart gewenst is. In het midden de Containerterminal met zowel container-overslag per kraan als een logistiek gunstiger roll-on roll-off kade t.b.v. het aangrenzende DC. Tenslotte aan het uiteinde van de pier de scheepswerf met dok en/of helling.

Fig. 3.3 Krabbersgat specie Tevens dient onderzocht te worden of de baggerspecie die vrijkomt bij het uitbaggeren van de nieuwe Krabbersgeul ten noorden van het Naviduct gebruikt kan worden voor Krabbersplaat Zuid.

13

Structuurvisie Enkhuizen 2020 De gemeente onderzoekt de mogelijkheden om vraag en aanbod van de werkgelegenheid dichter bij elkaar te brengen en de werkende bevolking aan de stad te binden. Voor de bedrijventerreinen geldt dat er ruimte is voor uitbreiding naast de nodige herstructurering. Een nieuwe aansluiting op de N506 (N23) is daarbij van belang en zal worden onderzocht Infrastructuur en mobiliteit Vanwege de eenzijdige benaderingsrichting van de stad zal de mogelijkheid onderzocht worden het aandeel binnenvaart (Krabbersplaat) en spoor te doen toenemen en daarmee de belasting van de Westfrisiaweg te verlichten. Ruimtelijke econ.visie StedebroecEnkhuizen/ Plan herstructurering 2009 Binnendijks wil de gemeente het ‘natte' bedrijventerrein Krabbersplaat in Enkhuizen herstructureren. Na uitbreiding van bedrijventerrein Schepenwijk kunnen ‘droge' bedrijven worden verplaatst, zodat in Enkhuizen ruimte ontstaat voor nieuwe ontwikkelingen. Volgens dhr. Boland heeft de helft van de bedrijven aan de natte kant van Krabbersplaat niet echt een plek aan het water nodig.


Cultuurhistorische Identiteit Nota Ruimte 2006 Internationaal is het besef groeiend om cultuurhistorische waardevolle elementen en structuren te beschermen. Het verdrag van Malta uit 1996 heeft geresulteerd in een Europese richtlijn ten aanzien van de bescherming van cultuurhistorische waarden, welke in nationale wetgeving verankerd moet worden. In Nederland is hiertoe in 2007 een wijziging van de Monumentenwet doorgevoerd. Het rijk heeft daarnaast in een richtlijn gegeven voor het omgaan met ruimtelijke cultuurhistorische kwaliteit in de Nota Belvedere.

4. De Enkhuizer havens

Vastgesteld is dat in Enkhuizen het behoud van het beschermd stadsgezicht van de binnenstad en het havenfront van grote betekenis is.

Het havenfront van Enkhuizen is al lange tijd het visitekaartje van de stad, niet alleen qua aanblik vanaf de Houtribdijk maar ook voor de talloze watersporters die onze stad aandoen. De cultuurhistorische identiteit van havengebied en binnenstad werkt als een magneet op toeristen: met jachten, campers, trein, bus, veerboot, fiets of eigen auto stroomt men van alle kanten toe voor een gezellige wandeling langs de vele monumenten die de stad rijk is, een terrasje aan het water of een bezoek aan het Zuiderzeemuseum, Sprookjeswonderland en Enkhuizerzand, maar ook voor inkopen en fun-shoppen in het winkelhart. De investeringen van o.a. het afgelopen decennium hebben inmiddels hun weerslag: met de aanleg van het Naviduct en de Gependam werd het havenfront van Enkhuizen toegankelijker, werd door grotere capaciteit en effectiever schutten de sluistijd bekort en kregen de charter-zeilschepen een eigen plek. Renovatie en uitbreiding van (afmeer)voorzieningen, en het uitbaggeren van de Buitenhaven als onderdeel van het project ‘Toeristen over Water’ waren in eerste instantie een stimulans voor het aantal overnachtingen. De tendens van de tijd speelt echter parten: door toename van de ‘cruise-chartervaart’ en een lichte daling in de zeilcharterbranche werd onlangs al een deel van de Gependam aangepast. Ook de kredietcrisis heeft een niet te onderschatten effect gehad: veel jachtbezitters uit de midden- en laagmodale klasse houden vaker ‘de knip dicht’ en passen hun uitgavenpatroon aan (zie kader Nationaal Watersport Onderzoek 2010). Ook is de afgelopen 5 jaar het aantal jachttransporten over de weg richting voornamelijk het Middellandse Zeegebied met maar liefst 14% toegenomen. Deze toename betreft vooral in ons land gestationeerde duitse jachten en Uit: Uitvoeringsagenda Stadsvisie2030 wordt toegeschreven aan de klimaatverandering en het in NeToerisme en recreatie derland daarmee gepaard gaande verslechterde zomerse weer15. Enkhuizen waterstad. beeld in o.a. het IJsselmeergebied. Opstellen van een toeristisch Masterplan voor de binnenstad, gericht op het ontwikkelen van de ontbrekende recreatieve en toeristische schakels en ontwikkeling “waterplein”, gericht op de ontwikkelingsmogelijkheden van Gependam, Zijlweg en Dirck Chinaplein.

Momenteel is er qua jachtverkoop in het lagere segment slechts sprake van versterking van het 2e hands marktaandeel. In het midden- en hogere segment is sprake van een stabilisatie en een lichte opleving van met name de luxere jachtbouw (in de klasse > 1 miljoen euro). 14


Ook het uitgavenpatroon van de nautische consument is soms aan sterke veranderingen onderhevig (zie kader). Gezien deze vooralsnog alarmerende cijfers is niet te voorspellen hoe die ontwikkeling zich in de (nabije) toekomst zal manifesteren. Verwacht wordt dat deze tendens zich voorlopig zal handhaven. Hierdoor is het in het kader van het voorgenomen toeristische Masterplan voor de Enkhuizer binnenstad moeilijker op lange termijn te plannen, zeker in verband met de havens, waar veranderingen in infrastructuur meestal vragen om een fikse gemeentelijke (financiële) investering. Hoe lang deze periode van recessie en de daarmee gepaard gaande effecten zal gaan duren is giswerk. Op korte termijn staat onze stad voor een periode van bezuiniging en gepaste soberheid. Toekomstige investeringen dienen weloverwogen te worden gedaan. Ook speelt de komende vergrijzing een rol. In dit kader bezien is inventarisatie van belang: Voldoen de Enkhuizer havens voor de toerist momenteel aan de functionaliteit, uitstraling en gastvrijheid die passend is in het tijdsbeeld? Zijn er nog ontwikkelingsmogelijkheden ten aanzien van de verwachtingen tot 2030 en/of zijn die noodzakelijk dan wel reëel? Is het wellicht essentiëler dat de stad eerst investeert in de veiligheid van haar burgers en waardevolle culturele binnenstad, met name ten opzichte van ‘het wassende water’? Een relevante keuze op korte tot middellange termijn zou de al eerder genoemde herstructurering van de Krabbersdam en aanleg van Krabbersgeul kunnen zijn.

Nationaal Watersportonderzoek 2010 Pleziervaart: Minder uitgaven Slechts 13% is van plan in 2010 een uitgave of aankoop te doen in de watersport. Bijna de helft doelt hierbij op onderdelen / accessoires. Ongeveer een op de zes respondenten is van plan een gebruikt pleziervaartuig te kopen (16%). Van de mensen die geen uitgaaf of aankoop van plan zijn te doen, doet 12% dit niet vanwege de economische crisis. Bijna tweederde vindt het niet noodzakelijk er geld aan uit te geven. Een kwart van de watersporters heeft er geen tijd voor of vindt dat het geen prioriteit heeft. Slechts 15% is van mening dat het een prima moment is voor dergelijke uitgaven. De crisis lijkt hier dit jaar van meer impact te zijn omdat dit percentage met 10% is gedaald in vergelijking met 2009. Wanneer men zou moeten bezuinigen, dan zou men als eerste minder uit eten gaan en uitgaan (60%). Ongeveer vier van de tien zou bezuinigen op de watersport en zijn/haar vaartuig (44%). Dat is 13% meer dan in 2009. De helft van de watersporters zou minder vakanties / uitstapjes / dagtochten ondernemen om geld te besparen.

De havens nader bekeken In het kader van het project ‘Toeristen over Water’ is al veel tot stand gebracht. Voor de gemiddelde passant is het prettig afmeren in één van de havens. In de Binnenhaven is het voorzieningenniveau door de realisatie van veel extra walstroom- en watertappunten op een dusdanig peil gebracht dat de haven hier voorlopig uitstekend mee uit de voeten kan. Met de komst van enkele goedwerkende betaalautomaten voor havengeld is de afhandeling van passantenovernachtingen vereenvoudigd en kostenbesparend. Bezien dient te worden of hier qua verdere ontwikkelingen voor een bepaalde periode pas op de plaats gemaakt moet worden. Met nog slechts enkele aanpassingen op korte termijn zijn de havens (met name de Binnenhaven) voor een langere tijd redelijk optimaal te exploiteren.

15


Het Havenfront Wie Enkhuizen per schip aandoet heeft een ruime keuze wat betreft een ligplaats voor de nacht. Naast de Buyshaven en de Compagnieshaven is ook de gerenoveerde, gemeentelijke Buitenhaven zeer in trek. Zelfs delen van de Oude Haven en de Oosterhaven staan de passant ter beschikking. Ook (zeil)charterschepen treffen voldoende voorzieningen aan: De Gependam is voor grotere schepen multifunctioneel gemaakt. Ook is onlangs de Oude Harlingersteiger geheel gerenoveerd. Indien daadwerkelijk ingezet gaat worden op het project Krabbersdam krijgt het Krabbersgat een duidelijk lokale functie en zal het ‘Waterplein’ een ander verkeersbeeld gaan geven. De ‘oude’ vaarwaterlijnen van vóór de aanleg van het Naviduct worden in het Krabbersgat weer actueel, nl. van zuidwestelijke naar noordoostelijke richting v.v. Ook wordt dan de beroepsgoederenvaart, door de transit-mogelijkheid van de nieuwe Krabbersgeul, vrijwel geheel gescheiden van de pleziervaart die gebruik maakt van het Krabbersgat, Dit geeft in de drukke zomermaanden een veiliger afwikkeling van in- en uitvarende schepen (zie hoofdstuk 2, fig. 2.3 en 2.4). Verkeerstechnisch zou dat een duidelijke verbetering zijn t.o.v. de onoverzichtelijke en onveilige situatie die het Waterplein als ’verkeersknooppunt’ de laatste jaren toch met zich meebracht. Ook is de plek van de nieuwe Kooisluis met dubbele kolk dusdanig noordwaarts gekozen dat:  bovengenoemde veilige verkeersafhandeling optimaal gerealiseerd wordt: Het gehele Krabbersgat kan gebruikt worden voor het verwerken van in- en uitvarende plezier- en chartervaart en schepen die wachten op schutting door één van beide sluizen (Kooisluis en in het zuiden de oude Krabbersgatsluis).  de Compagnieshaven en de haven van het Zuiderzeemuseum eveneens onder het ‘enkhuizer peilregime’ vallen, zodat ook daar geen aanpassingen nodig zijn.  een vrije doorvaart voor de veerboten van het Zuiderzeemuseum gegarandeerd blijft.

De Gependam en het Dirck Chinaplein De Gependam en het Dirck Chinaplein voorzien al geruime tijd in meerdere behoeftes: Er zijn aan de dam afmeervoorzieningen getroffen voor zowel cruiseschepen (zuidzijde) als zeilcharters (beide zijden). Het ruime Dirck Chinaplein kan inmiddels multifunctioneel ingezet worden: Naast parkeerruimte zijn er ook een aantal Camperdocks (zie hoofdstuk Campers), een kade in gebruik door een werkschip, een korte steiger van Rijkswaterstaat, een L-vormige steiger en een eiland voor restafval. Verder is het plein inzetbaar voor grote evenementen als bv. de kermis en de jaarlijkse Klassieke Schepenbeurs.

Fig. 4.4 Entrée Gependam 16


Kop van de Gependam (De Kaap) De zuidwestelijk gelegen kop van de Gependam (De Kaap) is helaas nog niet ontwikkeld. Dit heeft vooral te maken met het feit dat die plek vrij afgelegen en moeilijk bereikbaar is. Bij de aanleg van de dam heeft de gemeente Enkhuizen destijds gekozen voor een dambreedte van 9 meter (i.p.v. de geplande 16 meter) waardoor de dam dusdanig smal is uitgevallen dat zelfs langzaam verkeer slechts beperkt mogelijk is. Hiermee is De Kaap verworden tot een soort ‘waterhoofd’ waar hooguit kleinschalige ontwikkelingen mogelijk zijn (zie fig. 4.5). Tot de weinige mogelijkheden de Kaap in de toekomst (evt. in combinatie) tóch optimaal te kunnen benutten behoren:  alsnog een verbreding van de dam tot minimaal 14 meter, waardoor er sowieso een betere afwikkeling wordt gerealiseerd van de gebruiksroute van de aldaar liggende scheFig 4.5 Gependam, de Kaap en Buyshaven pen. Ook wordt hiermee een prima mogelijkheid gecreeerd De Kaap te gebruiken om een 10 á 15 camperdocks te kunnen realiseren. Indien de verbreding van de dam met 5 meter aan de noordzijde plaatsvindt wordt hiermee over de lengte slechts 1 scheepsbreedte ingeleverd, blijven er nog voldoende manoeuvreerruimte en ligplaatsen over voor het huidige aantal charterschepen dat normaliter gebruikt maakt van de noordzijde van de dam.  de bestaande situatie handhaven en de Kop, ondanks de beperkte mogelijkheden, aanbieden aan ondernemers die zich daar met een direct watergebonden, aan de dam geliëerde, activiteit willen vestigen. Te denken valt aan een ligplaats voor een werkschip t.b.v. de van de dam gebruik makende charterschepen.  Een goed geoutilleerde uitvalsbasis realiseren voor de Mercury-waterscoutsgroep (in en na goed overleg), met ligplaats voor moederschip “Mercury” en de Lely-vletten. De huidige locatie van de scouts aan de Paktuinen komt dan vrij voor een andere, mogelijk cultuurhistorische invulling.

Dirck Chinaplein

Structuurvisie 2020 Het Waterplein zal vanuit een recreatieve invalshoek een meer uitgebreide visie moeten worden ontwikkeld, waarin de ontwikkelingsmogelijkheden van de Gependam, de zuidzijde van de Flevolaan, de oostzijde van de Zijlweg en het Dirck Chinaplein met elkaar in verband gebracht worden. Mogelijk kan hierbij ook het onderzoek naar de kansen, die een mogelijke peilverhoging biedt, worden betrokken. Algemene randvoorwaarden voor de ontwikkeling van deze locatie zijn: • aan de landschappelijke inpassing wordt grote zorg besteed: het waterplein wordt het visitekaartje van Enkhuizen; • de nautische veiligheid (vrachtvaart, pleziervaart, manoeuvrerende charterschepen en museumveren) staat voorop; • de herinrichting mag een verdere ontwikkeling, waarbij de N506 (N23) buitendijks naar de Houtribdijk wordt gevoerd, niet onmogelijk maken.

17

Indien Enkhuizen in het grotere kader inzet op extra parkeermogelijkheden aan de Noord- en Zuidzijde van de binnenstad (zie hoofdstuk Shuttlebus) kan het Dirck Chinaplein gedurende vrijwel het hele jaar plaats bieden aan een groter aantal campers en op het plein het aantal camperdocks uitbreiden (zie Campers). Ook is een extra servicegebouw met toiletvoorziening en wasgelegenheid, en een groter afvaleiland (inclusief stort chemisch toiletafval!) een mede door de zeilcharters lang gekoesterde wens die op het plein in vervulling zou kunnen gaan.


Structuurvisie 2020 De Oosterhaven en de Oude Haven zijn, met de Buitenhaven, het gezicht van maritiem Enkhuizen.

De Oosterhaven Deze haven behoort met de Oude Haven tot de oudste van Enkhuizen. Het voorste deel van deze Noord-Zuid gelegen haven (Oosterhaven l) is vrijwel af: Naast een aantal woonschepen is er een flink stuk ingericht met boxen voor vaste ligplaatshouders met kleinere schepen. Deze boxen worden in het zomerseizoen ook veelvuldig gebruikt door toeristische passanten. Ook is aan de oostoever het Binnen-museum van het Zuiderzeemuseum te vinden. Het achterste gedeelte (Oosterhaven ll) is nog in ontwikkeling. Ondanks dat er de afgelopen jaren al wat extra afmeerplaatsen met voorzieningen zijn gerealiseerd aan de verste oostoever, ligt er nog veel open om dit deel in te vullen. Toch wordt er al gebrainstormd over de beste invulling voor dit havengedeelte (zie kaders). Daarbij is het oude beton-ningsgebouw als Rijksmonument mede het uitgangspunt om te komen tot een cultuurhistorisch én recreatief verantwoorde ontwikkeling van het totale gebied.

Fig 4.7 Oosterhaven ll, het achterste smalle deel, met rood omcirkeld het te ontwikkelen gebied 18

Bij de herinrichting van de Oosterhaven gaat het om het wekken van de schone slaapster: het benutten van de kansen die er zijn om dit gebied meer uitstraling te geven. Dit vraagt om een specifieke uitwerking. Het gaat daarbij vooral om het ‘achterste’ deel. De herontwikkeling van het gebied Zilverstraat/Bierkade, dat nu een achterkant-situatie naar de Oosterhaven keert, maakt deel uit van de opgave. In het gebied Zilverstraat/Bierkade is een transformatie ten behoeve van het publiekfuncties het doel, zoals ateliers en ambachtelijke bedrijfjes. Het rijksmonument betonningsgebouw aan de Bierkade is bovendien een uitstekend knooppunt voor de looproute van de binnenstad naar het Enkhuizer Zand. In de Oosterhaven wordt gezocht naar mogelijkheden om meer ligplaatsen te creëren, het deel voorbij de Compagniesbrug mogelijk in een historisch nautische sfeer. Het accent in dit deel van de binnenstad ligt nl. op het versterken van de culturele functies in het centrum, in relatie tot de zeggingskracht van het stedelijke patroon (haven, dijk, historische bebouwing) en het Zuiderzeemuseum. Als gevolg hiervan zal de Oosterhaven in versterkte mate deel uitmaken van toeristische decor en kunnen recreatieve routes eraan gekoppeld worden.

Feit is dat het water vrij smal is waardoor intensieve scheepvaart niet wenselijk en verantwoord wordt geacht. Hierdoor is de nautische invulling beperkt. Momenteel is het achterste deel van het vaarwater voornamelijk in gebruik van de schepen van de Nebas (Nederlandse bond voor aangepaste sporten) als overwinterplek. Ook liggen er enkele historische schepen, die al jaren deel uit maken van het maritiem varend erfgoed én de cultuur-historische identiteit van Enkhuizen, maar helaas nog slechts van gemeentewege een PGGB-beschikking hebben (zie Oude Haven).


Ontwikkeling van Oosterhaven ll

Fig 4.8 Oosterhaven ll, achterste deel. Links het Rijksmonument voormalig Betonningsgebouw

Tijdens een brainstormsessie van deskundigen is op 1 maart 2010 met de werktitel “Verkenning Bierkade” een inventarisatie gemaakt omtrent de (on)mogelijkheden om tot een goede invulling te komen van dit gebied, met name hoe de ontwikkeling van het braakliggende gebied Zilverstraat / Bierkade op een (cultuurhistorisch) verantwoorde manier te laten aanhechten aan de bestaande infrastructuur.

Onderstaande schets, afkomstig uit en als resultaat van deze bijeenkomst geeft een goed beeld waar kansen zouden kunnen liggen. Daarbij zou een totaalbeeld van wonen, werken en recreëren kunnen ontstaan waarbij er voldoende aandacht is voor de cultuurhistorische waarden, waarin in het kader van de historische identiteit van deze stadshaven vooral het maritieme erfgoed (zowel het varende als het statische) het uitgangspunt zou moeten zijn. Te denken valt niet alleen aan (als vermeld in de schets) kunstgalerie, horeca en ateliers, maar met name aan behoud van oude maritieme ambachten door een kenniscentrum in het oude betonningsgebouw, gecombineerd met een aantal vaste ligplaatsen voor historische schepen in het achterste gedeelte. Ook sluit deze invulling aan bij het Octopus-model, een project waarbij een aantal aantrekkelijke verbindingsroutes tussen de enkhuizer binnenstad en het omringende gebied tot stand wordt gebracht.

Fig 4.9 Oosterhaven ll 19


Stadsvisie 2030 - Anno 2030 is de Oude Haven dan ook een aantrekkelijke binnenhaven, die doet denken aan de haven van Kopenhagen. Door de unieke ligging aan het water en de kleine horecagelegenheden voor een borrel of de lunch, is deze binnenhaven een veelbezochte plek. Uitvoeringsagenda Stadsvisie 2030 20. Herinrichting Oude Haven - Opstellen van een ontwikkelingsplan voor de Oude Haven, met aandacht voor publieksfuncties, uitbreiding van de uitgaansmogelijkheden en ruimte voor de woonfunctie.

De Oude Haven Dit is de oudste haven van Enkhuizen. De entrée met de Drommedaris en dubbele ophaalbrug behoort tot één van de markantste punten van de enkhuizer cultuurhistorische identiteit. Zowel de toerist als de eigen burgers waarderen de mix van authentieke waarden, gezellig vertoeven op één van de terrassen en struinen langs de haven. Mede door de aandacht die er is besteed aan het behoud van die waarden in combinatie met de mogelijkheid voor de pleziervaart te kunnen overnachten in dit unieke stukje Enkhuizen is een prettig dynamisch beeld ontstaan. Toch is de Oude Haven ‘nog niet af’. In het voorste gedeelte (Oude Haven l) is de zuidoever een gebied dat nog de nodige aandacht behoeft. Ook liggen er nog ontwikkelingsmogelijkheden in het achterste deel, voorbij de Wilhelminabrug (Oude Haven ll).

Oude Haven l Dit deel van de Oude Haven heeft al veel te bieden: het vaarwater heeft aan de noordzijde een goed geoutilleerde kade, een stuk bedrijfswater met sleepboten, en een ruime passantensteiger. Aan de zuidzijde zijn een paar jachtbedrijven gevestigd (met een tiental boxen). Zowel de noord- als de zuidoever bieden nog ruimte tot ontwikkeling; een gedeelte aan de Paktuinen zou plek kunnen bieden aan kleinschalige, nautisch gebonden bedrijven zoals een zeilmaker annex –winkel, gecombineerd met daarFig. 4.11 Oude Haven 1 in de zomer, met links de boven enkele woonlagen die in subtiele “PVC”-passantensteiger (Port van Cleve) overeenstemming zijn met de wensen van de burgers qua uitstraling en bouwhoogte, en ook qua meerwaarde voor de identiteit van de omgeving van dit stuk haven. Ook zou voor burger en toerist een uitbreiding kunnen plaatsvinden van de horecamogelijkheden (zie Winkelhart en Uitgaan). 20


Fig. 4.12

Wilhelminabrug

Port van Cleve-steiger

Oude Haven ll De Wilhelminabrug, een drukke verkeersader, Drommedaris doorsnijdt de Oude Haven. Achter deze brug ligt een rustiek stukje Enkhuizen, dat niettemin een behoorlijk nautische sfeer uitstraalt. Aan de zuidoever is behalve een viertal woonarken de thuisbasis te vinden van de Enkhuizer waterscouts met hun Lelyvlet-boxen en moederschip de Mercury. Aan de Noordoever ligt een aantal historische schepen, waaronder enkele die met een PGGB op de wachtlijst staan voor een vaste ligplaats (zie kader PGGB schepen, einde van het hoofdstuk). Ondanks dat dit stuk haven er een beetje verloren bij ligt is er al voldoende variatie voor het oog aanwezig, met toch een vrij rustgevend totaal beeld. Met de jaren heeft de loop der dingen ervoor gezorgd dat alles zijn plek heeft gevonden: De bedrijvigheid van de waterscouts zorgt voor enige dynamiek in de haven, en de vrij moderne woonarken vinden aan hun overzijde een mooi tijdsbeeld aan historische vaartuigen, (waaronder enkele oude sleepboten, een tjalk, een kotter en een klipperaak), waar de kade de wandelaar een door bomen geflankeerd panorama te bieden heeft. Structuurvisie 2020

Huidige situatie en inventarisatie

De inrichting van de Oude Haven zal in overeenstemming zijn met de historische context en een versterking van de kwaliteit van het gebied. Naast het bouwen voor de ‘eigen’ behoefte is er de mogelijkheid een concurrerend woonmilieu aan te bieden, gericht op mensen wier woonwensen gericht zijn op uitzonderlijke omgevingen, waarbij ook het water een rol kan spelen.

Al in 1997 heeft de commissie Dingemans een Cultuur- historische verkenning van de Oude Haven uitgevoerd, die onlangs nog is meegenomen in de besluitvorming rond de realisatie van de Kat- en Hondsbrug, in het kader van een historisch verantwoord ontwerp, passend in het tijdsbeeld en de identiteit van de locatie. Uit deze verkenning kwam het volgende naar voren:

Onderdeel van de beoogde transformatie in de Oude Haven zijn historische schepen in het achterste deel van de Oude Haven, bijvoorbeeld zoals de museumhavens in Rotterdam en Amsterdam, die de omgeving versterken. Ook de omgeving van de Oude Haven wordt bij de transformatie betrokken. Doelstelling is om op termijn beide zijden langs de Oude Haven toegankelijk te maken met publieksfuncties (horeca en winkels), met een directe aansluiting op het water van de Oude Haven (in de vorm van bijvoorbeeld terrassen en tuinen).

Fig. 4.13 Oude Haven ll, gezien vanaf de Wilhelminabrug 21


“…indien krachten op elkaar worden afgestemd, is met name de Oude Haven uitermate geschikt een gemeentelijk kader te bieden voor particuliere initiatieven. Met een programma voor de juiste functie op de juiste plek kunnen de ruimtelijke historische kenmerken niet alleen versterkt worden, maar op zichzelf bijdragen aan een nieuwe impuls in de ontwikkelingsgeschiedenis van de stad.” Ten aanzien van bovenstaande kan de Federatie Oud Nederlandse Vaartuigen (FONV) als belangenbehartigende organisatie met haar expertise wellicht een rol vervullen als intermediair bij het inventariseren van de mogelijkheden voor Enkhuizen. Ook heeft zij in juni 2010 een brochure samengesteld voor gemeenten en betrokkenen. (zie uittreksel blauwe kader hiernaast)

Uit: Herbestemming Historische Stadshavens Informatieve uitgave van de FONV, juni 2010 (Federatie Oud Nederlandse Vaartuigen) Historische stadshavens dragen bij aan een aantrekkelijk cultureel, recreatief en economisch klimaat. Nederland telt echter tientallen havens die nog op herbestemming wachten. Recente ontwikkelingen maken het aantrekkelijk om te investeren in de herontwikkeling van stadshavens. De aandacht voor het behoud van (varend) maritiem erfgoed groeit. De bijdrage van creatieve en ambachtelijke bedrijvigheid aan het leef-klimaat en de stedelijke economie blijkt aanzienlijk. De Modernisering van de Monumentenzorg (MoMo) van het Ministerie van OCW maakt het binnenkort mogelijk om maritiem erfgoed in havengebieden beter te beschermen en benutten. Er is onduidelijkheid bij bestuurders en ambtenaren over beleidsmatige mogeljkheden om maritiem erfgoed te behouden en gebruiken. Daardoor wordt varend erfgoed vaak niet meegenomen in beleid voor herontwikkeling van historische havens en liggen historische schepen vaak op weinig zichtbare en herkenbare plekken. Zichtbaarheid leidt tot bewustwording van de historische waarde.

Fig. 4.14 Uit: Structuurvisie 2020 Ook de Structuurvisie Enkhuizen 2020 spreekt van de mogelijkheid tot het creëren van extra ligplaatsen, met name voor historische schepen (Fig. 4.11); Binnen het ontwikkelingsgebied Oude Haven is aan de noordzijde van Oude Haven ll deze optie aangegeven. Ook is echter de Wilhelminabrug als hoofdverkeersroute aangegeven als beperkende factor t.a.v. dit havengedeelte.

De mogelijkheden voor Oude Haven ll Om tot een goede afweging van mogelijkheden te komen is een aantal factoren van belang. Ook spelen er belangen mee van de betrokken burgers.

Er is echter een gebrek aan lig- en aanlegplaatsen voor de grotere historische schepen die veelal gebruikt worden als woon- of werkschip. Gemeenten en provincies lijken zich niet bewust te zijn van de cruciale rol die zij hebben bij het behoud van het varend erfgoed. De kunst is nu om de goede match te maken: combineer historische havens en kades met historische schepen en het beeld van een historische stadshaven is compleet. De publieke waardering voor stadshavens geeft aan dat de samenleving het varend erfgoed als beschermwaardig cultuurbezit beschouwt.

-

Er moet een invulling komen die recht doet aan de cultuurhistorische identiteit van de stad en het huidige beeld van een rustieke omgeving.

-

Er is vanuit de gemeente behoefte de Enkhuizer havens zo goed mogelijk te exploiteren.

-

De Wilhelminabrug is als hoofdroute een beperkende factor.

-

Er is vanuit de wachtlijst- c.q. PGGB-schepen behoefte aan een vaste ligplaats. 22


Op figuur 4.10 was al goed te zien dat de langgerekte, taps toelopende vorm van Oude Haven ll lastiger ‘in te vullen’ is dan die van Oude Haven l. Het achterste gedeelte is, net als in de Oosterhaven ll, moeilijk te exploiteren d.m.v. passantenligplaatsen door te weinig ruimte voor manoeuvres (HISWA-regels). Het voorste deel, vlakbij de Wilhelminabrug biedt meer kans, hoewel ook weer beperkt omdat de brug niet te lang open kan blijven. Fig. 4.15 Oude Haven ll, Ligplaatsen PGGB-schepen met tussenpalen, plus extra steiger voor passanten Figuur 4.15 toont een oplossing waarin zoveel mogelijk wensen cq. factoren zijn meegenomen. 

 

In het oostelijke, breedste deel van de Oude Haven ll kan aan de Noordzijde een steiger gerealiseerd worden, equivalent aan de PVC-steiger aan de oost- kant van de Wilhelminabrug. Deze steiger kan plaats bieden aan 25 tot 30 jachten van gemiddelde lengte. Daarbij valt te denken aan een georganiseerd evenement of een groepsaanmelding. Maar ook (en vooral) passanten met ronde en platbodemjachten zullen aan deze steiger een bijdrage kunnen leveren aan de historische aanblik die dit havendeel nodig heeft. Ook ligt de steiger aantrekkelijk dicht bij het centrum c.q. winkelhart van Enkhuizen. In het westelijke, slecht toegankelijke deel kan door een uitgekiende situering aan de noordoever voor vrijwel alle historische PGGB-schepen een plek gecreëerd worden (zie inzet fig. 4.15). Ook biedt de getekende, wel vaker gebruikte afmeeroplossing met palen niet alleen meer plek voor de schepen, maar zijn ze t.o.v. de kade voor het publiek ook beter zichtbaar, zonder teveel van de zichtlijnen op water weg te nemen. De bereikbaarheid van de sloepenhaven in het Waaigat blijft, zonder een teveel aan manoevrerende passanten in het westelijke deel van Oude Haven ll, gegarandeerd, ook in het hoogseizoen. Qua kosten en infrastructuur is dit verreweg de goedkoopste oplossing, met het grootste en hoogst haalbare rendement, om dit stuk haven te kunnen exploiteren. De aldaar aanwezige historische schepen betalen immers het gehele jaar havengeld. 23

Varend maritiem erfgoed Momenteel liggen in de Oude Haven ll en Oosterhaven ll enkele onvergunde, nog immer varende, historische schepen, die door hun aanwezigheid en uitstraling al jaren de cultuurhistorische identiteit van de stad bevestigen, en hiermee een bijdrage leveren aan het imago van Enkhuizen. Er is weinig voor nodig dit beeld vast te houden, zoniet uit te breiden. Deze beide havengedeelten zijn bij uitstek de meest geschikte plek om de historische schepen die op de wachtlijst staan c.q. een PGGB hebben een vaste ligplaats met vergunning te bieden (zie kader PGGB-schepen). Feit is wel, dat de eigenaren van deze kleine groep schepen hun waardevolle bezit slechts uit smalle beurs kunnen onderhouden en als maritiem erfgoed voor het nageslacht behouden, door dit te combineren met bewoning. Als hiervoor op ambtelijk niveau geen mogelijkheden worden geschapen gaan deze schepen, bij het ontbreken van alternatieven, onherroepelijk ver-loren, en niet alleen voor Enkhuizen.


De PGGB-schepen - Feiten Op 9 mei 2006 is in Enkhuizen een nieuwe Havenverordening (HV06) van kracht geworden, even later gevolgd door het vastleggen van de actuele situatie in een Havenatlas, om verdere aanwas van illegaal bewoonde schepen aan banden te kunnen leggen. De gemeenteraad heeft aan dit besluit echter de voorwaarde verbonden dat de wachtlijst voor ligplaatsen gehandhaafd zou blijven en er coulant zou worden omgegaan met, en een oplossing gezocht zou worden voor de schepen die op dat moment onvergund, maar wel bewoond in de haven lagen.

Oude Haven II, rechts enige PGGB-schepen

Na inventarisatie bleek het niet om ‘een scala aan probleemgevallen’ te gaan (‘meer dan 20 dossiers’, zo werd beweerd…), maar slechts een handvol, voor het merendeel historische (zeil)schepen, die al geruime tijd deel uitmaken van de cultuurhistorische identiteit van de binnenstad, en waarvan 5 al langere tijd (soms meer dan 20 jaar) op de wachtlijst voor een ligplaats staan. Vrijwel al deze schepen zijn destijds met open armen ontvangen en kregen door de havendienst een voorlopige ligplaats toegewezen. Ook wist men bij binnenkomst al dat er op deze schepen gewoond werd. Deze wederzijdse houding van respect resulteerde jarenlang in een uitstekende samenwerking tussen betrokken schippers en de havendienst. Omdat hun status onverenigbaar zou zijn met de HV06 werd echter door de gemeente besloten die schepen een Persoons Gebonden Gedoog Beschikking (PGGB) te geven totdat er beleid zou worden vastgesteld omtrent Wonen op Water (WoW). Maar toen duidelijk werd dat het College de PGGB’s ziet als een middel om bewoning op die schepen te doen beëindigen heeft de gemeenteraad uitdrukkelijk de wens geuit het item WoW nader te willen bespreken en de mogelijkheden tot inpasbaarheid van de PGGB-schepen in de Havenvisie te willen overwegen. Deze wens komt tot uiting in de raadsbrief van 1 april 2008 en was voorwaarde om op 8 april 2008 accoord te kunnen gaan met het raadsbesluit PGGB. Detail is, dat de aangewende hoofdreden PGGB’s uit te vaardigen, nl. het landelijke Lozingsbesluit 2009 en vooral het handhaven van het daaraan verbonden lozingsverbod, achteraf geen taak van de gemeente bleek, later voor deze schepen niet van toepassing werd verklaard, en zelfs vóór de beschikking al uit de PGGB’s is geschrapt. Ondanks vele beloftes (“eind 2008”, “eind 2009”) en meermaals aandringen van de gemeenteraad een Havenvisie op te stellen werd deze door het college telkens opgeschoven, uiteindelijk tot na vaststelling van de Stadsvisie in 2009. Inmiddels is ook de deadline “eind 2010” ruimschoots overschreden. Volgens de huidige planning en uitvoering zal écht relevante besluitvorming pas najaar 2012 het daglicht zien, hetgeen voor een aantal PGGB-schepen qua termijn-beschikking te laat zal zijn, tegen de wens van de gemeenteraad en de bewoners. Ook (en bovenal) is er, ondanks de wens van de gemeenteraad en de schippers, nog immer geen nieuwe beleidvorming omtrent WoW in gang gezet, hoewel dit van invloed is op de Havenvisie en eveneens betrek-king heeft op de realisatie van eventuele waterwoningen binnen de (aan te passen) bestemmingsplannen.

24


5. Enkhuizerzand / Enkhuizen aan Zee Stadsvisie 2030

Het ten noorden van de binnenstad gelegen Recreatieoord Enkhuizer Zand wordt opgewaardeerd tot een toeristisch recreatieve locatie. De ruimtelijke indeling van het gebied is vastgelegd in het zogenaamde Vlekkenplan, dat door de gemeenteraad is vastgesteld. Het plan gaat uit van intensivering en nieuwe recreatieve voorzieningen. Voor het totale gebied is door de raad een Beeldkwaliteitsplan vastgesteld met kwaliteits- en inrichtingseisen.

Fig. 5.1 Vlekkenplan Enkhuizerzand 2009 Tot nu toe heeft Enkhuizen haar rug gekeerd gehouden naar een uniek gebied aan het water, het Enkhuizerzand. Een aanzet tot ontwikkeling is gelukkig reeds gegeven in het Vlekkenplan en het Beeldkwaliteitsplan. De wens van de burger om meer te kunnen recreëren is hier goed te combineren met het toenemende toerisme plus de wens tot uitbreiding van het woongebied van Enkhuizen. In de Stadsvisie is al getracht een beeld te schetsen wat voor moois er wellicht mogelijk is. In dit hoofdstuk wordt gefaseerd een mogelijk ontwikkelingsplan geformuleerd. Het Vlekkenplan laat al een behoorlijke uitbreiding zien van het strand plus ligweide. Daarnaast bestaat de mogelijkheid een “strand-paviljoen” te realiseren voor de dorstige strandganger. Toiletgebouwen zijn bij het strand onontbeerlijk; één van die gebouwen zou tevens een honk voor kite- en windsurfers kunnen herbergen.

In deze openbare buitenruimte vindt een kwaliteitsverbetering plaats: verbreding en verlenging van het strand (van 400 naar 1.500 meter), aanleg van ligweiden met watergebonden activiteiten, aanbrenging van golfbrekers (ter beperking van stroming en ter voorkoming van strandafslag), aanleg / verhoging van een dijkje en aanleg van een evenemententerrein en een stadspark. Deze onderdelen krijgen een hoogwaardige kwalitatieve en kwantitatieve invulling. Ten noordoosten van de sportvelden is de camping voor vaste seizoenplaatshouders geprojecteerd. De natuurwaarden op deze locatie worden zoveel mogelijk gespaard door een goede inpassing binnen de vlek. In het Beeldkwaliteitsplan staan de randvoorwaarden genoemd.

Fig. 6.3 Enkhuizer strand

Stijgend water; Natuurlijke afslag, of aanwas?

Fig. 5.2 Uit: Stadsvisie 2030 25


Het strand van Enkhuizerzand is een aantal jaren geleden door zandsuppletie aanzienlijk verbreed. Echter door af en toe stevige Noorden- tot Oostelijke winden is in korte tijd de afslag zo groot geworden dat er inmiddels maar een klein streepje strand overblijft voor recreatie. Het afgeslagen zand bedekt nu een vrij vlak gebied dat tot zo’n 400 meter uit de kust slechts 60 tot 100 cm diep is (fig. 6.4). Om verdere afslag te voorkomen zal opnieuw zandsuppletie nodig zijn. Er zijn echter mogelijkheden de natuur een handje te helpen en door aanleg van strekdammen juist strandaanwas te krijgen. Niet alleen haakse strekdammen zijn nodig; ook een goede kustbescherming is noodzakelijk om afslag door harde wind te voorkomen. Daarbovenop komt ook nog de reeds genoemde verhoging van het IJsselmeerpeil. Deze verhoging zal in het jaar 2100 waarschijnlijk 1,50 meter bedragen. Er ligt voor Enkhuizen een goede kans om al deze zaken tot een voordeel te keren. In het verlengde van het al eerder genoemde plan Krabbersdam zal het ook hier noodzakelijk zijn een goede waterkering te realiseren voordat er verdere plannen uitgewerkt kunnen worden. Figuur 5.5 geeft een beeld van bestaande en mogelijk toekomstige dijken en/of dammen om het Enkhuizerzand veilig te stellen voor het aanstormende en wassende water.

Richtinggevende uitspraken Stadsvisie 2030 1. Enkhuizen streeft naar een balans in sociale woningbouw en koopaanbod. 2. Enkhuizen verkent mogelijkheden voor verdere benutting van de ruimte bij groei, zoals de mogelijkheden op het IJsselmeer. “De wooneilanden waarvan de eerste werd gerealiseerd in 2023, passen goed bij het silhouet van de stad. Goed watermanagement heeft ervoor gezorgd dat de natuurwaarden van het IJsselmeer geen hinder hebben van de aanleg. De bewoners van de wooneilanden in het IJsselmeer genieten van het uitzicht op de boten en jachten die gracieus door het water glijden.

Onze gemeente heeft reeds aangegeven het komende decennium de “buitendijkse” bedijking met 50 cm te willen verhogen. De besluitvorming van de regering in 2015 rond de definitieve stijging van het IJsselmeerpeil zal moeten uitwijzen of deze voorgenomen ophoging afdoende zal zijn of slechts

De Nieuw Oost-Indische Waterhuizen zijn in trek bij liefhebbers van architectuur, waarbij klassiek en modern elkaar aanvullen. De zelfvoorzienende drijvende varianten trekken veel bekijks.”

een “doekje voor het bloeden” . Indien Enkhuizen werkelijk vooruitkijkt zou een investering in een goede waterkering, die deze mogelijke stijging van 1,50 meter het hoofd kan bieden, uiteindelijk voordeliger zijn om voorwaarden te scheppen voor een goede infrastructuur voor het bestemmingsplan Enkhuizerzand. Daarboven legt het rijk de (IJsselmeer-)gemeenten een inspanningsverplichting op om bij structuurplanning te anticiperen op een toekomstige dijkversterking (zie kader Beleidsnota IJsselmeergbied). Fig. 5.4 Ondiepte en mogelijke 1e strekdam 26


Bestaande (primaire) dijken Aan te leggen c.q. op te hogen dijken (fase 1) Ecologische dijk (fase 2) Primaire basisdammen eilanden Enkhuizen aan Zee (fase 3)

Fig. 5.5

Waterkering Enkhuizerzand

Nota Ruimte 2006

Gefaseerde planning waterkering Enkhuizerzand Zonder een volwaardige waterkering zullen een aantal waardevolle enkhuizer attracties de komende eeuw een onzekere toekomst tegemoet gaan: Het Buitenmuseum van het Zuiderzeemuseum, Camping Enkhuizerzand, Sprookjeswonderland, het zwembad, sportpark Immerhorn; zij liggen alle in de gevarenzone. Ook de geplande nieuwe camping ten noorden van sportpark Immerhorn zal dan mogelijk een kort bestaan beschoren zijn.

Voor stedelingen moeten voldoende dagrecreatieve mogelijkheden in de directe omgeving zijn, in stadsparken en op het water. Het huidige aanbod van toeristisch recreatieve voorzieningen voldoet onvoldoende aan de wensen van onze samenleving. Er is een veranderde vraag naar openlucht- en verblijfsrecreatie. De recreatiesector moet de ruimte krijgen . Concreet betekent dit dat

Bovenstaand plan (figuur 5.5) kan een uitgangspunt zijn om een goede provincies in hun streekplan ruimte geven voor nieuwe bescherming te bieden aan onze attracties. Ook wordt het mogelijk om, vormen van recreatie en als genoemd in de Stadsvisie, eilanden voor de kust te gebruiken als toerisme en voor uitbreibuffer. Eilanden waar mogelijkheden liggen voor de bouw van vrije secding of aanpassing van bestaande toeristische en torwoningen, seniorenwoningen, een jachthaven met supermarkt en verblijfsrecreatieve voorzieuitbreiding van recreatie. ningen. Door gefaseerde uitvoering van dit bedijkingsplan wordt tot 2030 naar een uitbreiding van Enkhuizen gewerkt waar recre毛ren, uitgaan, toerisme en wonen samen kunnen gaan. Indien de gemeente Enkhuizen zich sterk maakt voor dit plan en er al een eerste aanzet wordt gegeven, en het Rijk in 2015 tot peilverhoging besluit kunnen de nieuwe (rode) dijken v贸贸r 2017 gerealiseerd worden. De strekdammen kunnen al in een eerder stadium gelegd worden om natuurlijke aanwas zo snel mogelijk een kans te geven (2012). De (gele) ecologische dijk is niet alleen noodzakelijk ter bescherming van het natuurgebied tussen Sportpark Immerhorn en De Ven; Zij draagt eveneens bij tot natuurlijke aanwas van het strandgebied. In een later stadium worden de (zwarte) dammen gelegd. De structuur en locatie van deze dammen moet zodanig zijn dat windafslag van het Enkhuizer strand kan worden voorkomen. Tevens vormen zij de basis voor de aanleg van twee eilanden voor de kust en vormen zo een beschutte baai voor het strand. 27


P-noord

Fig. 5.6

Enkhuizerzand / Enkhuizen aan Zee

Plan Enkhuizerzand / Enkhuizen aan Zee 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.

Enkhuizer Strand Strekdammen (stroomgeleiding) Paviljoen / toiletgebouw / surfservice Nieuwe parkeerterrein Noord Eiland Noord (vrije sector met eigen steiger) Eiland Zuid (o.a. seniorenwoningen) Zuidbaai met waterwoningen Jachthaven met mogelijke uitbreiding Jachthavengebouw met supermarkt Nieuwe camping jaarvergunninghouders Natuurgebied De Ven Ecologische strekdam Zwembad Enkhuizerzand 28


Nationaal Waterplan 2009 Het kabinet maakt ruimte voor nieuwe klein- en grootschalige buitendijkse ontwikkelingen. Die moeten een toegevoegde waarde hebben voor de bestaande kernkwaliteiten en karakteristieken van het bestaande (water)landschap. Naast esthetische voorwaarden is het belangrijk bij de buitendijkse ontwikkelingen te streven naar versterking van ecologie en veiligheid. Dit kan bijvoorbeeld door in het ontwerp aandacht te besteden aan land/water-overgangen. Bij buitendijkse bebouwing moet aansluiting bij infrastructuur vanzelfsprekend zijn. Inpasbaarheid en maatvoering zijn daarbij overwegende factoren. Als voorwaarde voor alle buitendijkse ontwikkelingen geldt dat ze moeten passen binnen de natuurwetgeving en dat het functioneren van het watersysteem nu en in de toekomst niet wordt belemmerd. Dit betekent dat voor ontwikkelingen in het IJsselmeer rekening moet worden gehouden met een mogelijke stijging van het streefpeil van maximaal 1,5 meter. Verder moet bij ontwikkelingen in het hele IJsselmeergebied rekening worden gehouden met de invoering van een bandbreedte waarbinnen het zomerpeil mag fluctueren. Voor de toekomstige dijkverzwaring langs de kust van IJsselmeer en Markermeer is in het streekplan Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord planologisch ruimte gereserveerd.

Bij dit plan Enkhuizerzand / Enkhuizen aan Zee is gelet op een aantal essentiële voorwaarden: De van rijkswege opgelegde indicatieve vrijwaringszone langs zowel oude als eventueel nieuwe primaire dijken en waterkeringen wordt gehandhaafd c.q. nagestreefd. Het al vastgestelde Vlekkenplan blijft nagenoeg geheel gehandhaafd en slechts hier en daar licht (technisch) aangepast dan wel uitgebreid. Het uitgebreide strand biedt door (het effect van) de middelste strekdam meer ruimte voor zowel de eigen burgers als toeristen. Parkeerterrein Noord voorziet in een multifunctionele behoefte t.a.v. toeristen, recreanten, campinggasten, campers, sportpark Immerhorn, als facultatief evenemententerrein en als buffer voor het zwembad en Sprookjeswonderland. Ook neemt het een belangrijke functie in als bijdrage tot een autoluwe binnenstad (zie o.a. bij Shuttlebus). Met de vrije sector- en seniorenwoningen wordt voldaan aan een toenemende vraag tot vrij wonen, het liefst aan het water. Ook de waterwoningen in de Zuidbaai dragen hiertoe bij. De privésteigers van de woningen in de Noordbaai zijn te bereiken via de jachthaven en een beweegbare voetgangersbrug. Met een supermarkt om de hoek (seniorenwoningen!) en goede uitbreidings- en aanloopmogelijkheden vervult een nieuwe jachthaven de wens tot uitbreiding van ligplaatsen. Een goede verbinding met de binnenstad en de attracties is dan, ook voor senioren, wel van doorslaggevend belang (zie Shuttlebus). Zand voor de aanleg van de eilanden wordt grotendeels gewonnen uit de afslagverzanding van het Kooizand zelf. Hun positie, de vorm en het volume is zo gekozen dat, mede door de met hoge flora beplante ecologische dam, de verstoring van de natuur ten noorden zoveel mogelijk beperkt wordt . De eilanden zijn met elkaar en het vasteland verbonden met bruggen. De juiste locatie en onderlinge afstand van de eilanden dient te worden doorgerekend om een zo optimaal mogelijke stroming door o.a. de jachthaven te krijgen, zodat voldoende diepgang gegarandeerd is.

Factoren die van invloed kunnen zijn, afgewogen en onderzocht moeten worden: het Beeldkwaliteitsplan, Natura2000, Wet geluidhinder, financiële haalbaarheid van het plan, marktontwikkeling rond koophuizen, en de voor- en nadelen van de buitendijkse voorwaarden in het Nationale Waterplan 2009 (zie o.a. kader). 29


Beleidsnota IJsselmeergebied 2009 Voor het waterbeheer van het IJsselmeergebied is op grond van de Nota Waterbeheer in de 21e eeuw (WB21) gekozen voor een “meegroeien� met de stijging van de zeespiegel. Deze nieuwe koers vraagt ook om een aangepast ruimtelijk beleid. Op een toekomstige dijkversterking moet nu al worden geanticipeerd. Daarom verplicht het rijk provincies en gemeenten om uitwerking te geven aan indicatieve vrijwaringszones langs de dijken rond het IJsselmeergebied, in deze zones staat het versterken van de waterkering voorop. Het Streekplan Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland 2007 gaat er van uit dat er in Enkhuizen en omgeving de komende jaren sprake zal zijn van een groeiende bevolking. Een bevolking die een beroep zal doen op alle voorzieningen. Enkhuizen kan haar regionale functie voor het oostelijk deel van West-Friesland versterken. Noord-Holland Noord moet een betere watersportprovincie worden. De uitbreiding van jachthavens zal waar mogelijk worden gestimuleerd bij historische kernen. Bij de bevordering van recreatie en toerisme past ook het streven naar een optimaal regionaal routenetwerk zowel over water als over land. Enkhuizen is een zwaartepunt voor ontwikkeling van recreatie aan de IJsselmeerkust.

Fig. 5.8 Compagnieshaven

Fig. 5.9 Kwelwater bij Enkhuizerzand

Januari 2011 NAP -10 cm Fig. 5.10 Weggeslagen en ondergelopen strand

30


6. Shuttlebus

Richtinggevende uitspraken Stadsvisie 2030

In Enkhuizen is het openbaar vervoer minimaal geregeld, hetgeen onaantrekkelijk is voor zowel de eigen burgers als de (toekomstige ) toerist. Gevolg is dat men niet snel de bus neemt, vooral omdat de route van juist die enige buslijn een belangrijk deel van zijn doelen mist. Hierdoor raakt deze vorm van vervoer steeds meer uit de gratie en ontstaat een vicieuze cirkel. Gevaar bestaat dat deze buslijn (net als de lijn naar Lelystad) dan niet zal blijven bestaan.

Enkhuizen stimuleert het gebruik van alternatieve vervoerswijzen zodat de (binnen)stad autoluw kan zijn. Enkhuizen brengt samenhang aan in de fysieke structuur van de stad door voor concentratiegebieden en goede verbindingen te kiezen. De binnenstad en de wijken zijn geen concurerende gebieden, maar vullen elkaar goed aan. Enkhuizen benut en versterkt de bestaande verbindingen tussen binnenstad/buitenstad, zowel voor bewoner als toerist.

Huidige situatie Enkhuizen beschikt nu over één enkele buslijn 138 (fig. 6.1, rode lijn) die met een zo kort mogelijke route de binnenstad met de buitenstad verbindt. Daarbij mist deze bus het grootste deel van de voor Enkhuizers en toeristen belangrijke toppers: het Enkhuizerzand, Sprookjeswonderland, het zwembad, het binnen- en het buitenmuseum van het Zuiderzeemuseum en de camping. Ook in de besluitvorming rond het Vlekkenplan (nieuwe camping ten Noorden van sportpark Immerhorn) en het parkeerbeleid is nog niet voorzien in een degelijke en essentiële openbaar vervoersverbinding. Wel is door de gemeente ingezet op een autoluwe binnenstad. Mogelijke uitbreidingen: parkeerplaats ZZM bij Krabbersplaat (150 plaatsen) en nieuwe parkeerplaats Noord (400-450 plaatsen).

Stadsvisie Enkhuizen 2030 Enkhuizen zet in op verbetering van de openbare ruimte en verbindende routes. Relevante ontwikkelingen in de stad dienen zoveel mogelijk een bijdrage te leveren aan het toeristisch decor en de toeristische verbinding. Daarbij zal ook onderzocht worden, hoe het toeristisch parkeren buiten de binnenstad kan plaatsvinden, met bijvoorbeeld bijzondere vormen van shuttlevervoer. “Er is een wisselwerking tussen watertoerisme en gasten die komen voor rust in de historische binnenstad of de natuurbeleving buiten de vesting. Het lukt steeds beter om haventoeristen te verleiden voor een drankje in het nieuwe toeristische gebied of in de oude binnenstad. Ook maken de gasten voor historie gebruik van de voorzieningen aan het water. Tussen het Dirck Chinaplein en het Enkhuizer Zand zijn op allerlei mogelijke manieren goede verbindingen ontstaan.”

PN?

PNS

PZ Fig. 6.1 Buslijn 138 en concentratiegebieden

31


Shuttlebus met een slimme route Een Shuttlebus zou uitkomst bieden; een kleine, snelle bus met lage instap en een frequente dienstregeling, die met een uitgekiende route veel vliegen in één klap vangt (zie hiernaast fig. 6.2 en fig. 6.3 op volgende pagina): De Shuttlebus verbindt voor de burgers binnen- en buitenstad met elkaar via het uitgebreide Recreatiegebied Enkhuizerzand én met Enkhuizen aan Zee, en maakt dit gebied door de gekozen haltes en route langs b.v. bejaardenwoningen cq. –tehuizen de senioren in binnen-en buitenstad beter bereikbaar, ook in de winter. Hij verbindt voor de toerist de belangrijke parkeerterreinen Noord en Zuid en alle jachthavens en camperdocks met het centrum, de toeristische attracties én de veerdienst Enkhuizen-Stavoren. Hij verbindt Enkhuizen aan zee, de camFig. 6.2 Shuttlebusroute centrum Enkhuizen ping en het Enkhuizerzand met het winkelhart (door extra uitstaphalte kop Westerstraat) i.p.v. de voor toeristen tot nu toe logische terugweg te voet langs de Wierdijk, waardoor zij het centrum mislopen. Hij draagt, ook qua toerisme, bij aan een autoluwe binnenstad. Door goede bewegwijzering worden toeristen naar de beide parkeerterreinen Noord en Zuid geleid. Een kwartiersdienst is dan wel essentieel. Structuurvisie Enkhuizen 2020 Er is een spanningsveld tussen het toenemende toerisme en de wens om de binnenstad autoluw en ‘Duurzaam Veilig’ te maken. In dit verband zal gezocht worden naar parkeervoorzieningen buiten de binnenstad. Belangrijk onderdeel van het naar verwachting groeiende toerisme is de zorg om voldoende parkeergelegenheid. Onderzocht dient te worden waar langs de randen van de binnenstad goed geparkeerd kan worden. Om de relatie tussen stad en omgeving te versterken zullen er diverse (langzaam) verkeersverbindingen gerealiseerd worden. Een shuttlebus gaat van de binnenstad langs boulevard naar de buitenwijken. Paragraaf “Infrastructuur en Mobiliteit” (Structuurvisie 2020) Autoluw maken van de binnenstad in combinatie met aanpassen openbare ruimte. Parkeermogelijkheden creeren buiten de binnenstad, gekoppeld aan vervoer naar de binnenstad.

32


P-noord

P-NS

P-zuid Fig. 6.3 Mogelijke route Shuttlebus en situering camperdocks Zomerdienst: kwartiersdienst (3 bussen), met om-en-om route 1: P-zuid, Station NS, Donkerstraat, zwembad, Koperwiekplein, Rotonde Overdevest. route 2: P-zuid, Station NS, Donkerstraat, zwembad, P-Noord, Enkhuizen aan Zee Winterdienst: halfuursdienst (1 bus, vanaf Station NS vertrek 15 minuten contra aan bus 138) route: Station NS, Donkerstraat, zwembad, Koperwiekplein, Rotonde Overdevest. 33


7. Campers Campers hebben de toekomst. Zij zijn de “pleziervaart” van de weg, omdat camper-eigenaren vrijwel dezelfde dagindeling hanteren als hun ‘collega’s’ op het water: ’s ochtends na het ontbijt en de nodige inkopen vroeg op pad, al genietend van het landschap na enkele uren ergens een nieuwe plek zoeken om van daaruit veelal te voet de naaste omgeving te gaan verkennen. Ook veel senioren kiezen tegenwoordig eerder voor een camper dan een boot. En er zijn ettelijke voormalige zeilers onder de camperbezitters! Campers en hun baasjes zijn niet veeleisend, gebruiken dezelfde (of zelfs minder!) voorzieningen dan de pleziervaart: meestal hebben ze genoeg aan een plek voor de overnachting, een stroompaaltje is soms handig en een wasgelegenheid met douche en toilet in de buurt maakt het verhaal kompleet. Maar net als de gemiddelde jachtbezitter stimuleren ze de plaatselijke economie door de inkopen die ze doen, de maaltijden in de restaurants, het uitgaanscircuit en vaak ook nog aankopen voor hun camper zelf. Fig. 7.1 Camperdocks Dirck Chinaplein

Camperdocks – welke criteria?

Citaat “Camper-Forum”

Door campers gebruik te laten maken van de faciliteiten van jachthavens of al bestaande bebouwing zijn “camperdocks” vrij eenvoudig te realiseren. Als proef zijn in Enkhuizen al enkele docks in gebruik op het Dirk Chinaplein (zie fig.7.1). Ook camper-eigenaren zijn net als de meeste vakantiegangers op zoek naar idyllische plekjes om de nacht te kunnen doorbrengen. Ze doen, als het niet anders kan, niet moeilijk over een wat mindere plek. De campercultuur is vrij hecht, en de beste plaatsen meldt men elkaar via internetforums. Het ligt dus voor de hand mogelijkheden te zoeken in de vrije ruimte met voldoende uitzicht. Verder is voor de locaties van camperdocks de bereikbaarheid van groot belang.

“Voor de meeste (haven)gemeentes is het ‘binnenhalen’ van campers t.o.v. pleziervaart een nog onderkende, maar niettemin lucratieve zaak: een parkeerterrein met goede faciliteiten is planologisch vaak makkelijker (en goedkoper) te realiseren dan een dure haven met de nodige afmeervoorzieningen.

Omdat in het centrum van met name historische steden met smalle straten vaak geen ruimte is worden camperdocks al gauw op onaantrekkelijke en soms moeilijk bereikbare plaatsen gemaakt, meestal als “opvulling” van voor de gemeentelijke infrastructuur onrendabele plekken. Op zich is daar niets op tegen, mits er binnen directe loopafstand goed openbaar vervoer beschikbaar is. Dit geldt uiteraard ook voor eventuele grotere camperterreinen buiten de “bebouwde” kom .

Indien een gemeente de overnachtingstarieven laag weet te houden (maximaal 10 euro per nacht, bv. Urk) en sommige locaties zelfs gratis aanbiedt wordt camperen voor menigeen een aantrekkelijker alternatief t.o.v. de aanschaf cq. het ‘boven water houden’ van een plezierjacht.”

Campers in Enkhuizen Ook Enkhuizen heeft plekken waar een flink aantal camperdocks te realiseren is; In fig. 6.3 (Hoofdstuk Shuttlebus) staan enkele mogelijke locaties aangegeven die in alle opzichten voldoen aan bovenstaande criteria. Ook particuliere jachthavens kunnen bij dit project betrokken worden. Een extra toiletunit op korte termijn op het Dirk Chinaplein zou (ook voor de chartervaart!) een goed beginpunt zijn. 34


8. Het Winkelhart / Uitgaan Het oudste gedeelte van de Enkhuizer binnenstad is een wirwar van straatjes en steegjes, als zovele voormalige Zuiderzeestadjes. Daarbij is de Westerstraat de spil van het winkelhart, dat het publiek een grote variatie aan winkels te bieden heeft. Zowel de grotere ketens als de kleine, knusse winkeltjes en alles wat daartussen zit, is in het winkelhart in ruime mate vertegenwoordigd. Ook de horeca is sterk vertegenwoordigd in de monumentale binnenstad. Hoewel er ook een aantal café’s en restaurants te vinden zijn in de Westerstraat en enkelen verspreidt door het centrum, concentreert het uitgaansgebied zich vooral rond de havens en de Kaasmarkt.

Overeenkomsten en problemen Winkelen en uitgaan in onze binnenstad hebben diverse raakvlakken, maar ook overeenkomsten. Zowel burger als toerist hebben baat bij een gevarieerd aanbod, niet alleen qua winkels, maar ook wat betreft café’s, restaurants, terrasjes, vermaaketablissementen etc. Ook krijgen vooral midden- en kleinbedrijf (zowel horeca als winkeliers) te maken met vaak hoge lasten, kleine winstmarges, de invloed van het weer op de omzet, het ontbreken van ontwikkelingsperspectieven, concurrentie, leegstand en parkeerproblemen voor de klanten. De gemeente Enkhuizen ziet weliswaar kansen om op dit vlak ontwikkelingen in gang te zetten, maar kampt met een aantal beperkende factoren. Zo wil zij uitsluitend vernieuwen waar dit aansluit bij de cultuurhistorische waarden van de binnenstad. Ook het toenemende verkeer kan in de toekomst problemen opleveren indien men de voorziene toename van het toerisme (naar verwachting 40%!) het hoofd wil bieden. Het toenemende vandalisme en alcoholgebruik onder de jeugd is niet alleen bron van ergernis dat zijn weerslag heeft op met name het horecabeleid, maar veroorzaken bovendien een stijgende gevoel van onveiligheid en een aanslag op de volksgezondheid. Daarnaast ontbreken er goede verbindingen tussen de binnenstad en de periferie.

Richtinggevende Uitspraken Stadsvisie 2030 3. De binnenstad en de wijken zijn geen concurrerende gebieden, maar vullen elkaar goed aan. Enkhuizen benut en versterkt de bestaande verbindingen tussen binnenstad/ buitenstad, zowel voor bewoner als toerist. 4. De binnenstad wordt alleen vernieuwd op vlakken waar dit aansluit bij de cultuur-historische waarden en waar dit leidt tot kwaliteitsverbetering. 5. Enkhuizen zet zich sterk op de kaart als toeristische trekpleister. Structuurvisie 2020 Het ruimtelijk beleid van de gemeente is gericht op behoud van de cultuurhistorische kwaliteit van de binnenstad: ontwikkelingen in de stad zullen altijd met respect voor het geheugen van de stad moeten plaatsvinden. Uitvoeringsagenda Stadsvisie 2030 Enkhuizen kiest voor toerisme en recreatie voor concentratiegebieden om overlast en drukte te voorkomen en synergie tussen faciliteiten te bevorderen. Het uitgebreide toeristische pakket van de binnenstad heeft echter weinig goed herkenbare verbindingen en toont daarmee een beperkte samenhang. Het beleid is gericht op versterking van de onderlinge relaties (octopusmodel). In de binnenstad is vooral ruimte voor (kleinschalige) detailhandel. Belangrijk onderdeel van het naar verwachting groeiende toerisme is de zorg om voldoende parkeergelegenheid. Onderzocht dient te worden waar langs de randen van de binnenstad goed geparkeerd kan worden.

35


Uitgangspunten

Uit: Compositiescenario Stadsvisie

Toch zouden de uitspraken die door met name de burgers gedaan zijn in het Compositiescenario een goede basis kunnen zijn om een weg in te slaan die een weerspiegeling is van hun mening:

Uitspraak Compositiescenario: Maak gebruik van de aanwezige capaciteiten van de stad en creëer een leefbaar en sociaal klimaat, waar toerisme, burgers, rust en gezelligheid hand in hand gaan.

Uit discussies komt naar voren dat voor Enkhuizen toerisme een belangrijke pijler is. Toerisme is niet alleen een bron van inkomsten, maar biedt ook kansen. Toch mag toerisme niet overheersen. Leefbaarheid en het sociale gevoel van de stad staan voorop. Bewoners en bezoekers waarderen de rust en gezelligheid en willen dat graag behouden.

Om aan deze wens te kunnen voldoen moet een aantal voorwaarden worden geschapen. Ook uit de discussieavonden rond de startnotitie HERT op 15 en 18 november 2010 kwamen al vanuit de middenstand ideeën naar voren niet alleen aan de eigen wensen, maar ook die van de toerist én de burger te voldoen (zie kader). Men onderkent dat de beste krachten t.a.v. bovenstaande uitspraak liggen in de variëteit, de kleinschaligheid en de authenticiteit van het winkelaanbod. Dit sluit het beste aan bij de identiteit en de beleving van de binnenstad, en kan zodoende het meest stimulerend werken voor de economische opleving. Om dit een kans van slagen te geven zullen beperkende voorwaarden terdege onder de loep genomen moeten worden. Doorn in het oog is bijvoorbeeld de leegstand, met name bij winkels. Discussieavond startnotitie HERT-visie 15/18-11-2010 Maar al te vaak wordt dit veroorzaakt door te hoge kosten (te hoge huur) en te gecompliceerde regelgeving. Zorg voor meer variëteit in en standvastigheid van de winkels in de binnenstad. Er is nu teveel doorloop is in de bezetting. Vooral de kleinere, zelfstandige winkels worden gemist. Men zou graag meer gespecialiseerde winkels met uitstraling zien waarbij de authenticiteit behouden blijft. Het aanbod moet geschikt zijn voor alle inkomensgroepen.

Algemeen gehoorde wens is één loket bij de gemeente. Hier kan op ambtelijk niveau één en ander verbeterd worden c.q. een inhaalslag gemaakt worden. Ook lastenverlichting draagt bij tot een gunstiger ondernemersklimaat. Leegstand is lastiger het hoofd te bieden. Met name in de Westerstraat valt het direct op als een winkel ‘leeg komt’, hetgeen het totaalbeeld niet ten goede komt. Vaak is er geruime tijd geen ondernemer te vinden.

De parkeervoorzieningen moeten goed bekeken worden. Er moeten goede verbindingen naar de stad toe komen. Men moet zoeken naar een pure beleving. De historische binnenstad is al onderscheidend van andere steden. Dit kan doorgetrokken worden naar het heden. Vooral kleine winkels waar rustig geshopt kan worden.

36


Grootste struikelblok blijkt meermaals de te hoge huur die gevraagd wordt. De gemeente zou hier maatregelen kunnen nemen om voor de ondernemer het vestigingsklimaat te verbeteren. Zo zou een vorm van leegstandstaks of toepassing van de leegstandswet speculatie kunnen tegengaan en de huurprijs omlaag kunnen krijgen, waardoor de kans vergroot wordt dat met name de kleinere, zelfstandige winkels en (eet)café’s zich kunnen vestigen én kunnen handhaven. In de Uitvoeringsagenda van de Stadsvisie is al een paragraaf opgenomen die poogt de kleine ondernemer te ondersteunen door ontwikkelingsmogelijkheden te bieden d.m.v. minimaregelingen. (zie kader hiernaast). Toch wordt ook van de ondernemer een bijdrage tot een leefbaar en sociaal klimaat verwacht. Zo wordt wonen boven winkels en horecagelegenheden genoemd als optie om leegstand te voorkomen, woonruimte te bieden en de kwaliteit en sociale controle van het centrum te verbeteren. Hiertoe zal onderzoek gedaan moeten worden m.b.t. juridische aspecten, haalbaarheid en aanpassing regelgeving.

Uitvoeringsagenda Stadsvisie 2030 Het bedrijfsleven, dat zorgt voor werkgelegenheid en een gezonde economie, wordt gestimuleerd, waarbij de voorkeur uitgaat naar een individuele benadering. Ondernemers de mogelijkheid bieden om gebruik te kunnen maken van de diverse minimaregelingen die de gemeente kent, zoals de 120% inkomensgrens voor ondernemers. De minimaregelingen sluiten ondernemers als doelgroep niet uit. Echter, de inkomens- en vermogensgrenzen zijn niet zonder meer toepasbaar op ondernemers (denk aan bedrijfsvermogen). De regelgeving zal daar aan moeten worden aangepast. Stimulering wonen boven winkels. Doel van de regeling is het voorkomen van leegstand, het bieden van woonruimte, het bevorderen van de kwaliteit van het centrum en de sociale controle. Beoordeeld zal worden waar bestaande regelgeving knellend is om het beoogde doel te bereiken en waar juist de (juridische) mogelijkheden liggen om het wonen boven winkels te verruimen. Het gebruik van de Stimuleringsverordening stedelijke vernieuwing waarin subsidiemogelijkheden voor het wonen boven winkels zijn opgenomen, kan meer onder de aandacht worden gebracht.

Fig. 8.3 Winkels en Horeca Binnenstad

Perspectieven Structuurvisie 2020 Doelstelling is om op termijn beide zijden langs de Oude Haven toegankelijk te maken met publieksfuncties (horeca en winkels), met een directe aansluiting op het water van de Oude Haven (in de vorm van bijvoorbeeld terrassen en tuinen). Er wordt pas overgegaan tot het creëren van nieuwe winkelbestemmingen aan de Oude Haven als uit een koopstromenonderzoek blijkt dat deze nieuwe winkelbestemming geen onevenredige nadelige gevolgen hebben voor de bestaande winkelvoorzieningen in de binnenstad.

In figuur 8.3 is weergegeven waar momenteel de winkels en horeca zich bevinden: het gele ovaal markeert het winkelhart van de binnenstad, de blauwe gebieden geven (de clustering van) café’s, restaurants en terrasjes weer. Dit zijn meestal ondernemingen die zich hebben geöriënteerd op de wat rustiger doelgroep als winkelende burgers en rondstruinende toeristen, die zich tegoed willen doen aan een drankje of een goede dis. In paars zijn enkele hotels aangegeven. Het rode gebied is meer geörienteerd op vermaak; hier zijn horeca-ondernemingen gevestigd met een wat jongere doelgroep; Café-bars en discotheken. Uit figuur 8.3 blijkt het volgende: 37


Er is een duidelijke scheiding tussen de gebieden “rustig Detailhandel uitgaan”(blauw) en “vermaak”(rood). Op zich is dit een Voor winkels is er in Enkhuizen genoeg netto voordeel aangezien de betreffende doelgroepen naar vloeroppervlak; uitbreiding is niet nodig. In verwachting geen “last” van elkaar zullen hebben. Hierde binnenstad is het winkelvloeroppervlak in door kunnen toekomstige ontwikkelingen op uitgaanshet algemeen kleiner dan 700 m2. Gezien het beleid de binnenstad autoluw te gebied eenvoudiger gerealiseerd worden (zie kader maken wordt niet gestreefd naar grotere Structuurvisie). winkels, behalve op de locatie Molenweg. Ook “Rustig uitgaan” en “Winkelen”(geel) rijdt elkaar niet in de wielen. De overlappende plek Westerstraat / Melkmarkt mag zelfs beschouwd worden als een verbindende positieve factor. De meeste hotels (paars) liggen buiten het toeristisch aantrekkelijkste gebied van het centrum. Vooralsnog lijkt dit geen probleem, echter de loopafstand tot het station (wit) kan nadelig werken. De meeste hotelgasten komen immers per trein. Betere verbindingen tussen binnenstad en periferie kunnen (en moeten) in de toekomst bijdragen aan een rustiger en leefbaar centrum. De Octopus

Fig. 8.4 Octopus-model Al eerder genoemd is de oplossing d.m.v. vergroting c.q. realisatie van de parkeerterreinen buiten het centrum in combinatie met een shuttlebus. Ook wil de gemeente inzetten op een stelsel van (langzaam) verkeersroutes. Hiertoe is reeds door de gemeente het “Octopus-model“ ontwikkeld, dat met name de wandelaar een aantrekkelijk en aangenaam netwerk van routes wil bieden. Een netwerk dat het centrum verbindt met omliggende ‘activiteiten’ als het Enkhuizerzand, het Dirck Chinaplein en de vestingwal (zie kader en figuur 8.4).

In Enkhuizen ontbreekt een stelsel van aantrekkelijke en aangename langzaam verkeerroutes, dat het Enkhuizer Zand en het Zuiderzeemuseum verbindt met de binnenstad: voor de wandelaar zijn de verschillende domeinen over en weer lastig herkenbaar. Voor de toekomstige situatie wordt gestreefd naar een toeristisch centrum, dat is verbonden met de omliggende activiteiten, vergelijkbaar met een octopus: een stelsel van routes dat veelarmig het Enkhuizer Zand via de binnenstad verbindt met het Dirck Chinaplein en dat de ‘enkhuizerzander’ een culturele ronde verschaft en de ‘binnen-stedeling’ een frisse neus. In dat kader is ook een herwaardering van het Wilhelminaplantsoen aan de orde. Door de verbindingen door het plantsoen te leiden kan de ‘octopus’ tot toename van de bereikbaarheid en de gebruiksmogelijkheden van het plantsoen leiden; daarbij kan een herinrichting met het oog op expressie van de cultuurhistorie aan het Wilhelminaplantsoen een positie geven als onderdeel van de Vesting.

Omdat het hier vooral om de burgers en toeristen ‘te voet’ gaat is de realisatie hiervan van groot belang voor de winkels en horeca. Naast de Shuttlebus is dit octopus-model de troefkaart bij uitstek om de ‘verdwaalde’ wandelaar / toerist het centrum in te krijgen. 38


Bioscoop / (strand)hotel / restaurant / paviljoen Het ontbreken van een bioscoop wordt in Enkhuizen en omgeving al jaren beschouwd als een gemis. De dichtstbijzijnde cinema’s zijn te vinden in Lelystad, Heerhugowaard of Purmerend. Voor menigeen is dit een brug te ver, zeker voor diegenen die geen auto tot hun beschikking hebben. Er ligt hier een kans om Enkhuizen “op de kaart te zetten”, en niet alleen voor de toerist: ook inwoners van omliggende gemeenten zullen naar alle waarschijnlijkheid hun weg wel weten te vinden naar zo’n dichtbij gelegen locatie, hetgeen weer een aantrekkelijke ontwikkeling is voor de enkhuizer horeca. Ook is er al geruime tijd sprake van de komst van een nieuw hotel. Er heeft zich echter (februari 2011) nog steeds geen uitbater gemeld voor de door de gemeente voorziene locatie aan de Oksel. Een mogelijkheid zou kunnen zijn bioscoop en hotel onder te brengen in één gebouw, waarbij ook te denken valt aan een restaurant c.q. strandpaviljoen als toegevoegde waarde.

P-Noord P?

P

Voor zo’n combinatie zijn meerdere vestigingslocaties denkbaar, hoewel een randvoorwaarde is dat die locatie goed bereikbaar is en over voldoende parkeermogelijkheid beschikt. Eventuele locaties die hiervoor in aanmerking zouden kunnen komen zijn aangegeven in figuur 8.6.

P? P

Ook de shuttlebus kan, afhankelijk van de te kiezen locatie, een belangrijke rol gaan spelen als verbinding tussen het enkhuizer uitgaansgebied en deze combinatie van hotel en bioscoop.

P P Fig. 8.6 Mogelijke locaties

39


9. Economie en de burger Economie en de ‘enkhuizer’, zou dit hoofdstuk eigenlijk moeten heten. Want het Compositiescenario laat zien dat de gemiddelde enkhuizer burger niet veel op heeft met de economische variant die aangeboden werd. Is dat terecht? Natuurlijk is het nodig dat elke gemeente zich buigt over de economische perspectieven, en ook de enkhuizer wil daar waarschijnlijk best over meedenken. Maar de keus die de burger maakt wijst uit dat men het meeste ‘graag bij het oude’ wil houden. Of die mening voortkomt uit een aversie tegen economische ontwikkelingen of juist een gezonde kijk op het feit dat Enkhuizen voldoende specifieke (cultuurhistorische) kwaliteiten in huis heeft om in de strijd te gooien, en dat men dat op zich al genoeg vindt voor zichzelf en de Structuurvisie 2020 toerist, blijft in het midden. Toch staat Enkhuizen er niet slecht voor: In voorgaande hoofdstukken zijn al vele factoren, projecten en initiatieven genoemd die (zouden kunnen) bijdragen of al bijgedragen hebben tot een economische ontwikkeling van de stad. Daar steekt het toerisme als belangrijke economische factor met kop en schouders bovenuit, waarbij men zich wel moet realiseren, dat de effecten van de toeristische drijfveer voor de gemiddelde enkhuizer veel tastbaarder / herkenbaarder zijn dan de cruciale plek die b.v. Seed Valley inneemt in onze samenleving…. De werkgelegenheid (en behoud c.q. uitbreiding hiervan) kan in Enkhuizen de nodige stimulans gebruiken. Ondanks dat Seed Valley een troefkaart is voor de enkhuizer economie gaat er op dit moment in andere branches veel kennis en werkgelegenheid verloren… Daarom is het handig een aantal economische aspecten onder de loep te nemen en vervolgens te bezien waar eventuele ontwikkelingsmogelijkheden en impulsen liggen.

De binnenstad is in de eerste plaats een rustige plek voor bewoners. Enkhuizers koesteren de oude binnenstad als symbool van het roemrijke verleden. De historische structuur en monumenten zijn zorgvuldig behouden of beter afleesbaar gemaakt. Historische verlichting en wegbewijzering sieren de straten. De binnenstad is vernieuwd op vlakken waar het aansluit bij de cultuurhistorische waarden hetgeen heeft geleid tot kwaliteitsverbetering. Promotors zetten de binnenstad op de kaart als een plek waar men kan genieten van de authentieke, lokale belevenis. Inwoners en bezoekers waarderen het onthaastte leven en de eenvoud. Kwaliteit en bewustwording op het gebied van voeding, leefomgeving, zingeving en wellness staan voorop.

De gemeente staat open voor initiatieven voor verandering en vernieuwing. Ze moet innovatie stimuleren door vernieuwende ideeën en door partijen aan elkaar te koppelen en creatieve broedplaatsen en kenniscentra te faciliteren. Ter versterking van de innovatiekracht dient maximaal gebruik gemaakt te worden van Europese, landelijke en provinciale subsidies. Stimulering en facilitering innovatie kenniscentra, waarbij maximaal gebruik wordt gemaakt van subsidiemogelijkheden. Stimuleren van ontwikkelingen met als doel behoud en ontwikkeling van werkgelegenheid en een gezonde economie door individuele ondersteuning van bedrijven. Benodigd is een cultuuromslag waardoor innovatie- en subsidiemogelijkheden bewust onderdeel zijn van ontwikkelingen.

40


Stadsvisie 2030 Toerisme is voor Enkhuizen een belangrijke pijler. Naast een bron van inkomsten biedt het de stad kansen. Volgens de visie heeft Enkhuizen in 2030 40% meer bezoekers dan aan het begin van de 21ste eeuw. De stad wordt een trekpleister voor mensen die er een paar dagen tussenuit willen. Het nieuwe recreatieterrein zal een prominente plek innemen in de toeristische ‘bruisende havenstad’ Enkhuizen. Bovendien zal het een economische impuls aan de stad geven. De visie verwacht dat toerisme en recreatie ook in 2030 de grootste inkomensbronnen zijn.

Toerisme en recreatie

In voorgaande hoofdstukken is het belang van toerisme en recreatie voor onze stad al duidelijk geworden. De binnenstad met zijn historische uitstraling, in combinatie met het dynamische havengebeuren werken als een magneet op de bezoekers. Hiertoe draagt ook het toeristisch initiatief “De Historische Driehoek” bij, een cultuurhistorische rondreis tussen de steden Hoorn (met stoomtrein naar) Medemblik en (per veerboot “Friesland” naar) Enkhuizen, al dan niet in combinatie met een bezoek aan het Zuiderzeemuseum. Ook de veerdiensten vanuit Enkhuizen naar Stavoren, Urk en Hoorn ( de laatUitvoeringsagenda Stadsvisie 28. Enkhuizen kiest voor toerisme en recreatie ste twee met historisch zeilschip) nemen een belangrijke voor concentratiegebieden om overlast en drukte plek in. te voorkomen en synergie tussen faciliteiten te Het Zuiderzeemuseum en Sprookjeswonderland zijn bevorderen. gewilde attracties bij zowel onze eigen burgers als de toerist. Daarnaast biedt de binnenstad een ruime keuze aan café’s, terrasjes, restaurants, en heeft het winkelhart een knusse en frisse uitstraling.

Toeristen over Water In het afgelopen decennium zijn er al diverse projecten in gang gezet om het toerisme te stimuleren. Al genoemd is het grote project “Toeristen over water” dat erop gericht is de ‘varende’ toerist een aantrekkelijker verblijf te bieden. Hiertoe is binnen het kader van dit project het volgende al afgerond:       

aanleg Gependam voor de charter(zeil)vaarten, later aangepast t.b.v. multifunctionaliteit (cruisevaart). aanleg nieuwe Veerhaven. aanleg 2e Harlingersteiger en renovatie van de Oude Harlingersteiger t.b.v. de charter- en cruisevaart. renovatie en innovatie kademuren Binnenhaven. uitbaggeren van alle ‘binnenhavens’ en de Buitenhaven nieuw toiletgebouw Tussen Twee Havens. ontwikkeling en exploitatie van de Oude Haven l t.b.v. pleziervaart d.m.v. aanleg PVC-steiger en upgraden van walstroom- en watertapvoorzieningen. grootschalige innovatie en uitbreiding van voorzieningen voor de pleziervaart, waaronder betere steigers, honderden extra stroomaansluitingen, vele extra watertappunten, goede afmeervoorzieningen, extra toilet-en douchegelegenheid en twee geavanceerde automaten voor de inning va het havengeld. uitbreiding afmeervoorzieningen, walstroom en watertappunt t.b.v. de pleziervaart in Oosterhaven ll oostzijde. 41

Fig. 9.2 De Historische Driehoek Structuurvisie 2020 – Toerisme en Recreatie In 2030 is Enkhuizen een gewilde woonplaats door de combinatie van kleinschaligheid en levendigheid. Bewoners ervaren het als uniek dat ze zichtbaar aan het water kunnen wonen, en dat veel goedkoper dan in de Randstad. Uitgaan en dineren gebeurt op de nieuwe wandelpromenade, terwijl bezoekers rustig lunchen rond de Oude Haven. Terwijl grootschalig toerisme plaats vindt in het buitengebied, is het oude centrum ideaal om te genieten van het onthaastte leven. Men zoekt daar de authentieke, lokale belevenis op. Inwoners en bezoekers waarderen de eenvoud.


Structuurvisie 2020 - Mobiliteit

  

renovatie Kat- en Hondsbrug en aanleg kade t.b.v. sloepenhaven Waaigat. renovatie Compagniesbrug, inclusief afstandsbediening. aanbrengen geavanceerde bruglichten t.b.v. scheepvaart.

Deze ingrijpende projecten rond de enkhuizer havens hebben vooralsnog hun uitwerking niet gemist, maar de toekomst moet uitwijzen of deze miljoenenverslindende operatie zijn opbrengst waard is geweest.

Tot dusver kan de parkeerdruk in de binnenstad redelijk worden opgevangen. Op termijn zal echter een ombuiging van de bestaande praktijk van straatparkeren voor werkers en toeristen in de binnenstad nodig zijn. Omdat de schaal van de binnenstad zich niet leent voor het creëren van gebouwde parkeervoorzieningen in de binnenstad, wil Enkhuizen parkeermogelijkheden buiten de binnenstad creëren en deze parkeerplaatsen verbinden met bijzondere vormen van transport naar de stad. Als mogelijkheid kan worden gedacht aan het vervoeren met een busje naar het station.

Ondanks de kleine opleving in de cruisevaart in voor- en najaar daalde de afgelopen jaren door de economische crisis het aantal boekingen in de charter(zeil)vaart, het aantal passantenovernachtingen en de uitgaven van de ‘watertoerist’ in onze stad, en is het havengebeuren voorlopig niet kostendekkend.

Perspectieven voor de binnenstad Structuurvisie 2020

In het centrum van de stad is al een uitgebreide bewegwijzering t.b.v. de struinende toerist gerealiseerd, waarbij grote informatieborden zijn geplaatst ter hoogte of in de nabijheid van markante cultuurhistorische plekken. Reeds vele historische gebouwen zijn in oude glorie hersteld, zowel op gemeentelijk als particulier initiatief. Enkele, voor de toerist in het oog springende projecten: De Compagniesbrug is geheel gerestaureerd, de Drommedarisbrug is nu (januari 2011) aan de beurt, en binnenkort zal hét monument met voor Enkhuizen de grootste toeristische uitstraling, De Drommedaris, in de steigers worden gezet.

De nieuwvestiging van winkels en horeca in het Oude Havengebied vindt in eerste instantie plaats door verplaatsing van bestaande horeca van elders in de stad en pas in tweede instantie door eventuele uitbreiding van het totale aantal horecabedrijven in de gemeente. Het huidige aantal m2 dat voor horeca is bestemd neemt bij voorkeur niet toe. In aantal en uitvoering kunnen ontwikkelen van de horeca op een verantwoorde wijze, maar binnen de gemeentelijke kaders. Doelstelling is de mogelijkheden voor de horeca te verruimen met behoud van de leefbaarheid. In het kader van het opstellen van de HERTvisie wordt tevens onderzocht welke knelpunten er in het vestigingsbeleid van de horeca zijn en op welke verantwoorde wijze hier op kan worden gereageerd. De bevindingen worden zonodig vastgelegd in het nieuwe bestemmingsplan binnenstad.

Er is dus al veel tot stand gebracht om vooral de toeristische drijfveer te (willen) stimuleren. Toch zijn er t.a.v. de binnenstad nog diverse verbeteringen mogelijk die niet alleen het toerisme een extra impuls zouden kunnen geven, maar ook de leefbaarheid en recreatieve mogelijkheden voor de burger zouden kunnen vergroten. Enkele hiervan zijn in voorgaande hoofdstukken reeds genoemd en soms al op projectbasis in gang gezet:

Er wordt pas overgegaan tot het creëren van nieuwe winkelbestemmingen aan de Oude Haven als uit een koopstromenonderzoek blijkt dat deze nieuwe winkelbestemming geen onevenredige nadelige gevolgen hebben voor de bestaande winkelvoorzieningen in de binnenstad.

42


   

 

 

de ontwikkeling en realisatie van het Octopusmodel. aanleg c.q. uitbreiding van de parkeerterreinen aan de rand van de binnenstad (P-Noord). een goede ( i.c. betere) bewegwijzering van de invalswegen naar die parkeerterreinen. een goede klantvriendelijke alternatieve OVverbinding tussen die parkeerterreinen en het centrum (Shuttlebus). eventuele uitbreiding (na onderzoek) van het Fig. 9.4 Economische / toeristische drijfveer: Het Naviduct bij Enkhuizen winkel- en/of horecabestand langs de Oude Haven, om een “walk-over”verbinding te creëren tussen enerzijds het winkelhart en anderzijds Buitenhaven (pleziervaart), Stationsgebied (dagjestoerisme per trein) en de Gependam (cruise- en charterpassagiers, campertoerisme). realisatie van een groot aantal camperdocks, evt. op verschillende (interessante) locaties. een betere samenwerking met de horeca en (kleine) middenstand, zowel op persoonlijke basis als via het OFE en MKB, die moet leiden tot lastenverlichting en betere regelgeving om het ondernemersklimaat gunstiger te maken. De cultuurhistorische uitstraling van de ‘stadshavens’ verbeteren door infrastructurele aanpassingen, en door de al aanwezige (PGGB)schepen definitief in het stadsbeeld te betrekken d.m.v. aanpassing havenatlas en bestemmingsplan(nen) en vergunning. Hierbij spelen de Oude Haven ll en het ontwikkelingsgebied Zilverstraat / Bierkade een rol van betekenis. Realisatie van het Vlekkenplan c.q. uitbreiding van dit plan door ontwikkeling van het project “Enkhuizen aan Zee”. Realisatie van een bioscoop annex casino op een goed bereikbare plek buiten het centrum, inclusief een (extra) parkeervoorziening. De meeste ideeën zullen over het algemeen Structuurvisie 2020 goed te realiseren zijn, enkele vergen een Door de ondernemingszin is Enkhuizen een geliefde weloverwogen planning en discussie. Het zal winkelstad. Ondernemers initiëren nieuwe producten en duidelijk zijn dat over grote, ingrijpende proboren nieuwe doelgroepen aan. Toch hebben deze winjecten als “Enkhuizen aan Zee” en een evenkeleigenaren het in economisch mindere tijden lastig. tuele Cinema/Casino combinatie een bredere Voor de boodschappen en grote inkopen gaan Enkhuizers naar het overdekte winkelcentrum in de buitenring. maatschappelijke discussie gevoerd zal moeHet Streekhof staat eveneens bekend als efficiënt boodten worden dan gebruikelijk aangaande schappencentrum. voor- en nadelen, draagvlak, haalbaarheid, leefbaarheid, risico’s voordat de knoop wordt In 2030 zijn toerisme en werkgelegenheid uitgebreid naar de randen van de stad en het buitengebied. Het doorgehakt. drukke toeristische middelpunt ligt buiten de historische binnenstad. Het watertoerisme op en aan het IJsselmeer floreert. Een nieuw strand met boulevard bij het Enkhuizer Zand is een walhalla voor toeristen uit binnen- en buitenland. De binnen- en de buitenstad zijn met elkaar verbonden door busverbindingen, wandel- en fietsroutes en het gebruik van binnenwateren. De toeristische route loopt van het Enkhuizer Zand tot het Dirck Chinaplein en is met een duidelijke weg-bewijzering goed te vinden.

43


Buiten het centrum

Uitvoeringsagenda Stadsvisie

Naast het toerisme als hoofmotor is er nog veel andere 1. Economisch ontwikkelingsplan: 2. Opstellen gemeentelijke kadernota, gericht op bedrijvigheid die van belang is voor de enkhuizer econode economische ontwikkelingsmogelijkheden mie. Daarin nemen de zaadteeltbedrijven, met name het van Enkhuizen, verbetering afstemming vraag en aanbod werkgelegenheid, etc. samenwerkingsverband Seed Valley een prominente plek in als werkgever en als internationaal vermaard onder- 3. 4. Gebiedsvisie Stedebroec – Enkhuizen: zoekscentrum op het gebied van plant en zaadveredeling. Herstructurering van verouderde bedrijvenOok de kunststofindustrie en b.v. koek-fabricage spelen terreinen en infrastructuur. Uitwerking van het schetsplan met een nieuwe ontsluitingseen belangrijke rol in de enkhuizer samenleving. weg aan de zuidzijde van Enkhuizen, in combinatie met een herstructurering van Krabbersplaat.

De bedrijventerreinen Krabbersplaat en Schepenwijk bieden plaats aan tal van grotere en een scala aan kleine bedrijven, waarvan een groot deel geĂśrienteerd is op het maritieme gebied, zoals onderhoudswerfjes, bootstalling, jachtbouwbedrijven en gerelateerde (toeleverings)bedrijven als b.v. mastenmakers.

Seed Valley Dit internationale centrum voor plantveredeling en zaadtechnologie exporteert als samenwerkingsverband tussen tientallen bedrijven zaden, stekken en planten naar klanten over de hele wereld. Ook wordt gezocht naar duurzame oplossingen in het voedselprobleem voor de wereld van morgen door het toepassen van hoogwaardige veredelingskennis. Dit technologische centrum is van grote betekenis voor de enkhuizer economie. Tijdens de discussieavond in november 2010 werd duidelijk dat er behoefte is aan versterking van de kennisbasis en dat de mogelijkheid onderzocht dient te worden in hoeverre in Enkhuizen kan bijdragen tot stimulering en facilitering van innovatie in kenniscentra (provinciale c.q. landelijke subsidies).

Structuurvisie 2020 De economische pijlers van Enkhuizen zijn het toerisme, de zaadteelt-bedrijven, de kunststofindustrie en de nautische bedrijven. De gemeente onderzoekt de mogelijkheden om vraag en aanbod van de werkgelegenheid dichter bij elkaar te brengen en de werkende bevolking aan de stad te binden. Doel hiervan is de werkende bevolking meer aan de stad te binden en het forensisme omlaag te brengen. Tegelijkertijd moet echter erkend worden, dat de gemeentelijke mogelijkheden en middelen hiervoor maar beperkt zijn. In de binnenstad is ruimte voor (kleinschalige) detailhandel, terwijl daarbuiten ook grotere winkels ontwikkeld kunnen worden, zoals bijvoorbeeld in Schepenwijk. Langs de Haling is ruimte voor hoogwaardige agrotechnologische bedrijven. Het agrotechnologische cluster Seed Valley zal vanwege het hoogwaardige karakter van de werkgelegenheid verder worden ontwikkeld. Voor de bedrijventerreinen geldt dat er ruimte is voor uitbreiding naast de nodige herstructurering. Een nieuwe aansluiting op de N506 is daarbij van belang en zal worden onderzocht.

44


Er wordt gevreesd dat een nadelige invloed van de vergrijzing zou kunnen zijn dat er op termijn binnen de “zaadsector” een tekort ontstaat aan opgeleid personeel.

Fig. 9.7 Herstructurering Krabbersplaat 1 (Structuurvisie)

Jachtbouw In dezelfde lijn kwam naar voren dat er ook kansen liggen op het gebied van de (exclusieve) jachtbouw. Er is behoefte aan een goede clustering van nautisch geöriënteerde bedrijven op Krabbersplaat 1. Dit houdt nauw verband met de herstructurering van dit terrein waarbij niet nautisch gebonden bedrijven een plek krijgen op de uitbreiding van Schepenwijk. Ook ziet men graag een betere samenwerking tussen jachtbedrijven op regionaal niveau (zie kader). Al genoemd is de mogelijke realisatie van een Krabbersplaat Zuid (zie betreffend hoofdstuk) waar een wat grotere werf plek zou kunnen vinden en een containerterminal plus distributiecentrum gesitueerd zouden kunnen worden. Ook wordt erop gewezen dat de provincie geld beschikbaar stelt voor nader onderzoek naar ontwikkelingen voor vervoer over water.

Discussieavond startnotitie 2010 De nadruk ligt op Seed Valley en de nautische ontwikkelingen. Grote kansen liggen er voor Enkhuizen op gebied van refit en nieuwbouw van grote jachten. Veel aandacht is nodig voor watergebonden industrie, zowel voor de nautische kant als voor de beroepsvaart. Men geeft aan het belangrijk te vinden dat ook Krabbersplaat hierin meegenomen wordt en is van mening dat Enkhuizen zich hier nog sterker in kan maken. Het vervoer over water heeft de toekomst. Hier betekent ruimte dus groeipotentie. Men zou hier een distributiecentrum kunnen maken. Dit is economisch interessant voor de werkgelegenheid. De maatschappelijke winst is minder vrachtwagens op de wegen (CO2 reductie). Ook een containerterminal biedt goede kansen voor Enkhuizen. Op regionaal niveau moet er een betere samenwerking tot stand komen tussen jachtbouwbedrijven. Er moet een omgeving gecreeerd worden waar men zich graag zou willen vestigen. Het doel is dat bedrijven willen komen en blijven. Dhr. Gort geeft aan dat de provincie geld beschikbaar stelt voor onderzoek naar de economische ontwikkelingen voor vervoer over water e.d. De provincie is hier ook mee bezig. Hij is van mening dat dit moet worden opgenomen in de startnotitie. opleidingsniveau. Dhr. Badar geeft aan dat de vergrijzing hier invloed op heeft. Er ontstaat een tekort aan personeel. Dit is o.a. een reden waarom Seed Valley is opgericht. De regionale mogelijkheden moeten onderzocht worden om hier een school (of een afdeling van een school) naar Enkhuizen te halen.

Vaklieden en ambachten Ook op het gebied van oude ambachten en het betere vakwerk heeft Enkhuizen een schat aan kennis in huis. Momenteel (januari 2011) is er in onze stad een vreemde, beangstigende afname van vakmensen gaande die totaal afwijkt van de landelijke tendens. Het is daarom wel zaak deze teloorgang op zeer korte termijn om te buigen, die kennis binnenboord te houden en faciliteiten 45


Uit: Noordhollands Dagblad 17-1-2011 Minder vakmannen in Enkhuizen

Het aantal vakmannen in Enkhuizen is in 2010 met 5,7% gedaald t.o.v. 2009; landelijk was er sprake van een stijging van 2,6%. Dat blijkt uit onderzoek onder alle 440 Nederlandse gemeenten. Het dalingspercentage is op zijn minst opvallend te noemen, gezien het landelijk gemiddelde. In 340 gemeenten is het aantal vakmannen juist toegenomen, 215 kenden zelfs een stijging boven het landelijk gemiddelde van 2,6 procent. Daarmee staat Enkhuizen qua groei op de laatste plaats van alle 440 gemeenten.

te realiseren, voorwaarden te scheppen en een gunstiger klimaat te creĂŤren voordat de kennis voor onze stad verloren gaat. Al genoemd is de mogelijke realisatie van een kenniscentrum oude ambachten in het voormalig betonningsmagazijn aan de Bierkade in het centrum van Enkhuizen (zie hoofdstuk Enkhuizer havens). Daarnaast dienen bedrijven die al de nodige ambachtelijke kennis in huis hebben (opgebouwd) optimaal ondersteund te worden. Met bovenstaande ideeĂŤn / initiatieven zou Enkhuizen haar eigen werkgelegenheid kunnen vasthouden en uitbreiden en zich in de regio kunnen onderscheiden. Zowel deskundigen als de enkhuizer burgers dringen erop aan gebruik te maken van de aanwezige (economische) kwaliteiten, deze zoveel mogelijk te ondersteunen, vast te houden en uit te breiden, en een gunstiger klimaat te scheppen voor met name de kleinere bedrijven.

Conclusie: Daar waar tot nu toe maximaal is ingezet op het (water)toerisme, heeft Enkhuizen een achterstand goed te maken in haar ontwikkeling op en ondersteuning van overige economische aspecten, particuliere initiatieven buiten beschouwing gelaten. Er liggen echter goede perspectieven op het gebied van herstructurering Krabbersplaat 1, realisatie van Krabbersplaat Zuid, het realiseren van kenniscentra oude ambachten en jachtbouw, ondersteuning van ambachtelijke bedrijvigheid en het midden- en kleinbedrijf. Als reeds gezegd in hoofdstuk Enkhuizer Havens dient een ontwikkelingsstop t.a.v. het watertoerisme overwogen te worden om budget vrij te maken voor deze mogelijke economische inhaalslag.

46


10. Bronvermelding 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36.

Het Deltaplan* Cultuur Historisch Onderzoek Oude Haven ll 1997 Nota Belvedere 1999 Structuurplan Enkhuizen 2004 Nota Ruimte 2006* Havenverordening 2006 Havenatlas 2006 Toeristen (Toerisme) over Water 2006 (2007) Streekplan Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland 2007 Visie op Enkhuizen 2030 –Detail uit werkstuk Nota Waterbeheer 2007* van Vereniging Jeugdbelangen, januari 2010 Wet Luchtkwaliteit 2007*, geschonken aan de gemeente Enkhuizen Wet Geluidhinder 2007* Regionale Visie Bedrijventerreinen Westfriesland 2007 Nationaal Bestuursaccoord Water 2008* Ecologisch onderzoek Enkhuizerzand 2008 Waterwet 2009* Nationaal Waterplan 2009* Beleidsnota IJsselmeergebied 2009 Kaderrichtlijn Water 2009-2015* Vlekkenplan Enkhuizerzand 2009 Beeldkwaliteitsplan Enkhuizerzand 2009 Ruimtelijk Economische Visie Stedebroec – Enkhuizen 2009 Stadsvisie Enkhuizen 2030 (2009) Uitvoeringsagenda “Stadsvisie 2030” (2010) Structuurvisie Enkhuizen 2020 (2010) Verkenning Zilverstraat / Bierkade 2010 Projectbesluit Sprookjeswonderland 2010 Nationaal Watersport Onderzoek (HISWA) 2010 Camperforum 2010 Herbestemming historische havens – Federatie Oud Nederlandse Vaartuigen 2010 Speciale Bosatlas “Nederland Waterland” 2010 College Uitvoerings Programma (CUP) 2010 Visievormende discussies 15/18-11-2010 (t.b.v. startnotitie HERT 2011) Nieuwsbrieven Deltaprogramma IJsselmeergebied Rijksoverheid (laatste 29-11-2010) Landelijk Bestuurlijk Overleg Water (LBOW) –Water in Beeld (Voortgangsrapportage) 2010 Noordhollands Dagblad *Rijksregelgeving

Mocht er ondanks onze zorgvuldigheid toch nog een fout zijn opgetreden ten aanzien van mogelijk copyright op (gedeeltes van) de tekst en/of gebruikte afbeeldingen in deze HARTEN-Visie, dan verzoeken wij hierbij betrokkene(n) met ons in contact te treden. enkhuizen@sp.nl 47


Dit is een initiatief van SP Enkhuizen Š SP westfriesland oost

48


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.