Schooldomein nr. 1

Page 1

twitter.com/schooldomein facebook.com/schooldomein

jaargang 28, oktober 2015

Met extra themakatern Schooldomeinsymposium Kracht door Innovatie

Altijd de laatste updates van Schooldomein?

SPORTDOMEIN | ZORGDOMEIN | WIJKDOMEIN

Magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

SCHOOLDOMEIN

1

no.

THEMA: KRACHT SPORT ALS AANJAGER voor een vitale samenleving VASTGOED BEWEEGT! Debat over definities en trends DE SCHOLENBOUWATLAS helpt scholenbouw stroomlijnen




ZOMER BAMBOE LICHT THUIS Forbo Flooring introduceert Marmoleum Modular, een vloer die uw fantasie alle ruimte geeft. De verschillende tegelmaten in tientallen dessins volgen moeiteloos uw ideeĂŤn. Laat u inspireren op marmoleummodular.nl. Daar leest u ook alles over de ongekende milieuprestaties en de gunstige onderhoudskosten.

Dit is een biobased vloer: www.marmoleummodular.nl.


BESTUUR VAN DE REDACTIE EN BELEID

Gecontroleerde circulatie Het was de tijd van de circulaires. Van het gedetailleerde toezicht. En dus ook van het ongezond politiek en ambtelijk wantrouwen in het autonome en professionele handelen van schoolbesturen, gemeenten of leerkrachten. Nee, niemand was enthousiast over alle beleidsdirectieven die er uit ‘Zoetermeer’ kwamen. En ze hadden gelijk, want de meeste richtlijnen vanuit het toenmalige Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen waren achter het bureau bedacht. Geen wonder dat ze in de praktijk niet of nauwelijks werkten. Geen wonder dat er onvrede en onduidelijkheid ontstond. En geen wonder dat er ook lustig en vrijelijk werd afgeweken van al die starre en onduidelijke beleidsregels. Misschien wel het meest ambtelijk geperfectioneerde bekostigings- en vergoedingsstelsel ontstond voor de huisvesting van onderwijsinstellingen. Er was een buitengewoon complex bureaucratisch geheel ontworpen dat ook nog eens jaarlijks werd bijgesteld. Alleen zeer ervaren en plichtsgetrouwe bestuurders, directieleden of huisvestingsadviseurs konden nog wijs worden uit de voorschriften. Zo ontstond – inmiddels alweer bijna dertig jaar geleden – het blad ‘Schooldomein’ dat in controlled circulation aan alle organisaties, die direct met aspecten van onderwijshuisvesting te maken zouden moeten hebben, werd rondgestuurd. Het spreekt vanzelf dat de ambtelijke subsidiegever niet alleen de inhoud van het blad bepaalde en controleerde, maar ook de circulatie ervan. De eerste jaargangen blinken dan ook uit door vlakke, compromisrijke teksten in een tijd dat internet nog een onbekend fenomeen was. De aandacht verschoof van regels, geboden, verantwoording en techniek naar het belang van goed onderwijs, duurzaamheid

ONZE VISIE Schooldomein is een verrassend magazine voor managers en beleidsmakers die relevante beleidsinformatie, praktijkvoorbeelden en productinformatie vertalen in een optimale leer-, werk- en leefomgeving. Schooldomein biedt informatie rond de infrastructuur, organisatie en huisvesting van instellingen. Schooldomein is bedoeld voor iedereen die op het niveau van overheid, instellingen, bedrijfsleven en maat-

en maatschappelijke integratie op verschillende niveaus. Kritiek, andersluidende opvattingen, maar ook commercie en journalistiek kregen een plaats in het magazine dat zich ook bezighoudt met aanpalende domeinen op het gebied van zorg, sport en wijk. En de vormgeving werd eigentijds en gaf ruimte aan functionele illustraties en artist impressions. Vooruitkijkend – altijd lastig – zal het blad in fysieke (druk)vorm ongetwijfeld worden opgeslokt door de digitale omgeving, maar veel belangrijker is daarbij de te voeren onafhankelijke, beleidsinhoudelijke redactiekoers. Want net als ‘Schooldomein’ zullen ook traditionele onderwijsinstellingen een meer, vermoedelijk geheel virtueel karakter krijgen. Met alle voor- en nadelen van dien. Nu al bieden commerciële en erkende instanties lesmodules aan die uitsluitend digitaal kunnen worden gevolgd of geraadpleegd. Die trend krijgt navolgers. Maar wat blijft er dan over aan (fysieke) onderwijshuisvesting? Vermoedelijk vrij weinig – het doembeeld van leegstaande kantoren en het verlies van maatschappelijk kapitaal doen zich dan ook hier voor – maar dat geeft het bestaansrecht van ‘Schooldomein’ weer een nieuw en zinnig perspectief. De vraag hoe je de digitale jaargangen dan kan laten inbinden is daarmee overigens niet beantwoord. 25 jaar hoofdredacteurschap van Sibo Arbeek en alweer de 28e jaargang van Schooldomein doen het mooiste vermoeden. We wachten het graag af! Veel leesplezier! Robbert Coops De allereerste hoofdredacteur van Schooldomein oktober 1988 - juni 1990

schappelijke organisaties betrokken is bij het vinden van oplossingen voor samenhangende vraagstukken in de non profit en profit sector.

HET NETWERK

Schooldomein wordt zes keer per jaar en in een oplage van 17.000 exemplaren gratis verstrekt aan alle onderwijsinstellingen en gemeenten in Nederland en een groot aantal onderwijsinstellingen in Vlaanderen. Het blad wordt gefinancierd uit de exploitatie van advertenties,

advertorials, artikelen en de bijdragen van partners. Schooldomein fungeert als een netwerk, waarbij partijen een meerwaarde genereren door een samenhangend product te bieden. Schooldomein fungeert als een platform voor alle partijen die een bijdrage willen leveren aan de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur.

UW MENING

Wij stellen uw mening zeer op prijs. Voor reacties kunt u mailen naar sibo.arbeek@schooldomein.nl.

U kunt ook reageren via de site www.schooldomein.nl. Praktische informatie vindt u in het colofon.

INTERNET Voor meer informatie over School­domein en dit nummer kunt u kijken op www.schooldomein.nl. Via deze site kunt u onder meer alle artikelen van de afgelopen jaargangen opvragen, winkelen in onze rubrieken en relevante marktinformatie zoeken.

Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door:

NEDERLANDS FORUM VOOR ONDERWIJSMANAGEMENT

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

5


INHOUD BESTUUR EN BELEID

08

Sport als aanjager voor een vitale samenleving Een gesprek met André de Jeu, directeur van de Vereniging Sport en Gemeenten.

12

Van zorg naar welbevinden Twee praktijkcases van zorgaanbieders die al hun kwaliteiten moeten aanboren om op de nieuwe wet- en regelgeving te kunnen inspelen.

14

Verbouwen als nieuwe opgave

16

Onderscheidend concept en succesvol partnership

De Scholenbouwatlas helpt scholenbouw stroomlijnen.

Metamorfose monumentaal gebouw brengt Hannie Schaftschool weer in de lift.

EXPERTMEETING

70

18

het gemeentelijk vastgoed.

Leren zonder gebouw. Of niet? Expertmeeting van Schooldomein en Ruimte OK op de NOT 2015 over de leeromgeving 2020.

KRACHT DOOR INNOVATIE

27

Kracht Kracht door innovatie. Dat is de titel van het symposium dat Schooldomein op 8 oktober samen met onze partners organiseert. En daarom is kracht ook het thema van deze eerste Schooldomein van de 28e jaargang. Je ziet dat meteen als je deze editie goed bekijkt. Grafisch vormgever Dirk van der Burgh heeft onze vormgeving een vernieuwde krachtige uitstraling gegeven en we hebben ook een krachtige coverlijn voor deze nieuwe jaargang. Ook in dit nummer een themakatern dat we met onze partners hebben samengesteld. Inspirerende praktijkvoorbeelden rond het symposiumthema Kracht door innovatie.

SCHOOLDOMEIN

Expertmeeting over definities en trends binnen

23

THEMA

6

Vastgoed beweegt!

oktober 2015

Extra katern in het kader van het Schooldomein-symposium ‘Kracht door Innovatie’

ONTWERP EN INRICHTING

44

Nieuw leven voor gebruikte meubels

47

Maximale multifunctionaliteit en transparantie

Schoolbestuur en STALAD schenken gebruikt meubilair aan Kenia, Oekraïne en Roemenië.

Polak Building vormt nieuw gezicht Erasmus Campus.

50

Geautomatiseerde zonwering zorgt voor optimaal binnenklimaat Nieuw besturingssysteem automatiseert zonwering aan de hand van zonnestraling en buitentemperatuur.

53

Menselijke maat door transparante architectuur

56

De kracht van de beperking

MFA De Heerd is kleinschalig in zijn grootsheid.

Goed binnenklimaat kenmerkt Wiebengacomplex van Hanzehogeschool Groningen.


58

Kracht zit aan de voorkant

60

Duurzaamheid gaat verder dan techniek alleen

Schooldomein in gesprek met Arie Aalbers, bouwadviseur van LIAG architecten.

Breeam Excellent voor Zorg en Welzijn van ROC Friese Poort.

62

ISE Eindhoven kiest voor Casala

64

Hoe hergebruik je maatschappelijk vastgoed?

Carver stoelen opvallend aanwezig in Internationale School Eindhoven.

Renovatie Eerste Christelijk Lyceum Haarlem op basis van gedegen advies.

66

Combinatie van ambacht en creativiteit Robuust ontwerp past bij HMC mbo vakschool Rotterdam.

68

Tijdelijke huisvesting brengt flexibiliteit BUKO speelt met duurzame oplossingen in op groeiende vraag naar semipermanente huisvesting.

FACILITAIR EN BEHEER

75

Grootschalige ontwikkeling in dorpshart Kaatsheuvel ICSinterim begeleidt gemeente Loon op Zand bij de ontwikkeling van een bruisend dorpshart.

76

Vieren, varen en vormgeven Schooldomein viert jubileum hoofdredacteur, blikt terug ĂŠn kijkt vooruit.

RUBRIEKEN

26 43 79 80 81 82

Kort nieuws

Het idee van RVO.nl

De etalage

Het atelier: La Serre NumĂŠrique in Valenciennes Column van Prof. Dr. Ir. H.A.J. de Ridder Vooruitblik naar Schooldomein 2: Sexy

10 23 48 54 69


SAMENWERKING BINNEN DE KETEN

Sport als aanjager voor een vitale samenleving 8

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015


BESTUUR EN BELEID

Tekst Sibo Arbeek

Het gesprek met directeur André de Jeu van Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) levert een duidelijk perspectief op: Nederland moet veranderen op het gebied van sport en sportbeleving. Laat verenigingen vooral in hun kracht staan en zoek naar de kansen van een nieuwe ketenbenadering. Samen sta je sterker! Waar ligt jouw passie? “Iedereen heeft het over de kanteling, de nieuwe economie, of de participatiemaatschappij en dat voelt voor mij als thuiskomen. We kunnen meer met bestaande middelen doen en daarbij moet je gebruik maken van de intrinsieke kracht van mensen en organisaties. Mijn credo is dat je niet mee mag praten wanneer je ook niet met een alternatief komt. Dat hoeft niet met een revolutie, maar kan ook stapsgewijs. Ik ben naast directeur van VSG ook actief in de lokale politiek en ben één van de oprichters van de partij Nieuw Elan in Alphen aan den Rijn. Dat is nu de grootste partij en dan praat je wel over de 26e gemeente met meer dan 106.000 inwoners. Het College wil vooruit kijken, door bijvoorbeeld de traditionele subsidies af te schaffen, maar tegelijkertijd financiële ruimte te bieden voor vernieuwing en nieuwe inzich-

“Partijen moeten vanuit hun core business leren om samen te werken.” ten. Meedenken is het uitgangspunt en dat uitgangspunt kun je ook doortrekken naar VSG, die ook een transitie doormaakt. Ik ben al vanaf 2009 bezig met de vraag wat een koepelorganisatie van gemeenten op het gebied van sport kan bijdragen aan het totaal. Sport is het enige beleidsdeel zonder een wettelijk kader. Dat betekent dat alle gemeenten een eigen lokaal beleid hebben op het gebied van sport. Dat vraagt om maatwerk en daar heb je nieuwe oplossingen voor nodig.” Hoe zie je die ontwikkeling? “Het doel van VSG als platform is belangen te behartigen en kennis uit te wisselen. Daarin stemmen we onder andere af met VWS en NOC*NSF. Een aantal jaren geleden keken we nog heel functioneel naar ons werkveld, nu bieden we steeds meer lokaal maat-

werk in de wijken en kernen. Sport heeft een directe samenhang met andere beleidsterreinen die ook aan het schuiven zijn, zoals welzijn, zorg en onderwijs. Het belang van een ketenaanpak neemt toe, want alleen lukt het niet meer. Dat betekent dus niet de contributie van een vereniging omhoog brengen, omdat de gemeente wil bezuinigen, maar wel samen kijken waar de vereniging een toegevoegde waarde binnen het sociale domein kan leveren. We roepen al jaren dat sport en bewegen goed is voor je gezondheid en de sociale cohesie versterkt, alleen wordt vergeten om het aan al die andere partners in de keten te vertellen. De ontwikkeling binnen IKC’s of de jeugdzorg bieden kansen voor de sport en vragen om maatwerk in het onderwijs. Een gezonde leefstijl wordt omarmd door de PO-raad en VO-raad, maar de discussie komt dan niet verder dan een derde uur gymles op school. In het buitenland heeft sport en bewegen wel een wettelijk kader en kan samenwerking beter afgedwongen worden, mede door de vaak erg lange afstanden tussen wonen en onderwijs. We doen het hier niet slecht, maar onze accommodaties worden slechter benut omdat we minder goed over het gebruik door andere partijen nadenken. Betrek de openbare ruimte erbij dan is een accommodatie meer een plek in de wijk, dan alleen een paar uur gym voor het onderwijs.” Wat zijn de trends binnen het sportvastgoed? “Veel gemeenten schrikken van de lage bezetting van velden en sporthallen, mede door de uitstroom bij sportverenigingen. Leden stoppen wanneer ze kinderen krijgen en veel jongeren stoppen als ze 14 of 15 jaar zijn. Mensen sporten nog maar 25% in traditioneel verband en 75% individueel en die trend zet door. Per saldo neemt het aantal leden van de verenigingen dus af. Je ziet dus dat de samenleving andere keuzen maakt, maar gemeenten en sportverenigingen vaak nog traditioneel denken. Ze kijken onvoldoende om zich heen. Gemeenten beginnen te begrijpen dat een gemiddeld sportpark met verschillende kantines en velden anders moet worden georganiseerd.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

9


Frisbee in de gymzaal, foto: Nijha

Is het aanvaardbaar dat alle competities op hetzelfde moment plaatsvinden en er heel veel maatschappelijk geld wegvloeit omdat de rest van de week de accommodaties leeg staan? Dat moet dus anders met grote gevolgen voor de organisatie en exploitatie van sport en dat leidt tot nieuwe ontwikkelingen. Je hebt de trend waarbij er rechtsreeks naar de gebruikers wordt verzelfstandigd, tot en met zwembaden toe. Dan slaat de gemeente de stap naar uitvoeringsorganisaties over. Maar je ziet ook dat gemeenten weer zelf het sportvastgoed bundelen, waarbij het eerder bij derden lag. Vaak om in de planning en hoeveelheid strakker te sturen. Als optimalisatie het doel is moet je kijken hoe je de benutting kunt opvoeren. Terughalen betekent meer sturing. Dat lijkt een tegengestelde ontwikkeling als je kijkt naar de decentralisatie in het sociale domein, maar is het toch niet, als je de keten er maar bij betrekt.” Waar liggen kansen voor ketensamenwerking? “De gemiddelde vereniging betaalt minder dan de helft van de feitelijke kosten en de rest wordt gesubsidieerd. We verwarren de accommodatie vaak met de vereniging, die er gebruik van maakt. Vaak kan de vereniging niet mee in die ontwikkeling naar een open sportpark. Die willen toch het liefst het hek elke avond op slot doen en dat kunnen ze omdat in hun huidige vorm nog steeds gesubsidieerd worden door

10

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

de gemeente. Gemeenten moeten zich dus niet meer alleen focussen op het beheer van hun sportaccommodaties waar 80% van de middelen naar toegaat. Misschien moeten we wel een ander soort bestuur hebben op de momenten dat de “traditionele vereniging” geen gebruik van de accommodatie maakt. Dan hoeft die sportclub zich niet in extremo uit te rekken. Als je meer gaat sporten en bewegen tijdens een dagarrangement zijn er voldoende sportaccommodaties beschikbaar. Rotterdam kent het project bewegen naar werk en organiseert dat bij sportclubs. Door heel simpel tegen een bal aan te schoppen en in een ritme te komen worden mensen weer naar de arbeidsmarkt geleid. Of wandelen met allochtone vrouwen vanuit de sportclub, waar je ook de kantine hebt en waar de kleedvoorzieningen zijn. Kijk naar de ontwikkeling rond wandelvoetbal waar in het kader van sportief oud worden een relatie met healthy aging ligt. Bij tennis zie je dat mensen vanaf 40 veel gaan tennissen, maar boven de 60 vanwege lichamelijke klachten stoppen. Zet daar dus preventief zorgbeleid op. Ouderen willen het liefst overdag op een hoog kwaliteitsniveau ontmoeten en recreëren. Je ziet dat steeds meer mensen fietsen met trapondersteuning. Waarom vertrekken ze niet samen vanaf de voetbalclub met aan het einde van de middag een hapje en een drankje in de kantine? Ouderen hebben overdag meer tijd en kunnen dan ook meer voor de club doen.


BESTUUR EN BELEID

Foto: NISP

Wanneer partners binnen een keten inzien dat sportaccommodaties een belangrijke rol kunnen spelen om doelen binnen het sociale domein te behalen ligt er een basis om over ketenfinanciering na te denken.” Wat zouden effectieve maatregelen zijn? “De gemeenten geven samen 1,5 miljard euro aan sportaccommodaties uit en VWS nog eens 125 miljoen. Zet die bedragen eens af tegen de geldstromen rond cure en care waar 70 tot 90 miljard in omgaat en sport is een afrondingsgetal geworden. Het gaat er niet om wat sport kost, maar om wat het kost als

“Het gaat er niet om wat sport kost, maar om wat het kost als we sport niet goed inzetten.” we sport niet goed inzetten. Hier liggen kansen voor samenwerking met de sociale wijkteams en zorgaanbieders. Ik ben algemeen projectleider Van het programma sport en bewegen in de buurt waar de buurtsportcoaches en combinatiefunctionarissen onderdeel van uitmaken. Daar hebben we er 2900 van met een budget van 58 miljoen euro op jaarbasis van VWS en OCW. Ze krijgen vanuit het rijk 40 % van het arbeidsloon en de gemeente organiseert die andere 60 %. Daar liggen kansrijke verbindingen. Als een buurtsportcoach rechtstreeks bij een sportclub betrokken wordt zie je dat hij vaak de rol van verenigingsmanager krijgt. Voor de accommodatie is dat goed, maar voor de samenwerking met andere beleidsterreinen vaak minder. De buurtsportcoach kan bijvoorbeeld prima als vakleerkracht opereren en een rol spelen voor verbindingen in de lijn van de gezonde leefstijl.

Dat zou een nieuwe richting vanaf mbo plus tot hbo min kunnen zijn met een combi van sporttechnisch en didactisch.” Koppel naschoolse opvang aan de sport-BSO en maak dat aantrekkelijk. Als ik mijn kind om drie uur niet kan ophalen en de buurvrouw neemt het kind mee naar de sportclub is er geen opvang aanwezig, omdat die geen geld heeft om een professionele kracht aan te nemen. Ik vind het vreemd dat die fiscale maatregel voor kinderopvang niet ook voor sportaanbieders geldt. Dat sluit toch prima aan op wat de mensen zelf zouden willen? Als we niet nog niet verder willen ontgroenen moeten we denken aan de goede en makkelijke opvang en dat kan in samenwerking met de sportclub. Daarom zijn IKC’s ook belangrijk en moeten we af van de traditionele basisschool. Het fiscaal aantrekkelijk maken van deze vormen van ketensamenwerking is een pure noodzaak om werknemers te faciliteren. Anders wordt het nog meer inzetten van tweeverdieners een utopie. Wanneer je vanuit het jaar 2025 denkt dan moet je beginnen om je infra, openbare ruimtes, planningen en organisatie in te richten en samenwerking daarbinnen te stimuleren. Omdat de betaalbaarheid van huidige structuren sterk onder druk staat is het nu een goed moment. Partijen moeten vanuit hun core business leren om samen te werken. Dan blijkt dat we geld genoeg hebben maar het nu een beetje vreemd uitgeven.”

Kijk voor meer informatie op www.sportengemeenten.nl.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

11


Tekst Sibo Arbeek

TWEE PRAKTIJKCASES

Van zorg naar welbevinden Zorgaanbieders moeten al hun kwaliteiten aanboren om op de nieuwe wet- en regelgeving in te kunnen spelen. Het slagveld is groot en er ontstaan nieuwe spelers op het veld.

O

ntwikkelingen binnen de zorg vinden plaats tegen de achtergrond van een veranderende demografie, minder zorghanden en minder beschikbare middelen. Dat legt een enorme druk op de schouders van zorgaanbieders en gemeenten, waarbij nieuwe kaders vooralsnog ontbreken. De AWBZ wordt afgebouwd en alleen nog zware zorgbehoevenden blijven in AWBZ instellingen. Cliënten en mantelzorgers zijn meer en meer aangewezen op de participatiemaatschappij die nog in de kinderschoenen staat. Dat betekent dat er een belangrijke taak is weggelegd voor goed georganiseerde zorg en ondersteuning in de wijk.

12

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

VERANDEREND WERKVELD MIDDIN Manager Huisvesting René Röling van Middin: “We werken voor ruim 4.000 cliënten met een verstandelijke, lichamelijke of meervoudige beperking, een niet-aangeboren hersenletsel of een beperking door ouderdom. De Wet Langdurige Zorg (WLZ) is per 1 januari 2015 ingevoerd en vervangt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Deze wet is er voor mensen die de hele dag intensieve zorg of toezicht dichtbij nodig hebben. Het aandeel zorg vanuit deze wet voor Middin daalt van 96% in 2014 naar 80% in 2016. Die krimp wordt veroorzaakt door een uitstroom in de ZZP categorieën 1-2 en mogelijk ook 3.


BESTUUR EN BELEID

Vanaf 2014 gaat het om 10-25% van onze cliënten. Daarnaast worden we ook nog eens geconfronteerd met een tariefkorting van 6,25% in 2016/2017 en binnen de Wmo tariefkortingen tussen de 15 en 40%, afhankelijk van de gemeente, waarmee we samenwerken. We hebben nu 140 locaties, waarvan 110 voor zelfstandig wonen en 30 locaties voor dagbesteding. Door de krimp binnen de WLZ moeten de komende tien jaar gemiddeld 1 tot 2 locaties dicht per jaar. Dat terwijl de gemiddelde zorgzwaarte toeneemt, evenals de kwaliteitseisen van de huisvesting.”

“De hulpvraag is er, maar hoe en waar wordt deze herkend en gefaciliteerd?”

KRIMPSCENARIO EN VERVANGINGSVRAAG “In onze vastgoedportefeuille zit een combinatie van wooncomplexen, trefpunten, woningen (zelfstandig) en activiteitencentra in zowel eigendom als huur, waarbij de verhouding op 1/3e eigendom en 2/3e huur ligt. We werken samen met 23 verhuurders, waarvan 18 corporaties. Voor onze huurpanden hanteren we termijnen vanaf 1 maand tot 40 jaar (de uitzondering), waarbij we veel kort en middellang huren, met prijzen die tussen € 300,- en € 1.000,- (de uitzondering) per maand liggen. De huursubsidiegrens ligt op € 675,- per maand. Dat is al veel voor 95% van onze cliënten die een 1-persoonshuishouden hebben en maximaal € 560,- per maand kunnen betalen. Op dit moment is de scheiding van Wonen en Zorg bij onze cliënten groep nog nauwelijks aan de orde, maar dat komt snel en stelt ons voor een aantal dilemma’s. We hebben te maken met zowel een krimpscenario als een vervangingsvraag, die functioneel en technisch van aard is. Daarbij is het beleid nu dat we de verhouding 1/3e eigendom en 2/3e huur willen houden. Een verder aandachtspunt is dat we bij een vervangingsvraag de vooral duurdere woningen willen ‘ruilen’ voor goedkopere, die huursubsidiabel zijn. Bij huren boven de € 700,- per maand komen beleggers en beheerders weer in beeld, terwijl we bij huren onder de € 700,- per maand alleen met corporaties in het kader van de Woningwet te maken hebben. De vervangingsvraag gaan we deels opvangen binnen onze huidige vastgoedportefeuille en deels door aanbod van derden (corporaties, collega-zorginstellingen en ontwikkelaars). De decentralisaties in de zorg zijn op alle niveaus

merkbaar, of het nu om de inhoud van de zorg gaat of om alle vastgoedaspecten. Door de hele decentralisatie binnen de zorg hebben we ons anders moeten organiseren, waarbij we nu met veel gemeenten afzonderlijk moeten overleggen.” ZELFREGIE IS THE MAGIC WORD Partner Mike Dorst van Omale: “We helpen zorginstellingen om de omslag naar vraagsturing te maken. Dat kan alleen wanneer de houding van medewerkers in de zorg meeverandert. 60% van de huidige populatie die aanspraak maakt op de AWBZ, valt nu onder de WMO met (financiële) supervisie van de gemeenten. Deze populatie wordt geacht thuis oud te worden. Zelfregie is ‘the magic word’. Mensen blijven langer thuis wonen en mantelzorg is niet altijd direct voorhanden. Hoe bereik je deze mensen, met behoud van menselijkheid en veiligheid? Een oplossing ligt in het toepassen van slimme technologieën in of nabij de eigen omgeving. Of door meer participatiemogelijkheden in ‘het cliëntsysteem’ en een ruimer en flexibeler aanbod van zorgverleners om zo ook kosten voor verzekeraars te verlagen. En er is een supportsysteem voor de mantelzorgers nodig. Maar dan denken we weer instrumenteel; de oplossing voor de toenemende zorgvraag zal vanuit de eigen woonomgeving moeten komen, buiten het zicht van allerlei instanties. De hulpvraag is er, maar hoe en waar wordt deze herkend en gefaciliteerd? De zorgvrager in de wijk zal extra zorg en aanverwante artikelen en diensten nodig hebben. Dat kan op onderdelen waar dit niet door diens zorgverzekering wordt vergoed, maar de behoefte er wel is. Denk aan gemaksdiensten als eten & drinken, activiteitenbegeleiding, boodschappendienst en een klussenservice. Denk ook eens aan het faciliteren van de hulpmiddelen als ‘assisted techniek en domotica’. Mijn verwachting is dat hier een nieuwe economie van vraag en aanbod gaat ontstaan, waarbij de zorgvrager in sterke mate zelf aan zet is en weer komt.”

Kijk voor meer informatie op www.middin.nl of www.omale.nl.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

13


Tekst: Sibo Arbeek Beeld: nai010 uitgevers/publishers, Jean Paul Mioulet, Petra Appelhof

DE SCHOLENBOUWATLAS HELPT SCHOLENBOUW STROOMLIJNEN

Verbouwen als nieuwe opgave Dronryp

Leeuwarden Burgum

Groningen

Pingjum

Wijnjewoude

Nagele

Hoorn

Dronten

Wormer

Zwolle

Haarlem Amsterdam Almere Aerdenhout Heemstede Weesp Hilversum Wilnis Oegstgeest

Leiden

Waddinxveen Brielle

Hengelo

Wenum-Wiesel Apeldoorn Amersfoort

Den Haag Heenweg

Rectum-Ypelo Notter-Zuna

Utrecht

Rheden

Gouda Heteren

Delft

Arnhem Zevenaar Boven-Leeuwen

Hoog Keppel

Juni 2015 was Schooldomein basisschool hartje RotterdamLintelo bij een Beesd Schiedam te gast in een verbouwde drukbezocht symposium van Ruimte OK en het Atelier Rijksbouwmeester, naar aanleiding van het Dordrecht verschijnen van de publicatie Scholenbouwatlas, verbouwen als nieuwe opgave voor basisscholen ’s-Gravendeel en kindcentra. Tegelijk is die dag ook Scholenbouw stroomlijnen gepresenteerd, een rapport over Schijndel kansen en knelpunten in de wet- en regelgeving van scholenbouw. Schooldomein hield na afloop Oisterwijk Zijtaart Breda een interview met twee auteurs en initiatiefnemers van de publicaties. Tiel

Rotterdam

Roosendaal

E

Tilburg

Eindhoven erst kort de relevantie van de Scholenbouwatlas. Vessemafwegingen te maken ten aanzien van verbouwen. Ze Deze publicatie, die verbouwmogelijkheden van kunnen door die bewegingsruimte ook meer ambitie basisscholen en kindcentra laat zien, is actueel tonen door te kiezen voor vernieuwende programma’s van eisen. De Scholenbouwatlas ondersteunt omdat vanaf 1 januari 2015 schoolbesturen in het besturen in die nieuwe verantwoordelijkheden. De primair onderwijs verantwoordelijk zijn voor het atlas biedt een overzicht van de ruimtelijke mogeonderhoud en de aanpassing van het hele gebouw. lijkheden om bestaande gebouwen aan te passen Voorheen dienden ze voor het exterieur en aanpassingen aan te kloppen bij de gemeente, nu krijgen aan actuele wensen. De publicatie helpt scholen ze rechtstreeks zelf het geld. Het idee achter die wijzich vooraf goed te oriënteren, zodat ze een sterkere ziging is dat een (voorheen) onpraktische scheiding gesprekspartner zijn in het traject dat tot doel heeft in verantwoordelijkheden is opgeheven. Daardoor de wensen van de basisschool en het kindcentrum Maastricht hebben de schoolbesturen meer ruimte om integrale zo goed mogelijk te realiseren.

14

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015


BESTUUR EN BELEID

Gaat de scholenbouwatlas over het verbouwen van basisscholen, of is het breder? We vragen het aan Dolf Broekhuizen, redacteur van de uitgave. “Het is veel breder. De term basisschool wordt nog wel gehanteerd, maar we spreken steeds vaker over kindcentrum. Het gaat in feite om een heel scala aan voorzieningen voor primair onderwijs en kinderopvang, waar vaak nog meer functies in ondergebracht zijn. De uitgave toont aansprekende voorbeelden van brede basisscholen, Kulturhusen, (Integrale) Kindcentra, multifunctionele accommodaties, campussen. Juist die verscheidenheid, die de tegenwoordige tijd kenmerkt, komt in de Scholenbouwatlas aan bod.”

“De Scholenbouw­ atlas bespreekt verschillende aspecten van verbouwen.”

Voor wie is het boek bedoeld en hoe wordt het boek gebruikt, denkt u? Dolf vervolgt: “De Scholenbouwatlas bespreekt verschillende aspecten van verbouwen, zoals het proces, de ruimtelijke mogelijkheden van bestaande gebouwen en geeft honderd concrete voorbeelden van scholen uit heel Nederland, gegroepeerd rond actuele thema’s zoals onderwijsruimte, opvangruimte, overblijfruimte, personeelsruimte, brede gebouw en renovatie. De voorbeelden zijn door het veld zelf aangedragen. Het boek, waar twaalf experts een bijdrage aan hebben geleverd, geeft daarmee informatie op heel veel schaalniveaus, en kan gebruikt worden door schoolbesturen en leerkrachten, evengoed als architecten en andere adviseurs. Zij kunnen het bij besprekingen ter hand nemen om aan anderen bedoelingen duidelijk te maken. Maar het functioneert ook als naslagwerk, voor wie wil weten hoe de variatie aan nieuwe onderwijsruimtes in Nederlandse scholen eruit zien, of de gemeenschappelijke ruimtes, of het samenvoegen van scholen. Zelfs de ruimte voor de tussenschoolse opvang, vaak een ondergeschoven kind bij Nederlands basisscholen, heeft een volwaardige plaats in de atlas gekregen. Op die wijze kunnen nieuwe ideeën breder bekend worden.” Dat klinkt als een handboek. Hoe kun je het boek karakteriseren? André Mol, een van de auteurs en beleidsadviseur Atelier Rijksbouwmeester: “De scholenbouwatlas is een pleidooi voor verbouwen en een naslagwerk. Het boek laat de meerwaarde zien van goed verbouwen, ten opzichte van nieuwbouw. Scholen beseffen vaak niet dat ze met een verbouwing meer ruimte en karakter krijgen, die bij schrale nieuwbouwbudgetten niet realiseerbaar is. Het geeft bovendien een overzicht van de verbouwmogelijkheden van Nederlandse basisscholen, die gebouwd zijn tussen 1850 en nu. Het is voor het eerst dat zoveel Nederlandse basisscholen, en de verbouwingen, op zo’n ge-

structureerde manier in een publicatie in kaart zijn gebracht. Bovendien gaat het in op de belangrijkste actuele thema’s, zoals integratie met kinderopvang, onderwijsvernieuwing en renovatie. Daarom vind je in de Scholenbouwatlas ook scenario’s voor bijvoorbeeld krimp. De auteurs hebben ernaar gestreefd voorbeelden te laten zien die exemplarisch zijn voor een trend, en daardoor ter informatie en inspiratie relevant zijn voor andere scholen.” Tegelijk met de Scholenbouwatlas is het rapport over kansen knelpunten in de wet- en regelgeving bij scholenbouw verschenen: ‘Scholenbouw stroomlijnen’. Met welk doel? André: “Het rapport, dat in opdracht van Atelier Rijksbouwmeester is opgesteld, heeft als doel een overzicht te geven van de knelpunten die basisscholen tegenkomen bij (ver)bouwen. Tegelijk gaat het ook in op de kansen die schoolbesturen zelf creëren, om die knelpunten op te lossen. Daarmee krijgen scholen voorbeelden om met onoverzichtelijke weten regelgeving om te gaan. En wellicht leidt het op termijn tot aanpassingen van knelpunten. Concrete oplossingen voor het hier en nu, tegelijk met voorstellen voor stelselverandering, kunnen helpen om betere scholen te maken.” Publicatiegegevens -D . Broekhuizen (red), Scholenbouwatlas. Verbouwen als nieuwe opgave voor basisscholen en kindcentra, nai010 publishers, isbn 978-94-6208-196-3, met bijdragen van Monique Arkesteijn, Dolf Broekhuizen, Wouter Deen, Michel Geertse, Louk Heijnders, Peter de Jong, André Mol, Frido van Nieuwamerongen, Eireen Schreurs, Frank Studulski, Guido Wallagh, Marco van Zandwijk. -D . Broekhuizen, A. Mol, M. Geertse, M. van Zandwijk, Scholenbouw stroomlijnen, Rotterdam/Den Haag 2015, download op www.scholenbouwatlas.nl/introductie/scholenbouw-stroomlijnen.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

15


Tekst Roosmarijn Peet

HANNIE SCHAFTSCHOOL WEER IN DE LIFT

Onderscheidend concept en succesvol partnership Net ten zuiden van het Centrum van Haarlem in stadsdeel Zuid-West ligt het Rozenprieel. Het is een kleine buurt met een hoge bebouwingsgraad. Het Rozenprieel is de dichtstbevolkte buurt van Haarlem. In deze wijk ligt de Hannie Schaftschool van Stichting Spaarnesant. Een openbare basisschool die begin 2010 te maken kreeg met een teruglopend leerlingaantal (80 leerlingen) en zelfs met sluiting werd bedreigd. Nu gaat het weer beter!

H

et ging niet goed met de school. Samen met de gemeente en de corporatie Ymere is toen nagedacht om met een nieuwe koers het tij te keren. Toen werd besloten om van de Hannie Schaftschool een brede school te maken met een sterk en onderscheidend profiel. Dit sloot aan bij de wens van de gemeente Haarlem en woningcorporatie Ymere om het onderwijspunt als sociale peiler in de wijk te behouden en daarmee de vitali-

teit en de sociale cohesie in de wijk te borgen. Doel was toe te werken naar een school met 150 leerlingen met tevreden en betrokken ouders, een hoge kwaliteit onderwijs, goede huisvesting en een trots team. Kinderopvang organisatie Op Stoom werd als ervaren partner betrokken om gezamenlijk dit plan waar te maken. Samen ontwikkelden ze het profiel voor deze brede school met kinderdagopvang, tussenschoolse en naschoolse opvang en peuterspeelzaal. Doel was dat er een naadloos in elkaar lopend arrangement voor 0-12 jarigen zou komen, vanuit een eenduidig pedagogisch concept. ICSadviseurs werd gevraagd om samen met alle betrokken partijen in een interactieve werksessie het profiel te vertalen naar een sterk inhoudelijk en ruimtelijk fundament onder de nieuwe brede school. In de werksessie is het ‘aanvalsplan’ uitgewerkt aan de hand van thema’s: profiel, imago, schoolconcept, huisvesting en ketenpartners van de school. METAMORFOSE MONUMENTAAL GEBOUW Onderdeel van het plan was ook een metamorfose van het monumentale gebouw uit 1905. In 2011 heeft de school dan ook een heuse ‘make-over’ ondergaan. De entreehal werd in ere hersteld, de gangen en lokalen zijn fris geschilderd en de kleine keuken heeft plaats gemaakt voor een luxe woonkeuken waar kinderen koken, teamleden pauzeren en peuters koekjes bakken. Verder is er een achteringang gekomen aan de kant van het Spaarne om het wegbrengen van kinderen te vergemakkelijken. MISSIE LISA Resultaat is een uniek en inspirerend totaalconcept dat de Hannie Schaftschool, in samenwerking met kinderopvang Op Stoom heeft ontwikkeld.

16

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015


BESTUUR EN BELEID

Het gerenoveerde gebouw biedt een plaats voor kinderen van 0 tot 12 jaar van 07.30 tot 18.30 uur waar onderwijs en opvang als het ware ‘door elkaar heen’ lopen, aantrekkelijk voor ouders en uitdagend voor kinderen. Onderwijs, kinderdagverblijf (De Stad van Op Stoom), peuterspeelzaal (Beertje Bas van Haarlem Effect) en buitenschoolse opvang zitten samen in één gebouw en dat betekent dat de kinderen in het eigen gebouw kunnen blijven. Vanaf vier jaar kunnen de kinderen buiten de lessen naar de buitenschoolse opvang en het kinderatelier. De specialisten van Op Stoom staan ook voor de klas. Zij begeleiden, samen met de groepsleerkracht, de kinderen een middag per week met lessen in bijvoorbeeld robotica of koken. Dit concept wordt MISSIE LISA (Leren, Inspireren, Specialiseren, Activeren) genoemd. Gedurende hun schoolcarrière volgen de kinderen verschillende disciplines als Wetenschap en techniek, Kunst en cultuur, Fotografie en film, Gezondheid en Bewegen. Ervaringen houden zij bij in een eigen portfolio. De leerlingen in de bovenbouw kiezen één van de disciplines als specialisme.In groep 8 doen zij een meesterexamen en presenteren ze een ‘meesterstuk’ aan de hele school en hun ouders. Naast het onderscheidende profiel en de make-over, waarborgde de school de kwaliteit door het invoeren van PBS (een systeem met betrekking tot de sociaal-emotionele ontwikkeling) en een plusaanbod voor kinderen die meer aankunnen.

Resultaat is een uniek en inspirerend totaalconcept

GOEDE PEDAGOGISCHE SFEER Anno 2015 kan gesteld worden dat het aanvalsplan geslaagd is en dat de Hannie Schaft School weer aantrekkelijk is voor een brede en gedifferentieerde groep ouders en leerlingen. Het gaat zo goed dat de school zelfs uit haar huidige monumentale pand groeit en denkt aan uitbreiding. Per jaar krijgt de school er een klas bij. De leerlingen komen niet alleen uit het Rozenprieel, ook ouders uit de binnenstad kiezen bewust voor de school. Directeur Anita Snoek: “We hebben een ontzettend enthousiast team, we hebben een mooi onderwijsconcept en een programma voor talentontwikkeling. En er hangt een hele goede pedagogische sfeer en dat is voelbaar in de hele school.” Een mooi voorbeeld van hoe een onderscheidend concept en goed partnership tot een ommekeer kunnen leiden.

Kijk voor meer informatie op www.icsadviseurs.nl of bel met

Roosmarijn Peet: 06-10 65 09 52.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

17


Tekst Sibo Arbeek

DEBAT OVER DEFINITIES EN TRENDS

Vastgoed beweegt!

De opening van het Polakgebouw op de campus gekoppeld aan de opening van het academisch jaar van de Erasmus Universiteit vormde het mooie decor voor een pittige discussie over trends binnen het gemeentelijk vastgoed. De experts hadden zich op de stellingen voorbereid en het debat kon beginnen. Professor Piet Eichholz stelde jaren geleden al dat vastgoed vooral vastgoed is, dat soms een maatschappelijke en soms een commerciële invulling kan hebben. Jack Hazen reageert: “Wij doen ook commercieel vastgoed en daar kijken we toch echt anders naar gebouwen, dan bij maatschappelijk vastgoed. We hebben een paar grote healthclubs gebouwd en exploiteren deze nog steeds, met rond de 6.000 leden elk. Dat is commercieel vastgoed en daar worden andere keuzen gemaakt over de materialisering. Dat is of heel duurzaam of juist niet. Binnen vijf jaar kan de trend weer anders zijn. Bij maatschappelijk vastgoed praat je over een levensduur van 30 of 40 jaar.” Stijn reageert: “Ook bij maatschappelijk vastgoed zie je dat de levensduur gaat fluctueren, dus dat hoeft niet het verschil te zijn.” Wim Fieggen:

18

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

Vlnr Jack Hazen, Irma Thijssen, Stijn de Wolf, Jan Willem van Kasteel, Wim Fieggen, Gertjan Verbaan

“Het verschil zit hem vooral in de korte huurtermijnen bij commercieel vastgoed. Beleggers denken anders dan publieke opdrachtgevers omdat hun belang anders is.” Jack knikt: “Commercieel vastgoed is trendgevoeliger, dus zijn de termijnen korter. We zijn nu bezig met een aanbesteding voor een ROC in combinatie met een sporthal; dat valt niet zomaar commercieel weg te zetten.” Jan Willem valt Jack bij: “Een belegger is altijd met de eerste rendementen bezig, dus is zijn scope de korte termijn.” Wim: “Toch zie je bij commercieel vastgoed op een goede locatie dat daar ook vanuit de langere termijn wordt gedacht en duurzaamheid meespeelt. Kijk maar naar de Zuidas.” Jan Willem: “Tegelijkertijd gaan de ontwikkelingen snel, nog maar zeven jaar geleden bouwde iedereen kantoren, terwijl er al geen vraag meer was. Dat zie je niet bij maatschappelijk vastgoed.”


EXPERTMEETING

DEELNEMERS:

EXPLOITATIE Stijn: “Ik zie een belangrijk verschil bij de exploitatie. Op het gebied van facilities en beheer valt er nog een enorme slag te maken bij het maatschappelijk vastgoed. Vaak is het nog niet professioneel aangestuurd.” Jan Willem: “Je kunt jezelf de put in praten door te zeggen dat er te weinig expertise of professionalisering is, maar worden er nog slechte gebouwen neergezet? Het gaat erom dat je het maximale eruit haalt, ook in het beheer en de exploitatie.” Irma knikt: “Er mist vaak een schakel in de fase na de oplevering; omdat bij maatschappelijk vastgoed de opdracht gevende partijen niet altijd professionals zijn, worden van tevoren prestatie eisen niet goed vastgelegd.” Stijn vult aan: “Ik heb meegemaakt dat de gemeente een mooi gebouw neerzette, zonder na te denken over de installatietechniek. Je zou eigenlijk een standaard doos neer willen zetten die simpel en goed geëxploiteerd kan worden.” Gertjan: “We zien vaak dat gebouwen niet werken, omdat de relatie met bouwers en ontwerpers verbroken is; de fase na oplevering krijgt te weinig aandacht en bij verbouwingen is het

• • • • • • • • •

I rma Thijssen N iels Waterschoot Lester Agten E ric Peperkamp G ertjan Verbaan Jack Hazen Wim Fieggen S tijn de Wolf J an Willem van Kasteel

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Philips Lighting Gemeente Zeist Gemeente Nijmegen DGMR Pellikaan Bouw Instituut voor Vastgoed &Duurzaamheid SMT Bouw & Vastgoed ICSadviseurs

ontwerpteam meestal niet meer in beeld.” Irma geeft een voorbeeld: “We monitoren negen scholen een jaar lang en we komen tegen dat een gebalanceerd ventilatiesysteem met koeling het hele jaar aanstaat, terwijl de koeling maar zes weken in de zomer nodig is. Dat scheelt zomaar 4.000 euro in de exploitatie.” Jack: “Ik ken een school met WKO die na zes jaar een enorme energierekening kreeg. Ze hadden vergeten regelmatig het filter te spoelen.” “Dat kom je ook bij commerciële partijen tegen,”stelt Wim; “er is nu een wko gebruikersplatform, dat erop is gericht om het beter te laten functioneren.” Gertjan: “De installateur zou voor langere tijd verantwoordelijk moeten blijven voor de prestaties van de installaties, het energievolume en het meerjarenonderhoud. Dan bouw je èn slimmere meters en heb je belang bij een goede

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

19


Eric Peperkamp en Lester Agten konden niet bij de expertmeeting aanwezig zijn, maar reageerden wel op de stellingen: 1 De gemeentelijke vastgoedorganisatie is koploper op het gebied van duurzaamheid 2 Gemeentelijk vastgoed dient alleen een publieke taak 3 Het aanbodgericht aansturen van een vastgoedorganisatie is niet meer van deze tijd ERIC PEPERKAMP, HOOFD BUREAU VASTGOED GEMEENTE NIJMEGEN 1 Sinds twee jaar in Nijmegen wel. Daarvoor was het erg moeizaam vanwege gesplitste belangen. Eigenaar, exploitant en subsidieverlener werden het vaak niet eens met als gevolg dat er weinig geïnvesteerd en terugverdiend werd. Dat zie ik in veel gemeenten nog steeds gebeuren. Als belanghebbenden niet bereid zijn om dat systeem (split insentive) te doorbreken, dan zal het moeizaam blijven gaan. In Nijmegen is de onderwijshuisvesting in 2008 volledig doorgedecentraliseerd en daar zien we dat de investeringen in duurzaamheid in schoolgebouwen zeer fors zijn toegenomen; zelfs in een economisch zware tijd. Nijmegen heeft een duidelijk financieel plan bestaande uit een masterplan (investeringen) met doorberekeningen (business cases) per investering. Alle terugverdieneffecten landen in het duurzaamheidsfonds. Alle investeringen worden daaruit betaald. 2 Eens. Het bezitten van vastgoed is geen primaire taak van de gemeente. Het

vastgoed moet een maatschappelijk doel dienen. Vanuit de historie hebben veel gemeenten ook ander vastgoed, denk aan woningen vanuit woningbedrijven of monumentale panden. En als je dat vastgoed nu eenmaal hebt – zoals in Nijmegen (als oudste stad van Nederland) - nogal wat rijksmonumenten, dan zorgen we er wel goed voor. Verkoop is een optie, maar alleen als dat geen verlies oplevert.

momenteel qua duurzaamheidsmaatregelen en financiering en dat is goed want daarmee kunnen goede initiatieven gedeeld worden en verder verbeterd worden. Het is daarbij van belang om financiën tijdig aan te sluiten. Of dat bij gemeenten ook daadwerkelijk gebeurt, is niet zichtbaar, maar met de financiële en creatieve denkkracht van financiën kan er meer voor elkaar komen dan men denkt.

3 Oneens. Vraaggerichte sturing is wat de vastgoedorganisatie ambieert. Maar zover is het nog lang niet. Vaak kent de vastgoedorganisatie de vraag niet eens goed genoeg. Zolang het aanbod groter is dan de vraag dan moet je wel iets met dat aanbod (verhuren/verkopen). En het is de opgave van de vastgoedorganisatie om een financieel gezonde exploitatie te hebben/houden. Daar hoort visie en maatwerk bij. En niet het blinde motto om alles af te stoten zonder goed over de financiële en maatschappelijke consequenties na te denken. Een goede mix is in mijn ogen dan ook onmisbaar om verstandige besluiten te kunnen nemen.

2 Eens, het hebben van vastgoed is niet een doel op zich. Efficiënt vastgoedbeheer houdt volgens mij in dat er voldoende ruimte (BVO) beschikbaar moet zijn en dat die ruimte ook daar beschikbaar is waar het ook nodig is voor het uitvoeren van de publieke taken. Als we dat kunnen realiseren snijdt het mes aan twee kanten, want enerzijds zetten we gemeentelijk vastgoed efficiënt in en besparen we kosten en belangrijker is dat we daarmee de maatschappelijke doelstellingen kunnen realiseren die we beogen.

LESTER AGTEN, FINANCIEEL ADVISEUR LEEFOMGEVING & WELZIJN VAN DE GEMEENTE ZEIST 1 Nee, de gemeentelijke vastgoedorganisaties zijn in algemene zin geen koploper maar hebben wel de maatschappelijke verplichting om duurzaamheid integraal op te pakken. Dit zorgt ervoor dat gebouwen kwalitatief verbeteren en daarnaast bespaart het energiekosten. Veel gemeenten experimenteren

exploitatie. Ook bij bestaand vastgoed zou die koppeling veel duidelijker moeten zijn, je kunt immers van een gebruiker niet verwachten dat hij alle kennis van installaties in huis heeft.” HET GEBIED Irma vult aan: “Toch zijn veel gemeenten nog vooral praktisch met hun vastgoed bezig. Ze zijn bezig met afstoten, herhuisvesten, besparen en efficiënter maken. Dat terwijl er op beleidsniveau grote problemen ontstaan. De kloof tussen gebouwbeheerders en de

20

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

“De kwaliteit van vastgoed gaat altijd over de beleving van de gebruiker.”

3 Eens, wil je een vastgoedorganisatie effectief en efficiënt inzetten dan moet het meer vraaggestuurd worden. Deze transitie vergt tijd en energie en wordt geholpen door thema’s als duurzaamheid, want bij de verduurzamingsslag wordt automatisch afgewogen wat de toekomst van het gebouw is. En de verduurzamingsslag is meer gericht op de totale meerjarige exploitatie, aangezien het doorvoeren van duurzaamheidsmaatregelen eerst een investering vergt die vervolgens via lagere energielasten wordt terugverdiend.

beleidsambtenaren is nog te groot. Daar moeten gemeenten en schoolbesturen een omslag maken.” Wim: “We zitten duidelijk in een transitiefase. De verantwoordelijkheid van gemeenten zit vooral in het maatschappelijke, terwijl daar harde keuzen moeten worden gemaakt.” Irma: “Bij mij moet het buurthuis commerciële huurprijzen gaan vragen, omdat de exploitatie slecht is. De vraag is of bewonersgroepen dat kunnen betalen.” Jack: “Als de kwaliteit maar goed is; die 6.000 leden van de healthclub betalen graag 65 euro. Maar we bouwen geen standaard zwembad,


EXPERTMEETING

Opening Polak Gebouw

maar een bad van 1.20 meter diep. Dan kun je prima je doelgroepen faciliteren en heb je geen badmeester nodig en bespaar je behoorlijk op de kosten.” Jan Willem: “Als commerciële partij zet je er dus een mooi concept neer en daarmee druk je het maatschappelijk vastgoed weg. Dat zie je in elke gemeente gebeuren; de traditionele zwembaden redden het niet meer en sportparken staan onder druk.” Gertjan: “Daarbij ligt bij de gemeente ook een taak om verder te kijken dan het gebouw. Op gebiedsniveau zijn ook bepaalde ontwikkelingen nodig, bijvoorbeeld om een bestaande wijk te verbeteren door meer plaats te maken voor groen en ruimte en een belangrijke trekker in het gebied op te nemen.”

“Maatschappelijk vastgoed is vaak nog niet professioneel aangestuurd.” EIGENDOM OF NIET? Stijn: “In hoeverre wil de gemeente zich nog bemoeien met maatschappelijk vastgoed? De markt kan het beter.” Irma: “In het Nationaal Energie Akkoord is afgesproken dat de VNG aan de lat staat voor verduurzaming van maatschappelijk vastgoed en ondersteuning van gemeenten daarbij. RVO.nl ondersteunt in opdracht van het ministerie van Binnenlandse

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

21


Zaken en Koninkrijksrelaties de VNG, omdat wij hier veel kennis en ervaring en contacten in hebben. De discussie speelt inderdaad of de gemeente nog wel maatschappelijk vastgoed in eigendom zou moeten hebben en houden? Er zijn voorbeelden waarbij de buurt de exploitatie overneemt, en voorbeelden waarbij marktpartijen dit doen.” Jack twijfelt: “Als leden van een zwembad zelf het beheer en de hele personele exploitatie gaan dragen, dan gaat dat geheid na een paar jaar fout. De sterke voorzitter met zijn sponsorrelaties valt weg of het aantal betalende leden loopt terug. Dan hang je en is de kwaliteit ver te zoeken.” Stijn reageert: “Toch zie je dat gemeenten zelf eigenaar van de grond willen blijven, omdat een locatie bijvoorbeeld maatschappelijk relevant is of centraal ligt.” Wim: “Met dat feit in het achterhoofd kan het dus ook aantrekkelijk voor gemeenten zijn om wel een actief vastgoedbeleid te voeren en zelf daarin de regie te houden. Dat geldt ook voor een thema als verduurzaming wat echt op het bordje van de gemeente ligt. Als je alleen maar naar de markt afstoot blijf jij met incourant vastgoed over. Wil je dat of ga je kijken hoe je beleid en operatiOpening Polak Gebouw oneel beheer beter in de greep gaat krijgen?” WORSTELEN Irma: “Gemeenten zouden veel meer kunnen uitbesteden. Ze weten echter vaak niet hoe ze de vraag moeten formuleren en zien de markt als een bedreiging.” Gertjan reageert: “Dat is jammer, want juist die dialoog is interessant.” Jack vult aan: “Vaak doen we mee met consultaties en dialogen en sta je gewoon weer achter in de rij voor de aanbesteding. Als je met innovaties komt, waardoor de total costs interessant worden zou je een preferred supplier moeten zijn.” Irma: “Tsja, maar de overheid moet zich toch houden aan het aanbestedingsbeleid.” Jan Willem vult aan: “Ik vind kennis delen heel belangrijk. Scholen worden doodgegooid

22

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

met esco’s, DBFMO’s en innovatieve aanbestedingen en zien door de bomen het bos niet meer. De uitvragende partij vindt het aanbod veel te complex.”

“Veel gemeenten zijn nog vooral praktisch met hun vastgoed bezig.”

ENERGIE EN COMFORT Jan Willem knikt: “Iedereen klaagt over de bouwfysische aspecten en de wandafwerking. Dat is inherent aan de wijze waarop de projecten in de markt worden gezet. De hele lobby van frisse scholen wordt teniet gedaan door de bekostiging.” Gertjan: “Er is nog teveel focus op energie terwijl andere aspecten zoals daglicht en akoestisch comfort en aandacht voor beheer en onderhoud voor de gebruiker veel belangrijker zijn. Het gaat om comfort en beleving. In plaats van technische getallen vragen we na 1 of 2 jaar letterlijk aan de gebruikers wat ze van het gebouw vinden. Dat noemen we de comfortmonitor. Dat werkt beter dan het alsmaar doormeten.” Irma reageert: “Daar moet je wel voorzichtig mee zijn, omdat tevredenheid niets hoeft te zeggen over de werkelijke kwaliteit van het binnenklimaat.” Gertjan: “We hebben laatst twee scholen gemeten, waarbij het feitelijk verbruik sterk verschilde; een kwart van het verbruik wordt door de gebruiker bepaald en dat kost geld in de exploitatie, waarvan de gebruiker zich lang niet altijd bewust is. Dat geld zouden ze zelf ook liever in het onderwijs stoppen.” Irma knikt: “Bij de Green Deal Verduurzaming Scholen gaat het erover om vraag en aanbod beter op elkaar aan te sluiten. Eigenlijk wil je dat de schooldirecteur dat moet kunnen vertellen. Maar hoe krijg je die boodschap goed bij de gemeenten en de schoolbesturen?” Stijn: “Door de markt eerder te betrekken. Door eerder kennis en expertise te delen is veel winst te behalen. En uiteindelijk gaat de kwaliteit van het vastgoed altijd over de beleving van de gebruiker.”

Op 5 oktober heeft de gemeentelijke vastgoeddag plaats-

gevonden, die door de IVVD is georganiseerd.


EXPERTMEETING

Leren zonder gebouw. Of niet? De leeromgeving 2020; niemand weet hoe die eruit ziet. Maar er zijn genoeg mensen die er iets zinnigs over kunnen zeggen. En die kwamen bij elkaar tijdens twee expertmeetings op de NOT.

K

ees van Domselaar, opent scherp: “Het klaslokaal heeft zijn langste tijd gehad. De mensen die de huidige scholen hebben gebouwd gingen uit van mentale modellen waarbij pur sec kennisoverdracht centraal stond, de principes van onze agrarische samenleving leidend waren en waarbij ICT een apart vak was. Voor de leerlingen van nu is ICT-technologie en het leerproces reeds onderdeel van dezelfde leeromgeving. Alles wat cognitief is wordt door de techniek overgenomen. De school heeft daarmee haar monopoliepositie op kennisoverdracht verloren. Wat overblijft, wordt steeds belangrijker; het aanblazen van de nieuwsgierigheid, meer sport, meer muziek, meer burgerschapsvor-

ming, kortom alles wat niet te digitaliseren valt.” Maaike Verschuren, adviseur bij de Katholieke Pabo in Zwolle, reageert: “De PABO zelf is een systeem en alle ouders zijn natuurlijk expert, maar beiden lijken op dit moment in hun mentale model vast te zitten. Het onderwijs is een hardnekkig fenomeen en om daar echt iets te veranderen moeten we een aantal heilige huisjes omver werpen. Elke docent wil toch het liefst het eigen klasje organiseren.” Kees van Domselaar knikt: “Onderwijs vertaalt zich niet in stenen, maar gaat om een verandering in beeldvorming en gedrag. Wij dienen los te komen van structuren waar het onderwijs zichzelf al die jaren in

SCHOOLDOMEIN

september 2015

23


Foto: Scagliola en Brakkee

gevangen weet te houden. Het zijn de leerlingen die dat patroon momenteel doorbreken. Vroeger hadden we traditioneel ICT systeembeheer, nu hebben we een bedrijfje in de school I-helps, dat door leerlingen gerund wordt en waar je vanaf de brugklas voor kunt werken. Zij beheren de ICT op school en waarom zou je dat ook niet met klimaatbeheer kunnen doen?” DE LEEROMGEVING ALS COMMUNITY Erik van Wel, architect BRTArchitecten: “Het leerproces van nu heeft meer baat bij een dialoog. Als ontwerper is het de taak er voor te zorgen dat deze dialoog goed wordt gefaciliteerd.” Ruud Versteeg, directeur van de nieuwe Hubertus & Berkhoff, een VMBO-school voor de horeca: “Mijn doelgroep zijn leerlingen van 12-16 jaar, bij ons leren ze een vak en worden kok, bakker of serveerster. In vijf jaar tijd halen onze leerlingen een VMBO-diploma en stromen uit op niveau twee MBO. Dat stuurt heel erg het type onderwijs en de inrichting van het gebouw. We hebben veel praktijklokalen. Onze nieuwbouw komt op een centrale plek, tegenover de RAI en heeft een prachtig restaurant, een grand café en mooie keukens waar leerlingen kunnen koken en ook de buurt iets kan organiseren. Gastvrijheid is het uitgangspunt en we zoeken nadrukkelijk de verbinding met de RAI en een hotel waar we mee gaan samenwerken. Dat maakt dat we een soort open community worden.” Maaike Verschuren: “Deze ontwikkeling zie je ook bij brede scholen. Wijkvoorzieningen zijn wegbezuinigd en de scholen krijgt deze taak erbij waardoor ze van een educatief centrum transformeert naar een centrale ontmoetingsplek in de wijk.” GEPERSONALISEERD ONDERWIJS Gepersonaliseerd onderwijs betekent voor Kees van Domselaar ook het einde van de eenzijdig opgelegde

24

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

schoolvakanties. Dat schoolgebouwen doorgaans 12 weken in het jaar leeg staan is zowel maatschappelijk, economisch als milieutechnisch niet langer verantwoord. Voor mij is gepersonaliseerd onderwijs dat leerlingen en hun ouders het hele jaar op vakantie kunnen gaan, omdat er arrangementen op maat bestaan.” Maaike Verschuren knikt: “Die arrangementen bestaan al in de vorm van Sterrenscholen en dat werkt goed. Maar dat betekent ook hier weer dat het systeem moet veranderen en daarmee het mentale model dat mensen in hun hoofd hebben. Het wordt tijd dat wij afstand nemen van dat mentale model en met een nieuwe visie op het leren komen. Dit vraagt een omslag in het denken over leren. Dit in een leeromgeving die leerlingen uitdaagt en uitnodigt om te leren. Ruud Versteeg: “Het sturen op ontmoetingen vraagt om het loslaten van oude vastgeroeste denkbeelden over de leerkracht en het gebouw. Wat komen leerlingen doen? Waarom komen ze daarvoor naar school? Leerlingen leren soms het meest van mensen die van ‘buiten’ de school komen. Toch moet het allemaal niet te individueel worden. De school is zo’n beetje de laatste plek waar nog aan sociale cohesie wordt gewerkt.” Maaike Verschuren: “Je moet samen leren want leren is geen individuele bezigheid. Leren ontstaat in dialoog met anderen.” VERTAALSLAG NAAR GEBOUW Maaike Verschuren: “De huidige discussie over het curriculum zal ook indirect gevolgen gaan hebben voor de gebouwde omgeving. Waar een bestuur veelal voor vernieuwing kiest, denkt de werkvloer nog in lokalen. Het gebouw wordt daarbij al snel opgevoerd als excuus om niet te kunnen veranderen.” Marco van Zandwijk, van Ruimte voor Onderwijs en Kinderopvang (RuimteOK) over het gebouw: “Het onderwijs is doorgaans niet ingericht om je op het onbekende voor te bereiden. Mogelijk moeten we in onze mentale modellen flexibe-

“Aan het einde is één ding duidelijk; we hebben nog niet het antwoord over de leeromgeving 2020, maar het begint met loslaten.”


EXPERTMEETING

Foto: Pierre Stads

ler zijn. Op die manier ontstaat er meer ruimte voor ‘ontdekkend onderwijs’.” Dolf Broekhuizen, architectuurhistoricus: “Voor wie naar de toekomst wil kijken kan het helpen om te kijken naar de reeds gerealiseerde voorbeelden uit het verleden. Wat kan daarvan worden geleerd?” Siebren Baars, architect en docent Built Environment aan de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, vult aan: “Een goed gebouw is meer dan een optelsom van technische oplossingen. Welke rol speelt de beleving en uitstraling? Deze geven het gebouw zijn identiteit. Schoolgebouwen hebben in de geschiedenis veelal een sterke symboolfunctie binnen een wijk.” René Jongenotter, voormalig hoofd facilitair bedrijf Haagse Scholen: “Het behoud van waardevolle gebouwen in een stad is soms een financieel knelpunt. Den Haag heeft nu een regeling waarbij schoolbesturen voor 62% van de nieuwbouwvergoeding een monumentaal schoolgebouw kunnen renoveren. De symbolische waarde van een school moet je breder zien dan het gebouw zelf. Thomas Bögl, architect bij LIAG Architecten, doet dan ook een pleidooi om gebruikers meer te betrekken bij het ontwerp van scholen: “Laat ook de kinderen zelf onderdeel uitmaken van het ontwerpproces. Voor één van de door ons gerealiseerde scholen ontwierpen leerlingen zelf de balie van de school. Inmiddels staat deze balie bekend als ‘de balie van Viktor’.” EIGENTIJDSE GEBOUWEN Zijn onze huidige gebouwen nog wel geschikt voor het onderwijs dat wij er willen geven? Siebren Baars reageert: “Mede door de digitalisering is het leren niet langer gebonden aan tijd en plaats. De wijze waarop wij met elkaar in verbinding staan is niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Gebouwen zijn er dan ook veel meer dan voorheen om ontmoetingen en samenwerking te faciliteren.” Jos van Zutphen,

DEELNEMERS: • • • • • • • • • • • •

K ees van Domselaar Schoolbestuur Christelijk lyceum Zeist M aaike Verschuren Katholieke PAB Zwolle Erik van Wel BRTArchitecten R uud Versteeg Hubertus Vakschool Nelleke Deelen Schoolbestuur PO Vechtsteek en Venen R ené Jongenotter Schoolbestuur De Haagse Scholen J os van Zutphen SLC Wijde Wereld Thomas Bögl LIAG Architecten D olf Broekhuizen Architectuurhistoricus S iebren Baars BNA F rank Lemmens Stichting LVO Limburg G ertjan Kleinpaste RedShoe Keynotes

directeur van het Speelleercentrum de Wijde Wereld in Uden: “Open leerpleinen zijn wellicht wenselijk voor een rijke leeromgeving, maar dan heb je het al wel over de wat oudere kinderen. Voor de allerkleinsten is het van groot belang dat zij zich veilig en prettig te voelen in het gebouw. De stamgroep zal ook in de toekomst zijn functie als veilige thuisbasis voor de kleinsten behouden.” René Jongenotter merkt op: “Wij moeten onze focus bij het bouwen niet enkel richten op het geschikt maken voor het geven van onderwijs. Ook de ontwikkeling van Integrale Kindcentra moeten wij niet uit het oog verliezen.” Waarom is er nog zo weinig beweging om andere activiteiten integraal te integreren? Frank Lemmens, Hoofd Vastgoed Facilitaire zaken en Inkoop bij de Stichting LVO: “Het onderwijs zelf is op dit moment nog sterk aanbod gedreven. Iedereen draait er zelfstandig zijn programma af. Maastricht heeft inmiddels 400 gebouwen leeg staan. Ga dus niet stil zitten wanneer er een tekort aan middelen lijkt te ontstaan. Kom zelf in actie en zorg voor alternatieve kostendragers. En waak er voor dat het over de kinderen blijft gaan.”

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

25


KORT NIEUWS Benoeming nieuwe Rijksbouwmeester

I

r. F.L.H. (Floris) Alkemade is sinds 1 september 2015 Rijksbouwmeester. De ministerraad heeft op voordracht van minister Blok voor Wonen en Rijksdienst ingestemd met de benoeming. Alkemade volgt Frits van Dongen op, die in november 2014 terugtrad als Rijksbouwmeester. Alkemade blijft verbonden aan zijn bedrijf FAA (Floris Alkemade Architect) en vervult de functie van Rijksbouwmeester parttime. Floris Alkemade (Sint-Oedenrode, 1961) studeerde in 1989 met eervolle vermelding af in de Bouwkunde aan de Technische Universiteit Delft. Na zijn afstuderen werkte hij bij O.M.A. (Office for Metropolitan Architecture), een internationaal opererend architectenbureau met vestigingen wereldwijd. In 2001 werd hij er partner. Alkemade richtte in 2008 zijn eigen bureau FAA op met standplaats Sint-Oedenrode en vestigingen in Brussel en Parijs. Hij combineert zijn werk als architect en stedenbouwkundige met het geven van onderwijs en lezingen. Daarnaast maakt hij deel uit van diverse vakjury’s. De architectuur en stedenbouw van Alkemade is stevig verankerd in de

landschappelijke en stedelijke structuur. Hij werkt daarbij zowel op nationaal als internationaal niveau aan complexe projecten. Hij valt daarbij op door aandacht voor infrastructuur en logistiek, zoals blijkt uit de gebiedsontwikkeling en inpassing van het TGV station in het centrum van het Franse Lille, studies voor de A12 en andere Nederlandse snelwegen. Ook thema’s als herbestemming en stedelijke ontwikkeling zijn een belangrijk onderdeel van zijn werk. Zo heeft hij gewerkt aan het nieuwe stadshart van Almere, de herontwikkeling van Zollverein in het Duitse Essen en momenteel is hij als ‘architect coördinateur’ werkzaam aan de herontwikkeling van het entrepotgebouw Macdonald in Parijs. Met de benoeming van Floris Alkemade beëindigt Koen van Velsen zijn werkzaamheden als Rijksadviseur Architectuur.

Platform Onderwijshuisvesting partner van Schooldomein

H

et Platform Onderwijshuisvesting (POH) is vanaf deze jaargang partner van Schooldomein. Het afgelopen jaar heeft het Platform hard gewerkt aan een nieuwe koers die vooral licht in het kritisch volgen en toetsen van landelijke ontwikkelingen en trends binnen de (verbrede) onderwijshuisvesting, waarbij POH als een soort keurmerk deze ontwikkelingen kritisch wil belichten. Daarbij verschijnt elk nummer een inspirerend artikel vanuit POH, wordt een expertmeeting georganiseerd en vinden er debatten plaats. Meer informatie: www.platformonderwijshuisvesting.nl.

Rectificatie

I

n de vorige editie van Schooldomein plaatsten we mooie foto’s van de Zonnehof scholen in Duivendrecht. Daarbij vergaten we echter de naam van de fotograaf

26

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

te vermelden. Dat maken we graag goed. De fraaie foto’s, waaronder die hieronder, zijn gemaakt door Roos Aldershoff Fotografie, www.roosaldershoff.nl.


SCHOOLDOMEIN & PARTNERS PRESENTEREN INNOVATIEVE PROJECTEN

KRACHT DOOR INNOVATIE

EXTRA KATERN IN HET KADER VAN HET SCHOOLDOMEIN-SYMPOSIUM ‘KRACHT DOOR INNOVATIE’ 8 OKTOBER 2015 HUBERTUS & BERKHOFF DE CULINAIRE VAKSCHOOL AMSTERDAM


Kracht door Innovatie Zonder innovatief vermogen blijft alles hetzelfde. Marktpartijen moeten innoveren om met de middelen die er zijn een antwoord te blijven geven op veranderende omstandigheden. Of het nu gaat om technologische innovaties, vernieuwende aanbestedingsvormen of een veranderend financieel kader, waarbij ook de wet- en regelgeving mee verandert.

I

n het samenspel tussen het primaire proces en de aanbieders van diensten, adviezen en producten ontstaan verrassende vormen en uiteindelijk gebouwen en goed werkende leer- en leefomgevingen. Schooldomein organiseert samen met de vele partners uit de markt het symposium Kracht door Innovatie. In dit katern brengen deze partijen hun

28

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

mooiste projecten samen, die met pakkende teksten worden ingeleid. Het oog wordt vooral verwend en de goede verstaander heeft maar een half woord nodig: de markt staat klaar om met passie, kracht en innovatief vermogen met al die professionele opdrachtgevers aan de slag te gaan. Nederland verandert: aan het werk!


KRACHT DOOR INNOVATIE

Ecophon altijd voorop in akoestische innovatie Innovatie is de basis voor ieder succesvol bedrijf. Bij Ecophon staat akoestiek en de invloed van geluid op mensen centraal. Het thema akoestiek lijkt al heel oud maar is heel dynamisch. Er is steeds meer aandacht voor akoestiek in scholen en de invloed hiervan op leerlingen en docenten.

E

r wordt al jaren veel onderzoek gedaan naar dit onderwerp, we weten inmiddels dat akoestiek direct invloed heeft op bijvoorbeeld gezondheid en comfort maar ook op prestaties en productiviteit. Naar welke parameters dienen we te kijken om de leeromgeving zo optimaal mogelijk vorm te geven? Welke waarden horen daarbij? Met welke oplossingen creĂŤren we een optimale akoestische omgeving? Ook dat is innovatie.

VERNIEUWENDE INNOVATIES Ecophon is onderdeel van de Saint-Gobain groep, dit jaar viert Saint-Gobain haar 350 jarig bestaan. Onderzoek en innovatie zijn een belangrijk onderdeel van Saint-Gobain’s strategie. Hierbij ligt de focus op zowel vernieuwende innovaties als het continue verbeteren van onze oplossingen, processen en services om zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de wensen en behoeften van onze klanten.

Kijk voor meer informatie op www.ecophon.com/nl.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

29


Duurzaamheid zit bij DGMR in het DNA Het bouwfysisch ontwerpen van scholen is een feest, met een doelgroep die nog een hele toekomst voor zich heeft. En die toekomst zien we ook graag in het gebouwontwerp terug. Dat vraagt om een duurzaam en innovatief ontwerp, terwijl tegelijkertijd risico’s beheerst moeten worden.

A

ls bouwfysisch adviseur zit duurzaamheid in ons DNA. Dat gaat verder dan energie en ventilatie. Uiteindelijk draait het om comfort en een goed leerklimaat voor leerlingen en docenten. Zorg voor voldoende daglicht en biedt een goede akoestiek voor de nodige concentratie. Maak een prettig gebouw voor die gebruiker waarbij met name ook de fase beheer en onderhoud genoeg aandacht krijgt. Met onze Comfort Monitor meten we niet de prestaties in de vorm van moeilijk te begrijpen getallen, we meten de tevredenheid. ONDERZOEK We denken vooruit. Onze kracht is kennisdeling. Naast projecten doen we haalbaarheidsstudies en zijn we actief in het initiĂŤren en begeleiden van afstudeeronderzoek. Hiermee lopen we voorop in kennis en kunnen we waar mogelijk innovatieve oplossingen inpassen. EXPLOITATIE Naast de theorie kennen we ook de praktijk goed en hebben samen met onze dochter BBA Binnenmilieu ruim 150 mechanisch geventileerde scholen onderzocht. Daaruit blijkt dat de praktijk vraagt om simpele robuuste en onderhoudsvriendelijke oplossingen. Er is meer dan ventilatie en juist die andere aspecten betrekken we al in het ontwerp erbij. PRIJZEN Onze projecten vallen regelmatig in de prijzen. Bijvoorbeeld de innovatieprijs voor het Sterrencollege in Haarlem (Scholenbouwprijs 2013) of het meest duurzame onderwijsgebouw 2014 (I/O HAN Nijmegen). Maar de grootste prijs is toch die tevreden gebruiker. Dat moet ook het doel zijn bij innovatie.

Kijk voor meer informatie op www.dgmr.nl of neem contact

op met een van onze onderwijs adviseurs: Antwan van Haaren (Arnhem, 088-3467602 of hr@dgmr.nl) of Gertjan Verbaan (Den Haag, 088-3467650 of vb@dgmr.nl).

30

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

Foto: Mecanoo


KRACHT DOOR INNOVATIE

Foto: Ben Aarts Fotografie

KRACHT door samenwerking Samen met onze opdrachtgevers als sparringpartner creëren we KRACHTige, leefbare en daarmee duurzame en gezonde gebouwen. Waarde en samenhang toevoegen aan stedenbouw, architectuur en interieur is net zo belangrijk als de totale levensduurkosten van een gebouw.

E

en mooie, aangename leef- en werkomgeving met een eigen karakter waar rekening wordt gehouden met menselijke maat, veiligheid, sociale aspecten en gezonde materialen. Van ‘Total Cost of Ownership’ naar ‘Total Value for Society’. Vanuit deze waardegedreven overtuiging ontstaan inspirerende gebouwen die mensen enthousiast maken. Ons motto: Architectuur van het geluk. Lyceum Schravenlant, Schiedam ‘Schoolvoorbeeld’ van toepassing duurzame innovaties

Eén van die leuzen is: ‘Don’t trash our future’. Dit CO2-neutrale gebouw is een ‘schoolvoorbeeld’ van het toepassen van duurzame innovaties in publieke gebouwen. Een prachtig resultaat van een bijzondere samenwerking tussen school, gemeente en ontwerpende partijen. DUURZAAM BOUWEN Energiezuinig en milieuvriendelijk ontwerpen en bouwen is sterk in de organisatie van LIAG verankerd. Toegepaste duurzaamheid leidt tot een veilig, prettig en met name gezond klimaat dat het milieu ontlast en uiteindelijk ook minder kosten veroorzaakt. Door middel van hoogwaardige architectuur geeft LIAG antwoord op de sociale, economische en duurzame uitdagingen van deze tijd. LIAG is pas echt geslaagd als na de realisatie van de ingreep de omgeving in alle opzichten beter af is dan voorheen.

Lyceum Schravenlant is het eerste schoolgebouw van Nederland dat volledig in de filosofie van Cradle to Cradle is gerealiseerd. De vormgeving is afgestemd op didactisch nut die een duurzame bewustwording bij leerlingen stimuleert. Dat de leerlingen positief bij het ontwerp van hun nieuwe gebouw zijn betrokken, blijkt o.a. uit de door leerlingen bedachte leuzen die op de balustrades van de centrale hal zijn aangebracht.

Kijk voor meer informatie op www.liag.nl.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

31


Innovatie: basis voor toekomstige waarde De maatschappelijke, sociale en demografische omstandigheden in Nederland veranderen bijna dagelijks. Alléén door tijdig te anticiperen en toekomstbestendige maatregelen te nemen blijf je meedoen. Innovatie is geen toverwoord, maar onderdeel van strategisch management.

N

32

SCHOOLDOMEIN

adenken over innovatie daagt gebruikers uit en leidt tot nieuwe waarde. Verfrissend en met onverwacht resultaat. De durf van opdrachtgevers om zich open te stellen voor, en ruimte te geven aan, visionaire aanbieders leidt tot verrassende resultaten. Krachtige innovaties zijn een product van co-creatie tussen gebruikers en ontwikkelaars. Innovaties initieer je door nieuwe en andere verbindingen tussen opdrachtgevers en de aanbiedende markt.

een VMBO school. Ook ontwikkelde M3V de eerste aanbesteding op basis van Total Cost of Ownership voor sportcentrum Helsdingen in Vianen. Voor het Kindcentrum in Ulft zijn aanbieders succesvol uitgedaagd om binnen budgetten een energieneutraal en snel en eenvoudig aanpasbaar Kindcentrum te realiseren. En ook een innovatief onderwijsconcept zoals Het Dok Onderwijs in Oegstgeest, is onmogelijk te ontwikkelen zonder co-creatie tussen het onderwijsteam en M3V.

LIVING BUILDING In samenwerking tussen opdrachtgever en ontwikkelaars. en met een gezonde portie lef, heeft M3V in Veenendaal het eerste Living Building opgezet voor

Het realiseren van ambities en het creëren van waarde, dat is volgens M3V de kracht van innovatie.

oktober 2015

Kijk voor meer informatie op www.m3v.nl.


KRACHT DOOR INNOVATIE

Kracht door Innovatie Innovatie is geen doel. Innovatie is een middel om betere gebouwen te maken. Gebouwen die perfect zijn toegesneden op de gebruiker, die gebouwd zijn voor een marktconforme prijs maar die vooral ook bovengemiddeld duurzaam zijn. Dat soort gebouwen maken vraagt een andere aanpak; een andere manier van denken en doen. DĂĄt is voor ons innovatie.

M

aximaal gebruikmaken van natuurlijke materialen. Zo min mogelijk installaties en andere kunstgrepen. Hergebruik waar mogelijk. Van reststoffen maar vooral van bestaande gebouwen; ze een nieuw leven geven. En anders op z’n minst hun onderdelen. Duurzaamheid is ook nieuwe gebouwen maken die later relatief eenvoudig een andere functie kunnen krijgen. Ook dat is innovatie. Slim en puur.

BRANDENDE AMBITIE Gebouwen met een hart en een ziel, in balans met hun omgeving, de gebruiker en zichzelf. Ontworpen met respect voor de aarde en passend bij de portemonnee, gemaakt met een brandende ambitie en een koele zakelijkheid. Eigenlijk precies zoals we zelf zijn: met ons hoofd in de wolken en de voeten stevig in de klei. Kijk voor meer informatie op www.roosros.nl.

SCHOOLDOMEIN

WWW.ROOSROS.NL

oktober 2015

33


Kracht door Innovatie De afbeelding is de artist impression van de architect TenW van de nieuwe MFA Kapelle, die momenteel wordt gerealiseerd. Een ontwerp dat tot stand kwam door een intensieve samenwerking tussen opdrachtgever (Gemeente Kapelle), projectmanagement (KV), architect (TenW), constructeur (IOB), bouwfysische adviseur (LPBsight) en Merosch als adviseur duurzaamheid, energie en installaties.

H

et begint met ambities van de gemeente maar dan‌! Komen tot innovatie; door te bouwen op de kracht van gevalideerde en opgedane kennis uit het verleden. Maar ook sterk inzetten op samenwerking, en erkennen dat je elkaar nodig hebt en er gezamenlijk voor willen gaan om iets moois neer te zetten dat een stap richting de nieuwe toekomst zet. Iets waar we elk project opnieuw voor gaan!

34

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

DOEN WAT BELOOFD IS Daardoor hebben we inmiddels een trackrecord van meer dan tien gezonde en energie neutrale gebouwen die niet alleen op papier kloppen maar waar ook gebruikers tevreden zijn en die ook op de meter, qua comfort en energie, doen wat beloofd is. Door kracht en innovatie samen mooie dingen maken voor morgen; we genieten ervan!

Kijk voor meer informatie op www.merosch.nl.


KRACHT DOOR INNOVATIE

“Boer zoekt vrouw, maar dan anders!” Bij innovatie wordt al snel gedacht aan de technische aspecten. Duurzaamheid, energiebesparing, frisse scholen. Dat is belangrijk, maar veel opdrachtgevers worstelen met het vinden van een betrouwbare partner. Als objectief geselecteerde partners over de technische en financiële kwalificaties beschikken, is dat nog geen garantie voor een succesvol proces. Hoe vind je een bouwpartner waar je gelukkig mee wordt. Het programma ‘boer zoekt vrouw’ biedt hierbij uitkomst. Waarom het principe van dating niet toepassen op het vinden van een bouwpartner?

D

e gemeente Werkendam heeft voor de nieuwbouw van een MFA in Dussen zo’n datingproces toegepast. Na voorselectie van 5 D&B-partijen zijn er met alle aanbieders 4 multidisciplinaire speeddatesessies doorlopen. De speeddates boden de gemeente de mogelijkheid om in korte tijd een beeld en gevoel bij de marktpartijen te krijgen. Op basis van zo objectief mogelijke criteria zijn de 3 beste aanbieders uitgekozen om een projectvoorstel te doen.

INLEVEN Het principe van speeddates biedt uitkomst in een tijd dat aanbestedingen steeds verder juridiseren. Het is een legale manier om een beter beeld van partners te krijgen. De marktpartij daartegenover kan zich snel inleven in de problematiek van de klant en zo een passende oplossing bieden. De gemeente Werkendam is al weer enkele maanden gelukkig onderweg met haar nieuwe partner, Vaessen.

Kijk voor meer informatie op www.vaessenbv.nl.

Foto: Vaessen

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

35


Hoogwaardige rubbervloer bij uitstek geschikt voor schoolgebouwen

N

ora vloeren dragen bij aan een beter binnenklimaat en dat is belangrijk voor de inrichting van onderwijsinstellingen. Dat nora het binnenklimaat in scholen serieus neemt, blijkt wel uit de ontwikkeling op het gebied van certificering. Nora rubber vloerbedekkingen zijn getest emissiearm en leveren een bijdrage tot een gezond, schoon binnenklimaat. Dit wordt bevestigd door onderscheidingen met de wereldwijd belangrijkste kwaliteitskeurmerken het Finse M1 ecolabel en Duitse “Der Blaue Engel”. De kracht door innovatie komt bij nora ook terug in het bieden van systeemoplossingen en de all-in begeleiding als succesrecept. Vanaf de eerste adviezen en de aanbesteding tot aan het leggen en de reiniging zijn wij als fabrikant van rubber vloerbedekkingen een betrouwbare partner.

36

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

Nora rubber vloerbedekkingen hebben geen coating nodig waardoor er geen extra onderhoudskosten gemaakt hoeven te worden. Daarin verschillen wij van de meeste andere elastische vloerbedekkingen, die door het gebruik van agressieve chemicaliën milieubelastend zijn. Het dichte, gesloten rubberoppervlak van nora is extreem robuust en slijtvast en kan erg gemakkelijk en milieuvriendelijk gereinigd worden. Producten van nora kunnen bovendien een positieve bijdrage leveren aan de certificering van een gebouw volgens LEED, DGNB, BREEAM en andere systemen.

Wilt u ook het binnenklimaat in uw school verbeteren,

wij denken graag met u mee. Nora flooring systems B.V. 0416-286140 www.nora.com


KRACHT DOOR INNOVATIE

De kracht van STALAD! STALAD Onderwijsinrichting gelooft in de kracht van innovatie en in haar eigen kracht. Samen leren van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van onderwijs zorgt ervoor dat vraag en aanbod op het juiste peil blijft. Innovaties in onderwijsinrichtingen is de kracht van STALAD.

S

TALAD werkt nauw samen met schoolmeubelfabrikant V/S en de wetenschapper en ergonoom Dieter Breithecker. Breithecker stelt dat elke dag weer de schoolomgeving in belangrijke mate de (zit) houding bepaalt van kinderen. Zijn conclusie is dat kinderen teveel passief zitten. Spieren hebben een immens belangrijke functie voor de biologische kwaliteit van het lichaam. V/S conformeert zich helemaal aan deze stelling en produceert stoelen die elke beweging van het lichaam volgt en deze niet blokkeert. Tegelijkertijd stimuleren deze stoelen een voortdurende verandering van lichaamshouding. STALAD is premium leverancier van V/S meubilair.

ERGONOMIE EN INRICHTINGSINNOVATIES STALAD heeft eigen interieurarchitecten in huis die zeer creatieve en praktisch goed uitvoerbare concepten ontwikkelen. Ze kijken verder dan de standaard oplossingen en laten zich graag uitdagen om iets bijzonders neer te zetten. Er wordt gekeken naar materialen, meubilair en systemen die precies afgestemd zijn op de wensen en doelgroepen van uw organisatie. De laatste ontwikkelingen op het gebied van ergonomie en inrichtingsinnovaties worden nauwlettend gevolgd en toegepast in onze schoolinrichtingen.

Kijk voor meer informatie op www.stalad.nl.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

37


PSI en het ‘verslaan van de draak’

“PSI is hét inkoopadviesbureau voor de publieke sector. Onze praktische specialisten helpen u met inkopen en aanbesteden. Of het nu gaat om een simpele vraag of een complex traject. Door kritisch te zijn en lef te tonen, behalen we samen met u de beste resultaten.”

W

ij zijn in staat om kennis over te dragen op een laagdrempelige en flexibele manier. Daaronder valt ook het overdragen van kennis over innovatie. Denk aan nieuwe aanbestedingsmethodieken of ontwikkelingen op de markt, zoals op het gebied van ICT. Binnen het onderwijs een gebied waarvan wij denken dat er kansen liggen voor innovatieve oplossingen. Denk aan digitale onderwijsmiddelen en het werken in de cloud. DENKBEELDIG ICT-MONSTER Een goede ICT-infrastructuur is de basis voor vernieuwing in het onderwijs. Wij helpen u om uw

38

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

doelstellingen dusdanig te vertalen zodat u de juiste ICT-leverancier, met de beste oplossing, krijgt. Een leverancier die meedenkt met uw organisatie en daarmee automatisch een bijdrage levert aan het onderwijsproces. Vanaf de voorbereiding van uw inkooptraject tot en met de implementatie kunnen wij u adviseren en ondersteunen. Zowel op vakinhoudelijk gebied als op aanbestedingstechnisch vlak. Als praktische specialisten geven wij u de middelen in handen om het denkbeeldige ICT-monster te verslaan.

Kijk voor meer informatie op www.psi-inkoop.nl.


KRACHT DOOR INNOVATIE

ICSadviseurs begeleidt ROC Friese Poort Techniek ROC Friese Poort concentreert haar activiteiten in Drachten in verschillende gebouwen op de campus. Daardoor ontstaat er behalve een kwaliteitsimpuls ook onderwijskundige samenhang, naast flexibiliteit in ruimtegebruik.

T

oen Ruimtevaarder AndrĂŠ Kuipers als ambassadeur voor de techniek de nieuwbouw van de sector techniek van ROC Friese Poort in Drachten dan ook eind vorig jaar feestelijk opende, kreeg het techniekonderwijs in de regio een stevige impuls. Het nieuwe gebouw biedt inmiddels onderdak aan ruim 800 studenten en 65 medewerkers, waarbij kleinschaligheid binnen grootschaligheid een belangrijk vertrekpunt was. BREEAM CERTIFICERING Het gebouw laat in alle facetten zien wat techniek te bieden heeft. Niet alleen door de opleidingen in het gebouw, maar bijvoorbeeld ook doordat de technische ruimten opengewerkt zijn en sommige systemen, zoals de zonnepanelen, zelfs toegankelijk zijn om aan te sleutelen of eigen schakelingen te maken. Op die manier valt er in het gebouw zelf ook veel te ontdekken. Naast zonnepanelen beschikt het gebouw ook over veel andere duurzame maatregelen. ROC Friese Poort heeft de ambitie om met de hele campus een BREEAM certificering te krijgen. TROTS Het geheel is gevat in een mooie vormgeving, naar ontwerp van WAA (Wind Architecten en Adviseurs). ICSadviseurs heeft het masterplan voor de campus ontwikkeld, het Programma van Eisen voor de sector techniek opgesteld en was als adviseur betrokken tijdens de ontwerp- en realisatiefase. Daarbij heeft zij onder meer alle selectieprocedures voor architect, adviseurs en aannemer voor haar rekening genomen. Kortom: een project om trots op te zijn!

Kijk voor meer informatie op www.icsadviseurs.nl.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

39


De kracht van licht!

Een lichtstraat is niet iets nieuws. Wat je nu wel ziet is dat daglicht als belangrijk element in het frisse scholenconcept veel terugkomt. Het positieve effect is dat gebouwen en de ruimten daarbinnen anders ontworpen worden. Tot een paar jaar geleden waren ontwerpers en installatieadviseurs vooral met de schil bezig, om de kwaliteit van het binnenklimaat te vergroten en energie te besparen. Nu zie je dat ontwerpers de potentie van het daglicht meer benutten, waarbij vooral de meer centrale ruimten open worden getrokken. PASSIE VOOR DAGLICHT Al ruim 70 jaar creĂŤert de VELUX Groep, met behulp

40

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

van daglicht en frisse lucht, betere leefomgevingen onder het dak voor mensen over de hele wereld. Deze passie voor daglicht, frisse lucht en comfortabeler leer- en leefomgevingen is sinds de start meer dan 70 jaar geleden de basis van ons bedrijf. Tot op de dag van vandaag is dat nog steeds onze drijfveer. Op die manier dragen we bij aan frisse en gezonde scholen en investeren wij in onze kinderen.

Kijk voor meer informatie op www.velux.nl.


KRACHT DOOR INNOVATIE

Samenwerking is de basis van innovatie In een wereld waarin technische ontwikkelingen steeds sneller gaan, sociaal maatschappelijke en demografische ontwikkelingen steeds meer invloed krijgen op onderwijs en onderwijshuisvesting, is het belang van een innoverende specialist pure noodzaak. SMT Bouw & Vastgoed is dĂŠ specialist in onderwijshuisvesting die innovatie en veertig jaar ervaring koppelt. Niet alleen op technisch vlak maar ook op het gebied van financiering, contractvorming en beheer en onderhoud. Integrale samenwerking met opdrachtgevers, co-makers en leveranciers is daarbij voor SMT van het grootste belang. Wij geloven dat verbinding lef vereist, maar ook succes smeedt. Dat in de potentie van teams, de goede intenties van mensen en de kracht van verschillen de voedingsbodem ligt voor innovatie en creativiteit. INTEGRALE FILOSOFIE Het project POLAK Building voor de Erasmus Univer-

siteit Rotterdam is een sprekend voorbeeld waarbij het SMT gelukt is vanuit deze integrale filosofie binnen anderhalf jaar een nieuw multifunctioneel onderwijsgebouw te realiseren. Op basis van een schetsontwerp en een helder programma van eisen, is in nauwe samenwerking met de Erasmus Universiteit, co-makers en leveranciers invulling gegeven aan onze gezamenlijke ambities. Namelijk het creĂŤren van een duurzaam, flexibel en excellent onderwijsgebouw. Gebaseerd op de wensen van vandaag, maar antwoord gevend op de vragen van morgen.

Kijk voor meer informatie op www.smt-benv.nl.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

41


PPS light project, MFC Atria te Leusden

PPS light project, brede school te Joure

PPS light project, SO/VSO De Zonnewijzer te Heerlen

Samen met Pellikaan creĂŤert u een perfecte omgeving voor recreĂŤren, werken en leren

D&B project, Hilfertsheem-Beatrix en Da Costa te Hilversum

Voor meer inspiratie bezoek www.pellikaan.com of bel ons op 013 465 76 00

fizz.nl

Merk het verschil! FIZZ denkt graag met u mee om het beste uit uw merk te halen. Of het nu gaat om marketingadvies of de praktische uitvoering van marketingcampagnes, wij zorgen ervoor dat uw onderneming sprankelt. Wilt u weten hoe we dat voor u realiseren? Bel of mail Tel 0522 24 61 62 | info@fizz.nl FIZZ activeert ondernemende merken

42

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015


Het idee HET IDEE

I

Ondernemend Nederland (RVO.nl) heeft in opdracht van het ministerie van Economische Zaken een ‘Tool zonnestroom voor scholen’ ontwikkeld.

De afgelopen jaren zijn de prijzen van zonnepanelen gekelderd. Steeds meer scholen raken hierdoor geïnteresseerd in zonnepanelen: niet alleen om geld te besparen, maar zeker ook om leerlingen en ouders te inspireren om zuiniger met energie om te gaan en om thuis ook zonnepanelen te laten installeren.

De nieuwe tool helpt scholen bij vragen over eigenaarschap, juridische kwesties, investeringskosten, terugverdientijden, onderhoud en educatie. Ook komen diverse voorbeelden aan bod van scholen die al zonnepanelen geplaatst hebben. RVO.nl ondersteunt met deze Tool het Nationaal Energie Akkoord en de Green Deal Verduurzaming Scholen.

Er is een grote hoeveelheid aan informatie te vinden over zonnepanelen (ook wel PV genoemd). Maar wat is geschikt voor de school? Wat zijn de kosten en wat levert het op? De Rijksdienst voor

Een paar gemeenten en schoolbesturen hebben de tool getest, onder andere in het kader van een consultatieronde van Ruimte-OK voor de Green Deal Verduurzaming Scholen.

n de rubriek het idee belicht iedere editie van Schooldomein een initiatief dat een positieve bijdrage levert aan de samenleving. In dit nummer het idee van RVO.nl.

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) stimuleert Nederland bij duurzaam, agrarisch, innovatief en internationaal ondernemen. Met subsidies, het vinden van zakenpartners, kennis en het voldoen aan wet- en regelgeving.

RVO.nl heeft een aantal nuttige instrumenten ontwikkeld voor partijen die aan de slag willen met het verduurzamen van schoolgebouwen: het Programma van Eisen Frisse Scholen, de Frisse ScholenToets, het Energie en Binnenmilieu Advies, de Leidraad verduurzamen schoolgebouwen voor basisonderwijs en Tools voor Frisse Scholen waaronder de nieuwe Tool zonnestroom voor scholen. U kunt ze allemaal downloaden via RVO.nl.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

43


Tekst Linda Smolders

SCHOOLMEUBILAIR VOOR KENIA, OEKRAÏNE EN ROEMENIË

Nieuw leven voor gebruikte meubels

44

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015


ONTWERP EN INRICHTING

“De aanschaf van nieuwe tafels en stoelen was geen overbodige luxe. We zaten al een tijdje tegen verouderde meubels uit de jaren tachtig en negentig aan te kijken. Toen we voor acht van onze scholen nieuwe tafels en stoelen mochten kiezen, waren we er snel uit. En we vonden samen met STALAD een mooie bestemming voor de gebruikte setjes.”

D

irecteur Gerhardus Hagénus van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Borger-Odoorn licht toe: “Het was een ratjetoe, er was totaal geen eenheid meer waardoor het er in de scholen nooit echt netjes uitzag. Er is toen overleg geweest met onze manager huisvesting, Geert Jan Slager die contact legde met Johan Woortman van STALAD. Deze fabrikant van schoolmeubilair had in 2010 al twee van onze mfa’s in Nieuw Buinen en Borger ingericht met setjes van de Duitse fabrikant V/S, Vereinte Spezialmöbelfabriken, één van de grootste spelers op het gebied van schoolmeubilair waar STALAD premiumdealer van is. Om eenheid te creëren wilden we diezelfde meubels ook in de andere scholen plaatsen. Zo kun je, indien nodig, meubels onderling uitwisselen.” Johan: “We hebben samen voor V/S gekozen omdat dat bedrijf op het gebied van tafels, eredivisiespeler is. Het blad van deze tafel, waar V/S overigens patent op heeft, bestaat uit zaagsel en hars dat op zo’n manier geperst is dat het onverwoestbaar en dus leerlingproof is.”

“Vroeger was een tafel een tafel en een stoel een stoel, maar dat is al lang niet meer het geval.” KIEZEN VOOR KWALITEIT Geert Jan: “We hebben destijds in 2010 echt gekozen voor kwaliteit en daar hadden we geen spijt van. De overige scholen in onze stichting verdienen die kwaliteit ook, vandaar de keuze voor dezelfde meubels.

Alle scholen zien er nu nagenoeg hetzelfde uit en dat is handig in verband met de flexibiliteit. Verder ben ik erg blij met de nieuwe meubels omdat er een soort rust is gekomen in de lokalen. Het lijkt wel of er door die rust en eenheid meer ruimte is ontstaan in de lokalen terwijl dit in werkelijkheid niet zo is. Helaas hebben we nog niet alles kunnen vervangen, nu zijn de leerlingsetjes, instructietafels en de tafel van de leerkracht in de klas vervangen. Nieuwe kasten staan nog op ons verlanglijstje. Gerhardus: “We zijn zeer tevreden over de kwaliteit van het materiaal maar ook van het uiterlijk. Een goede buitenkant is ontzettend belangrijk voor de uitstraling van onze scholen.” SCHERP INKOPEN Geert Jan: “We zaten dus vast aan een beperkte keuze en daarbinnen moesten knopen worden doorgehakt. We hebben toen een kleine tentoonstelling ingericht met de te kiezen, beperkte selectie. Wat het meest duidelijk was in het proces was het feit dat we vooral scherp moesten inkopen. We zitten in een regio waar krimp is dus als je nu vijftig setjes teveel koopt is dat zonde. We hebben daarom besloten om met de inkoop heel dicht te gaan zitten op het geprognosticeerde leerlingenaantal. Omdat de opbouw van de onder- en de bovenbouw nogal van elkaar verschilt, is het belangrijk dat je de meubels in hoogte kunt verstellen. Elke groep krijgt twee setjes die in hoogte verstelbaar zijn. Daar kan de leerkracht dan mee spelen. We denken dat we hier de schommelingen in de onder- en de bovenbouw kunnen opvangen. Maar ik hoop uiteraard dat we tekort gaan komen. “

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

45


Op de vraag of de samenwerking met onderwijsinrichter STALAD naar wens verliep is Gerhardus duidelijk. “We hadden een beperkte keuze waarin we kaders moesten stellen, maar ook dan heb je advies nodig. Vroeger was een tafel een tafel en een stoel een stoel, maar dat is al lang niet meer het geval. Kinderen zitten tegenwoordig bijvoorbeeld niet meer steeds op dezelfde plek dus dat vereist flexibel meubilair. Ook de kleuterklas is nu heel anders ingericht. Iedere kleuter heeft wel een stoeltje, maar heel vaak geen eigen tafeltje meer. Een derde van de tafels is een groepstafel en tweederde een eigen tafel, zodat je met werkvormen kunt differentiëren. Bij deze keuzes heeft STALAD een goede adviserende rol gespeeld.” DYNAMISCH ZITTEN Johan: “Belangrijk is dat kinderen goed zitten. Ze brengen al veel tijd op school door en gaan dan thuis ook weer achter de tablet en de tv zitten. Ergonomisch zitten is dus van belang. V/S heeft daarom de goeroe op het gebied van zitten aan zich verbonden: dr. Breithecker. Breithecker was aanvankelijk door de Duitse overheid aangesteld om onderzoek te doen naar het zitgedrag van kinderen. Nu werkt hij ook met V/S samen en heeft daar samen met de fabrikant de PantoSwing ontworpen. Een afgeleide van de Panton chair van Verner Panton. Typerend voor dit stoeltje is dat het zitvlak ergonomisch naar voren kantelt zodat men dynamisch zit. Hierdoor heb je continue doorbloeding van zuurstofrijk bloed wat resulteert in een betere concentratie en in meer energie.” NIEUWE PLEK VOOR OUD Al vanaf het begin was voor het bestuur van de stichting duidelijk dat de oude tafels en stoelen een goed nieuw onderkomen moesten krijgen. Er zijn genoeg scholen in de wereld waar kinderen het zonder moeten

46

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

doen. In eerste instantie werd er binnen de eigen geledingen gezocht, maar dat leverde geen geschikt nieuw onderkomen op. De oplossing kwam uiteindelijk via het netwerk van Johan. “Ik werd op een gegeven moment benaderd door Klaas Oudman, een ondernemer uit Winschoten die Muskathlons organiseert in Kenia, Oeganda, Ecuador, Guatemala. Landen waar hij projecten ondersteunt waarbij kinderen worden geholpen op het gebied van voeding, educatie en verzorging. Iedere Muskathlon-deelnemer moet 10.000 euro aan sponsorgeld meenemen. Geld dat rechtstreeks gaat naar goede doelen in die landen. Klaas vroeg mij of ik kon regelen dat schoolmeubilair dat vervangen werd door STALAD kon worden gegeven aan arme scholen in Afrika. Op dat moment was ik bezig met de scholen van de Stichting OPO in Borger-Odoorn en heb toen gepolst of hier animo voor was. Het idee werd door de stichting met open armen ontvangen en zo geschiedde. Een hele zeecontainer vol tafels en stoelen is verscheept richting Kenia. Vanuit daar worden de tafels en de stoelen verder het binnenland ingebracht.” Niet alleen Afrika profiteert van dit goede initiatief. Ook Oekraïne en Roemenië mogen inmiddels rekenen op tientallen tafels en stoelen van de stichting. Johan: “Marjan Veldman van de stichting Oekraïne/Roemenië zat enorm te springen om schoolmeubels. Ook haar hebben we kunnen helpen. Stichting OPO Borger-Odoorn en STALAD hebben er samen voor kunnen zorgen dat kinderen uit minder kansrijke gebieden in ieder geval les kunnen krijgen aan nog goed bruikbaar schoolmeubilair. Ik hoop dat STALAD in de toekomst nog meer van dit soort mooie initiatieven mag begeleiden.”

Kijk voor meer informatie op www.stalad.nl of mail naar

het bestuur: Geert Jan Slager g.j.slager@opoborger-odoorn.nl of Gerhardus Hagénus g.hagenus@opoborger-odoorn.nl.


ONTWERP EN INRICHTING

POLAK BUILDING VORMT NIEUW GEZICHT ERASMUS CAMPUS

Maximale multifunctionaliteit en transparantie De Erasmus Universiteit Rotterdam is met het Polak Building een modern multifunctioneel onderwijsgebouw rijker. Het nieuwe, flexibele en duurzame gebouw maakt onderdeel uit van het verduurzamen en herstructureren van het totale campusterrein en past daarnaast in de onderwijsstrategie van de Erasmus Universiteit, gericht op activerende, kleinschaliger educatie.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

47


Tekst Stijn de Wolf

H

et project is een Engineering & Build opdracht op basis van de UAV-GC. Architectenbureau Paul de Ruiter heeft het voorlopig ontwerp gemaakt, waarna SMT Bouw & Vastgoed het ontwerp binnen een half jaar heeft uitgewerkt en geoptimaliseerd van het voorlopige ontwerp tot en met uitvoering gereed ontwerp, inclusief de bouwvergunning. SMT heeft in dit project nauw samengewerkt met de opdrachtgever, vaste ketenpartners en co-makers. De volledige engineering van het gebouw is vanuit een BIM model opgezet. De bouw heeft 15 maanden in beslag genomen, inclusief een complete wijziging van de binneninrichting. De werkzaamheden begonnen in mei 2014, waarna het hoogste punt in december vorig jaar werd bereikt en het MFO begin augustus 2015 werd opgeleverd.

“Het Polak Building is als een flexibele structuur ontworpen, waarbinnen ruimte is voor een ‘wisselprogramma’.” GEBRUIK Het Polak Building is als een flexibele structuur ontworpen, waarbinnen ruimte is voor een ‘wisselprogramma’. Daardoor kan het inspelen op de onderwijskundige ontwikkelingen van vandaag en in de toekomst. In eerste instantie biedt het Polak Building plaats aan modern ingerichte onderwijsruimten en 600 studieplekken. In de plint op de begane grond is ruimte voor retail in het Erasmus Shopping Plaza, met onder meer een wasserette en een afhaalcentrum. Tevens wordt er ruimte geboden aan sociaalmaatschappelijke organisaties en startende (student-) ondernemers. Op termijn moet het gebouw tevens onderdak gaan bieden aan de wetenschappelijke gemeenschap.

48

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

ONTWERP Binnen het ruim 8.800 vierkante meter grote gebouw vormden toegankelijkheid, transparantie, overzicht, daglicht en zichtbaarheid de sleutelbegrippen in het ontwerp van architectenbureau Paul de Ruiter. De aluminium vliesgevel wordt gekenmerkt door een combinatie van grote ruiten met Triple glas en geperforeerde aluminium vinnen. De vinnen bieden naast zonwering ook nog de mogelijkheid tot natuurlijk ventileren. Ander opvallend kenmerk is het grote atrium in het hart van het gebouw, waarin een Escher-achtig beeld wordt gecreëerd met ranke stalen trappen en bordessen. Het glazen dak op het atrium is voorzien van in het glas verwerkte zonnecellen, die naast energie opwekking ook gelijk functioneren als zonwering. DUURZAAMHEID De Erasmus Universiteit heeft ook de ambitie om tot de meest duurzame campussen van Nederland te behoren. Het Polak Building heeft naast het genoemde Triple glas, zonnecellen in het glas en een luchtdichte gevel ook een duurzame klimaatinstallatie, volgens het principe ‘natuurlijk als het kan, mechanisch als het moet’. Duurzame technieken zoals warmte-/koudeopslag in de bodem zorgen dat het pand het hele jaar op temperatuur blijft. Optimaal daglicht, energieterugwinning en slimme verlichting dragen bij aan het doel een zeer energiezuinig gebouw te realiseren. Daar waar nodig werkt de installatie op basis van CO2 sturing en aanwezigheidsdetectie. Het project is een uiterst duurzaam project met een GPR van 9.2 en is klimaatneutraal opgeleverd. FLEXIBILITEIT Om de multifunctionele inzetbaarheid mogelijk te maken, zijn in het gebouw grote vrije overspanningen gecreëerd. Het aantal kolommen en balken kon hierdoor worden beperkt. Onder andere het gebruik van het BubbleDeck® vloersysteem speelde hierin een belangrijke rol. In de toekomst kan de bestemming van het pand eenvoudig worden aangepast. Constructieve wijzigingen zijn niet nodig omdat de plaatvloeren de belastingen in alle richtingen op gelijke wijze afdragen naar de ondersteunende wanden en kolommen. De keuze voor dit vloersysteem bood niet alleen de gewenste flexibiliteit maar betekende


ONTWERP EN INRICHTING

PROJECTINFORMATIE Project Nieuwbouw multifunctioneel onderwijsgebouw Erasmus Universiteit Opdrachtgever Erasmus Universiteit Architect

ook dat er lichter gebouwd kon worden, waardoor bespaard werd op schaarse grondstoffen en energie. Zelfs als de vloer op termijn moet worden gesloopt, kunnen het beton, de wapening en alle kunststof worden gescheiden en opnieuw worden gebruikt. Het Polak Building maakt deel uit van de reeks vernieuwingen waarmee de Erasmus Universiteit een levendige en duurzame campus creĂŤert met inter-

nationale allure, waar het aangenaam studeren en werken is. In nauwe samenwerking met alle betrokken partijen is SMT Bouw & Vastgoed er in geslaagd een prachtig project te realiseren. Een ruimte voor leren en ontmoeten, die inspeelt op het onderwijs van morgen en ondernemerschap stimuleert.

Architectenbureau Paul de Ruiter Aannemer SMT BVO 8.800 m2 Stichtingskosten 16.000.000

Kijk voor meer informatie op www.smt-benv.nl.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

49


Geautomatiseerde zonwering zorgt voor optimaal binnenklimaat

50

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015


ONTWERP EN INRICHTING

De VELUX Groep heeft een nieuw, op sensoren gebaseerd geautomatiseerd besturingssysteem ontwikkeld. Het VELUX ACTIVE climate control systeem automatiseert de werking van alle io-homecontrol® zonweringproducten in een gebouw aan de hand van de zonnestraling en de buitentemperatuur. Dit optimaliseert zowel het energieverbruik als het thermische comfort. Goed licht en binnenklimaat bepalen in samenhang mede het gevoel van welbevinden en uiteindelijk de prestatie in een werk- of leeromgeving. Natuurlijke ventilatiekoeling door het openen van een raam is een directe en zeer snelle methode om de thermische omgeving te beïnvloeden. Een open raam zorgt voor meer luchtstroom en als de buitentemperatuur lager is dan de binnentemperatuur, zal de binnentemperatuur dalen. Zelfs als de buitenluchttemperatuur iets hoger is dan de binnentemperatuur, zorgt de verhoogde luchtsnelheid dankzij de luchtstroom er toch voor dat het lichaam afkoelt en het thermische gevoel afneemt. AUTOMATISCHE BEDIENING Bij een automatisch bedieningssysteem voor thermisch comfort horen natuurlijk de dynamische elementen die van invloed zijn op de thermische omgeving: de mogelijkheid om mechanisch de ramen te openen, externe zonwering en/of interne rolgordijnen. De meest betrouwbare oplossing is een bediening met sensor, waarbij een tijdklok ook tot goede prestaties kan leiden. Een automatisch bedieningssysteem controleert de verhouding licht en ventilatie, in relatie tot de behoefte tijdens de dag. Als de zonneopbrengst ertoe leidt dat het te warm wordt, wordt de externe zonwering gebruikt en als het met betrekking tot energie en comfort mogelijk is, wordt de zonwering weer uitgezet. VELUX ACTIVE climate control zorgt door een automatische besturing van rolluiken, buitenzonweringen en raamdecoratie het hele jaar door voor een optimaal energieverbruik en thermisch comfort. In tegenstelling tot andere producten in de markt die alleen werken tijdens het stookseizoen, werkt het VELUX ACTIVE climate control systeem zowel in de winter als in de zomer. Het systeem reduceert de energiebehoefte voor verwarmen in het stookseizoen en voor koeling in de warmere maanden. Daarnaast

optimaliseert het systeem de energieprestaties in de lente en de herfst, wanneer grotere temperatuurverschillen vaker voorkomen. De VELUX Groep wil met het VELUX ACTIVE climate control systeem een bijdrage leveren aan de wereldwijde inspanning om het energieverbruik in gebouwen te verminderen en tegelijkertijd het thermische binnenklimaat en wooncomfort verbeteren. Uit onderzoek van TNO blijkt dat automatisch geregelde buitenzonwering een energiebesparing van wel 7,5 procent kan opleveren, omdat de zonwering al naar beneden gaat voordat de binnentemperatuur te ver is gestegen. Wanneer gebruik wordt gemaakt van een geautomatiseerd systeem voor ventilatie en zonwering, zorgt dit voor een nog efficiënter energiegebruik. UNIEKE GEPATENTEERDE BEREKENINGEN De automatische werking van het VELUX ACTIVE climate control systeem is gebaseerd op unieke gepatenteerde berekeningen die de positionering van rolluiken het hele jaar door optimaliseren. Voor gebruik kan op het VELUX ACTIVE climate control systeem worden ingesteld op welke breedtegraad het gebouw zich bevindt en hoe deze gepositioneerd is ten opzichte van de zon. De berekeningen zijn gebaseerd op het gebruik van rolluiken, de gegevens van draadloze sensoren aan de buitenzijde van het gebouw, de buitentemperatuur en de gemeten zonnestraling op de dakramen.

“Uit de resultaten blijkt dat dynamische zonwering de waargenomen temperatuur in de zomer met wel 7°C kan verlagen.”

ORIËNTATIE TEN OPZICHTE VAN DE ZON Als we uitgaan van een gemiddeld schoolgebouw zorgt het VELUX ACTIVE climate control systeem ervoor dat rolluiken die geïnstalleerd zijn op dakramen op het oosten in de zomer in open positie beginnen. Zij sluiten automatisch als de zon opkomt om te voorkomen dat de warmte zich binnenshuis

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

51


opbouwt. ‘s Middags zal het systeem ervoor zorgen dat de op het oosten gerichte rolluiken weer omhoog gaan, terwijl de rolluiken op het westen sluiten om het huis te beschermen tegen de middagzon. Deze automatische manier van zonweren zorgt voor een stabiele en comfortabele binnentemperatuur. Tot wel 95% van de zonnestralen wordt erdoor geweerd en oververhitting wordt verminderd met meer dan 40%. De vraag naar energie voor koeling daalt met meer dan 50% en de gevoelstemperatuur op hete, zomerse dagen daalt met wel 6 graden*. STOOKSEIZOEN In de winter zorgt het VELUX ACTIVE climate control systeem ervoor dat alle rolluiken met zonsopgang omhoog gaan, om waar mogelijk de passieve zonnewarmte te gebruiken om het gebouw te verwarmen en de energievraag te beperken. ’s Avonds gaan de rolluiken weer naar

52

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

beneden, wat zorgt voor extra isolatie. De warmte wordt hierdoor binnengehouden wat de temperatuur aan de binnenzijde van het glaselement met 2 graden verhoogt. ‘s Nachts wordt de isolatie van het dakraam door de automatische besturing met wel 15% verbeterd*. Door gebruik te maken van meerdere sensoren kunnen de producten nog meer bijdragen aan de verbetering van de energieprestatie van een gebouw. Daarom kunnen naast het standaard VELUX ACTIVE climate control pakket extra sensoren worden aangeschaft om dakramen met verschillende oriëntaties op het dak per windrichting mee uit te rusten.

Lees meer over VELUX ACTIVE climate control via www.velux.nl.

* Gevalideerd door CSTB in Frankrijk in twee onafhankelijke studies en de afdeling Daylight, Energy & Climate van de VELUX Groep.


BESTUUR EN ONTWERP ENBELEID INRICHTING

Tekst Sibo Arbeek Foto’s Ronald Auée

MFA DE HEERD KLEINSCHALIG IN ZIJN GROOTSHEID

Menselijke maat door transparante architectuur De geschiedenis van de MFA de Heerd gaat terug tot het laatste decennium van de vorige eeuw. Uiteindelijk besloot het College om een aantal functies in Heerde Oost te clusteren in een centraal gebouw. De grootschaligheid van het nieuwe gebouw werd voor lief genomen, maar het landschappelijk fraai ingepaste resultaat stemt tot ieders tevredenheid. Op 1 juli werd MFA de Heerd feestelijk door de koning geopend.

W

ethouder Gerrit van Dijk over de aanleiding: “De discussie over de spreiding van ons onderwijs begon al eind vorige eeuw. De christelijke scholen zaten op vijf locaties met elk een eigen bestuur en dat leidde tot een bestuurlijke fusie. In 1998 volgde een rapport over de verwachte terugloop van het aantal leerlingen. Een aanleiding om iets met de huisvesting te doen had ook met de schoolkeuze van ouders te maken; afhankelijk van de populariteit van sommige leraren kozen ouders dan weer voor de ene en dan voor de andere school. Niet goed voor de prognoses en uiteindelijk leidde die bewegingen ook tot leegstand. Omdat de gebouwen slechter werden besloten de besturen om in onderlinge afstemming te komen tot twee clusters, waarbij ook naar de kern Wapenveld werd gekeken. In 2004 gaf de raad groen licht om verder te ontwikkelen, waarbij in Heerde West uiteindelijk de brede school De Rhijnsberg kwam, met twee scholen en kinderdagverblijf/peuterspeelzaal/BSO ’t Hummelhuis’. In Heerde Oost is nu de MFA de

Heerd met drie scholen en een veel breder maatschappelijk programma gerealiseerd.” Gerrit over de keuze om te concentreren: “Het was een doorn in het oog dat veel accommodaties oud waren en leeg stonden. We hebben gekozen voor goede multifunctionele accommodaties met een hoog voorzieningenniveau qua bouw en duurzaamheid en een hoge bezetting overdag en ‘s avonds. Het dorpshuis had bijvoorbeeld 35 jaar zelfstandig gedraaid en ging mee in de MFA. In eerste instantie zou ze in de nieuwe mfa geen taak krijgen in de exploitatie, maar ze wilde wel een goede voorziening voor haar leden achterlaten en hun belangen blijven behartigen. En de bibliotheek kan nu langer open blijven, heeft een selfservice balie en meer uitleningen.“ DRAAGVLAK Ilse van Hal is interim-directeur bij Stichting Proo: “Aanvankelijk was er rond de ontwikkeling van brede school De Rhijnsberg scepsis in het dorp, omdat dat gebouw volgens sommigen vooral financieel gestuurd

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

53


was, zonder dat er een duidelijke visie aan ten grondslag lag. De mensen voelden niet wat het voor het dorp zou betekenen. Toen het gebouw er eenmaal stond en de partners gingen samenwerken verdween dat negatieve gevoel langzamerhand.” Wethouder Jolanda Pierik knikt: “In tegenstelling tot de brede school de Rhijnsberg was er in Oost veel meer draagvlak. In het proces werden de gebruikers vanaf het begin meegenomen en ook de architectuur heeft voor veel draagvlak gezorgd. Het gebouw oogt niet massaal en ligt mooi in het park, dat zijn historische karakter heeft behouden. Bijzonder is ook dat het eigenlijk geen achterkant heeft, waardoor het opgenomen wordt in de totale omgeving en daarmee in de aangrenzende woonwijk.” Gerrit: “De buurt heeft zich vanaf dag 1 verenigd in De Vrienden van de MFA en had als insteek samenwerken en vooral ook meedenken.” Ilse legt uit: “Alle kernpartners werden vanaf het begin betrokken. De architect liet ons met blokjes werken, waardoor we gevoel voor verhoudingen kregen en een goed beeld kregen over de relatie tussen hart, scholen en theater. Igor Grevers was vanuit ICSadviseurs zeer betrokken en dacht ook goed mee over de exploitatie, waarbij hij heel goed in de gaten had waar de belangen lagen. Er was geen conflict over de m² omdat we al snel snapten waar de winst zat.” Jolanda vult aan: “De MFA fungeert

54

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

“Er was geen conflict over de m² omdat we al snel snapten waar de winst zat.”

als de huiskamer van Heerde. Het is een transparant gebouw met een mooi hart waarin een bar, een ontmoetingsruimte (foyer), het theater en de bibliotheek liggen. De lay-out is simpel, waardoor je ook makkelijk bij de scholen komt, die ook elk afzonderlijk te bereiken zijn.” EXPLOITATIERISICO Gerrit: “Ons uitgangspunt is dat een gemeente niet verantwoordelijk moet zijn voor exploitatie en beheer en daar ook geen risico moet dragen. Dat risico ligt bij de beheerstichting, die is opgericht. De beheerstichting heeft weer contracten afgesloten met de kernpartners, waarvan het dorpshuis weer over de exploitatie van de algemene multifunctionele ruimten, de foyer en het theater gaat. We gaan uit van marktconforme huurtarieven, waarbij we de ‘gewonnen’ vierkante meters verdisconteren in de huurprijs. Hierdoor is de huurprijs ook voor de maatschappelijke partijen te betalen.” Arjan Grootkarzijn heeft vanuit ICSadviseurs het ontwerp- en realisatietraject begeleid: “De Heerd herbergt veel functies en biedt onder andere ruimte aan meerdere scholen, het dorpshuis, theater, cultuurplein, gymzaal, kinderopvang en de bibliotheek. Opvallend is dat we in nauw overleg met de gebruikers het programma hebben teruggebracht van ca. 8.000 m² naar 6.200 m², doordat de gebruikers ruimten van elkaar gebruiken en door een efficiënt ontwerp. Zo heeft de school behoorlijk wat vierkante meters ingeleverd, maar kan wel weer gebruik maken


ONTWERP EN INRICHTING van de multifunctionele ruimten, het theater en de bibliotheek. De speellokalen van de scholen worden bijvoorbeeld ’s avonds door de tafeltennisvereniging gebruikt, die op haar beurt weer clinics voor de leerlingen verzorgt. We hebben aan de speellokalen een berging toegevoegd voor de spullen van de tafeltennisvereniging. Bijzonder is ook dat de m² voor het onderwijs gerelateerd zijn aan de leerlingprognoses voor 2020 en er dus nu al rekening met krimp wordt gehouden.” Gerrit vult aan: “We hebben ook geleerd van het onderzoek naar de exploitatie van Kulturhusen in de regio. Daar komt uit, dat er vooral gekeken wordt naar de oprichting en niet naar de exploitatie en de risico’s die daarmee samenhangen. Als gemeente is het voor de gebouwexploitatie niet bepalend of bijvoorbeeld de theaterzaal wel of niet veel verhuurd wordt, want de huur is in de overeenkomsten afgedekt.” Vanuit het sociaal/maatschappelijk en cultureel oogpunt alsmede voor de exploitatie van het dorpshuis is een veelvuldig gebruik van de theaterzaal wel van groot belang. Jolanda vult vanuit haar maatschappelijke portefeuille aan: “Dezelfde vereniging krijgt subsidie

van ons en we stellen natuurlijk wel eisen aan de kwaliteit van de inhoud.” PROGRAMMAMANAGER Ilse heeft wel behoefte aan een programmamanager in de eerste fase: “Die is voor de eerste twee jaar in de exploitatieopzet mee begroot en is ook nodig. Het moet niet zo zijn dat het onderwijs de algemene ruimten niet kan gebruiken, omdat deze door de stichting verhuurd zijn. Bovendien zie ik bij de drie scholen ook de neiging om weer een eigen Senseo-apparaat of een kopieerapparaat neer te zetten, terwijl we een centrale keuken en repro hebben. Juist in de eerste fase moet je aan de synergie en samenwerking werken.” Jolanda vult aan: “Maar het is goed om even het stof neer te laten dalen. In ieder geval hebben we hier nu de potentie voor een integraal kindcentrum neergelegd. Tijdens de opening stonden alle scholen op het podium gezamenlijk een lied voor de koning te zingen. Dat vond ik echt fantastisch. En aan de bar stonden de tafeltennisser, de bridger, de muzikant en de leerkracht. Je voelde gewoon de saamhorigheid.”

PROJECTINFORMATIE Project Nieuwbouw mfa de Heerd Programma Drie basisscholen, bibliotheek, cultuurplein, dorpshuis, theater, sportzaal, kinderopvang, peuterspeelzaal en bso Opdrachtgever Gemeente Heerde Programma van Eisen/procesmanagement ICSadviseurs Architect De Architectenwerkgroep Tilburg Adviseur installaties Sijperda Hardy Adviseur constructies Pieters Bouwtechniek Adviseur bouwfysica en akoestiek DPA|Cauberg Huygen Directievoering en toezicht ICSWorksitemanagement Bouwkundig aannemer Burgland bouw Installaties Harwig Installatiegroep Bvo 6.200 m² Stichtingskosten 10,5 miljoen incl. btw

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

55


Tekst: Bert Vrijhof, adviseur bouwfysica/duurzaamheid bij DGMR in Drachten

GOED KLIMAAT VOOR HET WIEBENGACOMPLEX

De kracht van de beperking DP6 architectuurstudio en Bierman Henket architecten hebben voor de renovatie en nieuwbouw van het Wiebengacomplex in Groningen een plan gemaakt dat op dit moment in uitvoering is. Het monumentale gebouw huisvest de Academies voor Gezondheidsstudies en Verpleegkunde van de Hanzehogeschool Groningen.

H

et Wiebengacomplex is een Rijksmonument uit 1922 waarin oorspronkelijk de Nijverheidsschool was gevestigd. Het gebouw is ontworpen door Jan Gerko Wiebenga en is een vroeg voorbeeld van het Nieuwe Bouwen. Het ademt sfeer en geschiedenis, maar voldoet niet meer aan de huidige eisen van ruimtelijkheid, duurzaamheid en klimaat. Het oorspronkelijke gebouw en twee uitbreidingen uit latere jaren worden gerenoveerd; op de binnenplaats wordt het complex uitgebreid. Deze nieuwbouw maakt het mogelijk gemeenschappelijke functies centraal te positioneren en kortere lijnen naar de verschillende werkomgevingen te creëren. Dit is in lijn met het eerste ontwerp van architect Wiebenga, waarin op de binnenplaats praktijklokalen waren gesitueerd.

56

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

ONDERLINGE SAMENWERKING Door het hart ruimtelijk en overzichtelijk te maken krijgt het complex een veel opener karakter. Interdisciplinair werken, ontmoeten van andere disciplines, vooraan staan in de ontwikkeling van de zorg en het ontwikkelen van een eigentijdse blik op zorgprofessies zijn belangrijke thema’s die in het gebouw tot uitdrukking moeten komen. Onderwijs gekoppeld aan de praktijk en de zichtbaarheid van ‘Skills Labs’ zijn hierbij belangrijk. Binnen het gebouw krijgen de verschillende opleidingen een eigen gezicht, maar de onderlinge samenwerking staat centraal. FRIS EN MONUMENTAAL Door de opdrachtgever is bij de uitwerking van de plannen als harde eis gesteld dat het klimaat ‘goed’ moet worden (Frisse scholen klasse B). Maar dit moet


ONTWERP EN INRICHTING

wel gerealiseerd worden in een monumentaal gebouw. Met name de twee grootste bestaande vleugels zijn een Rijksmonument en daar mag – zeker aan de buitenzijde - niets aan worden veranderd. De gevel bestaat uit stalen kozijnen met enkele beglazing, spouwmuur en betonkolommen en betonnen kaders die van binnen naar buiten doorlopen. Aan de binnenzijde zijn ledenradiatoren voor de verwarming en het voorkomen van koudeval aangebracht. De ruimten achter de gevel zijn relatief hoge ruimten met een hoge glasgevel. Tijdens de ontwerpfase zijn de bouwkundige maatregelen en de installatietechnische voorzieningen integraal naast elkaar gezet met daarbij de voor- en nadelen per oplossing. Daarbij hebben DGMR, Sijperda Hardy (installatieadviseur) en de architecten gezamenlijk opgetrokken om te komen tot de meest optimale oplossing. De wens van de architecten om het monumentale karakter aan de binnenzijde zo min mogelijk te verstoren is hierin meegenomen. NIEUW VENTILATIESYSTEEM De uiteindelijke oplossing is een ventilatiesysteem waarmee, naast de ventilatie, ook verwarmd en gekoeld kan worden. Dit ventilatiesysteem werkt volgens het BaOpt principe (twee kanalen), waarbij een aantal fysische effecten van lucht niet meer

“De kracht van de beperking leidt in dit geval tot een innovatieve oplossing.” optreedt. Deze oplossing is vanaf het begin af aan door DGMR en de architecten ingebracht en gaandeweg het traject zijn alle partijen hierin meegegaan. Doordat het een onbekend principe is en ook alle aspecten niet duidelijk zijn, ‘maar het toch werkt’ was er enige scepsis over. Het principe is ook niet voor alle situaties geschikt, maar zeker bij dit monumentale schoolgebouw heeft het zijn waarde.

kanten op beweegt, maar met een zeer lage snelheid. Daardoor is de temperatuur, CO2 concentratie en relatieve vochtigheid in de gehele ruimte min of meer gelijk. De verse lucht die ingebracht wordt hoeft niet vermengd te worden met de aanwezige lucht maar verdringt als het ware de verontreinigde en koude/warme lucht waardoor er geen klachten door luchtstromingen ontstaan. Ook de koudere lucht aan de gevel wordt op deze wijze voorkomen en stroomt niet naar beneden, waardoor er geen klachten van koudeval ontstaan. De ruimte wordt op een beperkte overdruk gezet en daarbij is het mogelijk om met één toevoerrooster en één afvoerrooster in de binnenwand van de gang de gehele ruimte goed te klimatiseren. Er komen daardoor geen kanalen in de ruimte, waardoor het monumentale karakter niet wordt aangetast. Dit vergde wel een extra investering voor de installatie, maar daardoor is het mogelijk om in de bestaande bouw een goed klimaat te realiseren zonder ingrepen te doen aan de gevel. De installatie is in onderhoud duurder door de extra componenten, maar er wordt verwacht een energiebezuiniging te realiseren. Er zijn nog geen harde cijfers, maar op basis van de ervaringen van andere projecten is dit wel een reëel uitgangspunt in de exploitatie. Ook de nieuwbouw is uitgevoerd met het BaOpt principe waardoor er ter plaatse van de hoge glasgevels in het atrium geen klachten van koudeval optreden en geen gelaagdheid in temperatuur optreedt in deze hoge ruimte met tussenvloer. Met de gekozen installatie is het ontwerpteam ervan overtuigd dat er - ondanks de bouwkundige uitdagingen - een optimaal binnenklimaat wordt gerealiseerd. De kracht van de beperking leidt in dit geval tot een innovatieve oplossing, waarbij het materiaalgebruik beperkt is, het monumentale karakter behouden blijft en het comfort goed is.

Volgens het BaOpt principe gaat de lucht zich chaotisch gedragen, wat wil zeggen dat de lucht zich alle

Voor meer informatie neemt u contact op met Bert Vrijhof

van DGMR in Drachten, telefoon 088-3467685 of email vr@dgmr.nl.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

57


DE BOUWADVISEUR IN BEELD

Kracht zit aan de voorkant Foto: Ben vulkers

58

SCHOOLDOMEIN

september 2015


ONTWERP EN INRICHTING

Tekst Sibo Arbeek

Arie Aalbers van LIAG architecten en bouwadviseurs heeft met zijn 60 jaar alle kanten van het vak bouwadviseur gezien en ervaren. In gesprek met Schooldomein kijkt hij terug maar vooral vooruit.

“D

it jaar verbouwen we acht scholen voor totaal vijftien miljoen in tien weken tijd. Als bouwadviseur bij LIAG bewaak ik mede het financiële reilen en zeilen van het bureau, voer ik de directie over alle grote werken en maak alle calculaties. En calculeren begint al voordat er ontworpen wordt. Als de architecten hier dingen verzinnen ga ik heerlijk met ze sparren om de plannen nog slimmer te maken. Ik probeer hun creativiteit niet te remmen, maar juist te stimuleren. Dat is de kunst van het vak. Als je het goed beheerst en doorgrondt dan kun je er een waardevolle bijdrage aan leveren. Twintig jaar geleden stonden aannemer en architect lijnrecht tegenover elkaar. Die tijd is gelukkig voorbij; de beste resultaten worden op basis van samenwerking behaald.” WERKERVARING “Ik ben mijn carrière begonnen als tekenaar bij een aannemer, vervolgens heb ik op een architectenbureau gewerkt, ben projectleider geworden en heb toen als zelfstandige gewerkt op het gebied van bouwkosten en bestekken maken. Daarna ben ik voor de aannemer inschrijfbegrotingen gaan maken. Zo leer je om zo te tekenen dat een timmerman het gelijk kan uitwerken, zonder een plankje teveel te gebruiken. Bij de architect heb ik geleerd op de detaillering te letten. Door oneindig veel te calculeren leer je het meest van de fouten die er allemaal in plannen zitten. Het resultaat is dat ik bouwvergaderingen streng leidt, maar ook rechtvaardig en met humor, waarbij ik iedereen op het rechte spoor probeer te houden. Er is altijd één zwakke schakel en de kunst is om die zwakke schakel zodanig te motiveren dat het niet tot schade leidt. Dat kun je alleen maar in de hand houden door goed te volgen wat er in de werkvoorbereiding gebeurt. Je kracht zit aan de voorkant, daar moet alles kloppen.” STERK “Sterk is dat je niet alleen esthetisch goede kwaliteiten hebt, maar ook de materie als bureau beheerst. We schrijven zelf de kwaliteitseisen van werken, we maken overzichten van de investeringskosten en proberen het maximale uit het budget te halen voor de opdrachtgever. Kracht is dat je je niet alleen op de afgesproken prijzen richt, maar ook een goede kwaliteit levert. Als je de kwaliteit goed vastlegt is het niet zo dat de prijzen stijgen, doordat de risico’s dan beperkt zijn. De investering maakt slechts 20% uit van de totale kosten. 80% geef je tijdens de levensloop uit. Als je door slim te investeren op die 80% bespaart verdien je de investering gedurende de levenstijd terug. Een enorm hulpmiddel daarbij is het 3D werken. Tegenwoordig ‘Bimt’ iedereen, maar niet altijd optimaal. Ik zie dat diegenen die het goed beheersen de meest gezonde bedrijven zijn. Het is absurd dat je nog 10% faalkosten hebt. Dat is slecht voor

de duurzaamheid en de economische positie van de aannemers. Lean is uitermate waardevol om het proces beter te laten verlopen. Het is raar dat een HTS-er bij de aannemer bepaalt hoe de planning van een timmerman gemaakt moeten worden. Een timmerman weet het zelf beter en kan ook iets over de beste werkvolgorde zeggen. Dat moet je niet als een dictaat opleggen, maar de mensen betrekken. Dat verhoogt de werkvreugde en het respect voor elkaars werk.” TRENDS BIJ VASTGOED “We komen echt uit een waanzinnig diep dal. Het begon bij de architectenbranche, die gehalveerd is en anderhalf jaar later waren de aannemers aan de beurt. De bakker om de hoek verdient 10% op zijn brood en de aannemer 0,2%; dat is geen gezonde bedrijfsvoering. De bouw herstelt zich en de prijzen zullen normaliseren. In de Bijbel staat het al, dat na zeven magere jaren de zeven vette jaren volgen. Je merkt wel dat de vraag naar vastgoed afneemt. Als iedereen volgens Het Nieuwe Werken gaat werken kan ook nog eens 25% van de kantoorgebouwen dicht. Door de vergrijzing en de ontgroening ontstaan overschotten, alhoewel scholen en gevangenissen blijven, omdat je er verplicht naar toe moet. Als je kijkt naar oude panden zou je al veel kunnen slopen, omdat ze niet duurzaam te maken zijn. Een EPC van 0 wordt de norm in Nederland. De technologische ontwikkeling is zover dat het al kan. Er zijn andere competenties in de bouw nodig, waarbij intelligentie vaak meer EQ dan IQ is. Goed

“Kracht is dat je je niet alleen op de afgesproken prijzen richt, maar ook een goede kwaliteit levert.” communiceren en luisteren is cruciaal in de bouw en de architectuur. Mijn zoon heeft sustainable energy gestudeerd. Tien jaar geleden was die studie er niet, maar ik denk dat hem een stralende toekomst tegemoet lacht. In de bouw zal dus veel meer intelligentie worden toegevoegd. Als je in de auto springt, gaat van alles aan en uit en over tien jaar zegt je huis je welkom, staat de verwarming aan, is het water opgewarmd, meet het huis zelf wat het CO2 gehalte is, stuurt hij automatisch een stukje gevel open of sluit hij op het moment dat er teveel fijnstof in de buurt hangt.”

Kijk voor meer informatie op naar www.liag.nl

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

59


Tekst Sibo Arbeek

BREEAM EXCELLENT VOOR ZORG EN WELZIJN

Duurzaamheid gaat verder dan techniek alleen Jaap van Bruggen ROC Friese Poort loopt met mij de campus over. Hij wijst naar de gebouwen om zich heen in relatie tot de stedenbouwkundige inpassing en stelt: “Roosteren alleen is verouderd. Het gaat nu om het samenspel van onderwijs, logistiek, mobiliteit en ruimte. Dat samenspel levert de beste en meest efficiënte gebouwen op. En de goedkoopste m² is nog steeds die je niet bouwt.” Een artikel over passie en Breeam Excellent.

J

aap van Bruggen is hoofd Facilitair Beleid van ROC Friese Poort, dat met vestigingen in Leeuwarden, Dokkum, Drachten, Sneek, Urk en Emmeloord ruim vertegenwoordigd is in de Noordelijke provincies. Op de campus in Drachten staan naast de vier gebouwen van ROC Friese Poort ook scholen van OSG Singelland, CSG Liudger, het speciaal onderwijs en daarnaast de gemeentelijke sporthal. Het is een fraaie campus maar Jaap relativeert de betekenis van gebouwen: “Docenten bepalen de kwaliteit van het onderwijs en de onderwijsomgeving kan dat stimuleren, maar dat is geen doel op zich.” De nieuwbouw Zorg en Welzijn op de campus vormt onderdeel van het masterplan over de hele huisvesting: “Drachten had een verouderde huisvesting en vanuit de grote opgave heeft Inbo een beeldkwaliteitsplan gecreëerd. Van daaruit gingen we in vier aparte eenheden opereren, die passen bij de schaal van de omgeving en de achtergrond van Drachten. Een groot stedelijk gebouw is hier wat minder op zijn plaats en herkenbaarheid speelt een grote rol. Vanuit vastgoed is de overweging dat we ooit gaan krimpen of stijgen, dus de behoefte verandert over tien jaar. Door gebouwen in verschillende afmetingen te realiseren blijven we flexibel. Dit gebouw is 3.880 m². Indien nodig kunnen we bijschakelen omdat het ruimtelijk is opgezet, maar we kunnen ook afschakelen, omdat we dan een gebouw kunnen afstoten. In de ontwerpopgave heeft de mogelijkheid van veranderd functiegebruik een rol gespeeld, zowel stedenbouwkundig als voor het gebouw.” BREEAM EXCELLENT “Dit onderwijsgebouw heeft als eerste in Nederland het certificaat Breeam Excellent gekregen. Dat is een Engelse gestandaardiseerde methode, die goed valt

60

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

Jaap van Bruggen


ONTWERP EN INRICHTING te meten; Breaam Excellent kent negen aandachtsgebieden. Daarbinnen zijn er criteria waaraan het gebouw moet voldoen. Hoe meer punten hoe hoger in de ranking. We zitten op het een na hoogste niveau. Outstanding is het hoogste niveau en Excellent is het meest duurzaam voor een onderwijsgebouw in Nederland. We zijn blij met het certificaat; in de eerste plaats vanuit onze strategische vastgoeddiscussie, omdat we een hoge kwaliteit gebouwen willen, die daardoor ook couranter zijn. Die ambitie past ook goed bij ons ROC en bij Drachten; Drachten ligt centraal en de regio doet het economisch goed en dat merken we aan een toegenomen instroom. Maar centraal staat dat we duurzaamheid ook in de onderwijsprogramma’s willen verankeren. Dus niet alleen in de techniek, maar in alle facetten van het onderwijs. Het moet aantoonbaar in het lesprogramma worden ondergebracht. Vanuit die strategische visie moet je het niet alleen zeggen, maar ook tonen. Het is niet alleen een duurzaam gebouw of een x-aantal

“Centraal staat dat we duurzaamheid ook in de onderwijsprogramma’s willen verankeren.”

PROJECTINFORMATIE Project Nieuwbouw Zorg en Welzijn ROC Friese Poort Drachten voor 800 studenten Opdrachtgever ROC Friese Poort Architect DP6 architecten Adviseur ICSadviseurs

parkeerplaatsen, het geeft ook aan dat er openbaar vervoer is en dat je alternatieve energievoorzieningen hebt. Belangrijk is ook de communicatie in het voortraject met alle betrokkenen. De docenten en studenten moeten vanaf het allereerste begin betrokken worden bij het project en dat geldt ook voor de buurtbewoners. Niet om problemen te voorkomen, maar om mensen actief te laten participeren. Doel is dat het gebouw langer blijft functioneren in de omgeving.” “In het ontwerp betreft het een veelvoud van maatregelen. Alles wat je kunt zien en aanraken en voelen heeft een Breeam component. Dat loopt van gerecycled beton tot de daglichttoetreding, het klimaat en de koeling. Er is geen onderwerp in het bestek waar niet de meetlat van Breeam langs is gelegd. Die veelvoud maakt het complex want alles moet kloppen en aan het eind moet je bewijzen dat het is toegepast. Er is een blowertest uitgevoerd om aan te tonen dat de gevel luchtdicht is en de akoestiek en ventilatie zijn getest. Onze adviseurs, DP6 architecten en bouwgroep Dijkstra Draisma zijn vanaf het begin betrokken geweest.”

Realisatie Bouwgroep Dijkstra Draisma, Pranger & Rosier Installaties Bvo 3.870 m² Stichtingskosten € 6 miljoen (exclusief btw) Ingebruikname zomer 2015

KNIKKERBAK “Het is een drielaags gebouw met een split level en daardoor lijkt het alsof er meer verdiepingen zijn. We hebben gekozen voor een splitlevel omdat Zorg en Welzijn verschillende opleidingen heeft die groeien en krimpen. Daardoor kunnen ze overlopen, terwijl er een harde gelaagdheid is, maar wel visueel contact. Dat creëert onderwijskundige kwaliteit en gebouw-

lijke flexibiliteit. Het geeft daarnaast architectonisch ook een mooi beeld. Het ziet eruit als een knikkerbak. In het ontwerp is zoveel mogelijk natuurlijk licht als uitgangspunt meegenomen. Licht levert 1/3e van het elektriciteitsverbruik. Het licht, in combinatie met het materiaalgebruik en de warme kleuren geven het gebouw karakter. De weerkaatsing geeft een gloed terug in het gebouw. De natuurlijke kleuren passen ook goed bij de cultuur van Zorg en Welzijn, waar het om warmte, aandacht en contact gaat. Het gebouw voor techniek heeft een totaal andere uitstraling; veel strakker met hardere kleuren.”

Kijk voor meer informatie op www.rocfriesepoort.nl of mail

met jvbruggen@rocfriesepoort.nl.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

61


FUNCTIONEEL EN LUCHTIG

ISE Eindhoven kiest voor Casala In de Constant Rebecque Kazerne is eind 2013 de Internationale School Eindhoven (ISE) gerealiseerd. Vijf bestaande monumentale panden zijn hiervoor verbouwd. Daarnaast zijn er vier compleet nieuwe gebouwen verrezen. De nieuwe campus van ISE is gerealiseerd om hoogwaardig onderwijs te bieden aan kinderen van expats in dé top technologische regio van Europa. De Carver stoelen van Casala zijn veelvuldig ingezet in het ISE.

D

op door zijn bijzonder ranke onderstel. Tegelijkertijd diende de stoel robuuste daadkracht in gebruik te vertonen. Hier won Carver ook veel terrein door onder andere zijn stapelbaarheid. Robuust en lichtvoetig vloeien bij Carver mooi ineen. Daarnaast is de gunstige prijsstelling een aspect in de uiteindelijke keuze van de stoel”. Naast de Carver stoelen zijn er binnen ISE ook barkrukken uit het familiaire Curvy programma geleverd. Deze sluiten qua design prima aan op de Carver stoel. De meubelen worden vertegenwoordigd in uiteenlopende ruimten als de mediatheek, het restaurant, de aula en de docentenkamers.

ISE Eindhoven Foto: Arthur Bagen

it ambitieuze project is door een samen­ werkingsverband tussen diederendirrix architecten uit Eindhoven, Buro Lubbers uit ’s Hertogenbosch en Buro Staal/ Christensen uit Eindhoven tot stand gekomen. Interieurarchitect Bert Staal van Buro Staal/ Christensen vertelt: “We waren op zoek naar een luchtige stoel die als het ware boven de vloer zou zweven. De vloeren van ISE zijn voorzien van verschillende hippe hedendaagse kleuraccenten; dit om bij de bezoeker direct een gevoel op te wekken van het betreden van een andere ruimte. Een te opvallende stoel zou teveel de aandacht trekken. Carver viel direct

62

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015


CASALA SHOWROOM Casala heeft jarenlange internationale ervaring met, en knowhow van functioneel projectmeubilair. Aan ieder meubel binnen de collectie staat een gerenommeerde designer aan de basis. Deze formule heeft zich bewezen en is mede erkend door de vele internationale designprijzen die het bedrijf de afgelopen decennia in ontvangst heeft genomen. Groot geworden met houten schoolmeubilair in de 50’er jaren is Casala uitgegroeid tot een merk dat maat­oplossingen biedt voor vele inrichtingsvraagstukken. Naast de educatieve branche, zijn Casala meubelen ook sterk vertegenwoordigd in de zalensector, de zorg en evangelische instellingen. Casala heeft sinds 2004 een geheel nieuwe collectie projectmeubelen, stoelen en tafels, ontwikkeld en geïntroduceerd. Casala is wereldwijd actief in meer dan 25 landen. Voor inspiratie en informatie bent u van harte welkom in de showroom aan de Rolweg 10 in Culemborg. U kunt Casala telefonisch bereiken via 0345 51 73 88. En meer informatie vindt u op www.casala.com.

Minkema College

MEUBELEN OP MAAT De vraag naar custom made toepassingen is de afgelopen jaren sterk gegroeid. Standaard maatvoeringen van producten zijn menigmaal niet toereikend genoeg voor een optimale en efficiënte indeling van ruimten. Casala heeft de mogelijkheid om prima in te spelen op dit vraagstuk. Zo is voor de Ahoy in Rotterdam een speciale uitvoering van de Lynx stoel ontwikkeld, waarbij het frame enkele centimeters is versmald ten opzichte van het reguliere model. Het resultaat; meer zitplaatsen tijdens uiteenlopende aangelegenheden mét behoud van een goede en ergonomische zitkwaliteit. Daarnaast zijn er voor een effectieve logistiek op maat gemaakte transportmiddelen ontwikkeld, welke ook bijdragen aan een geringere opslagcapaciteit.

Foto: Kees Hummel

ISE Eindhoven

ONTWERP EN INRICHTING

“De vraag naar custom made toe­ passingen is de afgelopen jaren sterk gegroeid.”

MINKEMA COLLEGE WOERDEN Het ontwerp van het nieuwe Minkema College komt van de hand van Ector Hoogstad Architecten uit Rotterdam. Het meubilair is gefaciliteerd door projectinrichter Yield uit Moordrecht. De riante multifunctionele aula van het nieuwe Minkema College is ingericht met de Lynx stoel van Casala. De aula ligt centraal in het gebouw, met daaromheen lokalen en andere ruimtes. Speciaal voor deze locatie is de rugleuning van Lynx voorzien van een handgreep, wat een specifieke wens was van het Minkema College. Doordat de aula voor uiteenlopende activiteiten ingezet wordt, dienen de meubels snel flexibel en eenvoudig te kunnen worden veranderd van opstelling. Ook het afbouwen en transporteren van de meubelen moest makkelijk kunnen gaan. Dat zijn kwaliteiten die prima te bewerkstelligen zijn met Casala meubilair en transportmiddelen.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

63


Tekst Peter Roest

RENOVATIE EERSTE CHRISTELIJK LYCEUM HAARLEM

Hoe hergebruik je

maatschappelijk vastgoed? Hergebruik van maatschappelijk vastgoed staat hoog op de agenda van bestuurders en directies. Met name monumentale panden op goede plekken verdienen een tweede of derde leven. Maar wat zijn de randvoorwaarden voor verantwoord hergebruik? AlphaConsultancy schouwde een monumentaal pand aan de Leidsevaart in Haarlem en kwam met een gedegen advies.

H

et Eerste Christelijk Lyceum (ECL) in Haarlem is een school voor havo, atheneum en gymnasium. Het ECL is gehuisvest op de locaties Zuider Emmakade en de Leidsevaart in Haarlem. De school is de afgelopen jaren flink gegroeid en telt nu zo’n 1.250 leerlingen. De school heeft op dit moment de achterzijde van dit monumentale pand aan de Leidsevaart in gebruik. De gemeente Haarlem heeft toegezegd dat de school op termijn kan verhuizen naar de voorzijde. ICSadviseurs heeft in opdracht van het bestuur IRIS een eerste globale investeringsraming gemaakt voor de renovatie en vervolgens met de school een ruimtelijk functioneel programma van eisen opgesteld. Schoolbestuur en gemeente Haarlem waren het er over eens dat het goed is om na het afronden van het ruimtelijk functioneel Programma van Eisen een onafhankelijk kostenadviesbureau te vragen om een second opinion. Het bureau AlphaConsultancy is vervolgens gevraagd om het niveau van de renovatie te beoordelen op basis van de NEN 2767. Uitgangspunt was dat het niveau van renovatie zodanig moet zijn dat het schoolgebouw weer 20 jaar mee kan en voldoet aan hedendaagse eisen. Daarbij moet het karakter van het monumentale

64

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

pand met zijn mogelijkheden en beperkingen bewaard blijven.

Haalbaar kwaliteitsniveau Directeur Peter Roest van AlphaConsultancy over de opgave: “Om het pand aan de Leidsevaart 220 te Haarlem geschikt te maken voor de benoemde onderwijsfunctie, is er behoefte aan inzicht in de te verwachten investering. Enerzijds betreft dit de noodzakelijke werkzaamheden om het pand technisch weer in orde te maken. Anderzijds de noodzakelijke werkzaamheden om het functioneel geschikt te maken voor hedendaags onderwijs. Bij functionele aanpassingen gaat het om het programma van eisen voor de herbestemming en de noodzakelijke aanpassingen vanuit het bouwbesluit, de brandveiligheid en het gewenste binnenklimaat. Op basis van de beschikbare stukken met een overzicht van de gewenste functionele aanpassingen hebben we de binnen- en buitenzijde van het pand bouwkundig en installatietechnisch geschouwd. Daardoor hebben we een goede indruk verkregen van het pand en de staat van onderhoud van de bouwkundige schil en de installaties. Uitgangspunt voor ons advies is de bestaande wet- en regelgeving. Belang-


ONTWERP EN INRICHTING

rijk is dat we het haalbare kwaliteitsniveau op basis van de bevindingen aangeven.” VAAK ACHTERSTALLIG ONDERHOUD Kees Overdevest van AlphaConsultancy voerde de schouw uit: “Onze bevindingen hebben we uitgewerkt in een beknopte (foto-)rapportage in combinatie met een kostenraming uitgewerkt op hoofdlijnen. Wat bij dit gebouw met name opviel was de prachtige architectuur van zowel het gebouw als de tuinmuren en hekwerken rondom het schoolplein. Bestaand onderwijsvastgoed is vanwege de architectuur, de vaak hoge plafonds en ruime leslokalen en de vaak onderhoudsvriendelijke en solide materialen interessant voor hergebruik en instandhouding. Dat geldt zeker ook voor dit gebouw! Wat ik bij veel gebouwen zie is de enorme omvang van achterstallig onderhoud en de ondeskundige detaillering en uitvoering van herstelwerk en maatregelen. Ook die ‘algemene karakterschets’ van bestaand onderwijsvastgoed’ geldt voor het gebouw aan de Leidsevaart. Achterstallig onderhoud en onjuiste detaillering en uitvoering komen in onderwijspanden vaker voor dan in meer bedrijfsmatige panden. Een deskundige inventarisatie en begeleiding tijdens onderhoud en renovatie is noodzakelijk om de instandhouding van een dergelijk gebouw en een prettig klimaat in het gebouw te waarborgen en kosten voor onderhoud en energie te beperken.” STRATEGISCHE SAMENWERKING Peter verder: “Goed te noemen is dat we een strategische samenwerking met ICSadviseurs hebben. Dat heeft ermee te maken dat onderhoud en kosten in

“De crux is dat we niet blijven hangen in wat wij technischgewenst vinden, maar ook kijken wat financieel haalbaar is.”

relatie tot bijvoorbeeld hergebruik om strategische en operationele afwegingen vragen. Dan is afstemming in een vroegtijdig stadium van belang. Wensen vanuit een programma van eisen hebben direct gevolgen voor ruimtelijke en technische aanpassingen; dat kun je niet meer los van elkaar zien. Een goed inzicht in de onderwijskundige en ruimtelijk-functionele wensen in relatie tot een kostenbegroting op hoofdlijn is dan vooraf van belang. Onze kracht is om voor bestaand vastgoed met een brede blik, met oog voor financieel realisme én rekening houdend met toekomstig gebruik analyses uit te voeren en die om te zetten in bruikbare adviezen. Bijzonder is dat wij deze integrale blik hebben op vastgoed en de indrukken confronteren met programma’s van eisen die zijn opgesteld ten behoeve van het toekomstige (veranderende) gebruik. Resultaat is een zeer waardevol advies aan partijen over technische en financiële consequenties van gebouwelijke voornemens nog voordat een uitgewerkt ontwerp is opgesteld. De crux van ons werk is dat we niet blijven hangen in wat wij technisch gewenst vinden, maar ook kijken wat financieel haalbaar is. Dat moet je dan integraal afwegen tegen aspecten rond veiligheid, binnenklimaat en onderhoudslasten op termijn. Wat is bijvoorbeeld technische verstandig in relatie tot het monumentale karakter van het gebouw. Dat vraagt om een nauwe samenwerking met de opdrachtgever over voor te stellen maatregelen en de vertaling daarvan in een programma en uitgangspunten voor het ontwerp.”AlphaConsultancy heeft per 1 september een nieuwe vestiging in Ridderkerk geopend.

Voor meer informatie surft u naar www.alphaconsultancy.nl.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

65


Tekst Sibo Arbeek

ROBUUST ONTWERP PAST BIJ HET HMC ROTTERDAM

Combinatie van ambacht en creativiteit RoosRos architecten heeft de vernieuwbouw van het HMC mbo vakschool voor hout, meubel en interieur in Rotterdam ontworpen. Het project aan de Melanchthonweg bestaat uit de nieuwbouw van een 5-laags onderwijsgebouw van 6.500 m2 BVO en de renovatie van de bestaande werkplaatsen en praktijkruimtes (ca. 4.500 m2 BVO). De beleving staat centraal.

“Nu zie je een dynamische vakmanschool met een stevige uitstraling”.

PROJECTINFORMATIE Projectmanagement Objecten Objectum Aannemer Waal Bouw Vlaardingen Architect RoosRos

66

SCHOOLDOMEIN

H

et HMC mbo vakschool is sinds 1929 een zelfstandige mbo vakschool met vestigingen in Amsterdam en Rotterdam, die zich vooral richt op creativiteit, vakmanschap en ondernemerschap. HMC leidt op voor de hout- en meubelbranche en voor de woon- en interieurbranche. Deze branches zijn nauw bij de school betrokken. HMC is één van de elf unieke zelfstandige mbovakscholen in Nederland en onderscheidt zich daarmee van de grotere ROC’s. De school leidt op voor beroepen in de richtingen interieur & wonen, meubel & hout en design & mode accessoires. De belangrijkste kenmerken zijn: • rechtstreekse band met branche of bedrijfstak; • specialistische, beroepsgerichte uitvoering van opleidingen; • vakdocenten uit de praktijk; • een veilige, kleinschalige omgeving; • aandacht voor traditie en innovatie. BRUISENDE OMGEVING Architect en lid van het projectteam Henk de Gelder van RoosRos knikt: “En daarmee zijn we aan de slag gegaan. In ons ontwerp speelt de beleving en ervaring van de opleiding en de prachtige producten die hier gemaakt worden een belangrijke rol. Het HMC is een relatief kleine school en dit geeft de school een persoonlijk karakter en een veilige sfeer. Je krijgt les van professionele docenten die zelf vaak jarenlang in de praktijk hebben gewerkt of dat nog steeds doen. Er zijn intensieve contacten met het bedrijfsleven. Dit betekent goed aansluitend onderwijs en een gevarieerde keuze aan stageplaatsen. Ook biedt de school levensechte werkplaatsen die ideaal zijn als praktische leeromgeving. Het ontwerp en de inrichting van het gebouw moeten zo veel mogelijk een afspiegeling

oktober 2015

van de beroepspraktijk zijn. De uitdaging was dus een bruisende omgeving te maken waarin leerlingen samenwerken aan praktijk- en leeropdrachten. Het is een combinatie van hergebruik en nieuwbouw geworden. De bestaande hoofdbouw is gesloopt en op een zichtlocatie op het kavel opnieuw gebouwd en de bestaande werkplaatsen worden aangepakt. Dat doen we in verschillende fasen, zodat de school door kan draaien. Mooi is dat we de kelder van de gesloopte hoofdbouw hebben laten zitten. Daar komen de installaties voor de werkplaatsen in. Die kelder ligt 70 centimeter boven het maaiveld en daar komt het schoolplein op te liggen.” TRANSPARANTIE “We wilden in het exterieur het ambachtelijke en het gevoel van vakmanschap terug laten komen. Doordat er sprake is van een nieuw hoofdgebouw en bestaande werkplaatsen moest het gebouw eenvoudig leesbaar zijn. Het gebouw heeft een vrij indeelbare hoofdopzet en reageert qua vormgeving op de omgeving. Een langgerekte insnede markeert de hoofdentree en geeft de studiecentra en de kantine op de eerste verdieping een transparant karakter. De entree markeert de as van het gebouw, waarlangs de praktijkvleugel ligt. Je loopt dus door het gebouw en ziet tegelijkertijd de leerlingen aan het werk. Dat brengt dynamiek en levendigheid in het gebouw, terwijl de hoofdopzet toch rustig en transparant blijft. Boven op de plint ligt als het ware een ‘onderwijsdoos’ waarin de (vak)theorievakken worden gegeven, waarbij elk cluster een eigen thuisbasis heeft. De basis vormt een levendige leer- en werkomgeving en dat wordt versterkt doordat je gelijk naar de enorme tribunetrap loopt die je naar de kantine leidt. We hebben ook de hoofdentree een nieuwe positie gegeven en daarbij goed gekeken waar de leerlingen veelal aankomen.


ONTWERP EN INRICHTING

Vroeger zag je vanaf de Melanchthonweg een saaie loods liggen, nu zie je een dynamische vakmanschool met een stevige uitstraling.” PASSIEF GEBOUW Henk: “Klimaat was een groot probleem in de bestaande werkplaatsen. Overal zaten lichtkoepels, waardoor de temperatuur hoog op kon lopen. Nu hebben we een nieuw dak met lichtstraten die vooral het noorderlicht vangen en ook de warmte buiten houden. Wij wilden graag een duurzaam en energiezuinig gebouwcomplex opleveren en dat is gelukt. Het gebouw heeft een hoge isolatiewaarde. We hebben een behoorlijke studie gedaan naar de directe zoninstraling op de langsgevels en zo ook gekeken naar de ligging van onderwijsruimten. Door het vele computergebruik met zwaardere tekenprogramma’s op vaste stations was bij sommige lokalen toch wel extra koeling nodig, dus volledig passief is het gebouw niet. Maar het is wel een duurzaam gebouw geworden, dat integraal technisch is uitgewerkt in BIM-Revit conform de norm van de Rijksgebouwendienst.” CREATIEF KARAKTER Bijzonder is ook dat de leerlingen en zelfs ex-leerlingen met inmiddels een eigen bedrijfje actief hebben meegedacht met het interieur van onder andere de paviljoens op de begane grond. Ze hebben nieuwe elementen ingebracht die daadwerkelijk zo zijn uitgevoerd, zoals de verblijfs- en werkplekken in de kantine. Zo hebben we daar geen plafond aangebracht en het kale beton met leidingen en kanalen in een kleur gespoten. Daar zijn op verschillende plekken weer bijzondere lampenkappen aan gehangen, zodat er een aparte sfeer ontstond. Er is sprake van een generiek kader met een eigen specifieke inrichting. De sfeer die zo ontstaat, versterkt het ambachtelijk en creatieve karakter van de school.”

Foto: Bastiaan van der Wal

LOCATIEDIRECTEUR DENNY TERLOUW: “We hebben nu een school die mede ontworpen is door (oud)-leerlingen en door docenten. De beleving en erva-

Het HMC heeft vestigingen in Amsterdam en Rotterdam. Voor meer informatie kijkt u op www.hmcollege. nl. Voor meer informatie over RoosRos architecten surft u naar www.roosros.nl.

ring van onze creatieve opleidingen en de prachtige producten die jaarlijks gemaakt worden, speelden een belangrijke rol bij de realisatie. Het is mooi om te zien dat onze kernwaarden creati-

viteit, vakmanschap en ondernemerschap terug te zien zijn in het nieuwe gebouw. Het komende schooljaar werken we nog hard aan de renovatie van de praktijklokalen. “

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

67


Project: Brede School De Verwondering

Tekst Sibo Arbeek Foto’s BUKO

in Lent, ontwerp: Bulkens Architecten

INSPELEN OP VERANDERINGEN

Tijdelijke huisvesting brengt flexibiliteit

Prognoses zijn steeds minder betrouwbaar en krimp- en groeiscenario’s moeten vaak voor een korte periode worden opgevangen. Tegelijkertijd is er behoefte aan esthetisch goede en flexibele bouw. Gevolg is dat de vraag naar semipermanente huisvesting groeit. BUKO speelt daar 24/7 met duurzame oplossingen goed op in.

“V

andaag de dag is niets meer permanent”, opent Angela Lindenberg, engineer bij BUKO Huisvesting. “Niet alleen bestemmingen, maar ook wensen en eisen veranderen continu. Dat schept mogelijkheden voor opdrachtgevers.” Daarnaast wordt het door de overheveling van het buitenonderhoud naar de schoolbesturen steeds belangrijker om vanuit de exploitatie te denken. BUKO speelt daarop in door Design & Build trajecten, waarbij zowel (een deel van) het ontwerp als de realisatie van het object aan één marktpartij wordt overgelaten. Zo kan met tijdelijke huisvesting of met de tijdelijke invulling van een gebied de toekomst van dat gebied worden gestimuleerd.

KLANTVRAAG STAAT ALTIJD CENTRAAL “De flexibiliteit en dynamiek van vandaag vragen om een andere manier van omgaan met je huisvesting”, legt Lex Meuldijk van BUKO Huisvesting uit. “Met de concepten die wij in huis hebben, van supertijdelijk tot ultrapermanent, bieden wij een prachtig pallet voor onder andere bedrijven, instellingen, onderwijs en woningcorporaties. Wij kunnen klanten heel breed be-

68

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

dienen of het nu gaat om semipermanente huisvesting of traditionele nieuwbouw, de klant zit met één partij aan tafel. Hierbij treden we niet alleen op als bouwer, maar vooral ook als adviseur en dienstverlener.” Door al in een vroeg stadium van een project bij de opdrachtgever en architect aan tafel te zitten, staat de klantvraag in alle fasen van het bouwproces centraal. Dat leidt tot projecten die esthetische en functionele kwaliteiten koppelen aan efficiency en kostenbeheersing, doordat we nadrukkelijk vanuit het dagelijks gebruik naar de bouwopgave kijken. En met onze 24/7 service dragen wij zorg voor een snelle realisatie. Zo hebben wij onlangs voor een school in Bloemendaal binnen zeer korte tijd een tijdelijke school gerealiseerd nadat de huidige school was afgebrand. Door deze snelle realisatie hebben de kinderen geen school hoeven missen. De school was binnen twee weken opgebouwd van grasveld tot school met schoolplein.” PERMANENT PASSEND BOUWEN De brede school De Verwondering in Lent is in korte tijd ontworpen en gerealiseerd, in samenwerking


ONTWERP EN INRICHTING

Project: Uitbreiding van de Buiksloterhamschool in Amsterdam

met Conexus, HEVO en Bulkens Architecten. Het gebouw is gerealiseerd in systeembouw, flexibel in de toepassing en makkelijk uit te breiden. De structuur is zodanig opgezet dat het eenvoudig is om in de toekomst extra ruimte toe te voegen of weg te halen. Ook wijzigingen in de indeling zijn snel te realiseren, zonder onnodige overlast. Het gebouw is voorzien van onderhoudsarme kozijnen en duurzame vloeren. De ventilatie is afgestemd op de eisen van Frisse Scholen klasse B en wordt per groepsruimte CO2-gestuurd. De gemiddelde GPR-score bedraagt 8,3. BUKO noemt dit permanent passend bouwen, vanuit de ambitie om spaarzaam te bouwen en zuinig te zijn met energie, materialen en arbeid (onderhoud). FLEXIBELE, DYNAMISCHE HUISVESTING Semipermanent bouwen biedt ook mogelijkheden voor toekomstig gebruik. Lex: “De semipermanente Buiksloterhamschool in Amsterdam die we enkele jaren geleden hebben gebouwd, is recent door ons voorzien van een forse uitbreiding. Hiervoor hebben we bestaande units aangepast en opgewaardeerd, onder andere qua esthetica en isolatiewaarde. Een perfect voorbeeld van circulair bouwen. Een ander voorbeeld van circulair bouwen betreft een kinderdagverblijf in Leidsche Rijn. Ook hier hebben we enkele jaren geleden tijdelijke huisvesting gerealiseerd. We hebben de huisvestingbehoefte in kaart gebracht

“De structuur is zodanig opgezet dat het eenvoudig is om in de toekomst extra ruimte toe te voegen of weg te halen.”

en omdat nieuwbouw niet haalbaar bleek, was de optie de bestaande huisvesting op te waarderen naar permanente huisvesting een goed alternatief. Het gebouw wordt onder andere voorzien van aanvullende isolatie en de gevel krijgt een nieuwe look & feel, waarmee de huisvesting weer jarenlang vooruit kan. Op deze manier is flexibiliteit voor toekomstige veranderingen gegarandeerd en een spaarzame oplossing gerealiseerd.” DUURZAAM MATERIAALGEBRUIK Bij de keuze van materialen en installaties kijkt BUKO naar de levenscyclus van het gebouw. Lex: “We werken met duurzame toepassingen en dat levert gebouwen op met een prettig en gezond binnenklimaat en energiezuinig. Ze vergen weinig onderhoud, waardoor de exploitatiekosten laag zijn. We werken zoveel mogelijk met materialen die herbruikbaar zijn en na de gebruiksperiode recyclebaar. Met deze bouwmethode realiseren we duurzame huisvesting tegen lagere integrale kosten. Zo renoveren we bestaande units naar de huidige wet- en regelgeving in Vuren. Daar maken we gebruik van het vloerframe, de kolommen en de dakconstructie. Verder wordt de unit helemaal opnieuw opgebouwd en voeren we een aantal verbeteringen door. BUKO is PEFC en FSC gecertificeerd.”

Kijk voor meer informatie op www.bukohuisvesting.nl.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

69


INNOVATIELAB:

Kracht

70

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015


THEMA: KRACHT DE STELLINGEN

1. 2. 3.

DEELNEMERS

Zonder overtuigingskracht wordt er niets meer gebouwd in Nederland

Dorte Kristensen – Atelier PRO Hans Adriani – Wethouder Nieuwegein

Krachtige bestuurders met visie zijn een randvoorwaarde voor duurzaam vastgoed Krachtige gebouwen zijn bij voorkeur kleinschalig met een menselijke maat

Jack Hazen – directeur Pellikaan Bouw Mark van Rotterdam - ICSadviseurs

Overtuigingskracht, krachtige bestuurders en krachtige gebouwen. Daarover gaan de stellingen in ons Innovatielab. Kracht is het thema van deze editie van Schooldomein en daarom legden we drie stevige stellingen voor aan vier scherpe specialisten.

loci. Jarenlang heerste er bij bestuurders een sfeer van sloop-en-nieuwbouw-is-debeste-oplossing. Dat komt omdat beslissers vaak geen binding hebben met een bepaalde plaats of organisatie. Draagvlak is er pas als bewoners van een wijk of gebruikers van het gebouw zijn overtuigd dat de verandering een bijdrage in de leefomgeving is voor iedereen.

DORTE KRISTENSEN 1. Met alleen overtuigingskracht en mooie woorden komt men er niet. Er zal een goed product moeten worden voorgelegd waar mensen in geloven. Een school die mensen verrast en waar men eigen dromen in kan verwezenlijken. Het gaat niet om te overtuigen met retorische trucjes zoals bij de inspraakarchitectuur uit de jaren zeventig, het gaat om een serieuze dialoog die leidt tot draagvlak bij iedereen. Bouwen is voor mensen van een bepaalde wijk of gebruikers van een gebouw een ingrijpende bezigheid. Vooral als iets daarvoor gesloopt moet worden waar veel mensen aan gehecht zijn geraakt en herinneringen aan hebben. Elke plek of elk gebouw krijgt bij deze mensen een unieke betekenis, genius

2. K rachtige visies worden zelden gerealiseerd. De rechtbank moest er in juni 2015 aan te pas komen om de Nederlandse Staat te verplichten om uitstoot van broeikasgas terug te brengen. Actiegroep Urgenda behaalde hiermee een historische overwinning. Klimaatproblemen zijn ook gigantisch, en de transitie van fossiele brandstof naar duurzame energie blijft jammerlijk achter. Men verlaagt liever de belasting voor de verkiezingen en denkt dan, na ons de zondvloed. Natuurlijk is er de hoop op een visionair bestuurder, maar die gaan gewoonlijk niet lang mee. Neem nou het energieneutraal of energielabel B maken van corporatiewoningen en maatschappelijk vastgoed in Nederland. Daar had allang een soort deltaplan met budget voor klaar moeten liggen, met een verstandige deltacommissaris. De werkelijkheid is dat in het Bouwbesluit de eisen voor nieuwbouw voor wat betreft duurzaamheid voortdurend worden aangescherpt, wat wij allen natuurlijk toejuichen. Daarvoor zijn nieuwe kostbare technieken en materialen nodig, terwijl juist het budget per m² voor onderwijsvastgoed naar beneden wordt bezuinigd! Nu in 2015 zitten we weer op het budgetniveau van eind van de vorige eeuw. Bij een mooie visie op duurzaamheid hoort een budget! Anders blijven het lege woorden!

3. Wat is de maat van de mens? Wat is kleinschalig? En wanneer is een gebouw krachtig? Dit lijkt op een woordenspel. Mensen hebben behoefte aan een geleding in schalen. Van klein tot groot. Het is niet zondermeer zo dat klein goed is en groot fout. Het Haagse stadhuis heeft een grote schaal. Dat betekent toch niet per se dat het een slecht gebouw is. Het verbinden van moraal aan de schaal van gebouwen is een principiële denkfout. Een grote scholengemeenschap of brede school met twee of drie scholen kan zo ontworpen worden dat iedereen toch zijn ‘eigen’ domein als huiselijk ervaart. Terwijl een kleine basisschool ook als massaal en anoniem ervaren kan worden. Het ligt eerder aan de vaardigheid van de ontwerper en de bereidheid van de opdrachtgevers en gebruikers om daarin mee te denken. HANS ADRIANI 1. In onze regio is vooral behoefte aan woningbouw en kleinschalige zorgvoor-

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

71


zieningen. Gelukkig zijn er nog talrijke initiatieven om te bouwen. Zonder overtuiging en overtuigingskracht kunnen die initiatieven in een stedelijk gebied als de regio Utrecht echter makkelijk sneuvelen. Schaarse binnenstedelijke ruimte wordt bevochten door vele belangen en wensen, zoals groen, recreatie en leefbaarheid. Dat vraagt om zorgvuldige afwegingen en zorgvuldige processen. Als dan het belang om te bouwen prevaleert, moet dat ook met overtuiging worden uitgedragen. Overigens kan ook niet bouwen overtuigingskracht vragen, als juist andere belangen rondom een projectgebied zwaarder moeten wegen. 2. Als overheid en samenleving zijn we geneigd de eisen aan nieuwbouw te stapelen: kleinschalig, betaalbaar, combinaties van functies, gericht op de ontwikkeling van langer zelfstandig thuiswonen, levensloopbestendig, nulop-de-meter, gebruik makend van urban mining, een zo beperkt mogelijke impact op de leefbaarheid in de omgeving… Ontwikkelaars vragen zich wel eens vertwijfeld af of dat soort ontwikkelingen

72

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

onder die voorwaarden nog wel realiseerbaar zijn. En het lijkt verleidelijk om onder druk van die realiseerbaarheid sommige eisen te laten varen. Maar verstandig is dat niet. Bouwen doe je immers niet (alleen) voor de vraag van nu. Je voegt iets toe aan je stad wat 50, 100 jaar of nog langer onderdeel van die stad zal zijn. De kunst is om niet tegenover de ontwikkelaar in onderhandeling over de kwaliteit te komen, maar met de ontwikkelaar samen te zorgen dat die kwaliteit gerealiseerd kan worden. 3. Met de term ‘megalomaan’ hebben we als samenleving effectief afscheid genomen van het fenomeen groot-groter-grootst van de afgelopen 15-20 jaar. Mensen hebben weer behoefte om zich te herkennen in hun omgeving, om zich er thuis te voelen, om er invloed op te kunnen hebben. Dat geldt voor organisaties en instituties, zoals scholen, zorginstellingen, verzekeringen, maar zeker ook gebouwen. Laagdrempelig, Toegankelijk en Multifunctioneel zijn de begrippen die leidend zijn bij de bouw van nieuwe voorzieningen in de stad. Als het even kan, bestierd en bestuurd door inwoners zelf. De behoefte aan de mense-

lijke maat gaat hand in hand met de wens/ noodzaak dat mensen langer zelfstandig thuis wonen. Zorg in de buurt, ontmoeting in de buurt, onderwijs in de buurt, sport in de buurt: nieuwe en bestaande gebouwen in buurten en wijken bieden hier ruimte voor. Goed voor de buurt, maar zeker ook goed voor de exploitatie.


THEMA: KRACHT

flexibiliteit van het gebouw is belangrijk; hoe kan het gebouw de gebruiker van nu maar ook in de toekomst faciliteren? Een vrij indeelbaar, eenvoudig uitbreidbaar of eenvoudig te verkleinen gebouw is absoluut een must voor elke opgave. Ook hier dient een krachtige bestuurder zich hard voor te maken. Innovaties gaan snel en de materie blijft complex. Daarom zouden bestuurders eerder de marktpartijen de kans moeten geven om mee te denken. 3. Wij zien juist in deze markt diverse clusteringen van gebruikers in een gebouw. Dit heeft diverse voordelen in bouwkosten, beheer, personeel en energie verbruik. Grootschalige gebouwen kunnen vaak heel goed kleinschalig benaderd worden. Daar valt nog een wereld te winnen. Ook veranderingen van gebruikers zijn in gebouwen van een zekere omvang makkelijker op te vangen. De ene organisatie krimpt en de ander groeit en kan dan weer gebruik maken van de ontstane leegstand. Het is de kunst om in een grootschalig gebouw de menselijk maat te handhaven en te hanteren als uitgangspunt voor transformaties. JACK HAZEN 1. Als Design en Build hoofdaannemer hebben wij overtuigingen genoeg om de realisatie van nieuwbouw projecten te stimuleren. Te vaak wordt er gekeken naar initiële kosten, terwijl juist de Total cost of ownership belangrijk zijn. Meer of eerder investeren in cluster projecten is vaak economischer over een langere periode dan jaarlijks diverse oude gebouwen met lapmiddelen in stand te houden en dure energie rekeningen te blijven betalen. De overtuiging van bestuurders zou moeten liggen in het bundelen van budgetten, zodat initiële kosten en meerjarig onderhoud en energie in samenhang bekeken worden. Dat levert een duurzame omgeving op. Het overzicht van de lasten en baten is nu vaak ondoorzichtig. Door bestuurders goed te informeren zal de overtuigingskracht toenemen en dat zal ook een stimulans voor goede nieuwbouwprojecten opleveren. 2. De scope moet liggen op een levensduur van dertig tot veertig jaar. Naast bouwkosten dienen partijen vooraf naar energie en onderhoud te kijken. Dit zijn echter niet de enige aspecten die meetellen. Ook

MARK VAN ROTTERDAM 1. Overtuigingskracht komt naar voren uit een helder verhaal dat onderbouwd is met een gedegen onderzoek en advies. Te vaak zie ik dat er in een haalbaarheidsfase een adviesbureau geselecteerd wordt op basis van criteria, waarbij prijs zwaar meeweegt.

De eerste fase van een project is een zeer belangrijke in het totale proces. Indien het haalbaarheidsonderzoek niet gedegen is, kan het politieke proces erg lang duren en dat leidt tot frustratie en verlies van energie bij de gebruikers c.q. initiatiefnemers. De prijs van dit onderzoek en de verschillen tussen partijen is relatief klein als dit vergeleken wordt met de kosten van nieuwbouw. Selecteer met name op kwaliteit en ervaring en minder op prijs. Een ervaren adviseur betrekt gebruikers en opdrachtgever, inventariseert behoefte, houdt rekening met gestelde kaders en brengt scenario’s in beeld. Mijn ervaring met de politiek is dat zij graag volledig geïnformeerd wordt en een keuze wil maken. 2. Eens. Het begrip duurzaamheid kent vele definities. In de meeste gevallen gaat het om een meerinvestering dat ten goede komt aan de kwaliteit, maar niet volledig terugverdiend wordt in de exploitatie. Als voorbeeld wil ik graag de bouw van twee basisscholen onder één dak nemen. De gemeente heeft de zorgplicht voor de huisvesting van het onderwijs. De exploitatiekosten (inclusief onderhoud) zijn voor het schoolbestuur. De gemeente neemt vaak voorafgaand aan de investering in haar begroting een bedrag op dat is gebaseerd op de onderwijsverordening. Dit budget is krap, zeker nu de markt aantrekt en het bouwbesluit is aangescherpt. Om toch aanvullend budget voor duurzaamheid te verkrijgen is een wethouder nodig met een rechte rug, heldere visie op duurzaamheid in combinatie met de politieke handigheid van een bestuurder. 3. Belangrijke waarden van een gebouw met een maatschappelijke functie vind ik geborgenheid en veiligheid. Die kernwaarden worden in mijn ogen vaak verward met kleinschaligheid. Ook een groot gebouw kan geborgenheid bieden door het creëren van verschillende gebieden, het logisch situeren van ruimten en een passende inrichting. De menselijke maat is bij maatschappelijke gebouwen zeker van belang. Redeneer altijd vanuit de gebruiker en activiteit, dan pas vanuit het gebouw. Een tevreden gebruiker maakt het gebouw namelijk krachtig en beheersbaar!

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

73


TU Delft. Gispen Lato klantspecifieke maatwerk oplossing voor digitaal tentamineren. Het scherm kan in de tafel worden opgeborgen bij een schriftelijk tentamen. / KI Intellect Wave stoel. Gispen is exclusief partner van KI voor de Benelux.

LATO LESTAFELS VOOR IEDERE SCHOOL EEN OPLOSSING

GISPEN AMBACHT De lestafels zijn helemaal naar uw wensen te maken. Uw oude lestafels nemen wij graag in om te revitaliseren. Met kleine aanpassingen kan een product vaak weer jarenlang mee. Dit doen wij met veel aandacht in onze eigen fabriek in Culemborg. Kom gerust eens kijken hoe dat gaat. Wij informeren u graag over de mogelijkheden voor uw school. Bel voor een afspraak met Jeroen Verweij, 06 - 22 40 43 33 www.gispen.nl


FACILITAIR EN BEHEER

INTERIMMERS IN BEELD

Grootschalige ontwikkeling in dorpshart Kaatsheuvel Rondom het dorpsplein in Kaatsheuvel is ruimte gemaakt voor de vorming van een ‘Bruisend Dorpshart’. Een mooie ambitie waarvoor een goed programmamanagement een voorwaarde is. Onderdeel van het plan is de ontwikkeling van woningbouw, horeca en horeca-gerelateerde dienstverlening en een maatschappelijk multifunctioneel centrum, gecentreerd rondom het dorpsplein. Kenmerkend gebouw is de oude brandweerkazerne welke in het plan wordt aanbesteed voor herbestemming tot gemeentelijke kantoorhuisvesting en horeca-gerelateerde ondernemingen. PROGRAMMAMANAGEMENT Als resultaat van een meervoudige selectie heeft ICSinterim begin 2014 van de gemeente Loon op Zand de opdracht gekregen om het programmamanagement uit te voeren voor de ontwikkeling van het Bruisend Dorpshart. Interim manager Jan Abrahamse heeft deze opdracht het afgelopen jaar met veel enthousiasme en naar tevredenheid uitgevoerd.

Jan Abrahamse en Monique van Bavel

Foto: Kees Rutten

“Jan is een echte professional die alleen genoegen neemt met het beste.”

“Het project verkeerde in een moeilijke fase toen de gemeente besloot een nieuwe programmamanager aan te trekken,” verklaart Jan. “Het proces verliep moeizaam, de geplande woningbouw vertraagde vanwege de marktsituatie en veel partijen werden sceptisch doordat er te weinig voortgang werd geboekt.” TEVREDEN OPDRACHTGEVER In krap een jaar tijd heeft Jan het proces nieuw leven ingeblazen en zijn er concrete stappen gezet door onder andere de ontwikkeling van een helder horecaondernemingsplan, de realisatie van het gemeenschapshuis Het Klavier en de uitgangspunten voor programmatische samenwerking tussen alle partijen rondom het nieuwe dorpsplein. Monique van Bavel, gemeentesecretaris van de gemeente Loon op Zand en ambtelijk opdrachtgever van Jan Abrahamse licht hun samenwerking toe: “Jan is een echte professional die alleen genoegen neemt met het beste en zich goed weet aan te passen aan de ‘couleur locale’. Hij overziet het totale proces goed en de verschillende belangen die daarbinnen spelen. Ik vind het knap hoe Jan binnen dit complexe speelveld telkens weer goed in staat is om zijn ‘taal’ en gedrag aan te passen aan zijn gesprekpartners”. Jan: “De woningbouw is weer in volle gang en een dezer dagen start de aanbesteding van de oude brandweerkazerne. Het gemeenschapshuis wordt in oktober in gebruik genomen. Daarmee wordt een belangrijk onderdeel toegevoegd aan de keten die het dorpshart straks doet bruisen. Als je nu rondloopt op het dorpsplein dan delen Monique en ik eenzelfde gevoel van trots.”

Voor meer informatie neemt u contact op met Sherwin Neira:

06-22569665 of sherwin.neira@icsinterim.nl.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

75


Vieren, varen en vormgeven Schooldomein is haar 28e jaargang ingegaan. Een jaargang met een vernieuwd uiterlijk. Een feestelijke jaargang ook, want hoofdredacteur Sibo Arbeek viert zijn 25 jarig jubileum. Dat jubileum vierde de Schooldomein-crew onlangs met een vaartocht en een vrolijke maaltijd. Vieren, varen en vormgeven; verleden, heden en toekomst van Schooldomein op twee pagina’s.

Schooldomein - mijn domein TOEN In jaargang 6, nummer 3 van november 1993 schreef ik voor de eerste keer in Schooldomein een klein artikel over de levensruimte die voor een kind van 4 jaar al begint op het schoolplein. Op verzoek van hoofd­ redacteur Sibo Arbeek gaf ik mijn mening over de speelruimte die een kind nodig heeft in zijn groei naar volwassenheid. De grafische productie van Schooldomein was in handen van Drukkerij Ten Brink Meppel. Schooldomein was toen een praktijkblad over plannen, bouwen, beheren van onderwijs­ accommodaties. NU Wie had toen kunnen bedenken dat dit kleine nationale magazine met slechts 24 pagina’s in de kleur zwart met slechts een ondersteunende kleur in blauw zou uitgroeien tot een internationaal bekend en gelezen magazine van 66 bladzijden in full colour met verrijkende, innovatieve en plezierig leesbare artikelen over de ideale leer-, werk- en leefomgeving voor huisvesting op een breed terrein. Ik niet. Sibo Arbeek wel! Hij bleef trouw aan Schooldomein, thans al 25 jaar. Vanuit zijn passie en creativiteit werd Schooldomein wat het nu is. Schooldomein is een Onderwijsdomein, een Sportdomein, een Zorgdomein en een Wijkdomein. STRAKS Wat zal Schooldomein na vandaag nog meer worden? Er is m.i. maar een antwoord op te geven: nog veel meer! Schooldomein is meegegaan in en met alle ontwikkelingen de afgelopen jaren en zal ook meegaan met de ontwikkelingen van morgen, overmorgen en de komende jaren. Onder de bezielende leiding van Sibo Arbeek als hoofdredacteur met als uitgever

76

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

Edward van der Zwaag (l) en Sibo Arbeek

nog steeds Ten Brink Meppel, de vaste medewerkers en ondersteund door de Redactieraad ben ik ervan overtuigd dat Schooldomein nog lang niet af is. De levensruimte van Schooldomein is nog steeds groei en bloei als magazine voor de perfecte leer-, werk- en leef­omgeving. Schooldomein is (ook) mijn domein geworden en daar ben ik als mede-auteur, medewerker, debater en lid van de redactieraad enorm trots op. Van harte gefeliciteerd Schooldomein, Sibo en allen die Schooldomein een warm hart toedragen. En dat zijn en blijven er velen. Edward van der Zwaag


SCHOOLDOMEIN

Varen op de Beulakerwiede

N

et voor de zomervakantie nodigde uitgever Henrico ten Brink de hele crew van School­ domein uit om mee te varen op de Beulakerwiede, het grootste meer van de Kop van Overijssel. Het weer was prachtig en de hemel strak blauw. In een mandje onder het stuurwiel lagen drank en lekkernijen uitgestald. Aanleiding voor deze uitnodiging vormt het feit dat Sibo Arbeek 25 jaar hoofdredacteur van Schooldomein is, het toonaangevend vakblad voor maatschappelijk vastgoed dat net zijn 28e jaargang is ingegaan. Uiteraard werd Sibo het woord gegund, met om hem heen de uitgestrektheid van het water en later een terras in het eeuwenoude havenstadje Blokzijl. Hij benadrukte dat zo lang aan een blad verbonden zijn alleen maar mogelijk is door goede samenwerking met een professioneel team. En dat staat er in de combinatie van Brenda Breems als redactiesecretaris, Paul Voogsgerd als eindredacteur, FIZZ met het hele team van Michiel ten Brink als vormgever, Recent als advertentie-exploitant. Edward van der Zwaag als voorzitter van de redactieadviesraad en Henrico ten Brink als uitgever en drukker. Een sterke groep die er met passie en deskundigheid

voor zorgt dat er elke twee maanden weer een nieuwe Schooldomein wordt gemaakt. Dank daarvoor en we gaan nog heel veel jaren door!

De Schooldomein-crew op een terras in Blokzijl; vlnr: Len Flik-Boerwinkel, Sibo Arbeek, Henrico ten Brink, Michiel ten Brink, Guido Lap, Edward van der Zwaag en Brenda Breems.

Dirk van der Burgh

jaargang 28, oktober 2015

twitter.com/schooldomein

Met extra themakatern Schooldomeinsymposium Kracht door Innovatie

facebook.com/schooldomein

1

no.

Altijd de laatste updates van Schooldomein?

SPORTDOMEIN | ZORGDOMEIN | WIJKDOMEIN

Magazine voor de perfecte leer-, werk- en leefomgeving

SCHOOLDOMEIN

Nieuw gezicht Schooldomein

THEMA: KRACHT SPORT ALS AANJAGER voor een vitale samenleving VASTGOED BEWEEGT! Debat over definities en trends DE SCHOLENBOUWATLAS helpt scholenbouw stroomlijnen

Met ingang van het nieuwe schooljaar wilde de redactie van Schooldomein het blad weer een beetje opfrissen. Mij werd gevraagd mijn licht daarover te laten schijnen. Wat mij opviel aan het magazine, is dat de basis al heel stevig staat: prettig leesbaar, goede fotografie en een heldere lay out. De gedrevenheid

van de auteurs spat van de bladzijden, hier valt veel te vertellen vanuit steeds wisselende perspectieven. De meest zichtbare verandering is natuurlijk de cover; er is gekozen voor een verticale titel om die nog prominenter te kunnen plaatsen. Daarnaast staat de gebruiker weer op de cover, omdat de openbare ruimten zelf binnenin het magazine al zeer ruim vertegenwoordigd zijn. De belangrijkste verandering in het magazine zelf is de vergroting van het onderscheid tussen de redactionele artikelen en de vaste rubrieken. Eerstgenoemden zijn in de tekst ontdaan van alle kleur. Less is more. Naast het creĂŤren van meer rust, wordt de kleur van de fotografie nog meer de ster van het magazine. Ook de vaste rubrieken hebben felle kleuren gekregen en worden tekstueel ook iets meer geaccentueerd, om het onderscheid met de redactionele stukken te vergroten. Resultaat is een (nog) prettiger leesbaar en afwisselender blad. Veel leesplezier! Dirk van der Burgh, grafisch vormgever, dirkvanderburgh.nl

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

77


SCHOOLGEBOUWEN PRIMAIR ONDERWIJS RENOVATIEGIDS

bouwkundige en moet ervoor zorgen de eisen van deze tijd an nu en de komende duurzaamheid, ng.

Veel schoolgebouwen in het primair onderwijs zijn op leeftijd en beginnen gebreken te vertonen. Ook op onderwijskundig gebied heeft de tijd niet stilgestaan en is het de vraag of een gebouw nog voldoet. De meest duurzame oplossing om onderwijshuisvesting weer up‑to‑date te brengen is toekomstbestendige renovatie. Over het begrip renovatie bestaan echter veel beperkende denkbeelden en het is niet altijd duidelijk wat precies onder renovatie wordt verstaan. SCHOOLGEBOUWEN PRIMAIR ONDERWIJS

n verbouwing of het et deze gids hopen wij jkheden van renovatie n om hiervoor te uw.

RENOVATIEGIDS SCHOOLGEBOUWEN PRIMAIR ONDERWIJS

RENOVATIEGIDS K.E.A. (Kevin) Claus MSc ir. W. (Wouter) Houët S.H. (Stephan) Jasperse MSc ir. Y.E.M. (Yvon) Ketelaars ir. A.B. (Bram) Lobeek L.T. (Theo) Smit M.J. (Mireille) Uhlenbusch

De Renovatiegids van HEVO verschaft inzicht in de mogelijkheden die renovatie biedt. Renovatie is meer dan een verbouwing of het uitvoeren van groot onderhoud, en gaat niet alleen over de bouwkundige en onderwijskundige staat. Renovatie moet ervoor zorgen dat het schoolgebouw voldoet aan de eisen van deze tijd en geschikt is voor het onderwijs van nu en de komende 25 tot 40 jaar: qua functionaliteit, duurzaamheid, flexibiliteit, exploitatie en uitstraling. De Renovatiegids Schoolgebouwen Primair Onderwijs kost EUR 25 en is te bestellen op www.hevo.nl/renovatiegidsbestellen


DE ETALAGE Koning opent Energy Transition Centre in Groningen Koning Willem Alexander opent op 13 oktober het Energy Transition Centre (EnTranCe) in Groningen. In deze proeftuin voor energietransitie van de Hanzehogeschool Groningen en Energy Academy Europe werken studenten en onderzoekers nauw samen met bedrijven. Samen zoeken zij naar innovatieve oplossingen voor de overgang naar een duurzame

samenleving gebaseerd op schone energiebronnen. Het nieuwe gebouw van EnTranCe op de Zernike Campus in Groningen biedt studenten, onderzoekers en deelnemende bedrijven de benodigde technische faciliteiten, kennis, ondersteuning en een netwerk. In Schooldomein 2 (november) een uitgebreid artikel over de inspirerende proeftuin.

Eerste waardevolle school in Nederland Partners van de Dutch Green Building Week gaan een concept ontwikkelen voor het realiseren van een ‘Waardevolle School’. Dit is een duurzame school met een gezond binnenklimaat. Vrije School Zaanstreek is hiervoor het eerste pilotproject. Onder de titel ‘De Waardevolle School’ wordt samengewerkt aan de ontwikkeling van een nieuw

verduurzamingsconcept waarmee primair onderwijsgebouwen kosteneffectief kunnen worden verbeterd en verduurzaamd. Daarnaast moeten de gebouwen goed kunnen worden geëxploiteerd en aansluiten bij de behoefte van de leerlingen, leraren en schoolbesturen. Het concept van de waardevolle school omvat ook dat de school een

functie heeft in de omgeving, en ‘waardevol’ is voor omwonenden. De Vrije School Zaanstreek stamt uit de jaren zeventig van de vorige eeuw en is hoog nodig toe aan renovatie. Vooral het dak dient vervangen te worden, maar de kans is groot dat meer onderdelen onder handen moeten worden genomen.

TU/e opent uniek laboratorium in nieuw Flux-gebouw Met het doorknippen van een ‘ouderwetse kabel’ werden op 31 augustus de nieuwe laboratoria bij de TU/e geopend. In de laboratoria wordt onderzoek gedaan naar draadloze verbindingen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan je wifi-netwerk in huis. Omdat er steeds meer apparaten draadloos werken is er nieuwe techniek nodig. Het onderzoek wordt verricht in speciale ruimtes die helemaal elektromagnetisch zijn afgeschermd van de buitenwereld. Zodat storing van bijvoorbeeld mobiele telefoons niet mogelijk is. In de laboratoria wordt onder an-

dere ingezet op internetten met een wifi-snelheid die 1000 keer zo snel is als nu. Er zijn nog twee

andere speerpunten. De ene is de ontwikkeling van minuscule, goedkope sensoren. Die amper energie verbruiken, en de energie die ze nodig hebben, kunnen halen uit radiogolven van een draadloos netwerk. De andere ontwikkeling waar in de laboratoria onderzoek naar wordt gedaan, is de ontwikkeling van terrahertz-technologie. Terrahertz staat voor 1000 miljard trillingen per seconde. Die trillingen kunnen worden ingezet bij de ontwikkeling voor de medische beeldvorming en bijvoorbeeld wapendetectie.

Onderzoek naar 21e eeuwse vaardigheden in het mbo Er komt 2,5 miljoen euro beschikbaar voor onderzoek naar 21e eeuwse vaardigheden in het mbo. Doel is te onderzoeken hoe het onderwijs het beste kan inspelen op de veranderende eisen van de samenleving en de arbeidsmarkt. De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en het Nationaal Regieorgaan Onderwijs (NRO) dragen elk een miljoen bij. “In deze omvang is niet eerder onderzoek

gedaan naar de ontwikkeling van digitale vaardigheden in onderwijs en arbeidsmarkt”, reageert Alfons ten Brummelhuis, expert wetenschappelijk onderzoek naar opbrengsten van ict in het onderwijs bij Kennisnet. “Dit nieuws draagt bij aan het bewustzijn over de onvermijdelijke opkomst en urgentie van digitale geletterdheid.” De Universiteit Twente en Saxion Hogeschool voeren het onderzoek uit, in

samenwerking met Deltion College, ROC Twente, ROC Graafschap College, ROC Aventus, TechYourFuture en Thales Nederland BV. Het onderzoek draagt de titel ‘21st Century Skills for Vocational Technical Students; a High-tech Approach’. Naast het mboproject is er ook een project voor het basisonderwijs, het hoger onderwijs en digitale vaardigheden op de werkvloer.

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

79


Het atelier LA SERRE NUMÉRIQUE | VALENCIENNES

I

n opdracht van CCI Grand Hainaut ontwierp het Nederlandse OIII Architecten ‘La Serre Numérique’ in het Noord-Franse Valenciennes. Deze Serre Numérique is ontworpen voor onderzoek en onderwijs op het gebied van design en toepassing van ‘virtual reality’. Daarnaast is het een centrum voor startende bedrijven in deze sector. Als een generator van economische ontwikkeling heeft het project een groot strategisch belang voor de regio. In het gebouw zijn de verschillende opleidingen en onderzoeksfaciliteiten ondergebracht in een reeks vleugels aan weerszijden van een gemeenschappelijke zone. Het ensceneren van ontmoeting tussen studenten, docenten en bezoekers vindt hier plaats. Door alle gemeenschappelijke voorzieningen, waaronder de twee grote zalen met een geavanceerde technische uitrusting, ook open te stellen voor openbaar gebruik, functioneert het gebouw bovendien als uithangbord voor de industrie. Er worden exposities, presentaties en congressen gehouden. De ruimtelijke indeling en de toetreding van daglicht wordt in het gebouw verzorgd door een regelmatig grit van patio’s en atria. De grote openingen in gevels en dak maken deze organisatie aan de buitenzijde zichtbaar. Deze ‘poorten’ in het gebouw zorgen ervoor dat binnenwereld en buitenwereld op gepaste afstand van elkaar staan, maar dat de omgeving desondanks in het gebouw overal aanwezig is. Aan alle zijden bieden de poorten een reeks gekaderde uitzichten op stad, landschap en lucht. De huid van het gebouw bestaat uit roestvrijstalen panelen, die door een perforatie als een licht-filterend gordijn om het gebouw hangen. Een compositie van twee typen elementen vormt een patroon dat de functie van het

PROJECTINFORMATIE Opdrachtgever CCI Grand Hainaut Architect OIII Architecten Oplevering 2015 Fotografie Thea van den Heuvel /DAPh

80

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

variëren in beplanting met onder andere fruit en groente, borduurt het ontwerp voort op de lokale traditie van kleine afgeschermde tuinen in het landschap en vormt een daarmee een verwijzing naar de historie van de streek.

gebouw tot uitdrukking brengt. Naast de analogie met een elektronisch circuit is het ook een binair systeem dat in wisselende volgorde verschillende tekeningen laat zien. Het gebouw vormt een geheel met een plateau dat iets boven het hellende terrein afsteekt tegen de glooiingen van het omliggende terrein. Het patroon van de ruimtelijke organisatie van de patio’s en atria in het gebouw is voortgezet in het buitenterrein. Door in de tuinen te

Het gebouw staat in een nieuw park, een terrein dat ooit in gebruik was door de zware industrie die de regio meer dan honderd jaar domineerde. Als generator van nieuwe economische ontwikkeling is het gebouw symbool voor een nieuw tijdperk, waarin duurzaamheid een grote rol heeft. Een erfenis van de oude industrie helpt daarbij; het gebouw maakt gebruik van de geothermische bron van een nabij gelegen voormalige mijn. Hiermee wordt het gebouw energie-neutraal gekoeld en verwarmd. Het is een van de vele duurzame technische oplossingen die van het gebouw een benchmark maken op het gebied van duurzaam bouwen.


Column

HET SCHOOLGEBOUW IN EEN STEEDS SNELLER VERANDERENDE WERELD

SPECIALIST IN EDUCATIEVE COMMUNICATIE Ten Brink Uitgevers is dé uitgeverij voor onderwijsgerelateerde boeken en magazines. Vakkennis voor u! Bekijk ons aanbod op:

www.tenbrinkuitgevers.nl SINDS

1848

De wereld verandert steeds sneller door de digitale revolutie. De voortrazende technologie zet alles op zijn kop. De grootste veranderingen in onze op hol geslagen wereld zitten in het onderwijs waar gewerkt wordt aan de mensen van morgen. Buiten enige twijfel zal de afstand tussen leerlingen en leerkrachten steeds kleiner worden in een dynamische en digitale leeromgeving met leerdoelen die steeds minder zullen lijken op de leerdoelen waarmee de huidige jeugd wordt ontwikkeld. Dat zal steeds weer andere eisen stellen aan de schoolgebouwen en hun directe omgevingen. Het vervelende van gebouwen en dus ook van schoolgebouwen is dat ze voor de eeuwigheid worden neergezet en slechts met veel inspanningen kunnen worden aangepast aan veranderende omgevingen. De bouwsector produceert nog steeds volgens het stenen tijdperk en maakt nog steeds op ambachtelijke wijze elke keer een uniek gebouw, als een niet-aanpasbare monoliet, waarvoor elke keer weer het wiel wordt uitgevonden. Dat resulteert in een belachelijk slechte prijs-kwaliteit verhouding. Ze bouwt nog steeds met de technologie van gisteren, met de ideeën van vandaag voor de mensen van morgen. Momenteel zet zij zich schrap om deze achterhaalde werkwijze ondanks de digitale revolutie in stand te houden. Dat gaat gelukkig niet lukken. Dankzij die digitale revolutie maakt de mensheid voor de eerste keer in de geschiedenis mee dat de markten voor spullen tegelijkertijd vraag- als aanbod gestuurd worden. Nu al kunnen niet-complexe producten zoals reizen, tijdschriften en muziek door de consument worden geconfigureerd en besteld. Dat zal straks ook met complexe zaken zoals auto’s, fietsen, computers en bouwwerken kunnen. De bouw zal met haar laag complexe bouwwerken de eerste sector zijn die digitale ontwerpmachines ontwikkelt, waarmee zij razendsnel bestaande bouwwerken kan aanpassen aan andere contexten. Bouwwerken worden dan evolutionair ontwikkeld, waarbij de structuur en de kennis van het bouwwerk behouden blijft en de vorm verandert. Bouwwerken kunnen daardoor hoog kwalitatief, snel, zeer goedkoop, kort cyclisch en duurzaam meebewegen met veranderende contexten. Straks is er dus veel minder geld nodig om schoolgebouwen up to date te houden en kan het naar het onderwijs zelf. Prof. Dr. Ir. H.A.J. de Ridder | emeritus hoogleraar Integraal Ontwerpen | faculteit der Civiele Techniek en Aardwetenschappen | Technische Universiteit Delft

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015

81


colofon Schooldomein

Magazine voor de perfecte leef-, leer- en werkomgeving sinds 1988. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar. Op internet: www.schooldomein.nl. Uitgever Schooldomein is een uitgave van Ten Brink Uitgevers Redactie Sibo Arbeek, Paul Voogsgerd, Brenda Breems Vaste medewerkers Kees Rutten (fotografie), Anje Romein, Team BNA Onderzoek.

2

no.

Sexy

Redactieraad Henrico ten Brink, Henk Grendel, Tom Haagmans, Guus Klamerek, Marc van Leent, Joris van Leeuwen, Ronald Schilt, Harry Vedder, Paul Voogsgerd, Stijn de Wolf en Edward van der Zwaag Redactieadres Postbus 59112, 1040 KC Amsterdam, tel 06 22 26 77 95 E-mail: info@schooldomein.nl Abonnementen Betaling, opgave, abonnement, opzegging en adres­ wijziging kunt u doorgeven aan Administratie Schooldomein, Postbus 1064, 7940 KB Meppel, tel (085) 27 36 36 7, e-mail: sdo@tenbrinkuitgevers.nl. Schooldomein verschijnt zes keer per jaar, in een oplage van 17.000 exemplaren en in controlled circulation voor alle instellingen in het primair-, voortgezet-, middelbaar(ROC’s) en hoger onderwijs (hbo en wo). Elke instelling krijgt op instellingsnaam een exemplaar toegestuurd. Daarnaast krijgen alle gemeenten Schooldomein toege-

Tja; sexy. Is dat een thema? Kan een gebouw of een omgeving sexy zijn? Of gewoon gezellig? Of moet het vooral functioneel zijn en goed werken. We gaan het ontdekken in het volgende nummer van Schooldomein dat in november alweer verschijnt! • Innovatielab over Sexy ruimten: wat zijn de criteria voor een optimale beleving? • Urban Design houdt rekening met de beleving: Rients Dijkstra geeft zijn visie als hoogleraar. • Ontwerper Piet Boon heeft zijn Noorderschool: waarom een goed idee tot een mooi resultaat heeft geleid. • Opening Brede School Losser: adequate en duurzame huisvesting en optimalisering van de samenwerking gaan hand in hand. • Gulden Feniks voor de Barbaraschool in Amsterdam: een prachtig voorbeeld van een geslaagde innovatie. • Een actieve leeromgeving werkt beter: eerste resultaten vernieuwende proefinrichting bij SG Thamen.

stuurd, alsmede de architecten aangesloten bij de BNA en alle woning­corporaties. Voor meerdere exemplaren alsmede voor abonnementen voor particulieren, instellingen en bedrijven geldt een abonnementsprijs van e 64,50, voor losse nummers e 6,95 incl. verzendkosten. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk 1 juli van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd bij de administratie van drukkerij Ten Brink. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Advertenties Voor het plaatsen van advertenties of advertorials in het magazine Schooldomein, kunt u contact opnemen met Joop Slor van Recent BV, Postbus 17229, 1001 JE Amsterdam. tel. 020-3308998, fax 020-4204005. Email: joop@recent.nl of info@recent.nl; website: www.recent.nl. Ook voor plaatsing van banners, buttons en overige informatie kunt u bellen met Recent BV. Of stuur een email naar één van de genoemde adressen. De advertentietarieven van Schooldomein zowel als voor de website vindt u op www.recent.nl en www.schooldomein.nl. Productie Grafische productie: Drukkerij Ten Brink, Meppel Projectbegeleiding: Communicabel, Veenendaal Vormgeving en website: FIZZ ondernemers in marketing & communicatie, Meppel Schooldomein wordt mede mogelijk gemaakt door: STALAD Onderwijsinrichting, EromesMarko, SMT Bouw & Vastgoed, Ecophon, Hevo, DGMR, VELUX, Nora Flooring, BNA, Forbo, Bolidt, ICSadviseurs, Pellikaan, VRK, LIAG en Casala Meubelen, RoosRos Architecten, Alpha Consultancy, Nederlands Forum voor Onderwijsmanagement en Platform Onderwijshuis­ vesting..

82

SCHOOLDOMEIN

oktober 2015


Deze vloerbeDekkingen zijn De beste van De klas. rubber vloerbeDekkingen voor onDerwijsinstellingen.

In elk kinderdagverblijf, school of universiteit: veiligheid, ontwerp en kleuren zijn de belangrijkste aspecten voor een positief gevoel. Bekijk hier de meest creatieve rubber vloeroplossingen voor het onderwijs: www.nora.com/nl



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.