Mare 27 (37)

Page 1

17 april 2014 37ste Jaargang • nr. 27

‘Vroeger speelde ik op sokken’ Pagina 15

We hadden in Afghanistan moeten blijven, vindt promoverende militair

Hersens trainen door veel te gamen, nu ook voor varkens

Terrorisme-expert zat zelf bij het ANC. ‘Ik heb een aanslag overwogen’

Pagina 3

Pagina 8 en 9

Pagina 11

Geef me een K, en een A, en een M... De onstuitbare opmars van het vrouwenvoetbal Vrouwenvoetbal is de snelst groeiende sport ter wereld. In Nederland is het aantal speelsters in de laatste vijf jaar verdubbeld. Mare bezocht de kampioenswedstrijd van de Leidse studenten van Football Factory Dames 1. ‘Het kan best gemeen zijn. Soms staan de nagels in je arm. Dat zie je niet zo snel bij de mannen.’’

DOOR VINCENT BONGERS ‘We mogen met 19-0 verliezen’, zegt Bertine van Duin die keept in het eerste dameselftal van studentensportvereniging Football Factory. ‘Dan nog worden we vandaag kampioen in de vijfde klasse’, aldus de studente orthopedagogiek. ‘De druk is dus niet heel erg groot.’ Het elftal, een mix van studentes en afgestudeerden van de Leidse universiteit en hogeschool, speelt zondagmiddag tegen de rivalen uit

Stompwijk. Drie kwartier voor de wedstrijd zit het team te relaxen in de zon voor de kantine van het Universitair Sportcentrum. Van enige wedstrijdspanning lijkt geen sprake. Dan arriveren de Stompwijkers. ‘Ach wat leuk, ze hebben allemaal dezelfde tassen’, zegt Malika Koet. ‘Het lijkt het Nederlands elftal wel.’ De dames zijn het eens over de nummer twee van de competitie. ‘Ze gaan proberen ons feestje te verpesten. Het zijn echt heel kattige mei-

den.’ Want het gaat er heus niet altijd zacht aan toe, weet middenveldster en studente orthopedagogiek Marjolein Wille. ‘Vorige week was het superagressief. Ik ben een paar keer keihard gepakt. Voetbal moet voetbal zijn, het gaat niet om trekken en duwen.’ Koet: ‘Meestal gaat het er anders aan toe. Als er iemand op de grond ligt, stoppen we altijd meteen, terwijl de scheids niet eens fluit. “Sorry, sorry”, hoor je dan gelijk. Er zijn

zelfs excuses bij verkeerd ingooien. Dat is vrouwenvoetbal: dat iedereen zich steeds verontschuldigt. We zeggen nooit: “Kun je die bal niet effe gewoon aanspelen of zo.” We zoeken altijd de fout bij onszelf.’ Co-aanvoerster Annick Wouters: ‘Vrouwenvoetbal kan ook best gemeen zijn. Er wordt wel eens expres op de voet gestaan. En het komt soms dat de nagels in je arm staan. Zoiets zie je niet zo snel bij de mannen.’ Terwijl het team zich gaat omkleden, vertelt trainer Roel Gielkens dat hij verwacht dat er in de ‘rust al een biertje open kan worden getrokken’. Coach, tactisch meesterbrein en stille kracht Mohammed ‘Mo’ Naciri zet zijn zonnebril op en posteert zich naast de dug-out. ‘Het is geen Feyenoord of Ajax, maar toch is het leuk’, zegt Henriette Bliznicki (60) die vanuit Oosterhout naar Leiden is gekomen. Ze is hier met haar zoon Thomas, de vriend van middenveldster Miranda Wijsman, om het elftal aan te moedigen. Thomas heeft een mascotte meegebracht, de Franse bulldog pup Lilly. Die wordt onmiddellijk in de harten van de dames gesloten. De gedachten van de Football Factory vrouwen zijn er niet helemaal bij als het fluitsignaal klinkt. De Stompwijkse dames maken gebruik van een onachtzaamheid in de defensie en prikken de 0-1 binnen. Gielkens veert even op, maar geeft geen commentaar. Naciri staart ogenschijnlijk onaangedaan voor zich uit. Football Factory voert onmiddellijk de druk op en forceert een vrije trap. De bal ligt niet echt op een gunstige plek, vrij ver van het doel en bovendien is de hoek lastig. Toch weet Riejette de Roo, die bij de marechaussee werkt, de bal loeihard in het doel te rammen. En een paar minuten later verschalkt ze de keeper met een boogbal. Maar Stompwijk veert nog één keer op en tikt vlak voor rust de 2-2 binnen. > Verder lezen op pagina 6

Foto Taco van der Eb

Advertentie

Volgende week geen Mare

Tentamens inclusief de antwoorden

A LA CARTE DAGELIJKS VANAF 17.00 UUR

Mare 28 zal verschijnen op 8 mei. Ingezonden mededelingen voor dat nummer moeten uiterlijk 5 mei ter redactie zijn.

Een tentamen bij international studies moest worden gestaakt, omdat studenten behalve de vragen ook de antwoorden kregen uitgedeeld.

AFSTUDEER ARRANGEMENT

Pagina 4

Lunch woens/zond vanaf 12.30 uur, menu’s vanaf € 19,50 Diner dagelijks vanaf 17.00 uur, menu’s vanaf € 27,50 *** Bubbel en amuse, menu en wijn, all-in € 39,50 p.p. ***

ASPERGE’S FLAMANDE

Bandirah Pagina 16

Bij mooi weer op ons parkterras Asperge 10-daagse van 14 t/m 24 april € 27,50 p.p. (alleen op reservering)

mare-prentenkabinet 140410.indd 1

Kloksteeg 25, LEIDEN (t.o Pieterskerk) 071-5126666 of www.prentenkabinet.nl

10-04-14 16:38


2  Mare · 17 april 2014 Geen commentaar

Dear mr. Savoley, president of Yale University, This open letter to you is in Dutch. If you have trouble reading it, you can ask the people in your university’s Dutch language program for help. No, wait. You can’t. That’s why we’re writing you, in fact. Kijk, wij van de Universiteit Leiden zijn natuurlijk klein bier. Een schattig regio-universiteitje, ergens rond de aars van de top-100 lijstjes die er voor universiteiten zijn. Jullie wonnen vorig jaar jullie laatste Nobelprijs, wij vorige eeuw. En het scheelde maar een haartje of wij hadden de opleiding Frans opgeheven, wat nog beschamender zou zijn geweest dan het schrappen van Nederlands bij Yale. We schrijven u dan ook niet om u terecht te wijzen. Het is uiteraard jammer dat er geen geld is om de afdeling in de lucht te houden – Yale’s endowment van 21 miljard dollar is natuurlijk op voor je het weet. Het is ook jammer om te zien dat de Nederlandse bijdrage aan de literatuur, de geschiedenis van de wereld in het algemeen en de geschiedenis van uw land in het bijzonder zo weinig wordt gewaardeerd. Zonder ons hadden jullie Yankees niet eens een woord voor Yankees, per slot van rekening. Maar als het dan toch zo moet zijn dat er niet aan elke Ivy League-universiteit plaats is voor een groot departement Nederlandse taal & cultuur, dan kiezen jullie hier voor de beste oplossing. Samen met de universiteiten van Cornell en Columbia hebben jullie een gezamenlijk curriculum voor zulke Orchideenfächer. Wie relatief obscure taaltjes als Khmer, Urdu of Yoruba wil leren, kan zich inschrijven voor het Shared Course Initiative (SCI), een video-conferencing aanpak voor onderwijs. Zo kunnen studenten van Cornell het Tamil leren aan Yale, en Yale-studenten Nederlands aan Columbia. Het lukt bij ons namelijk maar niet om opleidingen te fuseren. En dus kunnen Nederlandse scholieren Russisch gaan studeren in Leiden, Groningen of Amsterdam, terwijl er amper genoeg zijn om één studie Russisch te vullen. Dus zijn er zeven universiteiten die biologie aanbieden, terwijl twee grote biologie-instituten zowel het onderwijs als het onderzoek ten goede zouden komen. We doen zoveel dubbel in dit land, en dan ook nog eens – in tegenstelling tot Yale – van belastingcenten. We schrijven u dus, meneer Savoley, om u uit te nodigen. We laten u wat tulpenvelden zien, en De Nachtwacht, en we praten u wat bij over onze taal en geschiedenis – toch leuker in het echt dan via een schermpje. In ruil daarvoor gaat u aan onze universiteitsbestuurders uitleggen hoe ze die samenwerkcolleges aan moeten pakken. En als er studenten in Yale zijn die na hun videolessen meer willen leren over Nederland en haar taal, dan weet u waar u ze heen kunt sturen. Deal? Ik kijk uit naar uw antwoord.

Colofon

Met vriendelijke groet, Bart Braun Redactie-adres Pieterskerkhof 6 2311 SR Leiden Telefoon 071–527 7272 Website mareonline.nl E-mail redactie@mare.leidenuniv.nl

De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000 Hoofdredactie

Frank Provoost frank.provoost@mare.leidenuniv.nl

Column

Redactie

Vincent Bongers vbongers@mare.leidenuniv.nl Bart Braun bbraun@mare.leidenuniv.nl Marleen van Wesel h.g.van.wesel@mare.leidenuniv.nl Masha Rademakers (stagiaire) rademakersmasha@gmail.com Medewerkers

Emma Anbeek van der Meijden • Talitha Dehaene • Tim Meijer • Petra Meijer • Marc van Oostendorp • Benjamin Sprecher Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Zabriski Communicatie Art direction en vormgeving Marcel van den Berg Drukwerk Rodi Rotatiedruk, Broek op Langedijk Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Redactieraad

Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • Prof. dr. F. Israel (vicevoorzitter) • drs. B. Funnekotter • R. Donkersloot • G. Drijer • K. Innemee • D. Jacobs • mr. F.E. Jensma • S.K. Kerkhof • C. van Leeuwen • dr. S.J. van der Linde • prof. dr. N.J. Schrijver • dr. J.P. Vollaard • C. van der Woude Jaarabonnementen

Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op bankrekening 1032.57.950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200900100) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar redactie@mare.leidenuniv.nl. Studenten betalen €25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden. Adreswijzigingen

Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690

Plaatsvervangende cultuurschok Op moment van schrijven zit ik precies twee weken in Tokyo, alwaar ik vier maanden onderzoek zal doen. Wát ik ga onderzoeken, daar ben ik nog niet helemaal over uit. Het zou natuurlijk voor de hand liggen om aan mijn promotie te werken. Maar anderzijds, zo vaak ben ik niet in Japan, en die rare Japanse shit die je op internet tegenkomt, is op z’n minst net zo interessant. De University of Tokyo is in ieder geval duidelijk: het eerste wat ik overhandigd kreeg was een pasje waarmee ik na 23:00 en in het weekend toegang tot mijn kantoor had. De universiteit zelf is overigens minder anders dan ik verwacht had. Zo kan ik met mijn twee Japanse kamergenoten beter communiceren dan met de twee Chinezen die ik in Leiden achterlaat, en bij de Starbucks op de campus verkopen ze stroopwafels. Ik kan hier prima aarden, wil ik maar zeggen. Mijn moeder leidt ondertussen aan plaatsvervangende cultuurschok. Toevallig was begin deze week Pesach, een van de vele Joodse feestdagen waarop we eerst even memoreren hoe men poogde ons ganse volk uit te moorden, waarop we vervolgens met zijn allen heel veel gaan eten. Mijn ouders waren zo ontzet over het feit dat ik deze keer niet thuis was, dat ze mij via een klassieke OostEuropese guilt trip zo ver kregen om aan te schuiven bij de Pesach-viering van de Chabbad Lubovich; de grootste aftakking van de ultra-orthodoxe gemeenschap, waar je altijd en overal ter wereld bij kunt langskomen voor een goede dosis jodendom. En het was fantastisch. Een grote zaal, waar de rabbijn samen met een handjevol medestanders probeerde een dienst te voeren terwijl iedereen er doorheen praatte, kinderen tussen de tafeltjes door renden en de obers regelmatig extra flessen wijn op tafel zetten. Ook al kende niemand elkaar, binnen vijf minuten was iedereen cynische grappen aan het maken over het vredesproces met de

Palestijnen. Mijn tafelgenoot werkte voor Goldman-Sachs. Net als thuis. Tussen alle expats, toeristen en immigranten zaten ook een paar rasechte Japanners. Allemaal vrouwen, ooit beland in een relatie met een buitenlander, toen geconverteerd naar het jodendom en getrouwd. In die volgorde natuurlijk. Je hoort wel vaker dat Japanse vrouwen een westerse man scoren omdat ze doodongelukkig worden van de gemiddelde Japanse man. Nu lijkt het mij dat als je aan je eigen restrictieve en uitermate vrouwonvriendelijke cultuur probeert te ontsnappen, het laatste wat je zou moeten doen een orthodoxe jood trouwen is, maar goed. Een van hen, Kazuyo, vertelde mij hoe ze eerst anderhalf jaar bij de Israëlische familie van haar man had gewoond, terwijl hij in Tokyo bleef werken. Toen ik haar vroeg hoe het was om als Japanse joods te worden, vertelde ze: ‘Judaism has so many rules compared to Japanese culture. Big rules, small rules. Some of them make sense, some don’t. If you don’t do them every day, you forget. It’s easier to be a jew in Israel. Here in Japan, we do our best.’ De rabbijn voegde daar aan toe: ‘Here in Tokyo, we live very comfortably. But we don’t really interact with the Japanese. Just like all the other foreigners for that matter. We all live in a comfortable bubble.’ Deze wijze woorden waren precies wat ik nodig had. Hoewel het wonderbaarlijk is dat ik aan de andere kant van de wereld in een groep willekeurige mensen terechtkom en me daar helemaal thuis voel, alleen maar omdat we dezelfde culturele achtergrond hebben, is dat niet waarvoor ik naar Tokyo ben gekomen. Ik wil rare Japanse shit. Benjamin Sprecher

is promovendus bij het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden


17 april 2014 · Mare 3 Mensen

071 -527 …

Zeg niet: zoek het maar uit

Moderne altaren

Luchtmachtkapitein promoveert op samenwerking in Afghanistan Het Westen vertrekt te vroeg uit Afghanistan, vindt promovendus Willem Klumper. ‘Mogelijk is alles voor niets geweest.’ ‘De Taliban schieten nog regelmatig projectielen af op de basis Kandahar waar ik in 2009 voor onderzoek was’, zegt luchtmachtkapitein Willem Klumper (1955). ‘Maar ik heb niets hachelijks meegemaakt. Je krijgt een drill voor wat je moet doen als het raketalarm afgaat: schoenen aan en naar de schuilkelder. De kans dat je geraakt wordt, is niet zo groot. Het is een hele grote basis en Taliban mikken slecht. Maar als je over de compound loopt, kom je wel de nodige raketscherven tegen. Zoiets wil je niet door je bast hebben.’ Klumper promoveert op een onderzoek naar de samenwerking tussen het leger, lokale overheden, nongouvermentele organisaties (ngo’s) en allerlei andere partijen in Afghanistan. ‘Vroeger was er het geweldsmonopolie van de krijgsmacht. Als er ergens gevochten moest worden, belde je militairen. Tegenwoordig denken we daar anders over. Met alleen geweld gaat het niet goedkomen in Afghanistan. Het werkt niet om mensen in het gezicht te slaan en te zeggen: “Zo moet het.” Dat hebben de Russen daar in de jaren tachtig aan den lijve ondervonden. ‘Om een land op te bouwen, is veel meer nodig. De Taliban zijn niet militair te verslaan. Je moet hun draagvlak onder de bevolking zien weg te nemen. De militair krijgt dan ook een heel andere functie: zorgen voor veiligheid. We willen de kennis van Afghanen verbeteren door kinderen onderwijs te geven. Dan bouw je schooltjes, prima. Maar die moeten Door Vincent Bongers

Waarom bouwen mensen altaren? ‘Behalve de tafel waaraan de eredienst plaatsvindt, is een altaar ook de plaats die mensen geven aan kleine heiligdommen. Aan de ene kant zet men dingen apart, je moet ze immers isoleren om ze op te laten vallen. Aan de andere kant zijn het altijd dingen die verbonden zijn met het leven. Tempels en kerken kun je zien als de omhulling van zo’n altaar.’

Amerikaanse militairen in gevecht met de Taliban in de Afghaanse provincie Ghazni, 2012. Foto Joël van Houdt/HH wel veilig zijn, anders sturen ouders hun kinderen er niet heen. Dan sta je daar met je mooie gebouw, de lesboeken en de leraar...’ Ngo’s, de overheid en het leger moeten daarom samenwerken, vindt Klumper. ‘Maar ze werken naast elkaar, niet met elkaar. Grotere ngo’s zoals Artsen zonder Grenzen willen bijvoorbeeld niet geassocieerd worden met het leger, terwijl zij wel beveiliging nodig hebben om niet te worden ontvoerd. Zij nemen dat risico. Iedere organisatie heeft zijn eigen doelstellingen en een andere

vorm van aansturing. Militairen zijn ook niet al te goed in samenwerken. Het leger legt verantwoording af bij de politiek. Maar ngo’s niet, die leggen verantwoording af bij hun sponsor. En er zijn iets van 2500 van deze organisaties actief in Afghanistan. De meesten zijn daar niet lijflijk aanwezig. Ze hebben er alleen een postbus. Het is een beetje een schimmig spel.’ Het opbouwen van Afghanistan is een proces van de lange adem. ‘Je bent niet klaar met kinderen leren lezen. Het duurt generaties. Je moet

dus langer blijven en niet halverwege zeggen: “Zoek het zelf maar uit.” Maak de antibiotica-kuur af, anders krijg je de bacterie terug en die is dan ook nog eens resistent. Als de westerse landen eind 2014 vertrekken, zijn we in twee à drie jaar terug bij af. Ik hoop op een stabiele islamitische staat waar de Afghanen in vrijheid kunnen leven. Maar ik ben bang dat het weer doorslaat naar het ultra-islamitische waar niemand bij gebaat is. Dan hebben ook de gesneuvelde Nederlandse militairen hun leven voor niets gegeven.’

Frutti di Mare

‘Meneer, is er wel eens iemand doodgegaan?’ Door Petra Meijer ‘Waarom moeten we ons haar vastmaken als we toch een helm op krijgen?’ ‘Ziet dit er niet vet raar uit?’ ‘Kijk dan hoe vreemd die klimgordel bij mijn kont zit. Lijkt het zo niet alsof er een vetrol bovenuit komt?’ Twintig meiden van studievereniging Emile (pedagogische wetenschappen) wurmen zich in hun klimharnas. De vijftig klimelementen van het Klimeiland bij de Vlietlanden torenen boven de dames uit. Toch lijken ze zich minder druk te maken over de elf meter hoge torens dan over hun kapsel of de zichtbaarheid van hun commissiesjaaltjes. ‘Emile bestaat deze week 24 jaar. Het thema van onze dies is “We can do it”, om te laten zien dat we stoere vrouwen zijn die alles kunnen. We organiseren ook een lezing over tienermoeders en een pubquiz over superhelden’, vertelt evenementencommissaris Marije Kanters (21). ‘Als jullie het harnas aan hebben, krijgen jullie twee lijnen: een om te zekeren, en een voor de kabelbanen’, zegt instructeur Jelle te Loo. Hij heeft het woord ‘kabelbanen’ nog niet uitgesproken of er klinkt opgewonden gejoel. Voor het zover is, worden de pedagogen uitgenodigd voor een oefenrondje op slechts een meter hoogte. ‘Later kunnen jullie kiezen voor een parcours op drie, zeven of elf meter hoogte. Dit is om in te komen, dus je wordt nog niet gezekerd.’

Altaarstukken staan centraal in een Studium Generale-reeks en de expositie Toegewijde Kunst. Moderne altaarstukken als bron van inspiratie voor de stad Leiden. Hoogleraar publieke theologie aan de Universiteit van Tilburg Erik Borgman geeft op 30 april een lezing over hedendaagse varianten.

Als de deelnemers het oefenparcours betreden, wordt er schamper gelachen, maar nog geen vijf minuten later komen de eerste klimmers bij een touwladder die over een groene sloot gespannen is. ‘Oooh. Mijn. God. Water!!!’ roept Marloes Sminia (20). ‘Als je nu valt, ben je de sjaak, want dan moet je ook nog door de kou terug naar huis fietsen’, valt iemand anders bij. De eerste twee meiden lopen voorzichtig balancerend naar de overkant, maar de rest besluit op handen en voeten over de touwladder heen te kruipen. Voor de zekerheid. Maxime Lampers (22) kijkt angstig naar boven. ‘Ik heb hoogtevrees en ben alleen meegegaan omdat ik in het bestuur zit. Meneer, is er wel eens iemand doodgegaan?’ Te Loo stelt haar gerust. ‘Nee, maar er is wel ooit een enkel verzwikt.’ De klimmers worden in tweetallen ingedeeld, zodat ze elkaar fysiek kunnen helpen of mentaal kunnen coachen. ‘Dat is leuk, maar als je doodgaat, wat heb je dan nog aan support?’, zegt Lampers. Dat iedereen goed vastzit, stelt haar niet gerust. ‘Touwen kunnen breken’, zegt ze beslist. Na de oefenronde beginnen de meiden aan het parcours op drie meter. Daar moeten ze over wiebelende latjes, boomstammen en tonnen klimmen. Als Natasja Prinse (20) met haar touw vast komt te zitten ontstaat er een file en besluiten enkele waaghalzen maar meteen naar het hoogste platform op elf

meter te gaan. ‘Oké, het is toch wel hoog’, roept Elke van Mierlo (20) vanaf boven, terwijl ze zich als een soepel klimaapje over de meest vervaarlijke hindernissen werkt. ‘Ik ben niet bang, maar je moet wel even doorhebben hoe het moet.’ Ook Te Loo is onder de indruk van de

klimvaardigheid van sommige meiden. Of mannen betere klimmers zijn dan vrouwen – of andersom – durft hij niet te zeggen. ‘Er is denk ik geen verschil.’ Hij knikt naar de meiden die luid gillend met de langste kabelbaan naar beneden komen. ‘Hooguit qua benadering.’

‘Ziet dit er niet vet raar uit?’ Foto Marc de Haan

En die bouwen we nu nog steeds? ‘Ja, al is het een wat verbazende constatering. De religiositeit neemt immers af. Tegenwoordig kunnen die altaren er dan ook behoorlijk seculier uitzien. Denk aan het dressoir van een oma, vol foto’s van kleinkinderen. Of aan een plekje in huis waar het portret van een overledene centraal staat. Maar het kan ook een Boeddhabeeld zijn, of een icoon, iets uit de natuur. De beweging is telkens hetzelfde: je neemt iets uit de alledaagse omgeving en je zet het apart. Vervolgens bekijk je jezelf en je eigen leven in het licht van wat je apart hebt gezet.’ Op een tafeltje? ‘Kan, maar hoeft niet. Het klinkt misschien gek, maar je kunt zelfs tatoeages als altaar zien. Of je lievelingshoekje in de tuin. Het kan ook een plekje in het bos zijn, waar je altijd even langsloopt omdat er een herinnering aan verbonden is. Ook op internet worden herdenkingsplekken ingericht. Voor individuele mensen, maar ook voor de slachtoffers van de Shoah.’ Is er ook een verschil met vroeger? ‘Ja, een traditioneel heiligdom is wat meer publiek. Niet dat iederéén er zomaar bij moet kunnen, maar een kerk of tempel markeert dat er iets heiligs is. Nu bestaat de neiging om heiligdommen privé te houden. Op de slaapkamer, waar juist niemand komt. Mensen beleven religie en spiritualiteit steeds meer als iets persoonlijks.’ In uw lezing vertelt u over de blinde vlek die we voor dit fenomeen lijken te hebben. ‘We zien misschien elkaars verzameldrift, maar we blijven denken dat we zelf betekenis géven aan een modern altaar. Terwijl het interessante nu net is dat je ook betekenis ontvángt uit wat je zelf geconstrueerd hebt. Denk aan de oma die nog eens extra stilstaat voor haar dressoir, of iemand die voor z’n Boeddhabeeld mediteert. Die foto’s of dat beeld vertellen je een verhaal waarin je zelf een plaats krijgt. Uiteindelijk overstijgt je altaar zo toch het persoonlijke, want het plaatst je in de geschiedenis, of zelfs in de kosmos. Deze omkering is vaak een blinde vlek, maar die andere kant hoort wel degelijk bij het menselijk bestaan. Ik laat graag zien dat klassieke patronen zo voortbestaan. Je moet daarbij wel oog hebben voor zowel de overeenkomsten als de verschillen. Je kunt niet doen alsof er niets meer over is aan religieus gedrag, maar ook niet alsof er niets veranderd is. Elke traditie bestaat bij de gratie van verandering.’ MVW


4  Mare · 17 april 2014 Nieuws

Heartbleed Volgens het ISSC, de ict-dienst van de universiteit, is ook het universitaire netwerk tijdelijk gecompromitteerd geweest door het Heartbleed-lek, zo meldt de ISSC-site. ‘Door het Heartbleed-lek waren versleutelde verbindingen niet volledig veilig en was vertrouwelijke informatie te achterhalen. Met andere woorden: hackers konden achter wachtwoorden van gebruikers komen.’ Inmiddels zijn de systemen aangepast, aldus het ISSC. ‘Er is een zeer kleine kans dat wachtwoorden van gebruikers zijn achterhaald, maar vooralsnog wijst niets daarop.’ Mocht nader onderzoek anders uitwijzen, dan laat de dienst dat weten. ‘Als u voor webwinkels, online diensten en de universiteit hetzelfde wachtwoord gebruikt is het wél verstandig uw wachtwoord te wijzigen’, adviseert het ISSC verder.

Woonlasten Studenten met geldtekort hebben nog twee weken de tijd om een zogeheten tegemoetkoming in de woonlasten aan te vragen. Wie in 2013 een onzelfstandige kamer huurde in Leiden, kan geld terugvragen bij de gemeente. De verhuurder betaalt namelijk een afvalstoffen- en rioolheffing, die wordt doorberekend aan de huurders. Huurders met een laag inkomen kunnen een deel van deze kosten terugkrijgen van de gemeente, mits de heffingen daadwerkelijk werden doorberekend in de huur. Om voor de regeling in aanmerking te komen mag je niet meer dan 4410 euro aan eigen vermogen hebben. Ook moet je een huurcontract met je naam laten zien. Aanvragen kan tot en met 30 april via www.leiden.nl/student.

Echo Award De Leidse antropologiestudente Sheryl Lynn Baas heeft de Echo Award gewonnen voor het opzetten van de Sheryl Lynn Foundation. Met haar stichting zette zij dit jaar een hulpactie op voor de door storm getroffen Filipijnen en verwierf daar landelijke bekendheid mee. De stichting heeft als doel de armoede op de Filipijnen tegen te gaan, en richt zich vooral op kinderen en educatie. De studente gaf aan erg gelukkig te zijn met de prijs. Elk jaar reikt het Expertisecentrum Allochtonen Hoger Onderwijs de stimuleringsprijs uit aan excellent allochtoon talent in wo en hbo.

Archeologie ook Engels Aangemoedigd door de successen van de Engelstalige bachelors psychologie en international studies gaat ook archeologie een Engelstalige opleiding beginnen. Vanaf september 2015 begint de bachelor. In principe gaat het om een pilot van drie jaar; bij succes wordt de opleiding permanent. De ambitie van de faculteit is om bovenop de tachtig tot honderd Nederlandstalige eerstejaars nog eens veertig tot tachtig Engelstalige bachelorstudenten te werven.

Lustrumconcert Prinses Beatrix zal op 12 mei het ‘Minerva Twee Eeuwen Concert’ bijwonen, in het Koninklijk Concertgebouw te Amsterdam. Het concert vormt onderdeel van de lustrumviering van studentenvereniging Minerva, die dit jaar haar 200-jarig bestaan viert. Minerva is daarmee de oudste studentensociëteit van Nederland en kent inmiddels 1600 leden en 28.000 oud-leden, onder wie koning Willem-Alexander, prinses Beatrix en prins Constantijn. Tijdens het concert spelen o.a. Minerva Sempre Crescendo en het Hypnotic Brass Ensemble. Ook zal het Leids Studenten Toneel twee nummers opvoeren.

Goede Vrijdag Alle studenten mogen morgen, op Goede Vrijdag, gratis reizen. Op andere feestdagen reizen alleen ‘weekenders’ gratis. Vandaag en de woensdag voor Hemelvaart tellen DUO-gewijs als vrijdagen: weekend-abonnementhouders reizen dan vanaf 12:00 gratis.

Tentamen inclusief antwoorden International studies in de fout Enkele minuten na aanvang van het tentamen Economics of East Asia, ontdekten de studenten international studies afgelopen semester dat ze niet alleen het vragenformulier uitgedeeld hadden gekregen, maar ook de antwoorden.

die bij veel studies wel eens zullen voorkomen, schrijft programmacoördinator Johannes MaglianoTromp in een memo aan de faculteitsraad van geesteswetenschappen. Maar de meeste andere studies hebben niet zo veel studenten. Hij benadrukt dat international studies zich geen fouten kan permitteren die

bij een kleinere studie snel rechtgezet zouden kunnen worden. Daarom worden alle verantwoordelijkheden rond de opleiding, die grotendeels in Den Haag zit, momenteel nauwkeuriger in kaart gebracht. Ook is er vanaf deze maand een nieuw communicatiebeleid voor de studenten, dat is ontwikkeld in sa-

menwerking met de faculteitsvoorlichters van geesteswetenschappen. Het is namelijk niet zozeer een kwestie van meer personeel aannemen, maar van een andere aanpak van onderwijs en administratie, denkt Tromp. De faculteitsraad buigt zich in de raadsvergadering van volgende week nog over de kwestie.

Het tentamen werd gestaakt en al snel werd er een oplossing bedacht om het vak alsnog te toetsen, maar de opleiding kent meer obstakels. Zo waren per ongeluk niet alle opdrachten in een reeds gecommuniceerd eindcijfer meegewogen. Dit werd rechtgezet door alleen de cijfers die hoger hadden moeten zijn alsnog aan te passen. Een enkele keer werden cijfers te laat aangeleverd. Ook ontving de afdeling administratie onjuiste instructies voor uSis, bij het invoeren van tentamenresultaten. Omdat het technisch ondersteunend personeel niet op tijd beschikbaar was, moesten de cijfers van achttien tentamens, afgelegd door zo’n 850 studenten, handmatig ingevoerd worden binnen de termijn van vijftien werkdagen. Het administratief personeel wist dit overigens wel voor elkaar te krijgen. Al met al gaat het om incidenten Door Marleen van Wesel

Prijs voor biografen Willem Bilderdijk Rick Honings en Peter van Zonneveld, verbonden aan de opleiding Nederlands, hebben maandag de Erik Hazelhoff Roelfzemaprijs gewonnen voor De gefnuikte arend, hun biografie over de negentiendeeeuwse dichter Willem Bilderdijk. Het boek is bovendien toe aan een tweede druk. ‘We zaten redelijk ontspannen naar het juryrapport te luisteren, tot de juryvoorzitter vertelde dat de hoofdpersoon uit de winnende biografie een behoorlijk kleurrijk figuur was. Tja, de andere genomineerde biografieën gingen over Marten Toonder en Mina Kuseman’, vertelt docent moderne letterkunde Rick Honings. Inmiddels werkt hij aan een boek over negentiende-eeuwse beroemd-

heden. Ook Bilderdijk komt daarin voor. ‘Hij vertoonde met zijn eigenaardigheden echt celebrity-gedrag.’ Honings hoopt dat de prijs bijdraagt aan Bilderdijks bekendheid. ‘Momenteel wordt zijn naam bij de Amsterdamse tramhalte die naar hem genoemd is zelfs verkeerd uitgesproken. Maar het is leuk voor de hele studie van de negentiende eeuw.’ De prijs is een glazen beeld in boekvorm met een afbeelding van Hazelhoff Roelfzema, de Soldaat van Oranje, en een geldbedrag van 15.000 euro. Honings overweegt een deel te besteden aan een vakantie. ‘En uiteraard zijn we gaan borrelen. De volgende ochtend moest ik wel weer college literatuurgeschiedenis geven, maar dat ging toevallig over Willem Bilderdijk.’ MVW

De universiteit van de toekomst Hoe zien universiteiten er in 2025 uit? Wat zijn dan de kernfuncties? Hoe regionaal, nationaal of internationaal moet de academie zijn? En wie gaat dat betalen? Deze dilemma’s kwamen naar voren bij de ontwikkeling van vier mogelijke toekomstscenario’s voor universiteiten, die zijn opgesteld door de vereniging van universiteiten (VSNU) en het Rathenau Instituut. In het rapport ‘Vizier Vooruit’ gingen de onderzoekers uit van twee onzekere variabelen: de mate van concurrentie en de toename van publieke of juist private middelen. Gecombineerd leverde dit vier scenario’s op: nationale vertrouwdheid (weinig concurrentie, veel over-

heidsgeld), regionale kracht (weinig concurrentie, veel particulier geld), internationale selectie (veel concurrentie, veel particulier geld) en Europese variatie (veel concurrentie, veel overheidsgeld). Het ene scenario gaat uit van een groot Europees wetenschapsbudget, een ander gaat ervan uit dat universiteiten om de beste studenten en wetenschappers concurreren, terwijl de studenten diep in de buidel moeten tasten voor de beste opleiding. Weer andere scenario’s verwachten dat het bedrijfsleven een steeds grotere rol zal gaan spelen. De makers benadrukken dat ze vooral de universiteiten wil aansporen om een langetermijnvisie te ontwikkelen. PM

‘KNAW luistert niet naar leden’ Het bestuur van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen (KNAW) communiceert slecht met haar leden. Er moet dan ook een adviesraad komen om dit te verbeteren. Verder is het verstandig als de instituten van de Akademie meer autonomie krijgen. Dat stelt een evaluatiecommissie onder leiding van Roelof de Wijkerslooth, oud-voorzitter van het college van bestuur van de Radboud Universiteit Nijmegen. In de commissie heeft ook Douwe Breimer zitting. Hij is oud-rector magnificus van de Universiteit Leiden. De KNAW heeft rond de vijfhonderd leden. Allen topwetenschappers die door de Akademie worden benoemd. De KNAW waakt naar

eigen zeggen ‘over de kwaliteit van wetenschapsbeoefening in Nederland’. Ook heeft het een aantal wetenschappelijke instituten, waaronder het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde dat na veel bestuurlijk getouwtrek in Leiden mocht blijven en niet naar Amsterdam hoefde te verhuizen. De Wijkerslooth schrijft dat de wetenschapskoepel een ‘nieuwe bestuursstructuur heeft gekregen’ en dat die ‘ertoe heeft geleid dat de directe verbinding tussen het bestuur en leden van de Akademie goeddeels verbroken is.’ Dat houdt in dat de expertise van de leden niet optimaal benut wordt en dat zij te weinig kans krijgen om te adviseren over belangrijke besluiten van het bestuur. Om die verbinding

te herstellen, raadt de commissie de KNAW aan om een adviesraad in het leven te roepen die fungeert als toezichthoudend orgaan van het bestuur van de Akademie. Deze raad (bestaande uit gekozen Akademieleden) vertegenwoordigt de leden van de KNAW. Binnen de KNAW kan een dergelijke raad eenzelfde functie vervullen als Raden van Toezicht bij de universiteiten, namelijk die van ‘sparring partner van het bestuur bij de voorbereiding van bestuursbesluiten’ en dergelijke. De commissie vindt ook dat het bestuur van de KNAW haar instituten meer autonomie moet geven en de verantwoordelijkheid voor huisvesting, personeel en financiën aan hen overdraagt. Nu is het bestuur teveel tijd kwijt met het op af-

stand besturen en dat gaat ten koste van de andere activiteiten van de Akademie. De KNAW heeft in een brief gereageerd op de aanbevelingen. President Hans Clevers vindt het niet nodig de instituten meer autonomie te geven. ‘Het bestuur vindt het ongewenst dat onderdelen een eigen raad van toezicht krijgen. De Akademie heeft wel ‘de intentie om bijvoorbeeld te komen tot een gezamenlijk bedrijfsbureau voor de geesteswetenschappelijke instituten.’ Verder zijn op wetenschappelijk gebied de instituten ‘al in grote mate autonoom.’ De KNAW is wel van plan om de door de commissie voorgestelde adviesraad in te voeren. Gedacht wordt aan een raad met een maximum aantal van zestien leden. VB


17 april 2014 · Mare 5 Nieuws

Raad vreest voor hoge werkdruk Vanwege verdwijnen doorstroommaster Volgend collegejaar vervalt de doorstroommaster. Studenten met een bachelor kunnen niet langer automatisch een master volgen. Zij moeten officieel toegelaten worden tot de vervolgopleiding. Door Vincent Bongers Het college van bestuur wil dat alle masterstudenten zich uiterlijk 1 augustus aanmelden voor een toelatingsbewijs. De univer-

siteitsraad vindt dat aan de ‘late kant’ vreest dat het door deze regeling in de zomermaanden wel heel erg druk wordt voor medewerkers. De raad stelt voor te kiezen voor twee aanmeldingsdata. Er zijn namelijk verschillende groepen studenten die een master willen volgen. Veruit de grootste groep bestaat uit studenten waarvoor de toelating louter een formaliteit is. Studenten die bijvoorbeeld een bachelor geschiedenis hebben behaald, zijn niet langer automa-

tisch zeker van een plaats bij master geschiedenis. In de praktijk krijgen zij echter wel een plek. Dat is ook al lang bekend bij de opleiding. Voor hen kan de datum van aanmelding best later dan 1 augustus. Verder wordt deze groep bij voorkeur in een ‘geautomatiseerd werkproces’ afgehandeld. Voor studenten waar toelating onduidelijker is, is een vroegere aanmeldingsdatum juist beter. Er zijn ook studenten die een bachelor scheikunde hebben gedaan en een master

geschiedenis willen doen. Zo’n aanvraag moet individueel door de opleiding bekeken worden. Dat brengt veel werk met zich mee. En de zomer is voor onderzoekers al drukker omdat zij dan steeds meer onderwijszaken als het BSA in het eerste en tweede jaar moeten regelen. De raad vindt dat er ruimte voor onderzoek moet zijn in juli en augustus. En nu komt er weer extra werk bij in augustus. Om de medewerkers een beetje te ontzien is het dan ook handiger als de groep waar

twijfels over zijn zich uiterlijk 15 juni aanmeldt, dat is nu ook al zo. Die datum geldt ook voor studenten uit het buitenland. Het is belangrijk dat zij snel weten waar ze aan toe zijn omdat zij verwikkeld zijn in ‘ingewikkelde procedures in verband met immigratie; het verkrijgen van vergunningen en het regelen van huisvesting.’ Het college staat niet negatief tegenover het voorstel en gaat kijken of het splitsen van de data een mogelijkheid is.

LUMC-schoonmakers staken Gezocht: kratjesdief De schoonmakers van het LUMC hebben woensdagochtend het werk neergelegd. Ook schoonmakers van andere ziekenhuizen én hogescholen in de Randstad zijn overgegaan tot staking. ‘Momenteel worden zij de eerste twee dagen niet doorbetaald bij ziekte’, zegt Marco van Moort van FNV-Bondgenoten. ‘Ook schoonmakers moeten zich ziek kunnen melden als ze griep hebben.’ Verder wensen ze een loonsverhoging van 50 cent bruto per uur en vinden ze dat ze te weinig tijd krijgen voor hun werk. Volgens FNV hebben schoonmakers negentig seconden voor een

toiletblok en tien minuten voor een operatiekamer. Hoe lang de staking zal duren wist Van Moort woensdagmiddag nog niet te vertellen. ‘We willen de schoonmaakbedrijven en de ziekenhuizen in elk geval zoveel mogelijk tot last zijn, zodat we een goede cao kunnen afspreken. We letten er wel op dat ruimtes waarin patiënten verzorgd worden niet vervuilen, of althans niet erger dan al het geval was. Daar maken we afspraken over met de staf van de ziekenhuizen.’ Bij het LUMC heeft de staking niet tot grote problemen geleid. ‘Voor zover ik weet is het alleen vandaag. FNV en ISS, het bedrijf waaraan het

LUMC het schoonmaakwerk uitbesteedt, delen ons standpunt dat patiëntveiligheid prioriteit heeft. Het betreft alleen enkele gangen en kantoren’, vertelt LUMC-voorlichter Niels Pols. ‘Het LUMC is overigens geen partij in de onderhandelingen’. Die gaan tussen ISS en FNV. ISS-voorlichter Etienne te Brake verwees desondanks alle vragen door naar het LUMC. Ook wist hij niet te vertellen of ISS ook op andere stakingslocaties verantwoordelijk is voor het schoonmaakwerk. ‘We werken wel voor meerdere ziekenhuizen in de Randstad, maar ik heb geen overzicht van werkonderbrekingen.’ MVW

Kenneth Pattinama maakte deze foto bij de Iguazú watervallen op de grens Argentinië en Brazilië. De student Latijns-Amerikaanse studies is ermee genomineerd voor de fotowedstrijd ‘Studeren in het buitenland’ van de faculteit van Geesteswetenschappen.

Studentenvereniging Augustinus lijkt het slachtoffer te zijn geworden van een kratjesdief. ‘Ik kan er niets over zeggen, omdat het een lopend onderzoek betreft,’ zegt de voorzitter van Augustinus, Rex van der Plas. Woordvoerder Lex Benden van de politie Haaglanden wil wel meer over de dief vertellen. ‘Het verhaal van de kratjesdief doet al heel lang de ronde, maar wordt helaas niet ondersteund door aangiftes. Ook bij Augustinus zijn waarschijnlijk kratjes verdwenen.’ De politie roept inwoners van Leiden, en ook zeker studenten, op om aangifte te doen van verdwenen

bierkratten. ‘En je iets verdachts ziet, moet je onmiddellijk 112 bellen. Dat geldt niet alleen voor diefstal van bierkratten, maar ook bij gestolen fietsen of inbraak.’ Is dat niet wat overdreven? Volgens Benden gaat het om een misdaad op heterdaad, en is daarom spoed belangrijk. ‘Het is lastig om achteraf onderzoek te doen. Als er een gestolen fiets in een tuin staat, kun je nog wel aantonen dat die fiets gestolen is. Bij een krat bier gaat dat lastiger. Niemand graveert zijn postcode in een krat, bij wijze van spreken. Als je iemand op verdachte wijze een bierkrat uit je tuin of naast een bedrijf weg ziet pakken, dan is het belangrijk om te bellen.’PM

Aanmeldingen blijven fors achter Het aantal aanstaande eerstejaars dat zich al heeft aangemeld, is zorgwekkend laag.

Het goede nieuws: er hebben zich nu al 42.365 mensen aangemeld voor een bachelor aan een Nederlandse universiteit, volgens de cijfers van universiteitskoepel VSNU. Dat zijn er 16% meer dan vorig jaar om deze tijd. Het slechte nieuws: verleden jaar om deze tijd hadden de eerstejaarsin-spe nog maanden de mogelijkheid om zich in te schrijven. Voor het collegejaar 2014-2015 is de aanmelddatum echter vervroegd: de deadline ligt op 1 mei. Vorig jaar hadden zich, met nog twee weken te gaan tot de deadline, bijna 63.000 studenten aangemeld. De poortjes gaan dit jaar eerder dicht, omdat universiteiten

aan ‘matchingsactiviteiten’ moeten gaan doen om te kijken of verwachtingen van de aankomend student wel overeenkomen met de studie in kwestie. Als een scholier zich na 1 mei aanmeldt, is de opleiding niet verplicht hem of haar toe te laten. Het toelatingsrecht kan ook vervallen als je je wèl op tijd inschrijft, maar vervolgens niet meedoet aan de studiekeuzecheck. Voor lotingsstudies is de deadline 15 mei. Extra zorgenpuntje is dat de aspirant-eerstejaarzen een DigiD moeten hebben om zich aan te kunnen melden. Niet elke middelbare scholier heeft dat al, en er gaan vijf dagen overheen voor het geactiveerd is. Een ‘aanmelding’ is overigens iets anders dan een ‘inschrijving’; het definitieve aantal inschrijvingen bij universiteiten wordt altijd pas in januari van het collegejaar duidelijk. BB

‘Lange arm van Rabat’ heeft geen spierbal De politieke invloed van de Marokkaanse overheid op Marokkaanse Nederlanders is beperkt, concludeert een Leidse promovenda. Antropologe Merel Kahmannpromoveerde gisteren op haar onderzoek naar de relatie tussen Marokkaanse Nederlanders en de Marokkaanse overheid. ‘In de media wordt altijd heel kritisch geschreven over de zogenaamde “invloedrijke lange arm van Rabat”, dus heb ik onderzocht hoe Marokkaanse Nederlanders daar nu zelf over denken. Aangezien het debat over Marokkanen de laatste weken zo opgelaaid is, ben ik blij dat ik een genuanceerder geluid kan laten horen.’ Uit Kahmanns promotieonder-

zoek blijkt dat er een enorme verscheidenheid heerst aan meningen onder Marokkaanse Nederlanders, wanneer zij gevraagd werden naar hun band met Marokko. ‘Hoe men Marokko ziet is onder andere afhankelijk van de levensfase, en ook van het opleidingsniveau. De kinderen van migranten hebben vaak een rooskleuriger beeld van Marokko. Het is het idyllische land waar zij altijd hun zomervakanties doorbrachten. Hun ouders zijn vaak kritischer, zij associëren het land vaker met corruptie en vriendjespolitiek.’ Het enige wat hen nog bindt met hun land van origine zijn familiebanden en religieuze affiliaties, van de Marokkaanse politiek houden zij

zich ver verwijderd. ‘Ze willen dus wel een imam uit Marokko in hun Nederlandse moskee, maar dan wel eentje die niet politiek gekleurd is. De politieke invloed die de Marokkaanse overheid op Marokkaanse Nederlanders uitoefent is beperkt en persoonsgebonden.’ Marokko heeft er echter veel belang bij om de religieuze en politieke voorkeuren van hun overzeese burgers in de gaten te houden. Met de vestiging van Marokkaanse organisaties in Nederland probeert het land de Marokkaans Nederlandse burgers te bereiken. Om de legitimiteit van de koning en het politieke bestel te bewaken is het voor de Marokkaanse overheid van groot belang dat Marokkaanse

Nederlanders trouw blijven aan de religieuze grondslag van Marokko. ‘De Marokkaanse autoriteiten zijn als de dood voor radicalisering van Marokkanen in het buitenland, wat de binnenlandse politieke stabiliteit zou kunnen aantasten’, aldus Kahmann. Met criminele MarokkaansNederlandse straatjongetjes bemoeit Marokko zich echter amper. ‘Zij zijn meer geïnteresseerd in de hoger opgeleide en succesvolle Marokkaans-Nederlandse jongeren, die potentieel economisch voordeel kunnen opleveren. Met criminelen bemoeien zij zich niet.’ Kahmann ontkent dan ook dat de criminaliteit onder deze jongeren wordt veroorzaakt door de inmenging van de Marokkaanse overheid.

Noch wordt hun integratie in de Nederlandse samenleving op enige manier beperkt door Rabat. ‘De criminaliteit staat volkomen los van de Marokkaanse identiteit. De “normale” Marokkaan is van dit soort stigmatiserende geluiden de dupe. Er bestaat niet één Marokkaanse identiteit, er is zoveel verscheidenheid onder Marokkanen. Tijdens de interviews die ik heb afgenomen, heb ik gemerkt dat zij het erg moeilijk hebben met het negatieve stigma dat op hen rust. Sommigen van hen voelden zich zelfs niet meer thuis in Nederland. Mijn respondenten wilden dan ook graag bijdragen aan een bredere beeldvorming over Marokkaanse Nederlanders.’ MR


6  Mare · 17 april 2014 Achtergrond

‘Stop met die stereotiepe beelden’ Sportieve en maatschappelijke weerstand onderzocht

De Dames 1 van Football Factory op weg naar hun kampioenschap. ‘Het gaat ook om de eer. Je wilt niet eindigen met een gelijkspel of verlies.’

Filosofe Martine Prange ontving een NWO-subsidie om een grootschalig interdisciplinair onderzoek te doen naar vrouwenvoetbal. Zelf speelde ze als professional in Turkije en België. Door Vincent Bongers ‘Volgens mijn vader voetbalde ik zodra ik kon lopen. Ik ben altijd gek op het spel geweest. RKAVIC in Amsterdam, waar mijn vader vroeger speelde, wilde geen

meisjeselftal. Ik wilde daar een team oprichten en had zelf al een coach gevonden en teamgenoten, maar de club ging niet akkoord. Toen ben ik maar gaan hockeyen, al voetbalde ik natuurlijk nog steeds op straat en langs het veld waar mijn vader speelde. Hij was journalist en oud-collega van Frits Barend bij Het Parool. Barend wees hem er op dat er bij Amsterdamse voetbalclub Buitenveldert wel een meisjeselftal was. Toen ben ik daar gaan spelen.Vrouwenvoetbal is de snelst groeiende sport ter we-

reld. Ook in Nederland is het aantal vrouwelijke leden van de KNVB de afgelopen 5 jaar verdubbeld. ‘Twintig jaar geleden begon de eerste officiële vrouwenvoetbalcompetitie in Turkije. Daar ben ik toen gaan spelen bij een club in Istanbul. Toen ik er voetbalde, financierden grote bedrijven het vrouwenvoetbal. Zo konden ze laten zien dat ze modern waren. Ik kreeg er dus ook betaald, net als in België, waar ik ook heb gespeeld.’ ‘In Nederland is de opzet heel

Het gaat ook om de eer > vervolg van de voorpagina ‘Dames effe stil’, roept Gielkens even later in de kleedkamer. ‘Even luisteren, dan denkt Mare tenminste dat ik enig gezag heb.’ Zijn tactische aanwijzingen: ‘Jullie moeten aan de bak. Op het middenveld komen jullie best goed door, maar het mag allemaal wel een tandje sneller. Ze kletsen er aardig in. En gebruik de zijkanten.’ De dames beloven plechtig dat ze de tweede helft ‘gaan knallen’. Er worden fluorescerende haarbanden uitgedeeld ‘voor de teambuilding’. Van Duin excuseert zich: ‘Ik zal voortaan geen ballen meer missen.’ ‘Ach, ik heb ook geblunderd’, klinkt het uit verschillende hoeken van de kleedkamer. ‘En ik ook.’ ‘In het begin was het standje eeeeehhhwwww’, zegt Anne van der Velde op weg naar het veld. ‘Nu zijn we wel wakker. Ze moeten er nog wel een

stuk of negentien maken, maar het gaat ook om de eer. Je wilt een kampioenschapswedstrijd niet eindigen met een gelijkspel of verlies.’ Van Duin: ‘Ik denk toch dat het de zenuwen waren. Ze staan niet voor niets tweede. Maar we moeten ons niet gek laten maken. Wij zijn beter: als we gaan tikken, winnen we.’ Dat blijkt al snel. De Football Factory draait op volle toeren en loopt in een kwartier uit naar 5-2. De Stompwijkers beginnen gemener te spelen. ‘Ik ben best gebutst’, zal Wouters een paar dagen later zeggen. ‘Mijn voet is blauw. Toen ik er een van Stompwijk gepasseerd was en haar ploeggenoot de bal wilde wegtrappen, maakte het haar niet uit dat mijn voet er nog tussen zat. Het hoort erbij. Het vrouwtje waar ik in de eerste helft op stond, speelde ook best hard.’ Football Factory zal de wedstrijd

makkelijk uitspelen. Gielkens kan het zich permitteren om Wouters en co-aanvoerster Sanne de Boer te wisselen zodat zij vast de attributen voor het kampioensfeestje uit de kantine kunnen halen. Als het laatste fluitsignaal klinkt sprinten ze gewapend met flessen weer het veld op en spuiten hun teamgenoten geheel onder. ‘Het is geen dure champagne, maar ranzige appelcider’, verduidelijkt Wouters, terwijl inmiddels ook het bier door de lucht vliegt. De Boer toont de trofee: ‘Kijk eens’, wijst ze naar het figuurtje op de beker. ‘Dat is dus wel een dame, hè.’ Zodra ze medailles gaat uitdelen, begint het team met scanderen: ‘Geef me een K, geef me een A, geef me een M…’ De vierde letter komt er nog even niet omdat er wordt besloten eerst maar eens ‘goed te gaan zuipen’.

anders. Clubs met mannenteams besloten op een goed moment ook vrouwenteams te beginnen. Hierdoor bleven deze toch vaak het stiefkindje van zo’n club. Inmiddels is die cultuur wel aan het veranderen, omdat het bij elke club nu normaal is om vrouwenteams te hebben. Zelfs AFC, vanwege haar chique imago de hockeyclub onder de voetbalclubs, is nu overstag en stelt de club open voor vrouwen. ‘Omdat het vrouwenvoetbal in Nederland zich momenteel zo razendsnel ontwikkelt en professionaliseert, wilde ik dit graag gaan onderzoeken. Daarom hebben we een interdisciplinair onderzoek opgezet naar de geschiedenis, de professionalisering en de media-representatie van het meiden- en vrouwenvoetbal in Nederland. ‘We willen vooral weten hoe meiden het voetbal beleven en hoe de sportieve en maatschappelijke weerstand die meiden vroeger en nu ondervinden hen helpt of belemmert in hun ontwikkeling. ‘We kijken ook speciaal naar de ervaringen van meisjes met een nietNederlandse achtergrond. In Den Haag bijvoorbeeld, is een enorme vraag naar voetbal onder meiden, voornamelijk van Marokkaanse afkomst. Zij willen heel graag in teamverband competitievoetbal spelen. Maar lid worden van een KNVB club is voor hen nog een brug te ver. Wij proberen de buurthuizen te helpen bij het opzetten van een zaalvoetbalcompetitie en gaan de meiden interviewen om te horen hoe zij religie en sport verbinden in een bepaalde “levensstijl” en hoe de sport hen helpt bij hun integratie in de Nederlandse samenleving. ‘Tenslotte kijken we ook naar de representatie van meidenvoetbal in

Foto’s Taco van der Eb

de media. Op welke manier wordt er aandacht besteed aan de speelsters van Ajax, FC Twente en ADO Den Haag, die voetballen in de semi-professionele BeNe-League, de competitie die België en Nederland samen organiseren? ‘Vrouwensport is maar vijf procent van het totale sportaanbod op televisie. Dat is natuurlijk belachelijk weinig. Bovendien gaat de discussie wel erg vaak over het uiterlijk van de sportster in plaats van over haar sportieve prestatie. Vrouwentennis is een goed voorbeeld. Ooit verdiende Anna Koernikova het meest, alleen door haar uiterlijk. Ze is nooit nummer één van de wereld geweest en won zelfs nooit een WTA-toernooi. Serena Williams geldt zelfs als “lelijk”. Behalve dat dat een krankzinnig oordeel is, volgens mij is ze prachtig, is haar tennis spectaculair en grensverleggend. Kortom, sport zoals het als kijksport bedoeld is. ‘Het vrouwenvoetbal probeert sympathiek in beeld te komen. Daarvoor worden opvallend vaker lief lachende blonde meisjes met een paardenstaart ingezet dan stoere gespierde meiden met kort haar. Dit is typerend voor onze conservatieve en veramerikaniseerde maatschappij, die veel behoefte heeft aan benauwde, traditionele stereotype beelden van mannen en vrouwen.’ ‘Je ziet dit terug in de sportmedia. Altijd aandacht voor dezelfde sporten en sporters. Studio Sport heeft een enorm budget voor het mannenvoetbal, besteed daar dan ook iets van aan de vrouwen. Dat er geen markt voor is, lijkt me een oneigenlijk argument. Hockey is bijvoorbeeld een grote sport op televisie maar trekt nauwelijks toeschouwers naar de velden, in elk geval niet meer dan het vrouwenvoetbal.’


17 april 2014 · Mare 7 Wetenschap

Mamabloed

Een zogeheten Tokamak waarin plasma wordt blootgesteld aan sterke magnetische velden, komt het dichtst in de buurt van een kernfusiecentrale.

Knopen met een kanon Laser moet plasma op de plaats te houden Promovendus Chris Smiet probeert met een laserkanon donutvormige plasmawolkjes aan elkaar te rijgen. Als zulke plasmaknopen stabiel blijken, is dat ook interessant voor kernfusiecentrales. Om zijn onderzoek uit te kunnen leggen, heeft natuurkundige Chris Smiet donuts gebakken, van klei. Hij heeft ook een angstaanjagend complexe afbeelding op zijn 3D-monitor, maar hij begint met de donut. ‘Zo’n negentig procent van alle bekende materie in het universum is plasma’, begint hij. ‘Dat wil zeggen dat de elektronen zich vrij van de atoomkernen kunnen bewegen.’ De intergalactische ruimte is ontzettend ijl, maar het kleine beetje spul dat er is, is plasma. Sterren zijn plasma, en bliksems, en het neon in een neonlamp is plasma, en zorgt ervoor dat de lamp licht geeft. Smiet: ‘Stel dat je een ringetje hebt van plasma. Dan kunnen de elektronen daarin vrij bewegen: ze vormen dus een elektrisch stroompje.’ Op de middelbare school leerde u al dat elektriciteit en magnetisme nauw verweven zijn met elkaar: haaks op de stroom zal een magneetveld ontstaan. De veldlijnen van dat veld lopen daardoor als een donut om het plasmaringetje heen. ‘Stel nou dat ik een tweede ringetje heb, geschakeld in het eerste ringetje. Dan loopt de stroom die door het tweede ringetje gaat, langs het magneetveld van het eerste ringetje.’ En dan gebeurt er iets interessants: als de stroom in de richting van het magneetveld loopt, wordt er geen kracht op uitgeoefend en blijft de ring op zijn plek. Omgekeerd houdt de tweede ring op dezelfde manier ook de stroom in de eerste ring op zijn plek. Wat met twee ringetjes kan, kan natuurlijk ook met heel veel ringen. Dat brengt Smiet naar de 3D-afbeelding, een zogeheten Hopf-vezeling, waarin iedere cirkel geschakeld is Door Bart Braun

met iedere andere cirkel. ‘Die structuur is in de jaren dertig bedacht door de wiskundige Heinz Hopf. Men zag dat toen als een mooi trucje, dat echter geen betekenis had voor de echte wereld. Pas de laatste jaren beginnen natuurkundigen die structuur in hun onderzoek terug te zien, en te bestuderen.’ Hij laat de computer uitrekenen hoe een magneetveld rond zo’n ring zou lopen, en laat een luid ‘Whoehoe!’ horen als dat inderdaad een donutvorm blijkt te zijn. ‘Dit zijn de simulaties die ik nu aan het doen ben; ik had deze data zelf nog niet gezien’, verduidelijkt hij. De grote hoop is dat als de stroompjes op hun plek gehouden worden, dat ook geldt voor het plasma zelf. ‘Eén ring valt snel uit elkaar. Met meerdere ringen wil het magneetveld ook uitsmeren, maar daarvoor moeten de magneetveldlijnen elkaar snijden, en dat mag niet van de natuurkunde. Als je begint met geschakelde ringen, ga je uiteindelijk toe naar zo’n Hopf-figuur, en die is stabiel.’ Oftewel: als je allemaal plasmaringen in elkaar weet te haken, ontstaat er in theorie een soort stabiele knoop; een zwevend bolletje dat zichzelf bij elkaar houdt. Dat is niet alleen leuk omdat je een slim natuurkundig grapje laat zien. Er is namelijk een industrie die dolgraag plasma’s op de plek wil houden. In een kernfusiecentrale proberen mensen twee atoomkernen samen te laten smelten. Dat lukt alleen bij superhoge temperaturen, zodat de samen te smelten materie plasmavormig is. Het probleem is dat bij dat soort temperaturen de wand van de reactor óók plasmavormig zou worden, en dat wil je nou net niet. Je moet dat plasma dus op zijn plek zien te houden. De standaardtruc daarvoor is het bouwen van een enorm apparaat dat een krachtig magneetveld aanlegt. Als je het plasma echter zo gek kan krijgen dat het zichzelf op de plaats houdt, is dat een mooiere oplossing. In theorie, dus. Maar hoe maak je

een ringetje van plasma? Smiet laat een sinister ‘Haha’ horen als hij de deur van zijn lab opendoet. Hij wijst naar een grijs blok van anderhalve meter lang. ‘Dit is mijn laser.’ Vervolgens wijzend naar een doos ter grootte van een koelkast die op de grond staat: ‘En dat is de stroomvoorziening van mijn laser.’ De doos zit bomvol condensatoren, die elektrische energie opslaan. Als de laser aangaat, komt er enorm veel energie in een flits in de bundel, ongeveer evenveel als wat een kleine elektriciteitscentrale produceert, in minder dan een miljoenste van een seconde. ‘Als je al die energie focust, dan knalt de lucht op die plaats uit elkaar tot plasma. Waarom ik niet gewoon een neonlamp gebruik? Dat plasma heeft een hele lage dichtheid, en ik wil het op dezelfde dichtheid hebben als lucht.’ Het laserkanon ligt nu in de ver-

bouwing, maar als alles weer in elkaar zit, hoopt Smiet er plasmaringetjes mee te kunnen maken. En hij hoopt dat geschakelde ringetjes inderdaad zo stabiel zijn als zijn simulaties laten zien. ‘Stabiel’ is overigens wel een relatief begrip hier. ‘Het huidige record staat op ongeveer één milliseconde, maar dat is gedaan in reactoren ter grootte van een gebouw. Met hoeveel ik dat wil verbeteren? Dat is niet het doel van mijn onderzoek. Wat ik hoop te laten zien is dat geschakelde plasmaringen langer bestaan dan ongeschakelde.’ Hij verzucht: ‘Elk lichtpuntje dat je ’s nachts aan de hemel ziet, is een ster, een gigantische bol van plasma die miljarden jaren stabiel blijft. Maar die spelen vals: ze houden zich met zwaartekracht op hun plek. Zo is fusie-energie wel erg makkelijk.’

In het bloedplasma van zwangere vrouwen zitten piepkleine beetjes DNA van de baby. Die kun je opsporen en vermenigvuldigen in het lab. Heel veel kan je aan dat DNA nog niet zien, maar bijvoorbeeld wel of er van alle chromosomen twee zijn en geen drie. Drie chromosomen – het mooie woord is trisomie - is teveel: afhankelijk van welk chromosoom er driedubbel is kan het kindje dan geboren worden met bijvoorbeeld het syndroom van Down. Joanne Verweij schreef een proefschrift over deze zogeheten Nip-test (niet-invasieve prenatale test). Het is een veelzijdig werk geworden, dat aan zowel de moleculair-biologische als de maatschappelijk-ethische aspecten van de nieuwe methode raakt. Verweij raadt af om op dit moment de nipt te gebruiken voor het vaststellen van het zogeheten Patau-syndroom, waarbij chromosoom 13 driedubbel aanwezig is. Vaak hebben niet alle cellen van een Patau-baby drie chromosomen-13, wat de test bemoeilijkt, en bovendien is de afwijking meestal goed op te sporen met een geavanceerde echo. Ook aan de kosten is gedacht: als voortaan alle zwangere vrouwen met verhoogd trisomie-risico een Nip-test krijgen, kost dat miljarden euro’s. Het levert ook geld op: het is goedkoper en minder belastend dan de huidige, wél invasieve testen. En massale invoering van de test zorgt ervoor dat er minder mensen met het syndroom van Down geboren worden. Over hoeveel dat scheelt, spreekt Verweij zich niet uit. ‘Het voelt niet ethisch correct om deze kosten te berekenen’, schrijft ze.

Adoptie Als adoptiekindjes geboren waren in een liefhebbend en welvarend gezin, hoefden ze niet geadopteerd te worden. Ze zijn gescheiden van hun ouders, en meestal gingen daar nog andere nare ervaringen aan vooraf. Maakt dat uit? Staan adoptiekinderen al met een paar puntjes achter voordat ze goed en wel zijn begonnen? Promovenda Christie Schoenmaker zocht het uit voor een groep van 190 internationaal geadopteerde kinderen die in hun eerste levensjaar naar Nederland kwamen. Adoptiebaby’s die ondervoed waren bij de geboorte, hadden op latere leeftijd een wat lager IQ dan hun lotgenootjes die wel een gezond geboortegewicht hadden. Het goede nieuws is echter dat dat geen effect had op hun sociaaleconomisch succes. ‘De effecten van ondervoeding lijken ten minste gedeeltelijk omkeerbaar’, is één van de conclusies van haar proefschrift.

Bieruitslag

Simulatie van hoe magneetvelden rond plasmaringen lopen.

In het vakblad Clinical and Experimental Dermatology beschrijven LUMC-dermatologen een casusbeschrijving: een allergische reactie op bier. Nou komt bierallergie wel vaker voor, maar het is vrij zeldzaam dat je het ook krijgt zonder het op te drinken. Hier betrof het een jongedame die in een café werkte. Zij kon nog wel gewoon bier drinken zonder klachten, maar als ze daarbij morste, kwamen de bulten op. Hoe ze precies aan de biernetelroos kwam, weten de epidemiologen ook niet. Misschien was via eczeem op haar handen het bier dieper binnen gedrongen, om zo haar huid gevoeliger te maken.


8

Mare · 17 april 2014

Achtergrond

Mentaal trainen met Mario Hoe het brein fitter wordt door games Gamen is goede hersengymnastiek betogen verschillende wetenschappers in een nieuwe Studium Generalereeks. ‘Als we de ideale combinatie van leren en genieten ontdekken, hebben we goud in handen.´ DOOR MASHA RADEMAKERS ‘Mensen kunnen mentaal fitter worden door het spelen van games. Het trainen van het brein bouwt namelijk extra capaciteit op’, aldus Guido Band, universitair hoofddocent cognitieve psychologie. In het project ‘Do video games keep the brain young?’ onderzoekt hij of oudere mensen mentaal fitter worden als zij hun hersenen trainen met games. ‘We willen kijken of we de zelfstandigheid van ouderen kunnen vergroten door hun brein flexibeler te maken. Zo kunnen zij hun boodschappen beter onthouden, of skills ontwikkelen om met een nieuwe smartphone uit de voeten te kunnen. Het zou er uiteindelijk zelfs voor kunnen zorgen dat ouderen langer thuis kunnen blijven wonen. Het zal niet direct Alzheimer tegengaan, maar het stelt het geheugenverlies wat uit.’ Daarvoor moeten de games wel voldoen aan bepaalde educatieve eisen. Het optimale effect wordt echter pas bereikt als er meer ingrediënten aanwezig zijn. ‘Een game moet belonend en uitdagend zijn. Je moet op tijd worden beloond voor je inzet. Sloeg je vroeger nog wel eens gefrustreerd het schaakbord van tafel, tegenwoordig zorgt een game dat je precies op het goede niveau blijft. Daarnaast is een goed verhaal nodig om motivatie op te brengen voor het spelen. Je leven moet er bij wijze van spreken van afhangen: je bent alles op alles aan het zetten. Een potje Mario Kart of Mortal Combat kan echt wat opleveren. Je gaat sneller waarnemen en de reactiesnelheid verbetert.’ Tijdens het spelen wordt het visuele deel van de hersenen getraind, waarbij het voorste deel van de hersenen optreedt als regisseur. Het houdt de touwtjes als het ware in handen. Hoe meer beloning een game geeft, hoe actiever deze regisseur wordt en des te scherper je bent. Games zijn niet alleen verkwikkend voor ouderen, zegt Band, ze worden ook al volop gebruikt door het bedrijfsleven om mensen op te leiden. ‘Wij kunnen binnen de wetenschap onmogelijk het bedrijfsleven bijhouden op het gebied van gameontwikkeling. Er gaat wereldwijd zo’n 20 miljoen euro in om. Als wetenschappers kunnen wij wel allianties aangaan met hen om te adviseren hoe zij games leerzamer kunnen maken.’ Zo zijn er bijvoorbeeld spellen ontwikkeld om brandweerkorpsen een nieuw systeem aan te leren. Deze manier van leren hoeft niet per se de sociale interactie in de weg te zitten. ‘Er kunnen wereldwijde coalities gesloten worden in games en mensen zijn vaak volop aan het communiceren met elkaar. De introductie van de telefoon werd eerst ook gezien als beperking van het sociale leven, terwijl het in werkelijkheid zorgde voor een enorme verbreding van sociale netwerken.’ Band ziet de toekomst positief in. ‘Als we erachter komen wat de ideale combinatie is van leren en genieten in een spel, hebben we goud in handen. Mensen zullen hun cognitieve vermogens optimaal kunnen benutten en dat alles met behulp van een simpel spelletje.’

Studium Generale De psychologie van het spel 1 mei, 19:30 uur, Lipsius 028

‘Hokverrijking’ voor varkens Een vliegende eekhoorn die denkt dat hij een vogel is, biggenneuzen die lichtgevende stippen in hun stal volgen en een project waarbinnen bekende en onbekende auteurs samenwerken: Kars Alfrink bespreekt drie spelontwerpen. Pig Chase: ‘Filosoof Clemens Driessen onderzocht hoe onze relatie met dieren verandert door technologie. Zo zijn er al melkmachines waarbinnen koeien zelf bepalen wanneer ze gemolken worden. Ook varkensboeren waren voor Driessen interessant. Varkens hebben volgens de wet recht op hokverrijkingsmateriaal, speelgoed dus. Als ze zich vervelen gaan ze namelijk in elkaars oren en staart bijten. Driessen vond het curieus dat we dieren, die we in gevangenschap houden en uiteindelijk opeten, van speelgoed voorzien. Tijdens een interview zei een van de boeren tegen hem dat er eigenlijk een computerspel voor varkens zou moeten komen. Het was eigenlijk een grapje, maar Driessen vond het een goed idee. Het project “Playing with pigs” ontstond uit een samenwerking met de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en de Universiteit Nijmegen. Biggetjes krijgen een groot scherm in hun stal waarop mensen via een tablet lichtgevende bollen kunnen besturen. De varkens zijn nieuwsgierig en volgen de lichtbollen met hun neus. De spelers die de bollen besturen, kunnen op hun beurt op de tablet de varkensneus zien bewegen. Raken de lichtbol en de varkensneus elkaar, dan resulteert dat in vonken of vuurwerk, en krijg je punten. Door met varkens te spelen, gaan we anders naar ze kijken. Je leert hun persoonlijkheid en intelligentie kennen. De reacties op het prototype waren dan ook leuk, maar er waren ook mensen die zeiden: “Kan dat geld niet beter worden besteed?”. Na het laatste prototype kwam de ontwikkeling helaas stil te liggen. Het zou natuurlijk leuk zijn als het spel nog op de markt komt, maar er komt erg veel bij kijken.’


17 april 2014 · Mare

Zelfs de Belastingdient wil gamen Bedrijven en instellingen gebruiken games voor nieuw beleid. ‘Als het niet werkt, is er geen man overboord.’ DOOR PETRA MEIJER Ook Kars Alfrink houdt zich bezig met de mogelijkheden

van games. Hij is de oprichter van gamestudio Hubbub in Utrecht, waar zijn team spellen ontwierp voor het Universiteitsmuseum Utrecht, maar ook voor Shell en de Belastingdienst. ‘Bij deze bedrijven denk je misschien niet meteen aan spelletjes, maar voor hen zijn games wel degelijk interessant. Als je een bepaald effect wilt bereiken of een specifieke boodschap wilt overbrengen, dan zijn games daarvoor een ideaal vernieuwend medium.’ Bij Hubbub worden spelletjes niet alleen in opdracht ontworpen, het bedrijf ontwerpt soms ook uit eigen initiatief. ‘Het is allebei leuk, maar op verschillende manieren. De extra beperkingen die een opdrachtgever je oplegt, vormen een mooie uitdaging. Als we vanuit onszelf ontwerpen zijn we veel vrijer, maar dat maakt het ook moeilijker omdat je meer keuzes kunt en moet maken.’ Een leuk spel bedenken is één ding, maar hoe zorgt Hubbub dat mensen het ook daadwerkelijk spelen? Alfrink: ‘Ze moeten denken: “Zou mij dat lukken? Ik wil dit wel eens proberen.” Een goede game heeft een duidelijk doel, en bevat interessante uitdagingen die worden gevormd door bepaalde obstakels. Je krijgt vervolgens gereedschap om vaardigheden te ontwikkelen om deze obstakels te trotseren. Neem Super Mario: het doel is duidelijk, je moet naar de andere kant van het level. De diepe afgronden zijn een

Beestenbende. ‘“Ik kan vliegen, dus ik moet wel een vogel zijn”, denkt de vliegende eekhoorn in het rariteitenkabinet van het Universiteitsmuseum Utrecht. Maar daar zijn de vogels het natuurlijk niet mee eens. Zo zijn er nog veel meer dieren in de war over bij welke groep ze horen. Een gezin vormt in het museum twee teams, en gewapend met een iPad Mini gaan zij op zoek naar bewijs om de vliegende eekhoorn ervan te overtuigen dat hij eigenlijk een zoogdier is. Ze maken bijvoorbeeld foto’s van veren, die de eekhoorn niet heeft. Vroeger was een rariteitenkabinet een soort gereedschap, en op deze manier krijgt het een deel van haar oude functie terug. Spelers gaan beter kijken naar wat er opgesteld staat, en uit onderzoek blijkt dat ze dankzij het spel langer in het rariteitenkabinet verblijven. Musea zijn bovendien vaak een solo-ervaring, maar hier kunnen gezinnen iets samen doen. En volwassenen kunnen net zo goed meespelen. Ze hebben meer achtergrondkennis, maar kinderen kijken beter en zijn erg opmerkzaam. Ze winnen regelmatig van hun ouders.’ Victory Boogie Woogie: ‘Het literatuurtijdschrift De Gids wilde weten wat games konden betekenen als ze in aanraking wilden komen met een nieuw publiek. We ontwierpen het project Victory Boogie Woogie. Tien weken lang konden deelnemers en bekende schrijvers samen een verhaal schrijven. Het verhaal gaat over een nieuw ontdekte Victory Boogie Woogie. De personages proberen het schilderij te bemachtigen, en tegelijkertijd te ontdekken of het echt is. De interactie tussen bekende schrijvers en het publiek was erg belangrijk, maar het project werd door De Gids ook gebruikt om nieuw talent te ontdekken. Dit spel was een soort zandbak: een spelomgeving in plaats van een spel met een duidelijk einddoel. Vergelijk het met SimCity, waarin je stad nooit af is. Een deel van het verhaal wordt binnenkort door De Gids op papier uitgegeven.’

9

obstakel. Je kunt leren om hier overheen te springen, maar dat gaat niet meteen goed. Een goed spel bevat onzekerheden, als iets altijd lukt als je op een bepaalde knop duwt, is het niet leuk. ‘Games zijn daarnaast aantrekkelijk omdat ze een veilige omgeving vormen. Je kunt dingen uitproberen zonder dat ze in de werkelijkheid consequenties hebben. De Belastingdienst wilde het personeel bijvoorbeeld laten kennismaken met een nieuwe manier van werken. Een spel is dan erg geschikt: als het niet werkt is er geen man overboord. Het spel speelt zich af in de nabije toekomst. Door een valutacrisis moet belasting in goederen worden geïnd en over verschillende organisaties worden verdeeld. Het is niet alleen een logistieke puzzel, de medewerkers oefenen met de interactie met fictieve klanten en moeten samenwerken. Als het fout gaat is het geen ramp.’ Toch beïnvloeden games en de werkelijkheid elkaar steeds vaker. ‘Dat is een hellend vlak’, zegt Alfrink. ‘Als games consequenties hebben in het echte leven, gaat het principe “het is maar een spelletje” niet meer op. Je moet daarom duidelijk zijn over de effecten, zodat mensen zelf kunnen beslissen of ze het willen spelen. Het is goed dat sommige dingen geen spel zijn, maar het enorme creatieve potentieel wordt onderschat. In de dagelijkse praktijk wordt alle vaagheid eerst uitgesloten. Als je dat doet, voeren voor de hand liggende oplossingen de boventoon. Games omarmen ambiguïteit, en dat is belangrijk. Er moeten oplossingen komen voor de klimaatverandering en de economie. Spellen kunnen daarbij helpen. Ik hoop dat we over vijf of tien jaar door te spelen tot oplossingen zijn gekomen voor grote en actuele problemen.’ Studium Generale Games met een lading, hoe je dingen kunt doen met spellen 8 mei, 19:30 uur, Lipsius 028


10  Mare · 17 april 2014 Achtergrond

Ons huis uit de oorlog De verhalen van joodse onderduikadressen Op 3 en 4 mei worden tijdens de Open Joodse Huizen gezinnen herdacht op de adressen waar ze tijdens de Tweede Wereldoorlog leefden. Ook in Den Haag keren de kinderen van toen terug. Mare sprak alvast drie van hen. ‘De klassen werden steeds leger.’

Zonder ster de trein in Door Marleen van Wesel ‘In 1941 speelden we nog op straat, maar als snel mocht dat niet meer. Ik moest ook naar een andere school, mocht niet meer met de tram, naar het zwembad of naar de speeltuin’, vertelt Hanneke Gelderblom-Lankhout (1936), bij de foto waarop ze schooltje speelt met buurtkinderen. Haar vroegere buurmeisje, die de foto decennia later stuurde, herinnerde zich nog dat er begin ’42 een vrachtwagen voor het huis stond en dat de boel werd leeggehaald. ‘Mij zag ze niet meer, maar mijn poppen lagen op straat. Mijn sprookjesboek had ik nog mogen meenemen.’ De bevriende schilderes Ru Paré, Tante Zus genoemd, bracht haar met de trein naar familie in Ter Apel. ‘Mag ik eigenlijk wel met de trein zonder ster?’ vroeg ik haar. In mijn herinnering zie ik de hele coupé schrikken. Wat zegt dat kind nou? Bij het eerstvolgende station stapten we snel uit. Ik moest nooit meer over sterren praten, dat was gevaarlijk, zei Tante Zus. Achterin dezelfde trein stapten we weer in. Het was de eerste les over dingen waarover ik niet mocht praten.’ In Ter Apel mocht ze weer buitenspelen. ‘Op straat las ik voor aan andere kinderen uit mijn sprookjesboek. Lezen had ik op de montessorischool geleerd, maar omdat ik nog maar zes was, dachten de mensen al snel: wat is dat voor raar nichtje uit Den Haag? Het werd te gevaarlijk, dus Tante Zus kwam me ophalen.’ Uiteindelijk werd ze op twaalf verschillende plekken ondergebracht. ‘Ik bleef goddank Hanneke heten, maar ik moest wel telkens een andere achternaam en een ander verhaal leren. Het vorige moest ik van Tante Zus steeds vergeten.’ Het enige verhaal dat ze nog weet, staat voorin haar poëziealbum uit Eerde, bij Veghel, haar laatste onderduikadres. ‘Geboren te Surabaya. Ik kwam dus ineens uit Indië. Daarom hoefde ik mijn zwarte haar niet meer te verven. Verder staan er versjes in van vriendinnetjes die ik daar had. In Eerde mocht ik weer naar school, ik hoefde niet meer opgesloten te zitten in een kamertje. Bovendien was er te eten. Later hoorde ik dat ik ook toen ontzettend bang was. Bij het geluid van Duitse laarzen kroop ik onder tafel.’ Voor haar moeders verjaardag, op 12 augustus 1944, mocht ze van Tante Zus een brief schrijven. ‘Ik schreef er keurig de datum boven, en “Eerde”, zo had ik dat van de zusters geleerd. Ik schreef dat ik het fijn vond dat ik weer naar school mocht en ik sloot af met “Houdoe”. De datum en de plaatsnaam knipte Tante Zus er later uit, voor de veiligheid.’ In september, tijdens de Slag om Arnhem, moest Gelderblom-Lankhout dagenlang in kelders schuilen. Ru Paré was inmiddels het contact met haar moeder verloren. ‘Het enige aanknopingspunt was dat woordje houdoe. Op de fiets is ze alle pastoors in Brabant afgegaan. In Veghel hoorde ze dat er mogelijk een Hanneke in Eerde had gezeten, maar dat alles daar kapot was geschoten. Ze kon beter naar Mariaheide gaan, daar zaten alle mensen uit Eerde. En daar, in Mariaheide, zag ik haar uiteindelijk aan komen fietsen.’ Met haar broertje Paul, die was ondergebracht in Limburg, keerden ze na de bevrijding terug naar Den Haag. ‘Maar niet naar de Citroenstraat: daar woonden inmiddels andere mensen en zij genoten huurbescherming.’ Nog één keer is ze er geweest, voor een radioreportage dertig jaar geleden. ‘De schuifdeuren zullen er nu misschien uit zijn. En er was een kastdeur, bekleed met behang, waarachter een grote doos met snoepjes stond. Soms mocht ik er eentje van mijn vader.’

Schooltje spelen in de Haagse Citroenstraat, Hanneke GelderblomLankhout (1936) is het meisje in het midden.

Barak voor gedoopte joden ‘Ik wist wel dat ik joods was, maar we deden thuis niks aan het geloof. Toen kwamen in ’41 al die verordeningen’, vertelt Henny Dormits (1929). Haar vader wist via zijn accountant, die in het verzet zat, valse dooppapieren te bemachtigen. ‘Vanaf toen gingen we trouw naar de kerk. De klassen van de joodse school waar ik inmiddels naartoe moest werden steeds leger. Uiteindelijk besloot mijn vader onder te duiken.’ Dormits mocht niets meenemen, want na acht uur over straat lopen, zonder ster nog wel, was al gevaarlijk genoeg. Vijf maanden bracht het gezin in stilte door in het huis van een jong echtpaar. ‘Op een dag, mijn zus stond in de keuken, sprong er een vent door het raam met een pistool. We waren verraden. Mijn vader durfde veel en toonde op het politiebureau onze dooppapieren nog. Ze werden voor onze neus verscheurd.’ Omdat hun namen wel op dooplijsten stonden, bracht het gezin anderhalf jaar door in een speciale gedooptenbarak in Westerbork. ‘Toen alle mensen die na 1940 gedoopt waren op transport moesten, beweerde mijn vader dat wij in 1938 al gedoopt waren. De papieren waren toch verscheurd. Op Dolle Dinsdag werden we alsnog naar Theresienstadt vervoerd. Drie dagen in een beestenwagen, de een moest overgeven, de volgende kreeg diarree en de derde moest plassen. Na vijf maanden kregen de gedoopten en de Barnevelders, een groep Joodse professoren, dokters en musici, te horen dat we naar Zwitserland gingen. Er ontstond paniek, maar Zwitserland leverde de Duitsers medicijnen in ruil voor 1200 gevangenen.’ De twee groepen werden gekozen, omdat de Duitsers daarmee de beste indruk konden maken. ‘We hadden kleren, waren niet kaal en hadden geen nummer in onze arm staan. Ontzettend gek: ineens waren we vrij.’ Naar het oude huis in de Nieuwe Parklaan keerde het gezin niet terug. ‘Het was een huurhuis en de huisbaas was een NSB’er.’ In aanloop naar Open Joodse Huizen is ze er pas gaan kijken. ‘De erker herinnerde ik me nog goed, en de spijltjes van de trap.’ Tot vader Dormits een nieuw onderkomen gevonden had, ontving het onderduikechtpaar hen met open armen. ‘Toen begon het informeren: wie is er nog? Dat onze grootmoeder niet terug zou keren was tot daar aan toe, maar onze neefjes hadden vast kunnen werken. En mijn vaders zussen waren nog jong. Op den duur kwamen er lijsten van overledenen. Daar stond de hele familie op, 65 in totaal. Het was rampzalig voor onze ouders, maar we hebben hen nooit zien huilen. Ze deden er alles aan om mij en mijn zus een leuk leven te geven.’ In huize Dormits was de oorlog desondanks geen taboe. ‘Het beheerste niet ons leven. Maar als je iets wilde weten, konden we daar gewoon over praten.’

De 52 kinderen van Tante Zus ‘Ik was een klein apie en ik kon alle jaren bij dezelfde familie in Limburg ondergebracht worden’, vertelt Paul Lankhout (1940). ‘Ik heb er leren praten en ik bleef tot ik viereneenhalf, vijf jaar was. De ouders waren als een vader en moeder, zo noemde ik ze ook. Er waren nog zes broertjes en zusjes. Ik was haast een adoptiekind, in een goede katholieke familie.’ Uiteindelijk werd hij herenigd met zijn eigen moeder en zijn zusje Hanneke, al herinnert hij zich daar niet veel van. ‘Zij waren in het begin een soort vreemden voor mij. Met de familie in Limburg heb ik altijd contact gehouden. Tot mijn twaalfde ging ik iedere zomervakantie voor vier weken terug.’ Lankhout was een van de 52 joodse kinderen die in de Tweede Wereldoorlog her en der ondergebracht

werden door de Haagse schilderes Ru Paré (18961972) en haar vriendin Theodora Versteegh. Tante Zus en Tante Do werd het tweetal genoemd. ‘Tante Zus was een zeer goede kennis’, vertelt Lankhout. Zijn familie had een gerenommeerde drukkerij in Den Haag, Lithografie Lankhout. ‘Mijn opa onderhield al in de jaren dertig nauwe banden in kunstenaarskringen. Zo leerde hij Ru Paré kennen. Later, toen joodse families steeds meer onder druk kwamen te staan, schoot ze te hulp.’ Paré weigerde lid te worden van de Kultuurkamer en sloot zich aan bij het verzet. Een Haagse straat is nog naar haar vernoemd, evenals tot enkele jaren geleden een Amsterdamse basisschool, maar over haarzelf is maar weinig bekend. Ze sprak na de oorlog niet over haar verzetsdaden. ‘Geen woord’, zegt Lankhout. ‘Dat past in de traditie van joodse families: over de oorlog spreek je niet. Alhoewel Tante Zus niet joods was.’ Wim Willems, hoogleraar sociale geschiedenis aan de Campus Den Haag en een van de initiatiefnemers van de open joodse huizen, werkt met onderzoeker Hanneke Verbeek aan een boek over de verzetsheldin en kunstenares. Deze zomer zullen ze contact leggen met de geredde Joodse kinderen. Lankhout zal tijdens Open Joodse Huizen alvast wat vertellen over Paré, in het huis waarin ze woonde. ‘Mijn meest levendige herinneringen aan haar komen uit de jaren na de oorlog. Van mijn zesde tot mijn twaalfde ben ik er nog vaak geweest.’ Op 4 mei zal hij er voor het eerst in zestig jaar weer binnengaan. ‘Ik ben benieuwd wat ik dan voel. Misschien denk ik: hé, daar stond de piano van Tante Do, en daar was het atelier van Tante Zus, en daar zat ik wel eens een boterhammetje te eten.’

De Haagse schilderes en verzetsheldin Ru Paré (1896-1972), ook wel Tante Zus geheten.

Wie zich wil aanmelden voor de rondleidingen kan dat doen op www.openjoodsehuizen.nl


17 april 2014 · Mare

11

Achtergrond

Ad van Denderen fotografeerde in 1991 het Zuid-Afrikaanse dorp Welkom in de Oranje Vrijstaat, , drie jaar voor het einde van de apartheid. Foto Hollandse Hoogte

Geweld was de enige juiste weg Terrorisme-expert Peter Knoope over zijn tijd bij het ANC ‘Ik praat er eigenlijk nooit over’, zegt Peter Knoope. Maar de directeur van het International Centre for Counter-Terrorism zat vroeger bij het ANC, dat door verschillende landen als terreurorganisatie is bestempeld. ‘Ik heb wel eens nagedacht over het plegen van een aanslag.’ DOOR PETRA MEIJER ‘Mijn leven bestaat uit twee delen: het leven voor en na het kamp. Daar ben ik groot geworden. Ik was 24 en had drie jaar lang met een rugzak op de wereld rondgereisd. In Mozambique zag ik de verwoestende invloed van de door het apartheidsregime gesteunde verzetsgroep Renamo. De bevolking werkte hard om het land weer op te bouwen, maar zij deden er alles aan om de wederopbouw te frustreren. Ze pleegden aanslagen op scholen en de infrastructuur. Daar is het zaadje van mijn woede geplant. Dit kan gewoon niet waar zijn, dacht ik. Ik moet hier ik iets aan doen. ‘In de Volkskrant zag ik een vacature voor de African National Congress, een politieke groepering die destijds in Afrika tegen de apartheid streed. Er reageerden driehonderd mensen, maar ik was er op de een of andere manier van overtuigd dat ze mij zouden kiezen. Dat die organisatie geweld niet schuwde, vond niemand een probleem. De antiapartheidsbeweging werd gezien als een goede zaak. Mensen vonden me eerder heroïsch. Ik verbaas me er nu wel over dat mijn ouders me zo makkelijk lieten gaan. Maar ik had natuurlijk al gereisd en was behoorlijk koppig. Misschien hadden ze het opgegeven.

‘In 1983 ging ik naar Tanzania, waar ik eerst een cursus Xhosa en politieke vorming kreeg. Tanzania had hoogopgeleiden nodig die na de apartheid leiding aan het land konden geven. Ik kwam in een academisch kamp terecht waar die mensen werden opgeleid: Mazimbu. Daar gaf ik biologieles. ‘Maar het functioneerde tevens als doorgangskamp voor mensen uit bijvoorbeeld Angola, die even van de radar moesten verdwijnen. Tegelijkertijd werd er gerekruteerd voor de gewapende strijd. We zaten in de bushbush, dus er was verder niets te beleven. ‘s Avonds kwamen we in de grote zaal bijeen, waar we werden voorgelezen, muziek maakten of strijdliederen zongen. Daar werden we opgepept en ervan overtuigd dat de weg van geweld de juiste was.

‘Ik stond op de rand en dacht: laat mij maar sterven, dan is mijn leven toch nog ergens goed voor geweest’ ‘Of je nog kritisch kunt reflecteren op wat je dag in dag uit wordt verteld? Dat is erg moeilijk. Ik schommelde voortdurend op en neer. Het hing ook af van mijn gemoed. ‘Bovendien kon elk tegengeluid ervoor zorgen dat je als spion werd gezien. Als vreemdeling binnen een organisatie die in oorlog is, vertrouwden ze mij voor geen cent. Dat angstige systeem van controle werd verdedigd doordat er daadwerkelijk

infiltranten rondliepen. In het kamp heb ik alle klassieke spionagetrucs voorbij zien komen. De man-vrouwverhouding bijvoorbeeld: ineens is daar mevrouw X, die ontzettend verliefd op je is. Je weet niet wie je kunt vertrouwen, dus vertrouw je maar niemand meer. ‘Op momenten van eenzaamheid heb ik wel eens nagedacht over het plegen van een aanslag. “Laat mij maar sterven in Zuid-Afrika, dan is mijn leven tenminste nog ergens goed voor geweest.” Ik heb op de rand gestaan. Maar zelfs als ik er echt voor zou hebben gekozen weet ik niet of ik het ook daadwerkelijk had gekund. ‘Iedereen was continu op zijn hoede. Je stelde elkaar geen vragen. We verbleven met zijn achten in units, en soms waren er ineens twee mensen verdwenen. Die waren dan op missie naar Zuid-Afrika. We wisten niet of ze ooit zouden terugkomen. Ik voelde me ontzettend eenzaam... (Na een pauze, duidelijk geëmotioneerd:) ‘Sorry, ik praat hier eigenlijk nooit over, zoals onze ouders het nooit over de oorlog hadden, denk ik. ‘Het allesdoordringende wantrouwen en het gebrek aan reflectie waren niet de enige zwakheden van de organisatie. De geweldscomponent trekt bepaalde mensen aan. Zij komen niet voor de inhoud, maar om lekker te knokken, ook bovenin de organisatie. Dat is ontzettend gevaarlijk. Maar in Nederland wilde de anti-apartheidsbeweging daar niets van weten. Zaken die niet deugden diende je te bedekken met de mantel der liefde. Het werd een excuus: “Zij lijden onder de apartheid.” ‘Ik had de grens bereikt van wat ik persoonlijk kon verdragen. Ik was op. Je komt uit solidariteit, en wordt vervolgens geconfronteerd met de

gebreken en zwakheden van de organisatie. Dan moet je de balans opmaken. Draag ik nog iets bij? Ik vond dat ik te kritisch en te lastig werd, dat ik geen positieve bijdrage meer kon leveren. Gedesillusioneerd? Nee, een ervaring rijker. ‘Terroristische organisaties gebruiken veelal dezelfde geconstrueerde verhalen. Geweld is de enige weg. Niemand luistert naar onze klachten. We hebben oprechte en terechte eisen, maar onze kinderen worden neergeschoten tijdens protesten. Zij deden ons dit aan, waarom zouden wij het niet terugdoen? Geweld is de enige taal die ze begrijpen. Pas als je weet wat de aantrekkingskracht van deze narratives is, en begrijpt hoe de verhalen worden ingezet, dan pas weet je ook hoe je het kunt bestrijden. ‘Door mijn tijd in het kamp ben ik beter gaan begrijpen hoe zulke groepen opereren. Het is belangrijk om te luisteren naar hun grieven. Pas dan kun je de angel eruit halen. Wees bereid om te kijken naar wat er mis is. En dan is het nog belangrijk om te weten hoe moeilijk het is om er weer uit te stappen, dat brengt ook rouw met zich mee. Je maakt een soort hospitalisering door. In het kamp is er een vaste structuur. Als je daar ineens van weg bent treedt er onthechting op. Toen ik het kamp verliet en naar Kameroen ging, waren de eerste zes maanden ook een hel. ‘Van 2001 tot 2007 was het proberen te begrijpen van terroristen eigenlijk onbespreekbaar, daarvoor waren de gebeurtenissen van 9/11 te indrukwekkend. Ik weet nog goed dat Wim Kok zei: “Ik hoop dat de VS met waardigheid zullen reageren op wat hen is aangedaan.” Een verstandige reactie, maar iedereen buitelde over hem heen.

Peter Knoope in het ANC-kamp Mazimbu, in Tanzania. ‘Het stond lijnrecht tegenover de sterke taal van Bush: “We will hunt them down, we will smoke them out, you’re either with us or against us.” ‘Pas toen we, onder meer in Afghanistan, zagen dat deze aanpak niet werkt, kwam er meer aandacht voor radicalisering. Ik heb vanaf dag één gezegd: als je niet bereid bent om te snappen waarom mensen dit doen, dan zal je de oplossing nooit vinden. ‘Nederland heeft wat dat betreft een voortrekkersrol gehad, ook omdat we eerder succesvol zijn geweest bij de bestrijding van terrorisme. Neem de Hofstadgroep: die is nu vrijwel weg. Een aantal van de voormalige leden werkt nu mee aan deradicaliseringsprogramma’s. ‘Tot 1994 stond ik nog op een lijst van mensen die Zuid-Afrika niet in mochten. Daarna kon ik er wel heen, maar daar ben ik altijd een beetje angstig voor geweest. Tijdens mijn tijd in het kamp was Zuid-Afrika de vijand, maar nu ga ik er vier jaar wonen. Mijn vrouw wordt er de Nederlandse ambassadeur. De cirkel is op een bijzondere manier rond.’


12  Mare · 17 april 2014 Maretjes De prijs voor een Maretje bedraagt €8,– per 30 woorden, opgegeven via redactie@mare.leidenuniv.nl uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan. Nieuwe begeleiders gezocht voor bijles/huiswerkbegeleiding Buurthuis Vogelvlucht Leiden-Zuid. Zes leerlingen basisonderwijs groep 7 en vijf leerlingen groep 4 en 5 helpen met begrijpend lezen, spelling en rekenen. Zes leerlingen uit groep 6 hulp bij lezen, woordenschat en rekenen, waarvan één met dyslexie. Twee leerlingen met vergoeding van €5,- en €7,- per les. Voortgezet onderwijs, Marokkaans meisje, wiskunde, economie, 2vmbo-kader, €5,- per les. Leiden-Noord zoekt begeleiders voor 28 leerlingen basisonderwijs groep 4 t/m 7, waarvan negen met vergoeding. Voortgezet onderwijs, hulp voor: Marokkaanse jongen, Engels, brugklas havo. Turkse jongen, bedrijfscalculatie, 3mbo-financiële opleiding. Marokkaanse jongen, Engels, biologie, 2vmbwo-TL. Marokkaanse jongen, begrijpend lezen, woordenschat, brugklas. Marokkaanse jongen, Nederlands, Engels, 2vmbwo-TL, €5,- per les. Marokkaanse jongen, geschiedenis, biologie, brugklas vmbo-kader. Marokkaans

meisje, wiskunde, Engels, 3vmbo-TL. Marokkaanse jongen, Engels, Nederlands, wiskunde, brugklas vmbo-TL. Marokkaans meisje, wiskunde, brugklas vmboTL. Marokkaans meisje, Engels, brugklas. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma, wo en do, 15-17u. Tel: 071-5214256. E-mail: hdekoomen@owwleiden.nl. Lezing: Theosofia, de synthese van de toekomstige Religie, Filosofie, Wetenschap. Door Stichting I.S.I.S. Toegang gratis. Woensdag 23 april, 20.00 uur. Plaats: Leiden, Lorentzkade 15a (vlakbij Lammenschansweg). Inlichtingen: 0713617417. Zie www.stichtingisis.org voor meer info.

78x50 6min.indd 1

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen

voor het studiejaar 2014-2015, 19 upw Meer informatie www.science.leidenuniv.nl/index.php/assessor

Bij ons leer je de wereld kennen mare-univ leiden 140410.indd 1

dr. H.J. Guchelaar. Mw. R.P.C. Driessen hoopt op dinsdag 6 mei om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘The architects of crenarchaeal chromatin – a biophysical characterization of chromatin proteins from Sulfolobus Solfataricus’. Promotor is Prof. dr. J. Brouwer. Mw. R.F.W. De Cock hoopt op dinsdag 6 mei om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Towards a system-based pharmacology approach to predict developmental changes in renal drug clearance in children.’ Promotors zijn Prof. dr. C.A.J. Knibbe, Prof. dr. M. Danhof en Prof. dr. K. Allegaert (Leuven). Dhr. M. Kamran hoopt op woensdag 7 mei om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Photosynthetic Light Reactions at Gold Interface’. Promotor is Prof. dr. T.J. Aartsma. Dhr. R. van ’t Klooster hoopt op woensdag 7 mei om 15.00 uur te promoveren in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Utomated Image Segmentation and Registration of Vessel Wall MRI for Quantitative Assessment of Carotid Artery Vessel Wall Dimensions and Plaque Composition’. Promotors zijn Prof. dr. ir. B.P.F. Lelieveldt en Prof. dr. ir. J.H.C. Reiber. Mw. A.A. Ramkisoensing hoopt op woensdag 7 mei om 16.15 te promoveren in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Molecular and Environmental Cues in Cardiac Differentiation of Mesenchymal Stem Cells’. Promotor is Prof. dr. M.J. Schalij.

de eerste minuten, van levensbelang. www.hartstichting.nl voor een reanimatiecursus bij jou in de buurt.

Assessor m/v

Oppas gezocht voor ons zoontje (3). Voor oproepbasis en wellicht vanaf september een middag in de week. Enige ervaring een pré. Nabij centrum Leiden. Interesse? E-mail: oppasseninleiden@ hotmail.com. Vermeld svp je uurtarief.

Academische Agenda Dhr. A. Gupta hoopt op dinsdag 29 april om 10.00 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Unraveling the Mechanism of Multicopper Ocidases: From Bulk to Single Molecule’. Promotors zijn Prof. dr. G.W. Canters en Prof. dr. T.J. Aartsma. Dhr. M.A.H. Khalifa hoopt op dinsdag 29 april om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Female Transmission of Hadith in the Mamluk Period: An Annotated Edition and Study of Ibn Hajar’s Mu’jam al-Shaykhah Maryam’. Promotor is Prof. dr. P.S. van Koningsveld. Mw. E.J.T. Verweij hoopt op dinsdag 29 april om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘NIPT: towards implementation in the Netherlands’. Promotor is Prof. dr. D. Oepkes. Dhr. P.C. Kalenga hoopt op woensdag 30 april om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Bunkeya et ses chefs: évolution sociale dúne ville précoloniale (1870-1992)’. Promotor is Prof. dr. R.J. Ross. Dhr. J.R. van der Vorst hoopt op donderdag 1 mei om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Nearinfrared fluorescence-guided surgery: preclinical validation and clinical translation.’ Promotor is Prof. dr. C.J.H. van de Velde. Mw. M.K. Rommers hoopt op dinsdag 6 mei om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Clinical Rules in hospital pharmacy practice to prevent adverse drug events.’ Promotor is Prof.

Vacature

Huurdersvereniging BRES zoekt een bestuurslid PR! Wil jij je inzetten voor de belangen van de huurders van DUWO en heb jij affiniteit met public relations, dan zijn wij op zoek naar jou! Interesse of meer weten? Kijk op www.huurdersverenigingbres.nl of mail naar info@huurdersverenigingbres.nl

10-04-14 16:37

Hoe je je bachelor in Leiden richting geeft.

Ontdek het 29 april op de Minorenmarkt Geesteswetenschappen Of je je bacheloropleiding nu wilt verbreden of verdiepen, interesse hebt in een minor Amerikanistiek of een stage in Frankrijk. Op de Minorenmarkt Geesteswetenschappen kun je je licht opsteken over alle keuze-mogelijkheden. Dinsdag 29 april, 16.00-17.30 uur, in het Arsenaal. Kom je informeren!

www.hum.leidenuniv.nl/studenten/studiepunt Bij ons leer je de wereld kennen Mr. K.J. Cath-prijs 2014 In 1988 is bij het afscheid van mr. K.J. Cath als voorzitter van het College van Bestuur de “Mr. K.J. Cath-prijs” ingesteld. De prijs, bestaande uit een oorkonde en een bedrag van € 2.500 wordt tweejaarlijks toegekend aan een mede­ werker of student werkzaam of studerend aan de Universiteit Leiden, die in de voorafgaande periode de naam van de universiteit op positieve wijze naar buiten heeft gebracht door onderwijs- of onderzoekprestaties of de ondersteuning daarvan, een en ander in de ruimste zin van het woord. Het kan daarbij zowel één persoon als een groepering betreffen. De prijs wordt uitgereikt door de rector magnificus en voorzitter van het College van Bestuur tijdens de opening van het academisch jaar 2014-2015 op maandag 1 september 2014. De plechtigheid zal plaatsvinden in de Pieterskerk, aanvangstijd 15.00 uur. Ter voorbereiding van de werkzaamheden van de jury wordt de universitaire gemeenschap opge­roepen personen of groeperingen voor te dragen. U kunt vóór 2 juni 2014 schriftelijk een gemotiveerd voorstellen indienen in een envelop gemarkeerd “vertrouwelijk Cath-prijs” bij drs. P. van Slooten, Algemeen Directeur tevens Secretaris College van Bestuur, Postbus 2500, 2300 RA Leiden, of per e-mail aan r.h.m.van.der.poel@bb.leidenuniv.nl.

24-10-13 17:05


17 april 2014 · Mare 13 Achtergrond

Radio maken met bananen Leidse studenten journalistiek gaan op bezoek bij de BBC

De nieuwsstudio van de BBC. ‘In dezelfde ruimte staan oneindig veel computers en krioelen overal mensen rond.’

Vijfentwintig masterstudenten Journalistiek en Nieuwe Media trokken naar het walhalla van de journalistiek: Londen. Ze spraken er met correspondenten en bezochten de BBC, waar het hoorspel nog springlevend blijkt te zijn. En is Snowden nu een held of een verrader? DONDERDAG. ‘Ruim vijftien jaar geleden lag dit enorme grasveld, zeker acht voetbalvelden, vol met bloemen’ vertelt correspondente Lia van Bekhoven, ‘maar nu schamen de Britten zich voor het feit dat zij bij het overlijden van Diana hun verdriet zo de vrije loop hebben gelaten.’ Van Bekhoven neemt ons op een vroege donderdagochtend mee op een stadswandeling. Zij is onder andere werkzaam voor Elsevier, BNR Nieuwsradio en Nieuwsuur en woont al jaren in Londen. Midden in Hyde Park, met zicht op Kensington Palace vertelt ze ons over het paleis, waar destijds Diana woonde en wat momenteel het woonhuis is van de royals William, Kate en kleine George (en Harry in het tuinhuis). ‘Het paleis is in de zeventiende eeuw gebouwd door onze Nederlandse koning Willem III’, vertelt Van Bekhoven. Hij had astma en behoefte aan schone lucht. Het park, dat toen nog ver buiten het centrum lag, was de ideale plek voor een nieuw paleis. Ook nu nog ademen de Kensington Gardens rust uit, maar het is er tegelijkertijd bedrijvig. Er zijn veel joggers en mensen die hun allemaal identieke, kleine hondjes uitlaten. Verderop in het park vinden we de Albert Memorial. Van Bekhoven: ‘Dit foeilelijke monument heeft Queen Victoria laten bouwen na het overlijden van haar man Albert (1861). Ze was zo intens verdrietig dat ze de resterende veertig jaar van haar leven alleen nog maar zwart droeg.’ Na de wandeling gaan we met Van Bekhoven naar de Nederlandse ambassade, waar NRC-correspondente Titia Ketelaar ook aanschuift voor een gesprek. Beiden praten over het verschil tussen de Britse en de Nederlandse journalistiek. ‘Britse journalisten gaan zo ver, dat ze gerust in iemands vuilnisbak op zoek gaan naar informatie. In Nederland zijn ze veel beschaafder.’ Om dezelfde reden krijgen Britse journalisten nog weinig gedaan bij de Britse bevolking. ‘Het imago van de journalist

is hier zo slecht dat het moeilijk is om mensen te vinden die mee willen werken aan onze reportages’, vertelt Ketelaar. Het afluisterschandaal van News of the World heeft de Britse journalistiek de das omgedaan. Waar Britse journalisten wel beter in zijn volgens de correspondentes? ‘Ze kleden zich in Engeland veel beter dan in Nederland!’ We bespreken ook de toekomst van het correspondentschap, voor sommigen van ons een droombaan. Hoewel er veel bezuinigd wordt en correspondenten duur zijn, is er nog hoop volgens Ketelaar. Als je via Google zoekt op ‘overzichtskaart Nederlandse correspondenten’ krijg je een mooi overzicht van gebieden waar journalisten werkzaam zijn. Zo kun je jouw plek vinden om iets nieuws bij te dragen. VRIJDAG. De wekker gaat vroeg, na de vorige dag te hebben afgesloten met een borrel met journalistiekstudenten van de Brunel University. Vandaag staat de Polis Journalism Conference op het programma; een evenement georganiseerd door de London School of Economics. Op de conferentie, met onder andere sprekers van The Guardian, The Economist, Al-Jazeera en BBC, was journalistieke transparantie het

al veel onthullende uitspraken los weten te peuteren.’ Long ontdekte zo bijvoorbeeld de schaduwkant van het succesvolle leven van Psy, de springende zanger van Gangnam Style. Hij vertelde haar openlijk over zijn drankprobleem: ‘If I’m happy, I’m drinking, if I’m sad, I’m drinking. If it’s raining, I’m drinking, if it’s sunny, I’m drinking, if it’s hot, I’m drinking, if it’s cold, I’m drinking’. Nog een tip: beschrijf in welke toestand je de geïnterviewde aantreft. De context zegt vaak nog meer over de geïnterviewde dan een quote, aldus Long, die haar artikel over Playboy-oprichter Hugh Hefner als voorbeeld gaf. ‘They warned me he was old. But my God, nobody told me Hugh Hefner could barely get up. On a low chair in the yellow gloaming of his oak-panelled study, Hefner, 84, is staring intently at the ceiling, and not in a good way. ‘Aaaah’, he groans loudly.’ Dat hadden we toch niet willen missen. Na afloop van de conferentie bezochten we de BBC: de Britse omroep waar maar liefst zesduizend mensen werkzaam zijn. Het was een gigantisch gebouw, met een nieuwsredactie die vele malen groter is dan de NOS en waar oneindig veel computers stonden en mensen rondkri-

oelden. In dezelfde ruimte staan de nieuwsstudio en de weerstudio waar voortdurend uitzendingen worden gemaakt. Het is niet voor te stellen hoe deze ruimte eruit moet zien tijdens een grote nieuwsgebeurtenis. Met vijfentwintig studenten en drie docenten staren we naar schoenen, een bak met grind, bananen, triangels, toeters en bellen. Het lijkt een vreemde uitzet op de zwarte markt, maar al deze goederen blijken professionele radio tools te zijn, althans in Engeland. Ze zijn nodig voor de achtergrondgeluiden van een BBC radiohoorspel. Tijdens ons bezoek was er een repetitie van het boek The Hitchhiker’s Guide To The Galaxy voor BBC Radio 4 bezig. Het radioprogramma werd opgenomen in een theaterzaal en de stemacteurs en actrices waren keurig in kostuum gekleed. Zij beeldden hun rol uit, voor zover hun staande microfoons dit toelieten, en dat terwijl alleen de audio werd opgenomen. ‘Zelfs de kleinste geluidjes en details worden meegenomen in de opnames, om zo de beleving van het verhaal completer te maken’, legt de tourleider aan ons uit. Toch opvallend: halverwege de jaren tachtig is de hoorspelredactie bij de Nederlandse radio opgeheven,

maar in Groot-Brittannië is deze radionostalgie nog springlevend. Wie weet wordt het hoorspel ook bij ons ooit weer hip. Hoewel in Londen de journalistiek bloeit en inspireert, bevindt de branche zich ook hier in zwaar weer. Journalisten moeten zichzelf steeds meer onderscheiden. Er zijn minder vaste banen en steeds meer journalisten. Media moeten creatief zijn en tegelijkertijd proberen toch winstgevend te zijn. We zijn in de Engelse hoofdstad op dé hotspots van de Britse journalistiek geweest, hebben veel nieuwe dingen gehoord, inspiratie opgedaan en zien de toekomst rooskleurig tegemoet. Hopelijk mét een droombaan! Cindy Huijgen, Ruben van Vliet, Liza Sie, Eva van Barneveld, Jennie Barbier, Loes van Niekerk, Alieke Hoogenboom, Harriot Voncken, Martine Braam, Daan Jongen, Myrthe Prins, Tessa Moolenaar, Eline van den Hout, Marloes Zandbergen, Marjanne Slagter, Daan Kuys, Kelly van Alphen, Marit Oosters, Marloe van der Schrier, Dieneke Boer, Phebe Tempelaars en Liza Karsemeijer. Op mareonline.nl staat een radioverslag van Joost de Kleuver, Gert-Jan Verstegen en Maarten van Ast.

‘Nederlanders zijn veel beschaafder dan Britse journalisten’ overkoepelende thema. Journalisten zijn door de opkomst van social media steeds transparanter geworden in hun manier van werken. Ze leggen meer verantwoording af voor het geleverde werk. Vooral Snowden was een terugkerend onderwerp: was hij nu een verrader of een held? Het panel komt er niet uit. Iets luchtiger is de lezing van twee druk kwebbelende journalistes van The Sunday Times, Eleanor Mills en Camilla Long, die een boekje opendoen over de bekendheden die ze tijdens hun carrière geïnterviewd hebben: Emma Watson, Scarlett Johansson en Boris Becker. ‘Dé tip voor een goed interview is om de neiging om ongemakkelijke stiltes op te vullen te onderdrukken. Laat dat maar aan de ander over: je zult zien dat die dan zijn mond voorbij praat. Wij hebben op deze manier

Leidse studenten en docenten journalistiek poseren aan de newsdesk van de BBC.


14  Mare · 17 april 2014 English page

The loneliest place in the world How a witness and a prosecutor at the Yugoslavia Tribunal became colleagues Thanks to Aernout van Lynden’s reports, Prosecutor Dan Saxon knew how to convict war criminals at the Yugoslavia Tribunal. Now they both work for Leiden University College. “I was ashamed of mankind.” By Vincent Bongers And Petra Meijer

“The first time I interviewed Ratko Mladić was in September 1992’, recalls former war correspondent Aernout van Lynden. He experienced the bloody civil war that resulted in the breakup of Yugoslavia at first hand. “The commander-inchief of the Bosnian Serbian army took us to an artillery position on a hill close to Sarajevo. It was weird. While we looked out over the city, he said: ‘I have Sarajevo in the palm of my hand.” He wanted to show off his might – that was so typical of him. He is a real villain, the worst I encountered there, and that’s saying something. The Yugoslavia Tribunal in The Hague had just been established so I asked him whether he was worried that he would be prosecuted for war crimes. “Oh that, no” he replied, unconcerned. “The last time I spoke to him was in February 1994, in Pale, the headquarters of the Bosnian Serbs: he was much more worried then. Mladić noticed me and started to yell: I was a liar and all sorts of other things. He grabbed me by the face and there was not much I could say or do in that position. In the end, he let me go and I said: ‘I’ll see you in The Hague.’ “And that’s exactly where we met again, many years later. He was a suspect; I was a witness. I couldn’t stop myself telling the court that I had told Mladić that I would see him there. He called me a dog, a thief and a CIA spy, but he also swore at his victims in court, which was much worse.” Nowadays, Van Lynden teaches Journalism and War History at Leiden University College. “I met Aernout six years ago”, explains Dan Saxon, an American who was a prosecutor at the Tribunal between 1998 and 2010 and who currently also works for the University College in The Hague. On Saturday, they both talked about their parts in the Yugoslavia Tribunal at the conference European Association for American Studies, hosted by Campus The Hague. Saxon continues: “I led the case against General Momčilo Periŝić, who was the highest officer in the Yugoslavian army during the war. Perisic was prosecuted by the Tribunal for war crimes committed during the siege of Sarajevo. He was held responsible for the horrific assaults on the city by artillery and snipers – illegal attacks on civilians. It was not easy, as he mainly stayed in his office in Belgrade during the war and probably never even set foot in the mountains around Sarajevo, coordinating the Bosnian-Serbian troops from a distance.” Saxon couldn’t think of a way to prove the general’s guilt. “Then I watched the reports Aernout had made about the city for the British broadcasting service Sky News. You could see how the houses and buildings were bombarded day and night by heavy machine guns, which are wellknown for their lack of accuracy, and similar weapons. Those images were evidence that innocent civilains had been attacked.” In addition, the reports were aired everywhere. “Periŝić would have watched them too, so he actually knew what was going on. Arkan, the

Serb paramilitaries burn the Croatian flag as they take over a town. 1991. notorious commander of Arkan’s Tigers, the Serbian paramilitary organisation, even rang him up to complain about the reports. They all watched them.” Van Lynden adds: “War correspondents were summoned to the Tribunal as witnesses a long while before Dan contacted me, but there were hitches. Nobody spoke to us; we had to listen to boring treatises on the history of Yugoslavia and then we were questioned for hours. Some of the details were hardly relevant or were entirely forgotten after twenty years, like the colour of someone’s uniform. We were frustrated because we could only provide answers; we weren’t allowed to have our say or to ask questions. The witness stand is the loneliest place in the world. We weren’t permitted to speak to other people and we had no idea what the defence were planning. Meanwhile, the court allowed criminals all the time in the world. The Bosnian witnesses who had to fly to The Hague, an intense and overwhelming experience for them, were always sent home if Radovan Karadžić needed yet more time. It was frustrating, but I returned from that war with a deeprooted hatred and I felt ashamed of mankind. We had to show the world that this was unacceptable and if people like Saxon want you, you don’t say no.” Sometimes, Van Lynden reported while the buildings around him in Sarajevo burned. “We were on the top floor of a hospital that had been badly damaged by the shelling: we could see the entire city from there. The building was hit every day. When it quietened down, we would do reports about the doctors and nurses, and sometimes we’d give them a hand. I held legs while they amputated. “I was just doing my job; it’s a calculated risk. But you couldn’t relax – that could be fatal. We once picked up someone from the television sta-

tion ABC at Sarajevo airport. We had brought along a bullet-proof jacket but he refused to wear it. He was shot and killed on the drive into the city. Another time, our car was hit by three bullets; they only just missed us. One went through the headrest but even then I never thought about giving up my job. I eventually abandoned my career as a correspondent where I had started it: the Israeli-Palestinian conflict. I found myself lying on the street with a bullet in my leg and I thought: ‘Enough is enough.’ I was fed up with it.” Saxon also wanted to call Van Lynden as a witness because of his personality. “I already knew a few war correspondents, but they led quite turbulent lives: lots of booze, dope and women. Aernout is a different animal, a modest, courteous man with ample experience; someone who knows what he’s talking about. Aernout is quite opinionated about the guilty parties and I worried that he might be considered prejudiced.

Photo by Ron Haviv

But it all worked out in the end: Periŝić was convicted.” However, the decision was overruled on appeal. Van Lynden remarks: “That was very disappointing, to put it mildly.” His cooperation with the Tribunal had a major impact on Van Lynden. “Probing so deeply into my memories was very disturbing. I started sleepwalking; I would wake up, bathed in sweat, somewhere in our apartment without knowing how I got there. It grew worse: I started having flashbacks and lost track of my time. The nuclear summit was very unpleasant because the sound of the helicopters reminded me of Afghanistan where we were attacked by Russian attack helicopters. But it’s getting better; nowadays, I only have a bad night every now and then.” Saxon, too, had to arm himself to cope with the files of appalling stories he had to examine. “I developed a rather good psychological defence mechanism: I read the files without emotion, with professional remote-

ness. But I still found it difficult to deal files that involved children.” Van Lynden thinks it is a pity that nothing was asked about certain events in the war. “I would have liked to have given evidence about what happened in Bihać, an enclave in the northwest of Bosnia. The town was besieged by the Serbs for years and I witnessed things there that were similar to the siege of Sarajevo, but the prosecutors decide which cases go to court.” In Saxon’s opinion, the Tribunal was reasonably effective: “It served to reduce impunity. People who commit war crimes must learn that they can’t get away with it. The most important results are not the cases in The Hague, but the legal developments in the countries where the atrocities took place. That’s what we need to work on.” Van Lynden adds: “It’s a difficult, step-by-step process and sometimes we have to take two steps back, but at least we’ve made a start.”

Advertisement

K.J. Cath Prize 2014 The K.J. Cath Prize was instigated in 1988, on the occasion of K.J. Cath’s retirement as President of the Executive Board. The award comprises a commendation and a sum of € 2,500. It is awarded every two years to a member of staff or student at Leiden University whose teaching or research – broadly interpreted - over the preceding period has made a positive contribution to promoting the reputation of the university. The prize may be awarded to a single individual or to a group of people. The award will be presented by the Rector Magnificus and President of the Executive Board at the opening of the 2014-2015 academic year on 1 September 2014. The ceremony will take place in the Pieterskerk, commencing at 15.00 hrs. The nominations for the prize will be assessed by a jury to be appointed by the Executive Board. Members of the university community are invited to nominate individuals or groups of people as candidates for the award. You can submit your nomination, in writing and clearly stating your motivation, before 2 June 2014, in an envelope marked : ‘Confidential – Cath Prize’, to Mr P. van Slooten, General Manager and Secretary to the Executive Board, P.O. Box 2500, 2300 RA Leiden, or by e-mail to r.h.m.van.der.poel@bb.leidenuniv.nl.


17 april 2014 · Mare 15 Cultuur

Agenda

Genaaid door de muziekmaffia

FILM

Tim Knol eert oude soulhelden Tim Knol komt naar Leiden met zijn theatertour Terug. En hij houdt zijn schoenen gewoon aan. ‘Vroeger speelde ik vanwege de huiskamersfeer vaak op blote voeten.’ Door Marleen van Wesel Singer-song-

Tim Knol: ‘Je kunt ook terug gaan naar je verleden.’ Foto Jens van der Velde

writer Tim Knol vond het na zijn eerste twee albums Tim Knol (2010) en Days (2011) tijd voor een sabbatical. ‘Het ging best hard, en je moet er wel van blijven genieten. Dat lukt nu wel weer.’ Eind 2013 verscheen Soldier On. ‘Ja, de volgende keer zeg ik dat niet meer, als ik er even tussenuit ga. Nu moet ik telkens uitleggen wat ik gedaan heb. Nou, ik heb gereisd, gefotografeerd, maar ik ben vooral doorgegaan met muziek maken, alleen wat minder in de media.’ Momenteel trekt hij door het land met zijn theatertour Terug. ‘Niet van weggeweest hoor. Je kunt ook terug gaan naar je verleden, of naar oude soulmuziek’, verduidelijkt hij. ‘Sterker nog, die titel was al bedacht voor er sprake was van die hele sabbatical.’ Die voerde hem evenwel naar Amerika en Jamaica. ‘Dat was heel inspirerend. Vooral in Amerika heb ik veel geschreven. Het nummer Cold Cold Rain is daar bijvoorbeeld ontstaan, best een Amerikaans liedje. Van oude reggae en ska houd ik ook wel, maar niet om zelf te maken.’ Na al zijn omzwervingen bleef van zijn vorige band alleen Anne Soldaat over. Soldier On is daarom grotendeels met een nieuwe band opgenomen, waarmee Knol deze zomer een aantal festivals aandoet. Maar eerst staat hij in z’n eentje in

de theaters. ‘Dat wilde ik al langer en dit leek me een geschikt moment. Min of meer voor de grap bracht ik het ter sprake bij mijn theaterboeker en plotseling stonden er 65 shows in de planning…’ Op blote voeten nog wel, volgens de schouwburgprogramma’s die zijn komst aankondigen. ‘Dat is onzin hoor, al heb ik het zelf bedacht. Vroeger speelde ik namelijk vaak op blote voeten, of op sokken, vanwege de huiskamersfeer. Maar omdat het een beetje koud is, heb ik in het theater meestal gewoon schoenen aan. Ik maak er dan wel een grapje over, want het publiek heeft het programma natuurlijk ook gelezen, en zij treffen mij helaas op schoenen aan. Of nou ja, helaas.’ Behalve eigen werk speelt hij ook nummers van zijn oude soulhelden, over wie hij mooie verhalen vertelt. ‘Bijvoorbeeld over Joe Haywood. Ik vond ooit een obscuur singeltje van hem. Via internet ontdekte ik dat hij enorm is genaaid door de muziekmaffia. Na een paar nummers besloot hij maar taxichauffeur te worden, terwijl hij gerust zo groot als Otis Redding had mogen worden.’ Momenteel zit hij in de studio met The Miseries, zijn punkband, die wederom best hard gaat. ‘We hadden twee liedjes en op basis daarvan werden we meteen geboekt door drie festivals. Dat was even schrikken. Inmiddels hebben we acht nummers… nog een paar te gaan.’ Tim Knol, Terug Leidse Schouwburg wo 30 april 20.15 uur vanaf €14,50

Verward door duizend mogelijkheden VerwendNest maakt popup-theater VerwendNest maakte een toneelvoorstelling over keuzestress. ‘Hoeveel mensen zijn niet vier studies begonnen, en weten nog steeds niet wat ze willen?’ Twee stoere vrouwen laten Nederland achter zich om door te breken in Las Vegas. Onderweg stranden ze onverwachts in de woestijn, waar hun leven voor even stil komt te staan. Zij zijn echter niet de enigen die door de woestijn opgeslokt zijn. Er loopt namelijk ook een sexy cowboy rond, die op mysterieuze wijze in het verhaal van de vrouwen verstrengeld raakt. De toneelvoorstelling Limbo Revisited draait echter niet uit op een simpele love story met happy end. ‘De vrouwen vluchten voor wat ze in Nederland hebben achtergelaten. Ze komen in die woestijn in een regelrechte existentiële crisis terecht, die op tragische wijze eindigt’, zegt hoofdrolspeelster Camilla Meurer. ‘De voorstelling laat zien hoezeer de moderne mens verward is in een web van duizenden mogelijkheden die hij soms vergeet te benutten. Hoeveel mensen zijn niet vier studies begonnen, en weten nog steeds niet wat ze willen?’ Met dit thema beoogt de voorstelling jongvolwassen Leidenaren te bereiken, die wellicht weleens met het idee spelen om op Thelma and Louise-achtige wijze te ontsnappen uit het stramien van alledag. ‘Als beginnend actrice kan je blijven wachten tot het werk op je af komt, maar je kan naDoor Masha Rademakers

tuurlijk ook je eigen werk creëren. Stichting VerwendNest, waarvan ik medeoprichter ben, is een van de eerste professionele initiatieven om pop-up theater naar Nederland te brengen. Leegstaande panden worden voor korte tijd omgetoverd tot set. Hiermee doen we gelijk iets met de leegstand, en brengen we cultuur naar de mensen toe.’ Camilla speelde zelf al diverse toneelrollen in producties als Faust, maar wisselde dit af met rollen in onder andere Flikken Maastricht en GTST. ‘Ik zou het theater niet kunnen opgeven voor tv-werk. Maar het heeft allebei mooie kanten. Op tv hoef je maar één wenkbrauw omhoog te doen om een heel verhaal te vertellen. Bij toneel is het wat meer uitvergroot. Daar moet ook de achterste rij het kunnen zien. Het publiek moet de illusie hebben dat je helemaal kapot gaat op het podium, en dat is hard werken. Maar de emoties moeten gecontroleerd blijven. Als je als personage een glas moet gooien, mag je niet de cameraman raken.’ Ze studeerde een jaar theaterwetenschap aan de UvA, waar ze de diepere betekenis van toneel leerde kennen. ‘Het is een gezamenlijk kunstwerk, dat het publiek voor een moment weer wat nuance geeft. Het haalt de mensen even uit de oppervlakkige werkelijkheid van Facebook en Whatsapp. Met een flinke dosis humor en ontroerende liedjes proberen wij mensen in het hart te raken.’ Op de vraag of ze ooit nog als Monica terug zal keren in GTST, reageert ze resoluut: ‘Dat zal door de kansen in mijn carrière worden bepaald. Ik

TRIANON 12 Years a Slave Dagelijks 21.30 Pompeï 3D Dagelijks 18.45 + 21.30 A Weekend in Paris Dagelijks 21.30 Yves Saint Laurent Dagelijks 21.30 KIJKHUIS The Immigrant Dagelijks 18.30 + 21.00 The Grand Budapest Hotel Dagelijks 19.00 + 21.30, zo. 14.30 LIDO Divergent Dagelijks 18.15 + 21.30 (wo. 21.30 niet) The Amazing Spiderman 2 3D Wo. 21.30 Lucia de B. Dagelijks 18.45 + 21.30 Oculus Dagelijks 21.30 Captain America: The Winter Soldier Dagelijks 21.30 Hartenstraat Do. Vr. za. zo. 18.45 Dagelijks 21.30 Kenau Vr. za. zo. ma. 15.30 Ma. di. + wo. 18.45

MUZIEK QBUS Ladies Night met o.a. Rebecca Loebe (USA) en Amanda Pearcy (USA) Vrijdag 18 april 2014 €10 Dan Bern + Tomorrow We Sail Dinsdag 22 april €10 Hail to the King, met o.a. Hyperblaster Surfcowboys, John Paul Keith & The One Four Fives Vrijdag 25 april €10 Springpop Zaterdag 3 mei 20.30 €8 Stadsgehoorzaal The Bootleg Sixties Zaterdag 19 april vanaf €18 Nederlands Blazers Ensemble – Mozart Gran Partita Woensdag 23 april 20.15 vanaf €22.50 Gare du Nord Zaterdag 3 mei 23.00 vanaf €20,50

THEATER Leidse Schouwburg Gejaagd door de wind Woensdag 23 april 20.15 vanaf €10 Tim Knol Woensdag 30 april vanaf €10 Vrijplaats Middelstegracht Limbo Revisited Woensdag 30 april t/m 4 mei vanaf €7,50 Theater Ins Blau Film Movies That Matter: Night of Silence Maandag 28 april €8

DIVERSEN

Hoofdrolspeelsters Camilla Meurer (links) en Linde van den Heuvel. denk dat de nieuwe generatie acteurs meer initiatief moet tonen om hun toekomst veilig te stellen. Met een productie als Limbo Revisited proberen wij alvast een begin te maken.’

Limbo Revisited Oude Tieleman en Dros-fabriek 30 april t/m 4 mei €7,50-12,50 Zie verwendnest.com

Museum Volkenkunde Kuniyoshi - De tekeningen t/m 22 juni Museum Naturalis De Wolf van Luttelgeest Sieboldhuis Japanmarkt 25 mei van 12.00-19.00 uur Nensha-Japans geïnspireerd werk van Chris Berens t/m 22 juni


16  Mare · 17 april 2014 Kamervragen

Inburgeren

#HCE2014

Foto Taco van der Eb

‘Vroeger zag je de mummies liggen’ Gabe Kramer (22, derdejaars geschiedenis) Huis: Huize Mummiezicht Kamer: 23m2 Kost: €333 na huurtoeslag Bewoners: 21 Zo te zien hou je niet echt van afwassen. ‘Die moest ik nog doen, dus toen heb ik alles maar in een bak gegooid. Het is heel veel afwas, vandaar dat ik het maar onder mijn bureau gelegd heb. Sorry…’ Bewaar je altijd eten op je kamer? ‘Ja, eigenlijk wel. We hebben hier in huis de regel die luidt dat alles wat in de keuken blijft staan voor gemeenschappelijk gebruik is. ‘Iedereen heeft ook een eigen ijskast op zijn kamer, want anders is er in de ijskast beneden geen ruimte voor bier.’

Bandirah

Hoe kom je aan die drankflesjes? ‘Die zijn allemaal door mijn vader verzameld. Hij is heel erg lang geleden al overleden, de flesjes hebben altijd thuis op zolder gestaan. Toen ik hierheen verhuisde heb ik ze meegenomen. Alle 76 flesjes zitten sowieso nog vol, maar ik denk dat de meeste niet meer goed zijn. Neem bijvoorbeeld deze Grand Marnier, die is helemaal versuikerd. Misschien dat het dan weer gaat lopen als je ‘m lang genoeg op z’n kop houdt, maar ik zou het vooralsnog niet opdrinken.’ Wanneer dacht je: ik ga een enorme tv aanschaffen? ‘Ik heb de eerste drie jaar dat ik studeerde zonder tv gedaan. En toen dacht ik: “Als ik het dan doe, dan doe ik het goed”. Ik heb er keihard voor gewerkt en

gelukkig was hij in de aanbieding. Alles bij elkaar, dus inclusief smartcard, was ik 800 euro kwijt in plaats van duizend.’ Je hebt veel dvds, ben je geen downloader? ‘Dat zijn hele oude dvd’s, zeker drie jaar of ouder. Heel soms kijk ik ze nog, maar dat is echt sporadisch. Meestal download ik inderdaad alles.’

‘Dit jaar mogen we een huisfeest geven van de gemeente. We gaan de hele Houtstraat afzetten en vierhonderd man uitnodigen. Het wordt een soort festival, van vier uur ’s middags tot vier uur ’s nachts met een dj op tweeënhalve meter hoogte. Mensen kunnen een kaartje kopen en dan mogen ze onbeperkt bier zuipen.’

Waar slaat de naam van het huis op? ‘Ik woon tegenover het museum van Oudheden. Vroeger kon je van de bovenste verdieping nog bij de overkant naar binnenkijken en dan kon je de mummies zien liggen. Helaas kan dat tegenwoordig niet meer.’

Wat is het fijnste aan deze kamer? ‘Je kan hier zo het dak op. De brandtrap grenst aan mijn kamer, dus met mooi weer zit je hier lekker in de zon. Het enige vervelende is dat de buren hiernaast kinderen hebben. Na een avond flink borrelen zit je niet te wachten op dat gejengel ’s ochtends vroeg.’

Wat is het leukste aan dit huis?

Door Esha Metiary

Vorige week vond binnen de Faculteit Geesteswetenschappen het Humanities Career Event plaats: een soort jaarlijks schouderklopje voor de verontruste geesteswetenschappers onder ons die de Arbeidsmarkt In Crisistijd al samen met het zomerzonnetje aan de horizon zien opdoemen. Ik was er zelf ook, hoewel ik volgend jaar nog steeds student ben. En niet eens meer in de geesteswetenschappen. Ik ben nogal een controlefreak, ziet u, en dat betekent dat ik er simpelweg nood aan heb om dat soort dingen soms al anderhalf jaar van tevoren te weten. Het kostte me ook maar vijf euro en ik kreeg er een gratis pen en blocnote voor, dus what the hell. Het begon allemaal in het groot auditorium van het Academiegebouw, waar de rector ons toesprak en een soort panelgesprek plaatsvond. Erg spannend vond ik het allemaal niet. Mijn karige ontbijtje resulteerde bovendien in een hardnekkig knorrende maag en de middeleeuwse banken zaten ook niet bepaald comfortabel. Bovendien viel het me na een tijdje op dat ik letterlijk omringd werd door meisjes met zwarte blazers en lang blond haar in een middenscheiding. Ik zweer het, Leidse meisjes zijn een soort ras of zo. Ik voelde me er kortom niet erg op mijn plek. Het hielp niet erg dat bijna iedereen die ik verder die dag gezien heb ook in pak was. Ik keek naar mijn gescheurde panty en afgetrapte laarzen en besefte: ik héb niet eens een pak. (Ik heb, obviously, alleen maar korte zwarte jurkjes met ritsen*. Vindt Mare namelijk leuk. Dat verkoopt beter.) De rest van de dag bestond uit workshops en lezingen naar keuze waar ik, als ik er mijn kekke gratis blocnote even bij neem, best wel wat van heb opgestoken. Dat het slim is om stage te doen, bijvoorbeeld, en om een paar maanden naar het buitenland te gaan. Om een relevante bijbaan te nemen, en een bestuursjaar te doen. Bij voorkeur heb je ook allerlei interessante meningen over je vakgebied, waar je vaak over tweet. Je moet ook wel goeie cijfers halen natuurlijk. En daar niet langer dan vier jaar over doen. En dit alles ook binnen de crisis én de onderwijsbezuinigingen fixen. Simpel toch? Ik weet het: deprimerend. Maar het is nog niet te laat! Ook op het HCE geleerd namelijk: met een beetje creativiteit kan elke bijbaan relevant genoemd worden. Feestjes organiseren in het bestuur van de hockeyclub telt ook. Je huidige Twitter-account kan makkelijk wat professioneler. En niet vergeten: België is ook buitenland, én heeft bier, én heeft chocola! And if all else fails zijn er nog steeds zwarte jurkjes met ritsen. Alles komt goed! Talitha Dehaene

* Het was dertig graden. Ik verwachtte een headshot. Einde verhaal. Verdere enge Facebook-berichtjes hieromtrent zijn niet nodig.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.