Publikrant Kuurne-Brussel-Kuurne 2013

Page 41

retro stormeditie kuurne brussel kuurne 2010 41

Dat is tragiek: Je weet wat er komen gaat. Je wilt het niet. En het gebeurt toch. Het is onvermijdelijk. Na de Gavia worden huilende renners opgevangen en eindeloos over hun rug gewreven om warm te worden. De verzorger die zijn twee handen maar tegen de wangen van zijn renner blijft houden om er weer wat bloed doorheen te krijgen. Andy Hampsten pakte die dag het roze. Tegen de Italiaanse verslaggever kon hij alleen maar zeggen: ‘Incredibile, incredibile.’ De piek van Xynthia is voorspeld tussen 14 en 16 uur in de middag, dus bij de start van Kuurne-Brussel-Kuurne valt het allemaal nog mee. Het regent en het is een graad of negen. De stevige westenwind is het eerste deel van de koers in de rug. Na afloop van de wedstrijd duiken er twijfels op of de organisatie niet een te groot risico heeft genomen door de wedstrijd van start te laten gaan, maar in de ochtend is er geen reden om niet lekker te gaan fietsen. Later zegt Roger de Vlaeminck in een TV show: ‘Dan zie je de echte Flandriens hè.’ Eddy Planckaert voegt eraan toe: ‘Een wielerwedstrijd kunt ge eigenlijk niet aflasten.’ Dat is helder. In deze omstandigheden worden helden gemaakt. Natuurlijk weten de renners van de storm. Ze verwachten een zware koers. Voor de camera’s van Sporza blijken sommigen daar tegenop te zien. Antonio Flecha zegt dat het zwaar wordt, maar dat Team Sky gemotiveerd is om er iets moois van te maken. Uiteindelijk blijkt de Brit Ian Stannard hun beste man, verrassend. Ook Tom Boonen, die de koers voor de derde keer kan winnen - een record - wordt geïnterviewd: ‘Een beetje pech van het weer vandaag, maar ik voel me goed en we zullen zien.’ Het bekende idioom.

‘Wat een ezel’ In het eerste uur, met rugwind, wordt gemiddeld 48 gehaald, een vliegende start. Een groep van vierenveertig renners waait uit het peloton en wordt nooit meer teruggezien. Onder hen Pozzato, Flecha, Steegmans en Eeckhout. Ze letten niet op en zijn weg. Achteraf zijn ze daar waarschijnlijk niet rouwig om. Na het keerpunt in Ninove staat de wind vol op kop en is de temperatuur ge-

daald naar een graad of drie. De renners moeten moeite doen hun stuur recht te houden en niet van de weg te geraken. De knokkels verbeten wit. Xynthia blaast Stijn Devolder tegen een vuilnisbak. Nog voor halfkoers geven bijna alle favorieten er de brui aan. De finale wordt gereden zonder Boonen, zonder Van Aevermaet, zonder Nuyens. Na honderd kilometer rijdt nog wel Rony Martias van Saur-Sojasun mee vooraan. Hij is geboren op Guadeloupe. De kou zal hem vreemd zijn, maar hij is goed bekend met orkanen. Er rijdt een man alleen over de Oude Kwaremont. Het is Bobbie Traksel. Hij kan dan nog niet weten dat hij twee dagen later als held op de bank van De Laatste Show zit, samen met twee beroemde Flandriens: Roger de Vlaeminck en Eddy Planckaert. Er worden beelden getoond van Bobbie Traksel op het Kuurne-podium met een pluche ezel in zijn handen. De winnaar van Parijs – Roubaix krijgt een kassei op een voet, de winnaar in Kuurne krijgt een ezel. We zien het moment waarop Traksel alleen op kop komt te zitten, met nog ruim negentig kilometer te gaan, tegen de storm in. Presentator Michiel Devlieger: ‘Wat dacht je toen?’ Traksel: ‘Ik dacht: wat een ezel.’

Kacheltje Terwijl Traksel ploetert op de Kwaremont raast Xynthia over het Vlaamse land en door mijn etagewoning. De gordijnen zoeken een weg naar buiten. Op de volgende helling, de Côte de Trieu, wordt een boom geveld. De organisatie reageert snel en haalt deze helling uit het parcours. Traksel kan op de Kwaremont rechtsaf, in plaats van links. De mensen die met busladingen naar de Côte de Trieu zijn gekomen hebben dubbel pech: ze zien geen renners en hebben toch een nat pak. Aan de finish moet een tribune ontruimd worden die dreigt weg te waaien. Ook dat vinden de toeschouwers niet leuk, want precies die tribune is de enige overdekte plek vanwaar de finish te zien is. Er is discussie of de twee plaatselijke rondjes in Kuurne allebei verreden moeten worden. Om het lijden van de renners iets te verminderen kan dat tweede rondje

er wel af. Echter, op dat moment bestaat de kopgroep uit: Bobbie Traksel, de Nederlander Rick Flens en eerder genoemde Stannard. Zij worden achtervolgd door de Cervelo’s Hunt en Hushovd, en de verrassend sterke Nieuw-Zeelander Roulston, die slechts vijfenveertig seconden goed moeten maken. Zij worden benadeeld als de koers ingekort wordt. Op het moment dat bij organisator Jos Callens de derde paraplu uit zijn handen waait wordt door de jury besloten toch de twee rondjes uit te rijden. Hushovd doen ze er geen plezier mee. Hij is totaal leeg. De man die later dat jaar wereldkampioen zal worden, zit trillend op zijn fiets en ondanks de talloze minibars die hij uit de wagen van zijn ploegleider aangereikt krijg (het wikkel er al afgescheurd, zelfs dat kan de coureur niet meer) is de Noor niet te redden. De verslaggever van Sporza: ‘Als het kacheltje geen blokjes meer heeft, komt er ook geen warmte meer uit.’ Het is niet eens de bedoeling geweest van de drie koplopers om weg te rijden, ze maakten slechts tempo om warm te blijven en de anderen konden niet volgen. Traksel achteraf: ‘Het was geen koers om achteraan te rijden, daar krijg je geen moraal van.’ Dat doet me denken aan Lance Armstrong die in 1992 helemaal achteraan reed in de Classica San Sebastian, ook in de kou en in de regen. Een van zijn eerste wedstrijden in Europa. Hij was kapot maar reed de koers uit. In zijn boek It’s not about the bike schrijft Armstrong dat deze wedstrijd heeft hem veel karakter heeft gegeven. In 1995 won hij de Classica. In de tv-studio zegt Traksel: ‘Op de Kwaremont deed ik zo’n stomme actie, maar ik bleef wel in de koers, terwijl heel veel andere renners in het peloton bleven en die zaten maar te klagen. Ik zat in de koers en dan moet je ook blijven rijden en dat is de enige manier om warm te blijven. Maar op dat moment dacht ik wel: Jongejonge, wat ga ik hier nou doen?’ Van de 195 gestarte renners halen zesentwintig dapperen de eindstreep. Van de mannen die op plaats vier, vijf en zes rijden geeft Hunt ook op, 35 kilometer voor het einde. De warme stem van Sporza: ‘Geef hem een koekje, een kopje thee en een deken.’

Lees meer over de stormeditie 2010 op: kuurne-brussel-kuurne.be/elite/index.php/storm-kuurne 41


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.