Zedelijk Haarlem, 1850-1900
aantal dertigplussers. In de jaren zestig behoorde een kwart van de prostituees tot deze categorie. Dertig jaar later was dit cijfer opgelopen naar een derde. De gemiddelde leeftijd was in die periode gestegen van 27 naar bijna 30 jaar.208 Een uitzondering op deze trend vormde de jaren tachtig. In deze periode daalde het aantal dertigplussers juist aanzienlijk en was de gemiddelde leeftijd 26 jaar.209 Behalve het feit dat de prostituees in deze periode jonger werden bleek ook hun verblijfsduur in Haarlem toe te nemen. Tabel 4 laat zien dat in de jaren tachtig een kwart van de vrouwen langer dan een jaar in het bordeel werkte. In de jaren negentig daalde dit cijfer, maar steeg het aantal vrouwen dat tussen de 6 en 12 maanden in de stad verbleef. Vermoedelijk lagen de aantallen ook lager in de jaren zestig en zeventig.210 Of dit ook het geval was bij de dienstboden is moeilijk aan te
1865-1869
1870-1879
1880-1889
1890-1899
% (N=102)
% (N=106)
% (N=59)
% (N=43)
0 – 6 mnd
36
43
42
44
7-12 mnd
14
11
19
26
> 12 mnd
10
12
25
23
Onbekend
40
33
14
7
Tabel 4 Verblijfsduur prostituees in Haarlem, 1865-1899.211 geven, omdat hier geen literatuur over gevonden is. Gemiddeld zou een dienstbode anderhalf tot twee jaar in een betrekking werken.212 Welling vermeldt in zijn doctoraalscriptie over de dienstboden in Haarlem dat vanaf de jaren negentig de vrouwen in Haarlem gemiddeld langer in een dienstbetrekking werkten dan in Delft. Maar de gevonden data in de Haarlemse dienstboderegisters fluctueerden sterk per jaar en slechts dertig procent van de gegevens over de vrouwen was compleet.213 Naast de daling van de gemiddelde leeftijd en de eventuele toename van de verblijfsduur laten de jaren tachtig een tijdelijke stijging zien van het aantal werkende dienstboden en prostituees. De volkstellingen (Tabel 1) geven aan dat aan 208
De modus liep op van 25 naar 28 jaar en de mediaan van 26 naar 28 jaar. De modus was in die periode zelfs 21 jaar en de mediaan 25 jaar. 210 De dienstboderegisters vermelden in de jaren zestig bij veertig procent van de prostituees niet de aankomst- en/of vertrekdatum. Voor de jaren zeventig is dit 33 procent. 211 NHA: Gemeentebestuur van Haarlem, 1813-1957, inv. nr. 2700G-2708G (Dienstboderegisters). Onder de categorie “onbekend” vallen de vrouwen waarvan niet is genoteerd wanneer ze zich vestigen in Haarlem en/of wanneer ze vertrokken uit de stad. 212 Poelstra, Vrouwen aan het Spaarne 59; Bras, Zeeuwse meiden 80. 213 George M. Welling, Dienstboden geregistreerd 63-64. 209
- 60 -