GD Herkauwer 80

Page 1

samen werken aan diergezondheid

herkauwer

Symen Oenema:

“water wil je schoon in de koe hebben� coccidiose: meestal geen willekeur

Minder S. aureus in 2014

GD Herkauwer bestaat

20 jaar

80 MEI 2015


Maak van BVD geschiedenis EEN EPISCHE OPLOSSING IS BINNEN HANDBEREIK

Met Bovela heeft BVD eindelijk zijn meerdere gevonden. Met dank aan het innovatieve L2D (live double deleted) design biedt Bovela bescherming tegen zowel BVD type 1 als type 2. Bovela biedt 12 maanden bescherming na eenmalige vaccinatie en kan vanaf 3 maanden worden ingezet. Het vaccin voorkomt het ontstaan van dragers. Dus met Bovela, kunt u van BVD geschiedenis maken! Vraag uw dierenarts om meer informatie.

Maakt bescherming makkelijk

Productnaam: Bovela, bevat per dosis (2 ml): levend verzwakt BVDV-1, ncp stam KE-9 en levend verzwakt BVDV-2, ncp stam NY-93. Doeldier: Rund Indicatie: Voor de actieve immunisatie vanaf een leeftijd van 3 maanden om hyperthermie te beperken en de reductie van leukocyten veroorzaakt door BVDV-1 en BVDV-2 te minimaliseren, en om de virusuitscheiding en viremie veroorzaakt door BVDV-2 te verminderen. Voor de actieve immunisatie van runderen tegen BVDV-1 en BVDV-2 om de geboorte van persistent geïnfecteerde kalveren te voorkomen. Duur van de immuniteit: 1 jaar Contra-indicatie: Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor de werkzame bestanddelen of één van de hulpstoffen. Toediening: 2ml Intramusculair. Het wordt aanbevolen om rundvee tenminste drie weken vóór inseminatie/dekking te vaccineren voor foetale bescherming vanaf de eerste dag van conceptie. Dieren die later dan 3 weken vóór de dracht of tijdens de vroege dracht gevaccineerd worden zijn mogelijk niet beschermd tegen foetale infectie. Dit dient in overweging genomen te worden bij koppelvaccinatie. Voornaamste bijwerkingen: een milde zwelling en noduli tot 3 cm diameter werden waargenomen op de plaats van injectie en verdwenen binnen 4 dagen na de vaccinatie. Een verhoging van de lichaamstemperatuur binnen de fysiologische marge komt vaak voor binnen 4 uur na vaccinatie en verdwijnt spontaan binnen 24 uur. Wachttijden: Nul dagen. REG NL 114058 Kanalisatie: UDD voor overige informatie zie bijsluiter of raadpleeg onze website boehringer-ingelheim-ah.nl


| Voorwoord

| INHOUD 04 Nieuws & Tips 10 Reportage: Symen en Folkert

Oenema willen fris drinkwater

13

12 Vraag & Antwoord 13 Coccidiose meestal geen willekeur

14 Ervaringen selectief droog­ zetten voorzichtig positief

18

17

Wegwijs op VeeOnline

18

20 jaar GD Herkauwer

21

Alert op leverbot

22 Snelle sterfte door long­problemen

24 Kees Wantenaar volgt Machiel Sol op als voorzitter GD

27 Minder S. aureus in 2014

29

29 Kopertekort bij

Limousinkalveren

31

Buitendienst ‘on the road’

32 Diergezondheid volgens Marco Everink

Bereikbaarheid U kunt de GD telefonisch bereiken via 0900-1770. Van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur. Tarieven Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief BTW en € 9,60 basiskosten. Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal Aanmelden: telefonisch 0900-202 00 12 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie- en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.

COLOFON

GD Herkauwer is een uitgave van de GD | Redactie Ria Huijben, Jet Mars, Helen de Roode, Linda van Wuijckhuise | Eindredactie Yoni Pasman | Redactieadres GD, Marketingsupport & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04, redactie@gddiergezondheid.nl, www.gddiergezondheid.nl Productiecoördinatie Senefelder Misset | basisontwerp Fokko-Ontwerp VORMGEVING X-Media Solutions Doetinchem | Druk Senefelder Misset Doetinchem Abonnementen GD Herkauwer wordt gratis toegezonden aan relaties van de GD. Een jaar­ abonnement (4 nummers) voor personen buiten de doelgroep kost € 18,15 (excl. BTW) | Advertenties PSH Mediasales, T. 0314-35 58 00 Verschijningsfrequentie 4 keer per jaar | Suggesties Als u suggesties heeft voor dit blad, kunt u deze via redactie@gddiergezondheid.nl doorgeven aan de redactie. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na t­oestemming van de uitgever.

ISSN: 1875a-2594 Adreswijzigingen: bel 0900 1770 (lokaal tarief)

Herkauwen En de koe, ze herkauwde voort. De tijdgeest lijkt geen vat te krijgen op de koe. Waar de 24-uurs economie en de digitale revolutie iedereen tot een hoog tempo van werken en leven dwingen, daar malen de kaken van de koe nog altijd zoals ze vroeger deden. Rustig, bedachtzaam, veertig tot zestig keer kauwend op iedere brok voer om het maximale eruit te halen. Toch, ook de koe heeft in de afgelopen twintig jaar een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Zowel haar genenpakket als de omstandigheden waaronder ze nu produceert zijn niet meer te vergelijken met enkele decennia geleden. Dat blijkt ook uit de terugblik van twintig jaar GD Herkauwer. Dit artikel werkt relativerend, maar ook motiverend. Een belangrijke conclusie is dat er veel is bereikt: de diergezondheid ligt op een veel hoger niveau. Dat veehouders niet aarzelen om op maatschappelijke ontwikkelingen in te spelen blijkt uit de start die is gemaakt met selectief droogzetten. Enkele jaren geleden leek het nog ondenkbaar dat het einde van een routinematige inzet van droogzetters nabij was. Dat is in rap tempo veranderd. Driekwart van de veehouders is inmiddels vertrouwd met het selectief droogzetten en is daarover voorzichtig positief. De aanpak van IBR en BVD is een ander voorbeeld van een ontwikkeling waaruit blijkt dat veehouders doortastende keuzes maken. Marco Everink vertelt erover. Hij is de vijfduizendste melkveehouder die recent het BVD-vrij certificaat haalde. Het herkauwen van de koe, de tand des tijds krijgt er geen vat op. Daarmee leest de koe ons met een beetje fantasie een wijze les. Het loont om rustig en weloverwogen te kauwen op de vraagstukken die op de sector afkomen. Maar wanneer dat afdoende is gedaan, dan is het tijd voor een volgende hap om ontwikkelingen als antibioticumreductie en het bestrijden van IBR en BVD zowel als ondernemer als totale sector goed te verteren. Ing. BERT DE LANGE, SECTORMANAGER RUND

GD Herkauwer | Mei 2015 |

3


NIEUWS & TIPS

Binnenkort ook zink in Mineralencheck Dé Mineralencheck wordt per 1 juli 2015 uitgebreid met zink. Dat betekent dat de tankmelk van deelnemers straks op vier belangrijke spoorelementen wordt onderzocht: selenium, koper, jodium én zink. Zink is betrokken bij de werking van een groot aantal enzymen in het lichaam van een koe. Zodoende kan een zinktekort van invloed zijn op processen in voortplanting, botten, huid, haar, klauwen en afweersysteem. Verschijnselen bij een tekort zijn een verminderde eetlust, slechte groei, een verdikte, perkamentachtige huid op de snuit en de poten en een verminderde weerstand. Bij een zeer royale zinkvoorziening zijn de verschijnselen onder andere verlies van eetlust en diarree. Met de toevoeging van zink geeft dé Mineralencheck u straks een nog completer beeld van de mineralenopname van uw melkvee. Ga voor meer informatie en aanmelden naar www.mineralencheck.nl

Doe de Uiergezond­heids­check! Wilt u de uiergezondheid op uw bedrijf naar een hoger plan tillen en uw celgetal verlagen, dan is inzicht in de mastitiskiemen op uw bedrijf cruciaal. Spelen omgevingsstreptokokken bij u een rol, heeft u S. aureus of is Klebsiella de boosdoener? De aanpak en preventie verschilt per bacterie. Om eenvoudig in beeld te krijgen welke bacterie(n) op uw bedrijf een rol spelen biedt UGA deze zomer tijdelijk de Uiergezondheidscheck aan: een vrijblijvende check die bestaat uit drie tankmelkonderzoeken op de zeven belangrijkste (groepen) mastitisverwekkers. En weet u eenmaal welke verwekkers u moet bestrijden, dan weet u ook wat de juiste aanpak is om tot een lager celgetal en minder klinische mastitis te komen. De Uiergezondheidscheck kost eenmalig 93,75 euro (exclusief btw) en is tot en met 24 juni 2015 eenvoudig te bestellen via www.uiergezondheidscheck.nl

4

Roosters die vrij zijn van mest verlagen de infectiedruk.

Klebsiella: tijdig ingrijpen voor minder risico Met de stijgende temperatuur in het voorjaar stijgt ook de infectiedruk van omgevingsgebonden mastitisverwekkers zoals Klebsiella. Dit is een eerste signaal dat de infectiedruk oploopt terwijl er (mogelijk) nog geen zichtbare mastitisgevallen zijn. Vroegtijdig bijsturen is in dit geval beter dan achteraf de schade opnemen. Neem hygiënemaatregelen in de stal en tijdens het melken: schone en droge boxen

met toevoeging van kalkverrijkte producten en roosters die vrij zijn van mest verlagen de infectiedruk. Met kortgeschoren staarten en uiers blijven koeien schoner. Ook het gebruik van schone doeken, reiniging of desinfectie tijdens het voorbehandelen en een goede speendesinfectie na het melken helpen overdracht van deze schadelijke bacteriën voorkomen. Laat de zomer maar komen!

Import van Duitse runderen De GD krijgt de laatste tijd vragen over de risico’s van aanvoer van met IBR besmette dieren uit Duitsland. Duitsland telt sinds eind 2014 zeven deelstaten die officieel IBR-vrij zijn volgens Europese regelgeving. Op korte termijn zullen daar meer deelstaten bij komen. Als laatste stap voor de toekenning van deze zogenoemde ‘artikel 10 status’ moeten de deelstaten alle nog overgebleven met IBR besmette runderen afvoeren. De keuze is slacht of export. Omdat veel omringende landen een IBR-bestrijdingsprogramma kennen, is Nederland één van de weinige landen

waar de runderen wel voor aanvoer naartoe kunnen. De aanvoer van ieder rund brengt risico’s voor de insleep van infectieziekten met zich mee en kan van invloed zijn op statussen van onder andere salmonella, paratuberculose, Leptospirose, BVD en IBR. Wees dus terughoudend met de aankoop van runderen en bespreek maatregelen die u kunt nemen (zoals vaccinatie) met uw dierenarts om verspreiding van onder meer het IBR-virus te voorkomen of tot een minimum te beperken.


Aanzienlijk meer QuickScans BVD in 2014 nier weet u niet alleen direct óf er sprake is van BVD, maar ook waar u het moet zoeken. In onderstaande tabel zijn de mogelijke uitslagcombinaties weergegeven en is te zien welk percentage van de inzendingen in 2014 in welke uitslagcombinatie viel. Ter vergelijking zijn ook de percentages van 2013 toegevoegd. Meer weten over de QuickScan BVD of de betekenis van de verschillende uitslagcombinaties? Ga naar www.gddiergezondheid.nl/bvd

Steeds meer veehouders willen weten hoe het zit met BVD op hun bedrijf. Dat blijkt onder andere uit de forse stijging van het aantal veehouders dat een QuickScan BVD laat uitvoeren. In 2014 is het aantal ingezonden QuickScans BVD gestegen met 25 procent. Met de QuickScan BVD krijgt u via eenmalig tankmelkonderzoek (op afweerstoffen én virus) en bloedonderzoek bij vijf jonge runderen, snel inzicht in de BVD-situatie op uw bedrijf. Op deze maMogelijke uitslagcombinaties

Virus in tankmelk aangetoond

Antistoffen in tankmelk aangetoond

Bloedonderzoek: Antistoffen aangetoond*

% 2014

% 2013

1

Nee

Nee

Nee

41,0

26,7

2

Nee

Ja

Nee

40,0

51,8

3

Nee

Ja

Ja

14,0

15,0

4

Nee

Nee

Ja

0,5

0,4

5

Ja

Nee

Nee

0,0

0,0

6

Ja

Ja

Nee

0,5

1,1

7

Ja

Ja

Ja

4,0

4,9

8

Ja

Nee

Ja

0,0

0,0

*Aangetoond = indien in 3 of meer van de 5 bloedmonsters antistoffen zijn aangetoond.

Uitscharen zonder statuswijzigingen Laat u uw jongvee of droogstaande koeien komend weideseizoen tijdelijk elders grazen? Dan is het wellicht verstandig gebruik te maken van de zogenaamde Uitschaar Eenheid. Zo voorkomt u dat u bij terugkomst van het vee op uw bedrijf wordt geconfronteerd met statuswijzigingen en extra onderzoeken. Een abonnement Uitschaar Eenheid heeft betrekking op bedrijven die op twee locaties rundvee huisvesten: op de ene locatie het melkvee en op de andere

tijdelijk de overige dieren. Wanneer u gebruikmaakt van de Uitschaar Eenheid worden alle runderen op de betrokken locaties voor de GD-programma’s tijdelijk aangemerkt als één zogenoemd ‘rundveebeslag’. De Uitschaar Eenheid loopt van 1 april tot 1 december. Hebt u vragen, neem dan gerust contact op met de GD-buitendienstmedewerker in uw regio. Weten wie uw GD-buitendienstmedewerker is? Kijk op www.gddiergezondheid.nl/contact/ buitendienst-herkauwers

Tips voor vaste mestfractie Het UGA-team van de GD krijgt veel vragen over het gebruik van vaste fractie uit gescheiden mest als ligboxbedekking. Gebruikt u vaste mestfractie, wees u zich er dan van bewust dat dit bepaalde risico’s met zich mee brengt. In mest aanwezige ziektekiemen, zoals Klebsiella, salmonella en paratuberculose, kunnen in dit materiaal aanwezig blijven of zelfs groeien. Het team heeft daarom een aantal belangrijke wetens­waardigheden en tips op een rijtje gezet. 10 UGA-managementtips voor de juiste toepassing: • Een rantsoen van maïs en graskuil is het meest geschikt voor de uiteindelijke samenstelling van de mest. • De mest moet voor het scheiden goed gemengd zijn. • Het is het best als de mest na het persen een drogestofpercentage van minimaal 33 tot 35 procent heeft en binnen 12 tot 24 uur na het persen wordt aangebracht. • Voorkom broei. • Breng de mest geregeld aan in dunne laagjes (7 tot 10 centimeter); deze drogen makkelijker waardoor het drogestofpercentage snel kan oplopen tot wel 60 procent. • Een goed geventileerde stal is een vereiste. • Zorg voor een goede boxafstelling; voorkom dat koeien bij het opstaan urineren en mesten in de box en haal elke dag vuile plekken weg. • Het starten met de vaste mestfractie als ligboxbedekking vergt tijd en aandacht. • Maak gebruik van het GD strooisel­ pakket E. coli/Klebsiella om gemakkelijk de infectiedruk in de ligboxen vast te stellen. • Door iedere dag (voorjaar en zomer) of iedere twee dagen (herfst en winter) kalk aan de ligboxbedekking toe te voegen kunt u de pH tijdelijk verhogen en de bacteriegroei afremmen.

GD Herkauwer | Mei 2015 |

5


ADVERTORIAL

Vergelijkend onderzoek PRID® DELTA en CIDR® PUBLICATIE IN ANIMAL REPRODUCTION SCIENCE 138 (2013) 143-149

Dit rapport geeft een samenvatting van de resultaten van twee onderzoeken waarbij in beide gevallen PRID® DELTA en CIDR® met elkaar werden vergeleken. In het eerste onderzoek werden de progesteron plasmaprofielen vergeleken bij koeien die behandeld werden met PRID® DELTA of met CIDR®. Bij de tweede proef, die uitgevoerd werd door de Universiteit Utrecht, werd bij een grootschalig onderzoek in lacterende koeien eveneens PRID® DELTA vergeleken met CIDR® (zie figuur 1). Intravaginale progestageen toedieningssystemen worden veelvuldig toegepast. Talrijke onderzoeken hebben aangetoond dat melkkoeien na afkalven blootgesteld moeten worden aan progesteron om te zorgen dat de normale tochtcyclus weer op gang wordt gebracht. Het niet tochtig worden wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een verminderde expressie van oestrogeenreceptoren in de hypothalamus. Progesteron blijkt in staat te zijn om dit probleem doeltreffend te corrigeren.

Conclusies PRID® DELTA (45,9%) gaf een significant hoger percentage drachtige koeien na 2de KI vergeleken met CIDR® (37%) (zie figuur 4). * PRID® DELTA (28,3%) gaf een significant hoger aantal koeien met tochtverschijnselen in de cyclus volgend op de 1ste KI vergeleken met CIDR® (16%) (zie figuur 3).*

Progesteron speelt ook een belangrijke rol op eicelniveau, waarbij het de vruchtbaarheid van melkkoeien verbetert. Zo beschrijven recente onderzoeken een positieve samenhang tussen de verhoogde progesteron plasmaniveaus tijdens een synchronisatieprotocol enerzijds en het overlevingspercentage van het embryo anderzijds.

PRID® DELTA (660 ng/ml x tijd) gaf een significant hogere progesteron plasmaspiegel en tevens een grotere ‘area under the curve’ (AUC) voor progesteronafgifte dan die werd waargenomen bij plaatsing van CIDR® (581 ng/ml x tijd).*

Het exacte mechanisme dat ervoor zorgt dat progesteron een verbetering van de kwaliteit van het embryo geeft is niet volledig bekend, maar lijkt verbonden te zijn met een verminderde blootstelling van de oöcyt aan LH, waardoor een vroegtijdige rijping verhinderd wordt.

*Efficacy of progesterone intravaginal devices on pregnancy rates in healthy dairy cows. Van Werven, T, Wal deck, F, Englebienne, M. Anima! Reproduction Science 138 (2013) 143-149. ** Comparative pharmacokinetic study of progesterone release of intravaginal devices after single administration in cows. S. Floch, A. Géneteau, A. Lagarde, A. Lopez - WBC 2010 Santiago

Daarom zouden de intravaginale progestageen toedieningssystemen en de verschillende hormonale combinaties bij voorkeur gebruikt moeten worden om de progesteron percentages in bronstsynchronisatie protocollen te verhogen. Dit is met name het geval bij hoogproductieve melkkoeien die een verhoogde afbraak in de lever vertonen.

Melk D-10 voor P4

Drachtigheidsdiagnose

Melk D0 voor P4

PGF2a

D0

D6

56u

KI

~21d

35.8% 31.3%

~35d na KI

10 -

Prid Delta® D7

Echografie en KI indien bevestiging van bronst

30 -

Figuur 2. Drachtpercentage na 1ste KI bij lacterende Holstein Koeien behandeld met PRID® DELTA of CIDR® na het syncronisatie protocol. 50 -

28.3%

40 -

45.9%

20 -

16.0% 20 -

10 5-

37.0%

30 -

15 -

CIDR®

0-

D9

Figuur 1

25 -

30 20 -

PRID® DELTA of CIDR® T7d D-10

40 -

Prid Delta®

10 -

CIDR®

0-

Prid Delta®

CIDR®

0-

Figuur 3. Percentage koeien dat, 21 dagen na eerste KI, tochtig bleek te zijn na behandeling met PRID® DELTA en met CIDR®.

Figuur 4. Totaal percentage drachtige koeien na eerste KI (behandeld met PRID® DELTA of CIDR® ) en 2de KI (bij bronstdetectie ongeveer 21 dagen later).

Productinformatie zie bijsluiterteksten

Vruchtbaarheid, de kern van de melkveehouderij Haal meer rendement uit uw koeien! Vraag advies aan uw dierenarts. Ceva Santé Animale B.V. / Tiendweg 8c - Postbus 67 - 2670 AB Naaldwijk (NL) / Tel: 0174 643 930 – Fax: 0174 643 924 / www.ceva.nl - info@ceva.nl


tekst: redactie | Nieuws & tips

Drijf uw koeien op met uw stem

Marco Everink krijgt het 5000ste BVD-vrij certificaat feestelijk uitgereikt.

5000ste BVD-vrij certificaat uitgereikt Marco Everink uit Groenlo ontving afgelopen maand zijn welverdiende BVD-vrij certificaat. En niet zomaar één: hij kreeg het vijfduizendste. Daarom reikte Henry Visscher, marktmanager infectieziekten bij de GD, het certificaat feestelijk uit, samen met een toepasselijk ‘biosecuritypakket’. Wilt u weten hoe Marco Everink BVD-vrij werd? Lees dan zijn verhaal op de achterkant van deze GD Herkauwer.

Steeds meer veehouders kiezen voor BVD-vrij Certificering. De 5.000-grens is inmiddels gepasseerd, daarnaast zijn zo’n drieduizend melkveehouders –onder andere via BVD Tankmelk Onverdacht- onderweg om vrij te worden. Bent u al klaar voor de toekomst? Ga voor meer informatie over BVD-vrij Certificering en aanmelden naar www.bvdvrij.nl

De meeste koeien gaan graag naar de weide en daar hoeft u als veehouder weinig aan te sturen, maar hoe anders is dat soms op de weg terug? Om de klauwgezondheid te bevorderen is het goed om de koeien alleen met de stem te ‘pushen’, waarbij het liefst een afstand van 3 meter wordt aangehouden. Drijven met een hond of brommer kan op lange termijn resulteren in kreupele koeien. Rustig drijven met de stem verhoogt de kans op beter welzijn van de dieren, hogere duurzaamheid en uiteindelijk meer werkplezier voor uzelf.

Maak de weidedrinkbakken schoon Als de koeien weer naar buiten gaan, zorg er dan voor dat de weidedrinkbakken schoon zijn. Ververs het water voordat de koeien eruit gaan drinken. Gebruik hiervoor bij voorkeur leidingwater of geschikt bronwater.

Apart rantsoen voor droge koeien Droogstaande koeien hebben specifieke behoeften, ook als het gaat om het rantsoen. Laat dus ook het rantsoen van uw droge koeien standaard doorrekenen door uw veevoervoorlichter. Let hierbij op of de gemiddelde drogestofopname in de rantsoenberekening realistisch is. De opname is ongeveer 11 kilo droge stof per dag en is afhankelijk van de samenstelling en smakelijkheid van het rantsoen en bijvoorbeeld de grootte van de koeien. Heeft u een weegfunctie op de voermengwagen, dan controleert u vrij eenvoudig de gemiddelde drogestofopname. Dit doet u door één tot twee weken lang het gevoerde rantsoen aan het begin en het restvoer aan het einde te wegen en samen met de veevoervoorlichter de gemiddelde drogestofopname te berekenen. Het advies is een rantsoen na te streven met 800 tot 825 VEM per kilo droge stof en 30 tot 35 DVE per kilo droge stof en een licht positieve OEB. Tijdens de laatste twee tot drie weken voor afkalven is de energie- en eiwitbehoefte per kilogram droge stof hoger. Hier is eenvoudig aan te voldoen door 1 tot 2 kilo krachtvoer bij te gaan voeren. GD Herkauwer | Mei 2015 |

7


Samen werken aan diergezondheid

Een goede start

Oren merken = BVD-dragers opsporen

Verzeker uzelf ervan dat BVD zich niet (weer) over u bedrijf verspreidt door de geboorte van BVD-virusdragers. Met BVD Oorbiopten spoort u dragers zo snel mogelijk op, namelijk direct na de geboorte. Bovendien combineert u het nemen van het oorbiopt met een handeling die u toch al doet: het oormerken van het kalf. Zo werkt u eenvoudig aan een BVD-vrij bedrijf. Meer informatie: www.gddiergezondheid.nl/bvd

Kies voor de BVD-aanpak van de GD: Gezonde koeien. Meer weerstand. GD, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, www.gddiergezondheid.nl/bvd


tekst: redactie | Nieuws & tips

Meer koeien, breder kavelpad Veel melkveebedrijven hebben, vanwege de afschaffing van het melkquotum, ervoor gekozen om te groeien. De breedte van het kavelpad is juist dan belangrijk in het management: vergelijk het met een snelweg waar meer auto’s over moeten. Een breed

genoeg kavelpad is een voorwaarde voor gezonde klauwen, het verkleint de kans dat de koeien bij de start van het weideseizoen te maken krijgen met klauwhoornaandoeningen, zoals zoolzweren en witte lijnproblemen. Dat wil niet zeggen dat er

Neospora-waarschuwingsbordjes Het weideseizoen staat voor de deur. Dat betekent zoals elk jaar dat de (media)aandacht voor Neospora weer toeneemt. Want niet alleen de koeien gaan naar buiten, ook wandelaars en hun honden trekken er weer meer op uit. Om wandelaars te attenderen op de risico’s van hondenpoep voor de gezondheid van uw koeien, heeft de GD speciale waarschuwingsbordjes. De geëmailleerde, metalen bordjes kunnen geplaatst worden bij de ingang van een perceel of op een plek waar een wandel- of fietspad aan de percelen grenst. Neospora-waarschuwingsbordjes kosten 9,95 euro (exclusief btw en verzendkosten) en zijn eenvoudig te bestellen via de GD Webshop.

DigiKlauw nu ook voor zelfbekappers Bekapt u zelf, en wilt u ook de klauwgezondheidsstatus van uw bedrijf digitaal bijhouden? Dat kan sinds kort via DigiKlauw. Ook is het nu als handige app te gebruiken: niet alleen op PDA, maar nu ook op smartphone en tablet. DigiKlauw is een programma dat inzicht geeft in het verloop van de klauwgezondheid van de koppel. Hiermee legt u klauwgezondheidsgegevens in één duidelijk systeem vast, waar ze bewerkt kunnen worden én digitaal raadpleegbaar zijn. Zo werkt u gericht aan een veestapel met een goede klauwgezondheid. Ga voor meer informatie en het downloaden van de app naar www.digiklauw.com

onmiddellijk ‘een derde rijbaan’ bij moet, maar besteed extra aandacht aan overhangende takken, scherpe bochten, nauwe doorgangen en ingangen bij de entree van de weide. Houd als richtlijn voor de breedte van het kavelpad 3,5 tot 4 meter aan voor een koppel tot 150 koeien.

Afvoer van verwerpers pas na gunstige Brucellatest Als op uw bedrijf runderen tussen de 100 en 260 dagen van de dracht verwerpen, bent u volgens de EU-regelgeving verplicht deze runderen binnen zeven dagen na verwerpen te laten onderzoeken op brucellose. Het afvoeren van een verwerper kan alleen als de uitslag van dit onderzoek gunstig is. Een ongunstige uitslag leidt tot een vervolgonderzoek. Hebt u het dier wel afgevoerd terwijl de uitslag ongunstig was, dan kan uw bedrijf daardoor langer geblokkeerd blijven. Uw dierenarts neemt voor het onderzoek een bloedmonster van de verwerper. Deze kosten en de kosten van het laboratoriumonderzoek hoeft u niet te betalen. Het bloed dat voor het brucelloseonderzoek ingestuurd wordt, kan ook gebruikt worden voor aanvullend onder­ zoek. Neemt u deel aan een van de GD-programma’s voor IBR, Leptospirose, Neospora en/of salmonella dan wordt het bloedmonster ook automatisch en zonder extra kosten onderzocht op de ziekte waarop het programma betrekking heeft. GD Herkauwer | Mei 2015 |

9


REPORTAGE | tekst: DRS. YONI PASMAN

Zoon Symen en vader Folkert Oenema (niet op deze foto) houden echt van weiden.

Symen en Folkert Oenema gaan voor fris drinkwater:

“ Water wil je schoon in de koe hebben” Niet lang geleden besloten zoon Symen en vader Folkert Oenema uit Oldelamer dat de melkproductie van hun 80 koeien eigenlijk te laag was. Daar moesten ze wat mee. Symen lichtte alles door. “Samen met de voervoorlichter ben ik gaan kijken wat er beter kan. En daar hoort het drinkwater ook bij.” Mooi weer is het nog niet in Oldelamer en de koeien staan dan ook nog binnen tijdens het interview. Maar zo gauw het kan, brengen zoon Symen en vader Folkert Oenema de dieren naar buiten. “We houden echt van weiden en willen dat met de nieuwe stal ook blijven doen”, zegt Folkert.

10

Momenteel zit hij in een maatschap met zijn zoon Symen, die het bedrijf uiteindelijk helemaal overneemt. Samen met zíjn vader, liet Folkert de boerderij bouwen in 1975. Sindsdien is er weinig veranderd aan de stal. Het wordt dus echt tijd om te vernieuwen, vinden vader en zoon.

Eigen bron Een kleine verandering vond een paar jaar geleden al plaats. “We vonden dat de productie wel wat laag was, 7.800 liter per koe per jaar. Met de koeien ging het ook minder, vooral ’s winters was het niet top. Juist dan ga je denken aan de opname. Samen met de voervertegenwoordiger zijn we gaan kijken naar wat er beter kan, dus ook naar het water.” Op dat moment maakte het bedrijf in Oldelamer nog gebruik van een eigen bron. “Daar hadden we veel problemen mee. Vooral het mangaan was een probleem, dat kregen we er nooit helemaal uit. En de ijzerwaarden waren ook behoorlijk hoog. Uiteindelijk werden de aanpassingen te duur, en hebben we de bron er dus maar helemaal uitgegooid.”


In de binnenbakken stroomt nu leidingwater en in de buitenbakken slootwater. Om te controleren of dat water wel goed is, zijn de veehouders gestart met dé Drinkbakcheck, een periodiek onderzoek naar de waterkwaliteit in de drinkbakken. “De eerste keer hebben we een mengmonster ingestuurd van alle drinkbakken in de stal, ook die van de kalfjes. Daar kwam uit dat de bacteriegroei wel te hoog is.” Waar dat precies door komt weet Symen niet, maar ze zijn meteen daarna de drinkbakken grondiger gaan schoonmaken. Schoonmaken deden ze eerder wel, maar nu standaard eens per maand met een borstel, en als de koeien erin hebben gemest natuurlijk meteen. En de bakken van de kalveren gaan nu ook elke maand mee, vertelt Symen. “Eerder deden we dat eens in de drie maanden. Met de kalveren ben je wat makkelijker, die geven nog geen melk. Maar die krijgen nu ook meer aandacht, hun drinkbakken doen we nu tegelijk met die van de melkkoeien.”

Bakken mét stop Symen laat de stal en de drinkbakken zien, en vertelt over zijn wensen voor de nieuwe stal. Nu zijn de bakken nog van beton, dat moet straks echt anders. “Alles blijft

plakken, het is een bron van bacteriën. Als we geen nieuwe stal zouden gaan bouwen dan hadden we allang nieuwe waterbakken neergezet.” Schoonmaken kan nu alleen met een borstel, al zou de veehouder dat graag anders willen. “Er zit wel een stop onderin, maar die durf ik er niet uit te trekken. Ik ben bang dat ik die er dan nooit meer in krijg.” Gelukkig is het idee voor die nieuwe drinkbakken al behoorlijk concreet. “Dat worden gewoon RVS-bakken met een grote stop. Dan kunnen we ze helemaal leeg laten lopen en makkelijker schoonmaken.” De leidingen gaan dan bovenlangs in plaats van onder de grond en misschien laten ze wel een nieuwe bron slaan, maar dan goed. Terwijl Symen vertelt over zijn nieuwe drinkbakken, maakt hij een kommetje van zijn hand, haalt hem door het drinkwater en proeft ervan. “Je wordt er echt niet ziek van. Er zit een beetje mais in, maar het water smaakt goed.”

Normen De melkproductie is in de tussentijd van 7.800 naar 8.500 liter per koe per jaar gegaan. Of het schonere water daaraan heeft

De Drinkbakcheck De Drinkbakcheck is hét instrument om de kwaliteit van het water in de drinkbak in de gaten te houden. Het water dat uw koeien daadwerkelijk drinken wordt twee keer per jaar onderzocht op de zeven belangrijkste criteria voor gezond en smakelijk drinkwater. Ga voor meer informatie en aanmelden naar www.gddiergezondheid.nl/drinkbakcheck

In de buitenbakken op het bedrijf in Oldelamer stroomt nu slootwater. De volgende keer testen Symen en Folkert het water in die bakken.

bijgedragen weet Symen niet. “Het komt vooral doordat we meer structuur zijn gaan voeren.” Het drinkwater krijgt sindsdien wel meer aandacht. “De normen zijn er niet voor niets. In principe ga je ervan uit dat leidingwater bacterievrij is, zo wil je dat ook in de koe hebben.”

Melken Het enige wat wel is vernieuwd de afgelopen veertig jaar, is het tanklokaal en de melkstal. Daar kunnen nu twee keer acht koeien in, maar dat zouden er ook twee keer negen kunnen worden. Hoe druilerig het weer, zo vrolijk is het binnen in de melkstal: de radio staat op maximaal volume. “Dat vind ik wel lekker, een beetje muziek tijdens het melken. En de koeien zijn er ook aan gewend, die worden er juist rustig van. Als er nu een keer iemand anders komt melken dan raken ze niet van streek.” Niet alleen de productie is de afgelopen tijd verbeterd, ook het celgetal is drastisch verlaagd van 250.000 naar 100.000. “Laatst hadden we zelfs een keer een uitslag van 61.000 cellen per milliliter.” Dat was geen doel op zich, maar mooi meegenomen. “En nu is het ook nog meer een aandachtspunt. Toen we pasgeleden een celgetal hadden van 135.000, ging ik me ineens afvragen wat er aan de hand is. Terwijl je eerder best tevreden was over die 250.000.”

Weiden Hypermodern wordt de nieuwe stal niet, maar het mag wel iets ruimer. “We willen misschien ietsjes meer koeien gaan melken”, vertelt Folkert. Het tanklokaal blijft gewoon, want robotmelken is voor vader en zoon niet haalbaar. “We hebben een perceel van 12 hectare aan de andere kant van de weg, dus als we willen blijven weiden wordt het heel lastig.” De Drinkbakcheck doen ze twee keer per jaar. Symen gaat de volgende keer het water buiten testen. “Ik ben heel benieuwd wat daar uitkomt. Er zal wel wat ijzer in zitten omdat er wat roest aan de bakken zit. En oppervlaktewater zal sowieso niet geweldig zijn. Als het echt slecht is weet ik niet wat we doen. Ik kan moeilijk leidingen naar de andere kant van het perceel laten leggen. Dan zou het mooi zijn als er een tablet zou zijn die het vuil aan zich kan binden, zodat je in één keer schoon drinkwater hebt. Maar misschien is dat een toekomstdroom.”

GD Herkauwer | Mei 2015 |

11


Vraag & Antwoord

?

In de rubriek ‘Vraag & Antwoord’ beantwoorden GD-dierenartsen vragen vanuit de praktijk die ons op één of andere manier bereiken.

Vraag: Hoe herken ik SARA?

Antwoord: van Jan Veling, rundveearts: SubAcute Ruminal Acidosis, oftewel subacute pensverzuring (SARA) is in eerste instantie te herkennen aan verminderd herkauwen. De dieren hebben daarnaast afwijkende mest, die onverteerd is en soms te dun. Over het algemeen blijft de melkproductie redelijk op peil, maar wordt het vetpercentage van de melk minder. Bij sommige dieren is het vetpercentage lager dan het eiwitpercentage (’inversie’). Vaak is sprake van een goede (ruw) voerkwaliteit. Op basis daarvan verwachten de meeste veehouders een hogere productie en een prima lichaamsconditie. Deze verwachting komt bij SARA dan niet uit. SARA ontstaat doordat in de pens in korte tijd teveel vetzuren worden gevormd. Het gevolg is een ongewenste pH-daling in de pens (lager dan 5,6). De verschijnselen van SARA hangen vooral samen met de tijdsduur van de verlaagde pens-pH. Bij het optreden van SARA speelt, naast de voersamenstelling, vooral het voermanagement een belangrijke rol, bijvoorbeeld geen gespreide krachtvoergift, onvoldoende voerplaatsen en voeren zonder restvoer over te houden. Dit zijn risicofactoren voor een onregelmatige voeropname voor de hele koppel, SARA is dus vooral een koppelprobleem.

?

raag: Ik vaccineer mijn koeien tegen BVD, kan ik V dan wel deelnemen aan BVD Tankmelk Onverdacht?

Antwoord: van Linda van Duijn, rundveearts: Dat hangt ervan af of uw dieren met dode of levende entstof gevaccineerd worden. Een rund maakt na vaccinatie met levend vaccin antistoffen aan die niet te onderscheiden zijn van ‘echte’ BVD-antistoffen. Hebt u dus eenmaal gevaccineerd met levend vaccin, dan zal de tankmelktest vanaf dat moment BVD-antistoffen aantonen. Hierdoor is periodieke bewaking via het programma BVD Tankmelk Onverdacht niet meer mogelijk. Als met dode entstof wordt gevaccineerd is onze ervaring dat bewaking in de tankmelk vaak wel mogelijk is. Wanneer u zich aanmeldt voor BVD Tankmelk Onverdacht wordt uw tankmelk automatisch onderzocht op BVDantistoffen. Als zowel bij het eerste onderzoek als het heronderzoek BVD-antistoffen worden aangetoond, of u nu vaccineert of niet, kunt u beter voor een andere manier kiezen om BVD te bewaken.

12

?

raag: Ik had laatst een verwerper door listeria. V Waar komt dat vandaan?

Antwoord: van Linda van Wuijckhuise, rundveearts: Listeria is een bacterie die veel voorkomt in grond. De bacterie kan zo in het voer komen, bijvoorbeeld als er grond in graskuil terechtkomt (molshopen, verkeerd afgestelde machines). De listeriabacterie kan goed groeien bij lage temperaturen en in matig geconserveerde kuilen (oftewel: een zuurgraad hoger dan 5,5). Bovendien overleeft de bacterie zeer lang. Runderen raken besmet via kleine wondjes in de mondholte, het neus- of oogslijmvlies. Ziektebeelden kunnen optreden vanaf drie tot vier weken na het contact met het besmette voer. Er zijn verschillende ziektebeelden: 1. O og- en oogslijmvliesontsteking: meestal bij meerdere dieren. 2. Hersenvliesontsteking: meestal bij slechts één dier op het bedrijf, speekselen, zenuwverlammingen, cirkelen en sterfte. 3. A bortus: vruchtwater en vliezen bevatten heel veel bacteriën en kunnen dieren en mensen besmetten. 4. Mastitis: bij een enkele koe, en die wordt drager. Advies is om deze koe af te voeren. 5. Bloedvergiftiging: vooral bij jonge dieren, koorts, diarree, oogontsteking en sterfte. Belangrijk in de strijd tegen listeria is dat u geen grond in de kuil toelaat. Gebruik bij moeilijke inkuilomstandigheden toevoegmiddelen die zorgen voor een snelle goede pH-daling. Let ook op uzelf: de listeriabacterie is besmettelijk voor mensen (zoönose) en kan hersenvliesontsteking en doodgeboorte veroorzaken. Daarnaast komt ontsteking van de huid op de armen na het verlossen voor. Zorg voor goede hygiëne tijdens het verlossen en drink gepasteuriseerde melk. De belangrijkste bron van listeriabesmettingen bij de mens zijn overigens niet goed gewassen rauwe groenten.

Ook een vraag? Laat het ons weten en mail uw vraag naar redactie@gddiergezondheid.nl onder vermelding van Vraag & Antwoord GD Herkauwer.


TEksT: DR. MENNO HOLZHAUER | COCCIDIOSE

Microscopisch beeld van een typisch coccidiën-ei: de dikke wand beschermt de parasiet tegen ontsmettingsmiddelen. Het is daarom moeilijk coccidiose te bestrijden. Zijn uw dieren besmet, dan vindt u deze eieren in de mest.

coccidiose meestal geen willekeur Vroeg of laat krijgt ieder kalf ermee te maken, maar het ene kalf wordt wel ziek en het andere niet. Welk kalf ziek wordt lijkt misschien willekeurig, maar dat is het niet. Dit kunt u doen om het verschil te maken. Elk bedrijf kan te maken krijgen met coccidioseproblemen. De parasiet veroorzaakt diarree bij kalveren jonger dan een jaar en kan voor groeivertraging zorgen. Dit heeft gevolgen voor de gezondheid van het kalf, en kan van invloed zijn op de rest van zijn leven. De ziekteverwekker is niet direct uit te schakelen, maar het is wel mogelijk het aantal zieke kalveren en kalveren met diarree te beperken. We zien namelijk dat op sommige bedrijven minder problemen zijn met coccidiose. Deze verschillen op drie opvallende manieren van bedrijven waar wel problemen zijn met de parasiet.

1.Een gezond kalf is pas ná het spenen van een strohok naar de roosters gegaan Coccidiose ontstaat meestal rond het moment van spenen. Het blijkt dat kalveren die pas enige tijd ná het spenen worden overgebracht van een strohok naar de roosters, minder vaak diarree door coccidiose krijgen. Er lijkt dus een verband te zijn tussen het ontstaan van coccidiose en het tegelijkertijd spenen en overbrengen naar een nieuwe stal. Het scheiden van deze handelingen geeft minder stress en heeft dus een positief effect.

2.Een goed gegroeid kalf wordt minder snel ziek van coccidiose Kalveren die goed doorvoed zijn met de juiste voeding en de juiste voorbereiding, gedijen beter. Dit maakt de kans op infecties kleiner. Belangrijk hierbij is de biestgift en het tijdig beginnen met bijvoeren met krachtvoer. De melkvoeding moet goed klaargemaakt zijn en op de juiste temperatuur. De kalveren die gezond blijven krijgen bovendien voeding, meestal kunstmelk, die rekening houdt met de mineralenvoorziening. Bij kunstmelk is er namelijk controle; bij koemelk helemaal niet.

3.Een kalf zonder coccidiose is überhaupt niet eerder ziek geweest Kalveren die niet ziek worden van coccidiose blijken minder vaak andere infecties te hebben gehad, zoals virusdiarree, cryptosporidiose of longontsteking. Kalveren die wel ziek zijn geweest zijn gevoeliger voor coccidiose. Ook de aanwezigheid van BVD op een bedrijf speelt mogelijk een belangrijke rol. Jeugdinfecties blijken dus een negatief effect te hebben op het ontstaan van de ziekte. De beste preventie is ook hier de Gemiddelde dagelijkse groei over 21 dagen biestgift en opfok in een schone 800 omgeving. 700

Het verschil tussen het gezonde en geïnfecteerde kalf zit hem vaak in heel concrete zaken, die met een beetje wilskracht goed aan te passen zijn. Zijn er coccidioseproblemen op het bedrijf, dan zijn deze aanpassingen zeker aan te raden: een gezond kalf ontwikkelt zich immers uiteindelijk tot een gezonde en productieve koe.

600 500 groei (gram per dag)

Coccidiose is overal, dus ook op uw bedrijf.

400 300 200 100 0

Klinische coccidiose

Subklinische coccidiose

Preventief behandeld

Verschil in groei tussen kalveren met klinische coccidiose, subklinische coccidiose en preventief behandelde kalveren.

GD Herkauwer | Mei 2015 |

13


SELECTIEF DrOOGzETTEN | TEksT: SABINE TIJS, BSC

Onderzoek naar ervaringen selectief droogzetten

goede start met minder antibiotica Een

De ervaringen van veehouders met het selectief droogzetten zijn voorzichtig positief. Uit onderzoek van de GD blijkt dat veehouders hier in 2013, nog voordat er een richtlijn beschikbaar was, al voortvarend mee aan de slag zijn gegaan. Om inzicht te krijgen in de toepassing van selectief droogzetten in 2013, is in 2014 een onderzoek gedaan onder 179 willekeurig geselecteerde Nederlandse melkveehouders, met financiering van het toenmalig Productschap Zuivel (PZ). Alle deelnemers hadden een melkstal (dus geen melkrobots) en hun uiergezondheidssituatie en het antibioticumgebruik over 2013 waren nauwkeurig in beeld. Het doel van het onderzoek was inzicht krijgen in de toepassing en beleving

14

van selectief droogzetten in 2013 en de uiergezondheid op deze bedrijven. De melkveehouders zijn in april en mei 2014 telefonisch geïnterviewd over hun beleving van selectief droogzetten en antibioticumreductie. In dat jaar, 2014, is ook een richtlijn voor dierenartsen en veehouders opgesteld die handvatten geeft voor de praktische uitvoering van het selectief droogzetten. Het onderzoek richtte zich op de periode daarvoor, dus het ‘overgangsjaar’.

Toepassing selectief droogzetten Ondanks dat er in 2013 nog geen richtlijn voor dierenartsen en veehouders was, geeft driekwart van de geïnterviewde veehouders in dat jaar al aan de koeien in meer of mindere mate selectief droog te zetten. De mate van selectief droogzetten van deze bedrijven is vergeleken met de voorwaarden die de KNMvD ‘Richtlijn Droogzetten’ een jaar later zou stellen; vaarzen met een celgetal boven de 150.000 en koeien met meer dan 50.000 cellen per milliliter op de laatste MPR voor droogzetten kunnen met antibiotica worden drooggezet. Hieruit bleek dat ongeveer de helft van de melkveehouders die selectief zijn gaan droogzetten (66) minder dieren zonder antibiotica had drooggezet dan de richtlijn in 2014 zou gaan voorschrijven en de andere helft (69) juist meer dieren.


op hun bedrijf hadden. Ook hieruit blijkt: heb je eenmaal een negatieve ervaring gehad met een koe, dan kan dat soms zwaar wegen in de algehele beleving.

goede start

conclusies onderzoek naar selectief droogzetten

Melkveehouders zijn in 2013 zeer voortvarend met selectief droogzetten aan de slag gegaan. De belangrijkste redenen zijn de financiële consequenties (minder aankoop van antibiotica), de verbetering van de volksgezondheid, het bewuster omgaan met diergezondheid en diergeneesmiddelengebruik en het verbeteren van het imago van de sector in de maatschappij. Het blijkt dat bijna driekwart van de ondervraagde veehouders het terugdringen van antibioticumgebruik belangrijk vindt. Verreweg de meeste veehouders vinden dat ze goed bezig zijn met selectief droogzetten en dat ze met een lager antibioticumgebruik nog steeds een goede boer kunnen zijn. De groot-

ste belemmeringen van het vernieuwde antibioticumgebruik blijkt de beperkte keus te zijn aan beschikbare middelen. Ook speelt de onzekerheid mee of een koe zonder antibiotica beter wordt, langer ziek blijft of mogelijk een verhoogd risico loopt op vervroegde afvoer. De dierenarts is het eerste aanspreekpunt voor selectief droogzetten. Ook stimuleert hij of zij om minder antibiotica te gebruiken.

zelfreflectie Gemiddeld geven de ondervraagde veehouders zichzelf een 7,5 voor theoretische kennis en een 7 voor de praktische uitvoering rondom het droogzetten van de koeien. Als aandachtspunten om de succeskans van selectief droogzetten te vergroten noemden de geïnterviewden vooral ‘het verlagen van de melkproductie naar minder dan 12 liter per dag voor droogzetten’ en ‘aandacht voor huisvesting en hygiëne bij de droge koeien’.

Onderzoek naar selectief droogzetten onder 179 willekeurig geselecteerde Nederlandse melkveebedrijven in 2013: 1. Driekwart past selectief droogzetten toe; 2. Geen toename klinische mastitis, wel meer subklinische mastitis bij ouderekalfskoeien; 3. Praktische uitvoering is maatwerk en gaat gepaard met onzekerheid.

Theorie vs. praktijk uiergezondheid De uiergezondheidsresultaten van de melkveehouders die de koeien al in 2013 selectief droogzetten lijken niet ongunstig te zijn. Deze bedrijven hadden vergelijkbare problemen met zichtbare mastitis als de andere bedrijven, maar het aantal ouderekalfskoeien met een verhoogd celgetal nam wel wat toe. Dit leidt echter niet tot meer gebruik van antibiotica als gevolg van uiergezondheidsproblemen. Van de ondervraagden gaf 13 procent aan het gevoel te hebben dat de uiergezondheid verslechterde na de introductie van selectief droogzetten, waar 21 procent juist een verbetering van de algehele uiergezondheid beleefde. Opvallend was dat veehouders die in 2013 selectief zijn gaan droogzetten en vonden dat de uiergezondheid verslechterde, in werkelijkheid gemiddeld geen slechtere uiergezondheid

De 179 ondervraagde Nederlandse melkveehouders gaven zichzelf een rapportcijfer voor de theoretische kennis en praktische uitvoering rondom het droogzetten van koeien. Hier zijn de gemiddelde rapportcijfers van de melkveehouders weergegeven.

GD Herkauwer | Mei 2015 |

15


Download de Agro Weather App en maak kans op een iPhone 6* Sommigen boeren beter. Ze strooien op het juiste moment dankzij de Agro Weather App. Deze app is de nummer 4 van meest populaire landbouw apps in Nederland. (bron: AgroApps 2014)

Download de App via de App store of via www.oci-agro.nl

Ik boer beter

*Actie loopt tot 31 mei 2015.

Biocid e gereg istreer

d

Reductie van E.coli en Klebsiella in het ligbed met Actisan.

Gebruik biociden veilig. Lees v贸贸r gebruik eerst het etiket en de productinformatie

Het box-instrooimiddel met een bewezen desinfectie.

Naamloos-3 1

P P P P P P P P P P

Uniek door groot vochtbindend vermogen ( > 250 % en onomkeerbaar) Desinfecterend (biocide geregistreerd, 14576 N) Op basis van minerale zouten met als werkzame stof Salicylzuur Aangename geur en gemakkelijk strooibaar Bewezen werking (officieel getest door ILVO) Verzurende werking Lagere infectiedruk door het actief afdoden van bacteri毛n Werkzaam tegen de meest voorname omgevingsbacteri毛n. Geen nadelige invloed op de speenkwaliteit Langdurig werkzaam (48 tot 72 uur)

Informeer bij uw leverancier of bel:

Timac Agro Nederland B.V. Tel. 06 113 95 207 grow, care and share

www.timacagro.nl

21-04-15 09:22


| VEEONLINE | XXXXX TEksT: DRS. JESSICA HIRSCH-VAN TEksT: STEK XXXXX

Wegwijs op

Veeonline

Als veehouder bent u dagelijks bezig met diergezondheid. Daar kunt u VeeOnline goed bij gebruiken. Er zijn drie goede redenen om naar VeeOnline te gaan: uw statussen en deelnames, uw BGP/BBP en uw labuitslagen. Op VeeOnline vindt u de labuitslagen terug vanaf juni 2014. Hieronder vindt u een korte uitleg van de informatie die onder Labuitslagen beschikbaar is.

filter

Labuitslagen Ga in de bovenbalk naar “Lab” en kies “Mijn labuitslagen”

U ziet in één overzicht al uw labuitslagen. Hebt u meerdere diersoorten of wilt u zoeken op een bepaalde periode, dan kunt u het filter gebruiken om te zoeken in uw uitslagen.

sorteren U kunt ook de sortering aanpassen, klik hiervoor op een van de kopjes in de donkerblauwe balk. Klikt u bijvoorbeeld op Onderzoeken, dan zet VeeOnline al uw inzendingen alfabetisch onder elkaar. Handig als u bijvoorbeeld al uw BVD-uitslagen bij elkaar wilt zien.

uitslagen (Deel)uitslagen vindt u als u klikt op onder het kopje Uitslag. Als u daarop heeft geklikt, ziet u de uitslagen inclusief referentiewaarden. Voorlopig geldt dit alleen voor klinische chemie. Alle andere uitslagen worden als PDF getoond in de kolom Rapport. Tip: de uitslagen klinische chemie kunt u sinds kort ook exporteren naar Excel, handig als u een zeer uitgebreide lijst hebt die u wilt bekijken.

GD Herkauwer | Mei 2015 |

17


jaar gD herkauwer JUBILEUM | TEksT: DRS. HELEN DE ROODE & DRS. YONI PASMAN

Ria Huijben, al redactielid sinds het eerste nummer, met de eerste en de meest recente GD Herkauwer.

In uw handen ligt de GD Herkauwer nummer 80. Dat betekent dat de GD Herkauwer inmiddels al twintig jaar vier keer per jaar op de deurmat van vele veehouders valt. Een mooi moment om terug te blikken, maar ook vooruit te kijken. Waar staan we en waar gaan we naartoe? “In de kern is er maar heel weinig veranderd.” Ria Huijben, redactielid van het eerste uur, bladert door de centimeters dikke map met bladen. Op elke cover staat haar naam met pen geschreven: dit is Ria’s eigen verzameling. We blikken terug op twintig jaar GD Herkauwer. Ria bladert door de allereerste editie: nummer 1, oktober 1995. “Het is wel bijzonder dat je begint met een verhaal over een uitbraak van abortus Bang, en dat we nu vrij van deze ziekte zijn. Maar dit verhaal over mineralen bijvoorbeeld, dat is nog steeds actueel. We zijn hierin al wel een stuk verder: in plaats van te zeggen ‘let op mineralen’, hebben we nu oplossingen om het goed te doen op een bedrijf.”

18

nieuws en wetenswaardigheden “Ik begon als redacteur en schrijver met de GD Rundvee Oost, de voorloper van de GD Herkauwer. Nu ben ik meer een meelezer geworden. Toen er plannen waren voor een landelijke GD hebben we het blad ook opgeschaald. Dat werd de GD Herkauwer in 1995. We vonden het belangrijk dat we communiceerden met de veehouder, met nieuws en wetenswaardigheden. We gingen met de redactie bij elkaar zitten en bedachten wat we actueel vonden. Vaak ging het om vragen die we hoorden in het veld, maar het waren ook wel dingen die we zelf wilden vertellen. Dat doen we nu eigenlijk nog steeds. Het maken van het blad is wel stukken professioneler geworden. We zijn met een soort stencilmachine en

01


1_GDHE67.indd

4%

9,1%

Melkveehoudersadviesraad

Helemaal niet

Helemaal

34,3%

31,8%

Grotendeels

Wat vinden onze lezers van de artikelen in de GD Herkauwer? Zijn ze leesbaar? Spreken de foto’s aan? Sluiten de onderwerpen aan op de praktijk? Regelmatig stellen we deze –en andere- vragen aan de leden van de GD Melkveehoudersadviesraad: een wisselende groep melkveehouders die de GD adviseert op het gebied van innovatie, communicatie en klantgerichtheid. De Melkveehoudersadviesraad komt drie keer per jaar bij elkaar, daarbij wordt de GD Herkauwer altijd gezamenlijk doorgebladerd en beoordeeld. Deze feedback wordt bijzonder gewaardeerd door de redactie, het houdt ons scherp!

Maar een enkel artikel

20,7%

Voor de helft

Hoeveel van GD Herkauwer leest u? Rapportcijfer: 7.1

Een van de leden van de GD Melkveehoudersadviesraad is Annemiek Vonk. Hieronder vertelt zij over haar beleving van de GD Herkauwer.

Tijdens het tweejaarlijkse klanttevredenheidsonderzoek van de GD hebben klanten ook de GD Herkauwer gewaardeerd. Dit zijn de resultaten.

eigenhandige tekeningen begonnen. Bijna ondenkbaar in de huidige digitale wereld.”

Tijdgevoelig “De grootste veranderingen zijn eigenlijk de oplage en de opmaak. Bij de start ging het blad naar 65.000 veehouders, dat is nu ongeveer de helft. Het uiterlijk van een blad is duidelijk tijdgevoelig. Beeldmateriaal is in de loop der jaren veel belangrijker geworden.” De Gezondheid

n

werken

Meer mens en dier aan die rgezon

Herkau wer dheid

FEBRUARI 2012

1

SCHMALLENBE RGVIRUS in Ned VAARZENMAST erland ITIS: Liever gee Vereenvoudiging n trammelant DIERGEZONDHE IDSPROGRAMM A’S 2-2-12 10:26

Tom Ve rnoo

“Een oij en Kees Cruijsen over efficië pt imum nt voer en ook fin creëren, anc ieel ”

Ernstig e gewr ich tsproblem en door Myc

oplasm bovis a

“Zo’n vier, vijf ziekten komen al 20 jaar regelmatig in de Herkauwer aan de orde. Als je zo kijkt, lijkt het alsof er in al die jaren weinig is gebeurd, maar dat is natuurlijk niet zo. Er is meer kennis, er wordt meer bestreden en er wordt beter over nagedacht. Als je terugkijkt zie je dat de diergezondheid op een veel hoger niveau is. Er zijn enorm veel bedrijven met vrijstatussen en er is een grote deelname aan programma’s. Dat hebben we wel gestimuleerd, ook via de bladen.”

Nieuwe ziekten, maar ook meer kennis

sdienst voor Diere

Samen

Veel hoger niveau

Masterc lass over IB es R en BVD

Onderzo ek risicofa naar ct

longwororen infect iem­ s

73 AUGUST

US 2013

“Toen we begonnen ging het vooral om informatie verstrekken en het droog adviseren. In de laatste jaren hebben we, ook in de bladen, meer mens én dier in beeld gebracht. Daarmee willen we duidelijk maken dat een betere diergezondheid wel moeite kost en dat samenwerking essentieel is. In twintig jaar verdwijnen er wat ziekten en komen er weer nieuwe ziekten bij. Dat zal altijd zo blijven, maar we hebben het wel sneller door vanwege de monitoring. Die zit na tien jaar wel heel goed in elkaar. In de GD Herkauwer proberen we met de monitoringsartikelen ook het belang van die signalering te benadrukken.”

Annemiek Vonk, melkveehoudster in Beek (gemeente Montferland) Al 10 jaar trouwe lezeres van de GD Herkauwer “Ik vind het altijd weer leuk als de Herkauwer binnenkomt en ga er ook echt voor zitten om hem te lezen. Je pikt uit een blad altijd die stukjes die je boeien, maar bij de Herkauwer boeit eigenlijk alles me, dus ik lees hem van a tot z. Ik denk dat dat ook komt, omdat ik van oorsprong verpleegkundige ben; het blad draait om diergezondheid en in medische zaken ben ik bovengemiddeld geïnteresseerd. Ik vind het knap dat dingen die soms best wel ingewikkeld zijn, vaak zo helder opgeschreven worden. De Herkauwer leest makkelijk, heeft een praktische insteek en sluit goed aan op de praktijk. Soms word je geprikkeld om dingen aan te pakken, maar vaak is het ook een bevestiging dat je goed bezig bent, en dat is natuurlijk fijn!” GD Herkauwer | Mei 2015 |

19



tekst: LAMMERT MOLL, MSC & DRS. SILKE JOSWIG-BUIST | LEVERBOT

De GD introduceert leverbotalert

Alert op

leverbot

Direct op de hoogte van het actuele leverbotrisico: het kan met de leverbotalert van de GD.

vragenlijst, een bedrijfsspecifiek advies. Hiermee kunt u samen met uw dierenarts leverbot gericht aanpakken op uw bedrijf.

Hiermee krijgt u kosteloos korte praktische tips

Kennis en onderzoek

over het beheersbaar maken van leverbot op uw bedrijf. Leverbotinfecties zijn lastig te controleren en kunnen leiden tot onder andere verhoogd medicijngebruik, een verhoogde kans op salmonella en economische bedrijfsschade. Om leverbot beter te monitoren en beheersbaar te maken gaat de GD leverbotalerts uitsturen. Dit zijn digitale meldingen die u ofwel op het juiste moment praktische tips geven om leverbot (preventief) aan te pakken of u vertellen of er in uw omgeving een verhoogd risico is op leverbot. De alerts geven u bovendien een gericht en tijdloos advies. Waardevol, want de Nederlandse melkveesector hecht sterk aan weidegang.

Op het juiste moment actie Op het moment dat u (preventief) actie kunt ondernemen tegen leverbot, stuurt de GD op relevante momenten in het jaar een alert naar dierhouders die zich hiervoor hebben aangemeld. Daarnaast ontvangen deelnemers één à twee keer per jaar, na het invullen van een korte online

De GD doet al jaren onderzoek naar leverbot, door analyse van grondsoorten, slakkentellingen, klimatologische omstandigheden en bodemvochtgegevens. Hieruit volgt ieder jaar de voorlopige en definitieve leverbotprognose, ook te lezen in de GD Herkauwer. Aan de hand van deze gegevens is nu een prognosemodel ontwikkeld dat per viercijferig postcodegebied aangeeft hoe groot de kans is op een leverbotbesmetting, oftewel een risicoprofiel. Dat risicoprofiel biedt handvatten om gericht advies te kunnen geven. De GD deed hiervoor onderzoek, op initiatief en samen met NZO en LTO met als doel bestaande kennis te vertalen naar actiegerichte adviezen voor leverbotbeheersing. Uit dit onderzoek blijkt dat bedrijfsspecifieke informatie het liefst per e-mail wordt ontvangen.

Hoe meld ik mij aan? Aanmelden voor de leverbotalerts is kosteloos en kan eenvoudig via de aanmeldknop op www.leverbot.nl. Kijk op deze website ook voor meer informatie over de leverbotalerts. Deelnemers aan het Worminfecties- en Leverbot Tankmelk abonnement worden binnenkort nader over geïnformeerd over de alerts. GD Herkauwer | Mei 2015 |

21


MONITOrING | TEksT: DR. MENNO HOLZHAUER & DRS. LINDA VAN WUIJCKHUISE

Uitbraken van longontstekingen bij melkkoeien

Pilotonderzoek

geeft meer inzicht in

Mannheimia

Uitbraken van longontstekingen bij melkkoeien worden sinds 2009 gemiddeld twintig keer per jaar gemeld bij de GD Veekijker, met name tijdens de stalperiode. Ondanks een relatief laag aantal gevallen per jaar is het belangrijk aandacht te besteden aan de preventie van de aandoening. Vooral de bacterie Mannheimia haemolytica is de boosdoener, zo blijkt uit onderzoek van de GD.

Bij vleeskalveren en opfokkalveren zijn uitbraken van longontstekingen bij sommige veehouders wel bekend. Bij melkkoeien komen deze uitbraken veel minder vaak voor, maar sinds 2009 doen dierenartsen melding bij de GD Veekijker van acuut gestorven dieren. De aangedane dieren sterven snel, en vertonen (soms) kort daarvoor een sterke melkproductiedaling, hoge koorts en ademhalingsproblemen. Bij sectie blijkt acute longontsteking en longborstvliesontsteking de oorzaak. Bij vervolgonderzoek blijkt de oorzaak daarvan de bacterie Mannheimia haemolytica te zijn.

Als sinds 2002 houdt de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) zich intensief bezig met de uitvoering van de diergezondheidsmonitoring in Nederland. Hiervoor werken wij intensief samen met onder andere de diersectoren, de zuivel, het ministerie van EZ, dierenartsen en veehouders. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de monitoring oplevert. Samen werken we aan diergezondheid in het belang van dier, dierhouder en samenleving.

22


MONITOrING

Uit het onderzoek kwam naar voren dat stressmomenten mogelijk bijdragen aan het ontstaan van uitbraken van longontstekingen door Mannheimia hamolytica.

mige dieren zijn gestorven zonder dat de symptomen waren opgemerkt. Bij enkele koeien begon het met een ernstige daling van de melkproductie, zonder dat de dieren verder ziek oogden. De dieren hadden wel hoge koorts van minimaal 40 graden. Kort na de productiedaling stopten ze met eten, kregen ademhalingsproblemen, terwijl de dierenarts vaak nog geen afwijkende longgeluiden kon horen. Na twaalf uur stierven de dieren, of moesten ze worden geëuthanaseerd. Wanneer de veehouder of de dierenarts het ziektebeeld herkende, konden andere zieke koeien in een vroeg stadium behandeld worden met antibiotica, koortsremmers en pijnstillers, voor een snelle genezing en om sterfte te voorkomen. Navraag over dit ziektebeeld bij buitenlandse dierenartsen van universiteiten en laboratoriums leverde geen nieuwe aanvullende informatie op.

uit heel nederland

Deze bacterie is een normale bewoner van de voorste luchtwegen, maar kan onder omstandigheden ziekte veroorzaken. De GD is in 2009 een pilotonderzoek gestart. Hieruit komt naar voren dat stressmomenten, zoals aankoop, koppelbehandelingen en overbezetting, risicofactoren lijken te zijn voor het ontstaan van het ziektebeeld.

snel verloop Bij de GD zijn voor de pilot, die van 2009 tot 2010 liep, 42 koeien met longproblemen ter sectie aangeboden en onderzocht. De leeftijd van deze dieren was niet afwijkend van de gemiddelde leeftijdsverdeling op een melkveebedrijf. De ziekte verloopt meestal snel: som-

De dieren die waren ingestuurd waren afkomstig van bedrijven uit heel Nederland. Via enquêtes en bezoeken aan een tiental bedrijven is informatie verzameld. Hierbij werden gegevens verzameld over het dier, zoals leeftijd, ziektebeeld, ziekteduur, lactatiestadium en reactie op therapie, en over het bedrijf: bedrijfsgrootte, staltype en bouwjaar, ventilatie en bezetting. Ook zijn de veehouders ondervraagd over veranderingen of handelingen in de twee weken voorafgaand aan de problemen, bijvoorbeeld grote rantsoenwijzigingen, koppelbekappen, bedrijfsvaccinaties en verbouwingen. Van de getroffen bedrijven was het jongvee op 63 procent in een aparte stal

gehuisvest en op de overige bedrijven was melkvee en jongvee in dezelfde stal gehuisvest. Het percentage IBR- en BVD-vrij statussen onder uitbraakbedrijven was lager dan het landelijk gemiddelde, maar IBR- en BVD-virus werd in geen van de 42 onderzochte dieren gevonden. Bovendien was de status op de bedrijven die vrij waren zes maanden later niet veranderd. De IBR- of BVD-status lijkt dus geen structurele rol te spelen. Om uitspraken te kunnen doen over de invloed van bedrijfsgrootte, staltype en huisvesting of klimaat is het aantal onderzochte bedrijven te klein.

Risicofactoren Uit de enquêtes blijkt dat een relatief groot aantal veehouders melding maakt van stressfactoren voor de uitbraak. Zo wordt recente introductie van aangekochte dieren, verbouwing en koppelbekappen genoemd. Hieruit kwam naar voren dat stressmomenten mogelijk bijdragen aan het ontstaan van uitbraken van longontstekingen en longborstvliesontstekingen door Mannheimia haemolytica.

stam niet afwijkend In dit pilotonderzoek werd een tiental gekweekte bacteriestammen van Mannheimia haemolytica verzameld en nader getypeerd door een laboratorium in Schotland. Deze stammen werden vergeleken met bacteriën die in de voorgaande jaren in Nederland waren gekweekt. Ze bleken niet te verschillen: de uitbraken lijken dus niet te wijten aan een nieuwe stam.

Bij gezonde kalveren en koeien kan de bacterie Mannheimia haemolytica in de voorste luchtwegen (neusholte) voorkomen. Bij dieren met ernstige long(borstvlies)ontstekingen heeft de bacterie zich verplaatst naar de longen en is daar massaal gaan groeien. Tijdens die groei ontstaat veel weefselverval en is er vorming van toxinen (gifstoffen). Snelle herkenning en behandeling is noodzakelijk om het dier te genezen.

GD Herkauwer | Mei 2015 |

23


‘Iemand uit de veehouderij, die bestuurlijke ervaring heeft en die goed bij de stijl van de GD past.’ Dat is het profiel waar de voorzitter van de Raad van Commissarissen van de GD minimaal aan moet voldoen. “In Kees hebben we die persoon gevonden”, zegt oud-voorzitter Machiel Sol. “Hij weet zich goed te manifesteren, dat zul je merken.” We spraken de komende en de gaande man, en vroegen beide heren om samen met ons terug te blikken, maar vooral ook vooruit te kijken.

Kees Wantenaar volgt Machiel Sol op als voorzitter GD

“gezonde dieren zijn de basis Sol denkt met plezier terug aan de tien jaar waarin hij voorzitter was. “Ik heb van dichtbij meegemaakt hoe de GD van een instituut werd omgevormd naar een commercieel dienstverlenend bedrijf. Dat ging vanzelfsprekend met vallen en opstaan. Het commercieel vermarkten van zo’n enorme deskundigheid is een mooie uitdaging.” “De GD is een belangrijke partner in de keten, maar om die positie te behouden zal de organisatie zich moeten blijven ontwikkelen.”, voegt Wantenaar toe. “Daarbij heeft de GD te maken met verschillende diersectoren die allemaal een eigen dynamiek hebben.” Sol: “De grote lijn is wel dat steeds meer veehouders kozen voor opschaling en er meer aandacht kwam voor mechanisering en automatisering. De GD bleef niet achter en zette onder andere een digitaliseringsomslag in. Ook ging het bedrijf in de afgelopen jaren diverse samenwerkingsverbanden aan.”

consument centraal Wantenaar had als bestuurder in de zuivel al geregeld met de GD te maken. “Gezonde

24

dieren zijn de basis voor gezonde melk”, zegt hij. “Er mag geen discussie zijn over traceability, we moeten precies kunnen verantwoorden hoe een product tot stand is gekomen. Gezonde producten beginnen bij gezonde dieren. Dat was altijd al belangrijk, maar de inhoudelijke kennis over het product en het productieproces is toegenomen, ook bij de consument. Daar kun je niet scherp genoeg op zijn. De GD is steeds meer

kees wantenaar De nieuwe voorzitter van de Raad van Commissarissen van de GD, Kees Wantenaar (65 jaar), is melkveehouder in Soest. “Ik zit nu nog in maatschap met mijn zoon, maar hij heeft de leiding. We hebben ongeveer 150 koeien, in de afgelopen jaren zijn we opgeschaald. Melkvee houden is voor mij de basis. Je bent boer, je blijft je boer voelen, en van daaruit denk je.” Wantenaar was als voorzitter van Campina intensief betrokken bij de fusie

vanuit het eindproduct gaan redeneren, wat ook nodig is om van waarde te zijn voor alle ketenpartijen. De consument staat nu meer centraal. Die lijn moeten we zien vast te houden.” “Ook de individuele veehouder dient het collectief belang altijd in het achterhoofd te hebben”, benadrukt Sol. “Als iets misgaat, hebben we samen schade. Als bijvoorbeeld één blikje niet goed is, heeft dat gevolgen voor alle betrokken partijen.”

met Friesland Foods en van 2009 tot 2012 was hij voorzitter van de Raad van Commissarissen van FrieslandCampina. De afgelopen drie jaar was hij voorzitter van het Productschap Zuivel. Op dit moment is hij niet alleen voorzitter van de Raad van Commissarissen van de GD, maar ook van de Dutch Produce Association (vereniging van afzetorganisaties voor groente, fruit en paddenstoelen), de Raad van Commissarissen van PLUS Retail en AgriProFocus (netwerkorganisatie ter bevordering van agrarisch ondernemerschap in ontwikkelingslanden).


TEksT: DRS. EVA ONIS | INTErVIEw

Kees Wantenaar (links), de nieuwe voorzitter van de Raad van Commissarissen van de GD en zijn voorganger Machiel Sol.

voor gezonde melk” Internationalisering Een ander thema dat zeker terug dient te komen in de strategieontwikkeling van de GD, is globalisering. Aandacht daarvoor is om meerdere redenen nodig en zinvol. Sol: “Het internationale verkeer, of het nu om dieren of mensen gaat, legt een druk op de diergezondheid. We moeten onze exportpositie goed bewaken.” Als het gaat om dierziekterisico’s vinden beiden het lastig

Machiel sol Vertrekkend voorzitter Machiel Sol (73 jaar) is zijn leven lang al veehouder in Wapserveen. “We begonnen met melkvee en later kwam daar akkerbouw bij. In totaal hadden we 120 hectare grond: 30 voor pootgoed en de rest voor het vee. Op onze top hadden we 140 koeien. We hebben het bedrijf zo lang mogelijk aangehouden, maar onze zoons zagen van overname af, dus verkochten we het. Nu hebben we nog 26 hectare landgoed, waarvan de helft akkerbouw. Ik zit nog vaak op de trekker.”

om voorspellingen te doen. “Na enkele grote uitbraken rond de eeuwwisseling is het de afgelopen tien jaar relatief rustig geweest”, zegt Sol. “Maar het is ondenkbaar dat er niets meer komt. Dierziekten blijven iets ongrijpbaars. Een tegenslag is het wegvallen van de Productschappen, dat maakt het lastiger om collectief te werk te gaan.” “De wereld van de regelgeving verandert”, aldus Wantenaar. “De secto-

Sol was van jongs af aan bestuurlijk actief op het gebied van zowel melkvee als akkerbouw. Hij was onder andere twintig jaar bestuurslid van Agrico. Ook was hij zo’n tien jaar lang voorzitter van het Drents-Groningse DOMO, die rond 1990 fuseerde met Friesland Foods, waarna meer fusies volgenden met als eindresultaat FrieslandCampina. Samen met Kees was hij bestuurlijk actief bij Keten Kwaliteit Melk, waar hij terechtkwam via LTO en het Productschap Zuivel. Daarnaast was hij bestuurlijk actief bij verzekeringsorganisaties.

ren konden altijd via de overheid zaken regelen, bijvoorbeeld met verordeningen. Nu moeten ze veel zelf doen. Ik vind dat de grote sectoren de verantwoordelijkheid hebben om daarin het voortouw te nemen. Verder zou je automatisch bij de GD moeten terechtkomen als er diergezondheidsproblemen zijn. Ik vind het belangrijk dat de GD dit gezag heeft, door kennis, expertise en goede diergezondheidsprogramma’s.” Globalisering biedt ook kansen. Op de vraag welke mogelijkheden er in het buitenland liggen, antwoordt Wantenaar dat internationalisering van de GD-activiteiten goed is, zolang het niet ‘internationaal om internationaal’ is. “Samenwerking over landsgrenzen heen blijft iets lastigs. Dat lukt niet van de ene op de andere dag, zeker niet omdat diergezondheid vaak sterke nationale regelgeving kent. Het is zaak dat we de ondernemersrisico’s maximaal in beeld hebben en houden.” Sol: “Ik ben daar iets genuanceerder in. De basis is altijd dat je eigen toko goed op orde is. De GD is een dienstverlener in Nederland, dat is de kern. Het buitenlandse is daar complementair aan.”

stijl als voorzitter Sol is in het algemeen iets terughoudender dan Wantenaar. “Machiel is bedachtzaam, hij laat zich niet gek maken”, vertelt Wantenaar. “Hij houdt de grote lijnen goed in de gaten en gaat weloverwogen te werk.” “Ik was een commissaris die afstand hield”, zegt Sol. “Het is de kunst om niet overal bovenop te springen, maar vooral de continuïteit te bewaken en erop toe te zien dat de juiste mensen op de juiste plek zitten. Kees is nieuwsgierig, die zit anders in elkaar, maar dat past ook goed bij de veranderende bedrijfscultuur.” Wantenaar: “Het is een uitdaging om van dichtbij mee te maken wat de GD voor de veehouderij betekent. Daarom is het waardevol dat je als voorzitter zelf veehouder bent.” Is het voorzitterschap iets waar je zeven dagen per week mee bezig bent? “Ja en nee”, zegt hij. “Er is altijd wel een akkefietje, in je hoofd ben je er altijd wel mee bezig, maar het is een verantwoordelijkheid waar je op een natuurlijke manier in groeit.” GD Herkauwer | Mei 2015 |

25


Immuunsysteem natuurlijk in balans

DE NIJBORG AGRI B.V. Voor levering en montage van: silo’s & vijzels voederinstallaties stalinrichtingen ventilatiegordijnen De Hooge Hoek 8 - 3927 GG Renswoude Tel. 0318-572923 – fax 0318-572725 www.nijborgagri.nl - info@nijborgagri.nl

BOXPELLETS: TOPSTROOISEL stroproduct • Ook zeer geschikt voor semi diep stroosel • 4 á 5 keer meer vochtopname dan zaagsel, vlas of gemalen stro en het verbruik meer dan de helft minder in een diepstrooiselbed. • Zeer stofarm en arbeidsvriendelijk • Geeft koe een mooi bed • Geeft de mest een opwaardering • Ook ideaal te mengen met gescheiden mest; 1kg Boxpellets absorbeert 3 kg vocht dus ook geschikt voor Kalverhokken en paardenboxen • Bacterie en schimmelvrij • Zeer concurrerend in prijs i.t.t. ander stalstrooisel

...natuurlijk gezonder! Aanvullend voeder ter ondersteuning van de algemene gezondheid van rundvee VetrinolTM bevat een gepatenteerd knoflookextract afgeleid van gestandaardiseerd en gestabiliseerd allicine.

IS GESCHEIDEN MEST GOEDKOOP? Boxpellets zit op € 0.07 / € 0.08 kg.melk Prijs: NU € 155,per ton/volle vracht

BOXPELLETS Sinnege Damwoude www.boxpellets.nl +31621584212

Bekijk onze video

voorkom hittestress bij uw melkvee InQpharm Animal Health Europe B.V. Bestellingen en klantenservice: 030 89 05 799

info-eu@inqpharm.com - www.vetrinol.com

Verlaag bij hitte, de werkelijke temperatuur in uw stal met 6 tot 8 graden

www.hittestress.nl - vanaf €45,- per dierplaats


tekst: DRS. CHRISTIAN SCHERPENZEEL | UGA

Minder S. aureus in 2014

Het percentage tankmelkonderzoeken met een gunstige uitslag voor de mastitisverwekker Staphylococcus aureus, is in 2014 substantieel gestegen. Dit is een trendbreuk met voorgaande jaren. Een mogelijke verklaring hiervoor is de introductie van het S. aureus-onverdacht certificaat. Het UGA-Team van de GD maakt elk jaar een analyse van de geanonimiseerde tankmelkuitslagen op het gebied van uiergezondheid. Niet alleen om uitbraken van bepaalde kiemen vroeg te ontdekken, maar ook om eventuele trends in beeld te kunnen brengen. Zo is er in het jaar 2014 in Nederland een trendbreuk te zien in het percentage ongunstige tankmelkuitslagen voor S. aureus. Bedrijven

Het percentage S. aureus-ongunstige tankmelkuitslagen ligt sinds de tweede periode van 2014 structureel onder het jaargemiddelde van de afgelopen vier jaar.

100% 90%

UGA en uiergezondheid

80%

Eén van de taken van UGA is het bestuderen van het verloop van het voorkomen van mastitisverwekkers in tankmelk door de jaren heen. Hiermee kunnen we vaststellen of bepaalde (groepen van) bacteriën vaker of minder vaak voorkomen en mogelijke verklaringen zoeken. Daarnaast kunnen we de sector informeren en helpen aan waardevolle adviezen om uierontstekingen te voorkomen, wanneer een bepaalde kiem de kop opsteekt of vaststellen dat een bepaald kiem onder controle is.

70% 60% 50% 40%

Meer bedrijven S. aureus-onverdacht In het voorjaar van 2014 heeft UGA het ‘S. aureus-onverdacht certificaat’ geïntroduceerd voor deelnemers aan Tankmelk Uiergezondheid Standaard. Het certificaat is uitgereikt aan veehouders die deze chronische mastitisverwekkers aantoonbaar kunnen beheersen in de tank. Het percentage deelnemers dat inmiddels het certificaat in de wacht heeft gesleept is in een periode van zes maanden gestegen van 5 naar 7 procent. Dit loopt volledig in de pas met de eerdergenoemde trendbreuk.

30% 20% 10% 0%

die deelnemen aan Tankmelk Uiergezondheid Standaard, waarbij de tankmelk tien keer per jaar wordt onderzocht op de meest voorkomende mastitisverwekkers, hebben in 2014 minder van deze kiem in de tank dan in de vier voorafgaande jaren (2010 tot en met 2013). Bij deze groep melkveehouders daalt de aanwezigheid van S. aureus van zo’n 73 procent in 2010 naar zo’n 68 procent in 2014.

2010

2011

2012

2013

2014

Percentage tankmelkonderzoeken S. aureus aangetoond van 2010 tot en met 2014.

UGA is de UierGezondheidsAanpak van de GD. Ga voor meer informatie over Tankmelk Uiergezondheid en het S. aureusonverdacht certificaat naar www.gddiergezondheid.nl/uga GD Herkauwer | Mei 2015 |

27


Voor hygiëne in uw stal

pH 10+

pH 9+

• Hoge pH van 10 draagt bij aan maximale hygiëne • Zeer krachtige, drogende werking • O.a. geschikt voor gebruik op matten/matrassen • Ook geschikt voor de kalverbox • Geen schrale spenen

• Hoge pH van 9 draagt bij aan maximale hygiëne • Droog ligbed met maximaal comfort • Geschikt voor diepstrooiselboxen • Zorgt voor stabiele matras • Geen schrale spenen

DEKAMIX STALHYGIËNEKALK

VITAKAL EF KALKSTROMATRAS

www.agrikal.nl www.kalkstromatras.nl info@agrikal.nl

Agrikal Hoevensestraat 4 6595 ME Ottersum

+31(0)6 - 24 69 70 90 +31(0)6 - 51 26 91 09

AGRI SERVICE JEUKEN B.V. A

+ B

C

M

Y

CM

MY

CY CMY

K

RISORSA®AGRI EASY SERVICE JEUKEN B.V. e Nieuw e! formul

Dip spray producten en te gebruiken bij melkrobotsystemen Anzeige Agri Risorsa A5-ha-4c 24.09.2008 10:07 Uhr Seite 1 C

M

Y

CM

MY

CY CMY

K

C

M

Y

CM

MY

CY CMY

K

+ Bim Milchroboter AEinsetzbar

DeRISORSA oplossing ® EUTERPFLEGEMITTEL voor celgetal

ue l! N em e For

Anzeige Agri Risorsa A5-ha-4c 24.09.2008 10:07 Uhr Seite 1

+ B

A

problemen

+ B

Heerbaan 114, 6566 ET Millingen a/d Rijn (nl) RISORSALeichte STRONG Tel: +31 481 433661 Schutzfilmbildung e Vormt een lichte bescherming u e N em e l! A + B Nieuw e! formul For Fax: +31 481 432075 Farma GMP. ® ® Mob: +31 (0)6 53195804 BARRIER RISORSARISORSA BARRIER e Schutzfilmbildung e Vormt een extremeExtreme bescherming Nieuw N e u ewww.agriservicejeuken.nl l! ule! ®

form

For

m


tekst: DRS. SANNE CARP-VAN DIJKEN | KOPERTEKORT

Kopertekort

bij Limousinkalveren

Kalveren zijn voor hun mineralenvoorziening volledig afhankelijk van de voorraad in hun lever die hun moeder tijdens de dracht heeft aangelegd. Wanneer de moeder onvoldoende voorraad aan mineralen heeft, dan heeft het kalf daar later last van. Dat blijkt ook uit onderstaande casus: kopertekort zorgde voor problemen. Een dierenarts uit het westen van het land belde afgelopen zomer de Veekijker over een koppel van twaalf Limousinkalveren, geboren tussen half februari en half juni 2014. De aanleiding was dat de dieren moeilijk liepen. De veehouder meldde klachten als verminderde beweging, stijfheid, steile stand van de benen, trekken met de poten en veel liggen. Opvallend bij het onderzoek door de dierenarts was dat de dieren ‘blokhoefjes’ hadden: typische verdikkingen van de voor- en achterkogel. De verdikkingen in de poten voelden hard en koud aan en beweging werd bemoeilijkt vanwege stijfheid en pijnlijkheid.

Mineralenstatus Aangezien de dieren niet bijgevoerd waren, geen mineralen verstrekt kregen en werden geweid op matig bemest land, was het eerste advies van de Veekijker om onderzoek te doen naar de mineralenstatus van deze kalveren. Kalveren van deze leeftijd zijn in hun mineralenvoorziening nog afhankelijk van de voorraad in de lever die tijdens de dracht is aangelegd via het moederdier. Bij twee dieren is bloedonderzoek gedaan; deze hadden extreem lage koperwaarden.

Symptomen Voorbeelden van symptomen van een kopertekort bij

herkauwers zijn onder andere diarree, bloedarmoede, verminderde groei, slechte conditiescore, veranderingen in vacht en haarkleur en verminderde vruchtbaarheid. Maar ook skeletafwijkingen en kreupelheid komen voor. Deze symptomen zijn het gevolg van kraakbeenafbraak. Het kraakbeen van de aangedane kalveren is niet onderzocht, maar vanwege aanwijzingen uit bloedonderzoek in combinatie met de ‘blokhoeven’, was de waarschijnlijkheidsdiagnose een kopertekort. De kalveren zijn behandeld met een mineraalbolus en alle dieren hebben nu toegang tot mineralenlikemmers. Daarnaast gaat de veehouder mineralen bijvoeren aan de drachtige koeien. De GD pleit voor individuele verstrekking van mineralen in welke vorm dan ook. Mineralenvoorziening naar behoefte is het hele jaar van belang. Een geschikt moment om deze status te controleren is tijdens de dracht: hiermee voorkomt u dat een mineralentekort zowel voor het moederdier als het kalf problemen oplevert. Dit kan een praktische uitdaging zijn, en het loont om jaarlijks samen met de dierenarts een plan hiervoor op te stellen. Dit kan bijvoorbeeld door het plannen van min of meer vaste preventieve maatregelen, zoals bolussen verstrekken. GD Herkauwer | Mei 2015 |

29


Wie is het? Ub

er

Klebsiell

a

is

Aureus C o li

Streptococcus dysgalactiae

Omgeving s streptoko kken

Streptococcus agalactiae

Doe de Uiergezondheidscheck. Wie is de veroorzaker van mastitis en/of een hoog celgetal op uw bedrijf? De Uiergezondheidscheck geeft inzicht. Uw tankmelk wordt drie maanden achter elkaar onderzocht op zeven belangrijke mastitisverwekkers. De uitslag vertelt u welke bacteriĂŤn wel of geen rol spelen op uw bedrijf ĂŠn hoe u deze aan kunt pakken. Doe de check vrijblijvend voor een eenmalig bedrag van s 93,75 (excl. btw). Aanmelden kan tot 22 juni via www.uiergezondheidscheck.nl.

15.070

UGA is de Uiergezondheidsaanpak van de GD GD, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, www.gddiergezondheid.nl/uga


TEksT: REDACTIE | GD BUITENDIENST

Buitendienst

‘on the road’

Samen werken aan diergezondheid. Dat is het motto van de GD. Daarom zijn de buitendienstmedewerkers van de GD rechtstreeks bereikbaar voor melkveehouders voor vragen over GD-producten. Ze worden gebeld met allerlei vragen.

Nico Konijn

Lammert de Vries

Jan Strampel

Nico Konijn Chantal WintermanSchrijver

Walter Schouten

Anton Gosselink Anita ten WolthuisBronsvoort

Walter Schouten

Sietske Zantinge

Chris Raatgever

Toine van Erp

Theo Scheepens

Theo Scheepens Hans Miltenburg Frans Jansen

heleen worm Ik was pasgeleden bij een melkveehouder in de Achterhoek: een gebied waar momenteel heel veel uitbreiding plaatsvindt. En omdat er zo veel stallen bij komen, valt het niet mee om aan vee van goede kwaliteit te komen om de veestapel mee uit te breiden. De vraag van de veehouder was dan ook: Hoe kan ik zo verantwoord mogelijk aankopen en weet ik zeker dat de dieren ook de gezondheidsstatus hebben die ik wil? Aangezien het bedrijf voor de meeste infectieziekten vrij-statussen heeft, kan ik me zijn vraag wel voorstellen. De veehouder maakte al langer gebruik van VeeOnline en kende daar al mogelijkheden van. Dat hij ook de gezondheidsstatussen voor aankoop kan controleren wist hij nog niet. In VeeOnline staat een overzicht van bedrijven die toestemming hebben gegeven om hun gunstige gezondheidsstatussen in te zien. De bedrijfscertificaten bij aankoop waren toch niet altijd de meest recente, zo had hij al een paar keer gemerkt. En de keuze voor een betaald abonnement voor VeeOnline, waar deze extra service in zit, was snel gemaakt, alleen al om het bedrijfsrisico op insleep van ziekten te beperken.

sabine Tijs Er zijn verschillende momenten waarbij een vast aanspreekpunt bij de GD prettig is. Zo was ik onlangs als relatiebeheerder bij een melkveehouder vanwege een aanstaande bedrijfsverhuizing. We hebben de details rondom het verhuizen van het vee naar het nieuwe UBN besproken waardoor ik kon zorgen dat de diergezondheidsstatussen van dit bedrijf zonder problemen mee zouden verhuizen. We hebben ook de uitslag van Tankmelk Uiergezondheid onder de loep genomen. In overleg met zijn dierenarts had deze veehouder onlangs een aantal chronische hoogcelgetalkoeien afgevoerd en andere dieren behandeld. In de uitslag van zijn tankmelkabonnement was het effect hiervan duidelijk zichtbaar. De aanwezigheid van mastitis verwekker Staphylococcus aureus was aanzienlijk verminderd. Op de nieuwe locatie worden de koeien door een robot gemolken in plaats van in een melkstal en worden diepstrooiselboxen toegepast. Met Tankmelk Uiergezondheid kan de veehouder het effect van deze en andere veranderingen op de infectiedruk inzichtelijk maken en, indien nodig, tijdig bijsturen.

Ook een vraag? Er zijn situaties die vragen om persoonlijk contact met de GD. Hiervoor kunt u direct bellen of mailen met de GD-buitendienst in uw regio. U kunt uw buitendienstmedewerker benaderen voor: • Onverwachte verandering van uw status • Uitbesteden jongveeopfok • Verhuizing van uw bedrijf • Keuze GD­programma • Invullen studieclubbijeenkomst Kijk op www.gddiergezondheid.nl/ contact voor de buitendienstmedewerker bij u in de regio!

GD Herkauwer | Mei 2015 |

31


Diergezondheid volgens: Marco Everink Melkveehouder Marco Everink uit Groenlo is veehouder nummer vijfduizend met het BVD-vrij Certificaat. De certificering van MTS Everink-Bennink kwam op gang na een gesprek met Marco’s dierenarts. Het oplopende celgetal en het hoge percentage mastitisgevallen konden weleens verband houden met de vele BVD-gevallen in de regio, dacht de dierenarts. “Hij adviseerde me de QuickScan BVD te doen. De uitslag was ongunstig: er zat BVD-virus onder de koeien, bleek uit tankmelkonderzoek.” Marco is daarop alle dieren gaan tappen. Er bleken drie dragers aanwezig te zijn, een vaars en twee pinken. “Die zijn afgevoerd en sindsdien gaat het een stuk beter. We denken nu over enten na.”

Uiergezondheid Het celgetal was destijds 370.000. Naast de mastitis merkte Marco niets: de productie was steeds rond de 9.300 liter per koe per jaar. Sinds het bedrijf de dragers heeft afgevoerd en de vrij-certificering is ingegaan, zijn de uiergezondheidsproblemen opgelost. “We hebben nagenoeg geen mastitis meer, en het celgetal is nu rond de 140.000.”

Vrij blijven “Achteraf gezien hebben we redelijk lang BVD op het bedrijf gehad, in ieder geval twee jaar. Het was bij ons sluimerend aanwezig.” Marco wil nu hoe dan ook BVD-vrij blijven. “Ik blijf al het jongvee controleren door middel van bloedonderzoek op BVD-virus, zodat ik het goed in de gaten kan blijven houden.” “Ik zie om me heen wel veel problemen met BVD. Er is niets ergers voor een koeienboer dan dat je vee niet optimaal in orde is. Ik had wel veel mastitis maar geen sterfte zoals ik ook wel heb gezien. Ik ben blij dat dat bij mij niet is gebeurd en dat ik nu BVD-vrij ben. Je voorkomt er een hoop problemen mee.”

GD, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04, www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.