Handreiking opdrachtgeversschap

Page 15

over specifieke groepen vraagt de staatssecretaris aandacht voor deze groepen en geeft zij aan samen met de VNG in het transitietraject gemeenten hier extra op te ondersteunen. 4 Brief en verslag over specifieke groepen aan de Tweede Kamer, 3090650, 21 november 2011

In deze handreiking gaan we in op de volgende groepen uit het verslag4: 1. Zintuiglijk gehandicapten; 2. Mensen met complexe niet aangeboren hersenletsel (NAH); 3. Volwassenen en kinderen met een meervoudig complexe handicap; 4. Volwassenen en kinderen met een verstandelijke beperking en gedragsproblematiek; 5. Volwassenen en kinderen met een ernstig psychiatrische aandoening; 6. Jeugdigen en volwassenen met een licht verstandelijke handicap; 7. Multi-problem gezinnen met thuisbegeleiding en gezinsbegeleiding; 8. Maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en opvang zwerfjongeren; 9. Palliatieve zorg. Specifieke aandachtspunten die (kunnen) spelen bij deze groepen zijn: 1. Signalering van de hulpverlening: sommige personen zien zichzelf niet als hulpbehoevend; 2. Het gaat voor een individuele gemeente om een beperkt aantal cliĂŤnten; 3. Grote mate van samenhang met andere vormen van zorg (AWBZ, ZvW, Jeugdzorg); 4. Er zijn slechts een paar aanbieders; 5. Het gaat om zeer specialistische zorg/ondersteuning; 6. Weinig innovatie mogelijkheden waardoor de huidige ondersteuning mogelijk gelijk is aan de toekomstige ondersteuning. In Bijlage B zijn de suggesties uit deze Handreiking opgenomen voor de inkoop van voorzieningen van deze groepen. Hierin wordt in het kort ook uitleg gegeven van de aard van de problematiek van deze groepen.

Meer informatie: Meer informatie over deze en andere groepen is te vinden op www.invoeringwmo.nl, de handreiking CliĂŤntbeschrijvingen en het consultatieverslag over specifieke groepen.

Gegeven de doelgroep (en diens ondersteuningsbehoefte) is er vaak samenhang met andere regelingen en beleidsterreinen. We maken een onderscheid tussen regelingen die buiten het gemeentelijk domein vallen en regelingen en beleidsterreinen die daar (sommige op termijn) binnen vallen. Vrijwel alle cliĂŤnten die onder de decentralisatie vallen, hebben te maken met zorg uit hoofde van de Zvw en een groot aantal mensen zal ook na de decentralisatie gebruik blijven maken van de AWBZ. Het gaat dan vooral om de verschillende klassen persoonlijke verzorging, behandeling en verpleging. Voor hun inkomen kan deze groep afhankelijk zijn van een groot aantal regelingen. Afhankelijk van hun leeftijd, problematiek en (arbeids)verleden kan dit de Aow, een inkomen uit de WSW of een uitkering van het UWV, de Wwb of de Wajong zijn. De gemeente is verantwoordelijk voor de Wwb en in de toekomst voor de Wet Werken naar vermogen (WWNV). Deze wet vervangt (delen van) de WIJ, Wajong, WSW en Wwb. Met uitzondering van ouderen en mensen met een UWV uitkering zijn al deze mensen (op termijn) voor hun inkomen afhankelijk van de gemeente. Samenloop van regelingen wil niet zeggen dat ook sprake is van samenloop van voorzieningen. Met name de regelingen voor arbeidsparticipatie zijn wel vaak van toepassing, maar vanwege de kwetsbaarheid van de doelgroep voor begeleiding zal er niet in alle gevallen sprake zijn van volledige of gedeeltelijke arbeidspotentie. Een zorgvuldige analyse is derhalve noodzakelijk om in beeld te krijgen in welke mate er sprake is van samenloop van voorzieningen.

15 Opdrachtgever- en ondernemerschap

TransitieBureau maart 2012


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.