De boeskool is lös | 40 jaar jubileumboek

Page 1





‘N BOESKOOL IS LÖS


B O E S K O O L

I S

L Ö S


B O E S K O O L

I S

L Ö S

VAN HIPPE MARKT NAAR ZOMERFEEST Al 40 jaar lös….. In 1970 zette Simon Schutte (toenmalig directeur van de VVV-Oldenzaal) een ‘Hippe Markt’ op poten. Doel was de toeristen iets te bieden in de zomermaanden. In 1971 werd het evenement omgedoopt tot ‘n Boeskool is Lös. Landelijke artiesten, duizenden bezoekers, gezelligheid en plezier maakten het evenement jarenlang succesvol. De organisatie werd uitgebreid met winkeliers uit diverse straten en vertegenwoordigers van diverse verenigingen. Samen maakten zij ‘n Boeskool is Lös onvergetelijk. Nu, 40 jaar later, is ‘n Boeskool is Lös niet meer weg te denken uit Oldenzaal. Een geweldige manifestatie met landelijke bekendheid; één van de kleurrijkste evenementen van Nederland met 140.000 tot 150.000 bezoekers. 40 jaar ‘n Boeskool is Lös is natuurlijk een feestje waard. Daarom pakt de organisatie groots uit dit jaar. Er is weer een kinderspeelplein, evenals een kindermarkt. Ook 'Preuf en Proost' is weer van de partij in de Palthetuin. Daarnaast zorgen diverse straatartiesten voor vertier in de vijf winkelstraten en de twee winkelcentra. Dit is slechts een kleine greep uit de activiteiten die worden aangeboden. Artiesten als Xander de Buisonjé, Jannes en Stef Ekkel maken het feestje helemaal compleet. Voldoende ingrediënten om ook deze jubileumeditie van “‘n Boeskool is Lös” tot een geweldig succes te maken. Graag wil ik, namens de gemeente Oldenzaal, de organisatie en de stad Oldenzaal van harte feliciteren met dit jubileum. Wij wensen iedereen heel veel succes en plezier. Tot ziens op de Boeskool, Frans Backhuijs burgemeester van Oldenzaal


B O E S K O O L

I S

L Ă– S

DE VOORZITTERS

Paul Borghuis 1971 t/m 1980

Theo Padberg 2003 t/m 2005

Henk Kasteel 1981 t/m 2002

Wim Lasonder 2006 tot heden


B O E S K O O L

I S

L Ö S

VOORWOORD VOORZITTER Veertig jaar ‘n Boeskool is Lös is zonder enige twijfel een moment om even bij stil te staan. De Hippe Markt waar het allemaal mee begon in 1970 is uitgegroeid tot een evenement dat in de hele regio, maar ook ver daarbuiten en zelfs over de landsgrenzen heen bekendheid geniet. Tienduizenden bezoekers per dag - misschien nog wel meer - trekt ‘n Boeskool jaarlijks. Dat is een aantal om trots op te zijn. Het is ook het bewijs dat de formule, waarvoor 40 jaar geleden werd gekozen, nog steeds actueel is en dat het feest daadwerkelijk bijdraagt aan het gezellige en gastvrije imago van de stad. Niet voor niets wordt Oldenzaal het Stèdke van Plezéér genoemd. Natuurlijk is er in vier decennia veel veranderd, maar wat gebleven is, is de motivatie van de Oldenzaalse ondernemers om van de Boeskool een feest te maken. Dat vraagt om een forse inzet van het bestuur, van de vele vrijwilligers, van de gemeente en natuurlijk van de ondernemers zelf. Die bereidheid om de handen uit de mouwen te steken, is kenmerkend voor iedereen die er aan bijdraagt het zomerfeest tot een succes te maken. Het vertrouwen dat het goed komt, straalt al veertig jaar af van alle betrokkenen. Dat kan, omdat het fundament dat in 1971 is gelegd, goed is en in de loop der jaren alleen maar steviger is geworden. Wat dat betreft hebben de bestuursleden, die ook in het begin bereid waren hun nek uit te steken, voortreffelijk werk verricht. Datzelfde geldt overigens ook voor hun opvolgers. Het huidige bestuur wordt gevormd door een ambitieuze club die de Boeskool uiteraard een warm hart toedraagt en zich heeft voorgenomen de reputatie, die de voorgangers hebben opgebouwd, waar te maken. Daarom is er eigenlijk geen tijd om lang stil te staan bij het veertigjarig jubileum van ‘n Boeskool is Lös. Dat we het toch doen is gelegen in het feit dat we al die mensen, die vanaf het begin de Boeskool hebben mogelijk gemaakt, voor één keer in het zonnetje willen zetten. (Oud-)bestuursleden, ondernemers, vrijwilligers en niet te vergeten de sponsoren, zonder wie het niet mogelijk zou zijn alle optredens nog steeds gratis voor het publiek te laten plaatsvinden. Dit jubileumboek, dat herinneringen oproept aan de voorbije veertig jaren, maar ook vooruit kijkt naar de toekomst, is een blijk van dank en waardering voor hen allen. Wim Lasonder Voorzitter stichting ’n Boeskool is Lös


B O E S K O O L

Jo Haverhoek

I S

L Ă– S


B O E S K O O L

I S

L Ö S

INHOUDSOPGAVE Van Hippe Markt naar zomerfeest Voorwoord voorzitter 12 18 24 34

Van Hippe Markt naar ‘n Boeskool is Lös Simon Schutte - alle begin is moeilijk Paul Borghuis - de tropenjaren van de eerste voorzitter Wim Platenkamp en Mathilde lohuis - vertrouwen vanaf het begin

38 44 48 52 54

Hans oude Stegge - en de toppers Theo Busscher - kraamleverancier Henk Kasteel - Mister Boeskool Hans Schildkamp - humkessoep Jan Monninkhoff en Ben Wigger - sportieve afsluiting op zondag

56 61 62 66.

Johan Gosen - en zijn Guinness Book of Records Niek Boes - van boeskool- tot wereldartiest Laurens Spit - en zijn Krantenkoploper Kwis Joop de Vries, Johan olde Dubbelink, Harry oude Elberink en Jack Nieuwenhuis, beachvolleybal,-voetbal en -tennis

68 72

Willem Goldschmidt - duvelstojaeger Hans Lotgerink - van jongste tot oudste de "Nestor" van de boeskool

78 84 90 92 94

Theo Padberg - solidariteit Gerald Keizer en Bas Boerrigter - voor uw drankje Wim Lasonder - geoliede machine Groep technische ondersteuning Erik Oude Mulders, Frank Hermelink, Raymond Aaltink - de nieuwe generatie

98 100 102

Paul Nolten - gesprekspartner gemeente Oldenzaal Flip van Willigen - Boeskoolhoes 2007/2008 Hans Dingeldein - uw gastheer 's avonds


B O E S K O O L

I S

L Ö S

VAN HIPPE MARKT NAAR

’N BOESKOOL IS LÖS bezwaar maakte. Het glas werd geheven en ’n Boeskool is Lös was geboren. Tot ieders tevredenheid. De invulling van het evenement zou, volgens goed Oldenzaals gebruik, later wel volgen.

Over één ding waren de aanwezigen in café Heininks Betske het roerend eens tijdens de vergadering in het najaar van 1970, waar als belangrijkste agendapunt een zomerfeest in Oldenzaal op de agenda stond. Als dat feest er mocht komen, dan moest er een naam voor gevonden worden die stond als een huis. Boeskoolmarkt lag voor de hand, analoog aan de Siepelmarkt in het naburige Ootmarsum, dat al enkele jaren kon bogen op een evenement dat tienduizenden bezoekers trok. Het was te gemakkelijk vond iedereen en de benaming Boeskoolmarkt was niet ludiek genoeg.

Hippe Markt De naam mocht dan wel algemeen geaccepteerd zijn door de direct betrokkenen; het betekende niet dat het Oldenzaalse zomerfeest ook meteen als zodanig uitgedragen werd. Dat had een legitieme reden. De nog maar net benoemde promotor in dienst van de VVV Simon Schutte, die het belang van een publiekstrekker in de zomermaanden vrijwel direct inzag, was met een boodschap op pad gestuurd door het toenmalige bestuur van de toeristenorganisatie.

Terwijl de bezoekers zich suf peinsden over de alternatieven stond daar plotseling Henny Eshuis op. De eigenaar van ‘De Spool’, een winkel in

Eén van de bestuursleden was namelijk in Frankrijk getuige geweest van een geslaagd dorpsfeest met als middelpunt een marktje waar de plaatselijke middenstand zijn waren aan de man bracht. Wat in Frankrijk kan, moet ook in Oldenzaal kunnen, was de redenering. De beschrijving die Simon Schutte van het evenement meekreeg was: een ‘hippe markt’. Het begrip ‘hip’ was in de jaren zestig en

het betere handwerk, genoot enig gezag in de lokale ondernemerskringen vanwege zijn artisticiteit. ‘Waarom’ zo vroeg hij de zaal zonder een antwoord te verwachten, noemen we het niet ‘n Boeskool is Lös? De aanwezigen keken elkaar eens aan en lieten de naam wat bezinken. Al snel bleek dat in feite niemand

zeventig van de vorige eeuw algemeen geaccepteerd en stond voor ‘modebewust en modern’, kortom voor ‘eigentijds’. De benaming ‘Hippe Markt’ werd in de beginjaren gebruikt naast de gekozen naam. Het inmiddels geformeerde bestuur van ’n Boeskool is Lös kon met de opdracht alle kanten op. Onder leiding van voorzitter en

12


B O E S K O O L

horecaman Paul Borghuis werd er regelmatig vergaderd in het café van bestuurslid Benny Wessels en met Henk Kasteel en Paul Morselt etc., die ook in het bestuur waren benoemd. Afgesproken werd dat het evenement drie dagen zou duren in de week voorafgaand aan de bouwvakvakantie en dat er gedurende minstens twee avonden een programma zou worden aangeboden op een podium op de markt. Ondernemers werd de mogelijkheid geboden hun waren uit te stallen op kramen voor hun eigen winkel. Wie niet meedeed liep de kans een kraam van een andere belangstellende voor de deur te krijgen.

I S

L Ö S

Boeskoolroute bleek al snel een gouden greep. Niet alleen bleken de ondernemers, die als zodanig waren aangewezen, in de meeste gevallen initiatiefnemers voor allerlei activiteiten, maar ook fungeerden ze vanaf het begin als bliksemafleiders voor het bestuur. Dat kon zich op die manier bezig houden met de grote lijnen en hoefde geen brandjes te blussen die zich onvermijdelijk voordeden. Het fenomeen straatvertegenwoordiger is altijd blijven bestaan en werkt nog steeds uitstekend.

Straatartiesten Er was ook ruimte voor straatartiesten op de Hippe Markt. In het eerste jaar waren dat voornamelijk oude-ambachtslieden als rietsnijders, klompenmakers, etc. Dat leverde de initiatiefnemers overigens nog een ongerust telefoontje vanuit Ootmarsum op, waar de Siepelmarkt-organisatoren vreesden voor ongewenste concurrentie vanuit de buurgemeente. Oldenzaal stelde de Ootmarsummers gerust; ‘n Boeskool is Lös had andere prioriteiten dan een podium bieden aan oude-ambachtslieden. De nadruk in de Boeskoolstad, iedereen was het daar over eens, zou liggen op het bieden van gratis vermaak in de vorm van bekende artiesten die met name in de avonduren hun act konden opvoeren op een podium in het centrum van de stad.

Aparte dagen De benoeming van Paul Borghuis, destijds eigenaar en exploitant van de Trioclub, tot voorzitter tijdens de oprichtingsvergadering van de Stichting ’n Boeskool is Lös, kon amper verrassend genoemd worden. De Hengeloër had er zich, na zijn komst naar Oldenzaal in 1968, over verbaasd dat er zomers vrijwel niets te doen was in zijn nieuwe woonplaats. Met medewerking van de VVV kreeg hij toestemming een grote tent op de Markt neer te zetten. Voor eigen risico contracteerde hij bekende bands en artiesten die er ’s avonds optraden. Ook aan plaatselijke muziekkorpsen werd in de tent een podium geboden. Overdag was er een programma, dat was afgestemd op de kinderen. Ondanks de hittegolf die dat jaar Nederland in zijn greep hield, werd de feestweek – die bekendheid kreeg onder de subtitel ‘Aparte dagen in Oldenzaal’ - een groot succes.

Het idee voor overdag werd door het bestuur neergelegd bij de ondernemers in de straten die het tracé vormden van ‘n Boeskool is Lös. Dat tracé stond overigens snel vast, het zomerfeest zou zich afspelen in de straten binnen de oude wallen. Het idee om ook een ‘dependance’ in Zuid-Berghuizen te organiseren werd om praktische redenen al snel verlaten. De benoeming van straatvertegenwoordigers langs de

Toen het jaar erop de plannen om wat meer structuur te geven aan het zomerfeest vaste vormen aannamen en daarvoor een stichting in het leven werd geroepen lag het voor de hand een beroep te doen op de ervaringen die Paul Borghuis had opgedaan. Onder zijn leiding ging het bestuur energiek aan het werk, ondersteund door de VVV die het belang van een publiekstrekker in de zomer wel degelijk

13


B O E S K O O L

I S

L Ö S

Formule Net als de bestuursstructuur is ook de formule van de Boeskool is Lös door de jaren heen niet of nauwelijks veranderd. Al tijdens de oprichtingsvergadering werd afgesproken dat de activiteiten zich in hoofdzaak zouden afspelen op een podium op de Markt. Straatartiesten vormden een welkome aanvulling op het programma, evenals de initiatieven van de ondernemers, die daar alleen of gezamenlijk met anderen voor zorgden. Dat laatste heeft er onder andere voor gezorgd dat de verschillende pleinen in het tracé langzamerhand een eigen invulling hebben gekregen.

inzag. Oldenzaal dreigde immers buiten de boot te vallen toen eind jaren zestig omliggende plaatsen goede zaken deden met een evenement in juli of augustus. Structuur De structuur van de Stichting ’n Boeskool is Lös werd bij de oprichting vastgelegd en is in feite in de afgelopen 40 jaar niet of nauwelijks veranderd. Er is een bestuur dat de belangrijkste zaken regelt, er zijn commissies die belast zijn met de uitvoering van specifieke taken en er zijn straatvertegenwoordigers die de stem van de ondernemers kunnen laten horen. Het bestuur kan inmiddels bogen op een berg ervaring, die in de afgelopen vier decennia werd opgedaan en die door een goed doordachte en regelmatige verjonging ook behouden is gebleven. Na tien jaar de voorzittershamer te hebben gehanteerd trad Paul Borghuis terug. Hij werd opgevolgd door Henk Kasteel die in totaal 32 jaar bestuurslid zou blijven, waarvan 22 jaar voorzitter. Henk Kasteel, die de eretitel Mister Boeskool kreeg, vormde jarenlang een twee-eenheid met Theo Padberg, die hem als secretaris terzijde stond en hem in 2002 als voorzitter opvolgde. Sinds 2006 zwaait Wim Lasonder de scepter binnen het bestuur van de Boeskool. Zonder uitzondering wisten zij (en weten ze nog steeds) zich omringd door enthousiaste collega’s, die bereid zijn de handen uit de mouwen te steken. Dat is waarschijnlijk ook de kracht van de Boeskool, die inmiddels een naam heeft hoog te houden, niet alleen in de regio en zelfs in heel Nederland. Op de landelijke ranglijst van zomerevenementen neemt Oldenzaal een eervolle 32ste plaats in.

De belangrijkste wijziging was waarschijnlijk de verplaatsing van het feest van de week voor de bouwvakvakantie naar de derde week van deze vakantie. Dat gebeurde op uitdrukkelijk verzoek van de Oldenzaalse bezoekers die het kennelijk prettig vonden, thuis gekomen van een (verre) reis, nog even plezier te beleven in hun eigen stad voordat ze weer aan het werk gingen. Het vastleggen van artiesten was niet de grootste zorg van het eerste bestuur van de Boeskool. Het enthousiasme bij de initiatiefnemers was weliswaar groot, maar het kostte toch nog heel wat moeite om de naar schatting 120 ondernemers in het centrum van Oldenzaal over de streep te trekken. Van hen werd verwacht dat ze op zijn minst een kraam voor hun zaak zouden zetten van waaruit ze, gedurende het evenement, hun waren aan de man konden brengen. Dat viel nog niet zo mee, dat eerst jaar. Circa 50 procent van de ondernemers langs het tracé zei spontaan ja en met enige moeite werd dat percentage nog wat opgevoerd. In het tweede jaar, nadat de Boeskool zijn succes had

14


B O E S K O O L

bewezen, deed al bijna 85 procent mee. Het heeft in 40 jaar nooit moeite gekost de ruimte die overbleef, nadat alle ‘aanwonende winkeliers’ een plek hadden gekregen, aan de man te brengen. Nu is er zelfs een wachtlijst van handelaren van buiten die maar al te graag naar Oldenzaal komen.

I S

L Ö S

destijds zeer populaire George Baker Selection nauwelijks vol te krijgen toen er entree voor betaald moest worden. Dankzij een slimme manier van contracteren van de artiesten en ook door de bijdragen van de sponsors en van de horecaondernemers rond de Markt is het principe van gratis optredens overeind gebleven. De regionale bierbrouwer is al heel lang de hoofdsponsor van de Boeskool. Hij trad in de voetsporen van een collega brouwer die het feest in de eerste jaren financieel had ondersteund. Onder anderen ook de “Vrienden van de Boeskool” en de podiumsponors bleken bereid in de geldbuidel te tasten als er een beroep op hen werd gedaan. Zeker toen al na enkele jaren duidelijk werd dat het Boeskoolfeest een topper was en meer dan 125.000 bezoekers naar het Oldenzaalse centrum trok.

In het vierde jaar (1974) van de Boeskool is een poging gewaagd een ‘internationaal tintje’ aan het feest te geven. De gemeente Oldenzaal stond op het punt banden aan te knopen met partnersteden in het buitenland waaronder Rheda Wiedenbrück in Duitsland en Oudenaerde in België. Het idee was de straten in het centrum allemaal een Europees land toe te wijzen waarop ze konden inhaken. Was de opzet in het eerste jaar redelijk succesvol – zelfs de stadsbestuurders van de partnersteden waren uitgenodigd – het bleek toch niet echt aan te slaan en na korte tijd werd het Europese idee alweer los gelaten.

Podiumartiesten Overigens steeg de populariteit van de Boeskool niet alleen snel onder de vaste kern van braderiebezoekers in het oosten van het land, maar ook onder de Nederlandse artiesten die maar al te graag naar Oldenzaal afreisden. Dat was vooral de verdienste van de commissie die speciaal belast was met het contracteren van de bands, zangers en zangeressen. In principe waren de commissieleden daar het hele jaar mee bezig. Ze speurden de markt af naar nieuwe talenten en wisten op die manier vaak artiesten naar de Boeskool te halen die op het punt stonden door te breken. Dat betekende dat ze in ieder geval betaalbaar waren op het moment van contracteren.

Heel bijzonder waren in de jaren tachtig en negentig de openingsstunts waaraan met name slager Johan Gosen een belangrijke bijdrage leverde. Hij zorgde ervoor dat Oldenzaal in het Guinness Book of Records kwam met de langste salade en tweemaal met de langste shaslick. De salade bleek, vanwege de hoge temperaturen niet voor consumptie geschikt, de shaslick wel. Oldenzaalse kappers tekenden ooit voor de langste vlecht, namelijk 34 meter, waarvoor 120 modellen aanschoven. Gratis Een belangrijk uitgangspunt bij de organisatie van het evenement is dat de optredens van de artiesten gratis zijn voor het publiek. Eenmaal werd daar in de afgelopen veertig jaar van afgeweken, maar dat bleek geen succes. De tent op de Ganzenmarkt bleek zelfs bij een concert van de

Zo traden op het podium op de Markt onder andere op Rob de Nijs, Marco Borsato, Frans Bauer, Imca Marina,

15


B O E S K O O L

I S

L Ö S

Kindermarkt Vast onderdeel van ‘n Boeskool is Lös, is de kindermarkt voor de jeugd. Die werd min of meer uit noodzaak geboren om alle straten in het centrum op te nemen in het tracé van het evenement. Vooral de Kortestraat en het laatste gedeelte van de Deurningerstraat bleken in de beginjaren lastig te betrekken bij de Boeskool. De kindermarkt bleek direct een groot succes en wordt nu gekoesterd door de organisatoren die in de kleine handelaren de ondernemers van de toekomst zien. Inmiddels is het traject van de markt aanzienlijk uitgebreid, onder meer met de Gasthuisstraat, want de belangstelling is onverminderd groot.

Lee Towers, Piet Veerman, leadzanger van de Cats, René Froger, Ronnie Tober, Erik Hulzebos, Sandra en Andres, Hans Kazan en niet te vergeten natuurlijk Gert en Hermien. Ook Corry Konings was te gast in Oldenzaal, liefst drie keer. Van haar gaat het verhaal dat zij, bij het zien van de 10.000 mensen op het marktterrein, toch even moest slikken en een hartversterkertje nodig had, voordat ze het podium op durfde. Er waren ook artiesten die hun succes voor een deel aan de Boeskool te danken hebben. De Kapruner Spatzen bijvoorbeeld waren volledig onbekend in Nederland op het moment dat ze tijdens ‘n Boeskool is Lös optraden. Hun optreden was zo’n succes dat ze er een maandenlange tournee aan vast konden knopen in het oosten van het land. Wat te zeggen van onze Niek Boes die na zijn succesvole optreden als veertienjarige jongen een artiest van wereldklasse werd, die nu samenwerkt met diverse binnenlandse en buitenlandse artiesten.

Sport Sport en Boeskool gaan prima samen. Dat is in de afgelopen jaren wel gebleken. Sportevenementen zorgden er zelfs voor dat het Oldenzaalse zomerfeest met een dag werd verlengd en dat het terrein waarop de Boeskool zich afspeelt, aanzienlijk werd uitgebreid.

Door de jaren heen heeft zich een min of meer vast programma ontwikkeld dat op het grote podium op de Markt wordt afgewerkt. Op de eerste (woensdag) avond wordt met de artiestenkeuze gemikt op een zo breed mogelijk publiek, een landelijk bekende zanger of zangeres met een goede uitstraling, vooral in de richting van de jeugd. De donderdagavond is voor het iets oudere publiek en vrijdags staat in het teken van de Hollandse muziek. Dat onderdeel is inmiddels zo populair dat al vroeg in de middag liefhebbers uit heel Nederland naar Oldenzaal komen om een goed plaatsje te bemachtigen op de Markt. De zaterdagavond is doorgaans een feestje voor de Oldenzalers met een band die daarop weet in te spelen.

De hardlopers waren de eersten die hun opwachting maakten. Dat was na zo’n twintig jaar. Supportersvereniging “Black and White” ontwikkelde het plan om een halve marathon te houden in en rond het centrum van Oldenzaal en kwam tot de conclusie dat de zondag na de Boeskool daarvoor de meest geschikte dag was. Dat bleek achteraf een prima gedachte, omdat op deze manier het stadsfeest nog een ‘staartje’ kreeg op een dag die traditioneel toch al wat rommelig verliep. De samenwerking tussen de supportersclub van Quick ’20 en de Boeskool-stichting verliep aanvankelijk wat stroef, maar

16


B O E S K O O L

werd door de jaren heen steeds soepeler. Temeer daar ook de Oldenzaalse Wielerclub de aantrekkingskracht van de Boeskool onderkende en bedacht dat het marathoncircuit dat immers toch al afgezet was - perfect geschikt was voor een wielerronde. Die had de voor de hand liggende naam ‘Ronde van Oldenzaal’, maar is nu genoemd naar Jan van Schoot. Het OWC-bestuurslid is bij een vliegtuigcrash om het leven gekomen. Verlengden de marathon en in 2009 de wielerronde de Boeskool qua duur, de volleyballers zorgen er al vijftien jaar voor dat het terrein waar zich de activiteiten afspelen aanzienlijk werd uitgebreid met het beach-volleybaltoernooi op de Ganzenmarkt. Daarvoor worden ieder jaar vele tonnen zand aangesleept. Het succes van het toernooi onderstreept de nauwe band die Oldenzaal onderhoudt met het volleybal. Overigens bleef het tijdens ‘n Boeskool is Lös niet bij volleybal. In 1998 werd het toernooi uitgebreid met het onderdeel ‘beach-voetvolleybal’ en in 2001 stond voor het eerst ook het ‘beach-tennis’ op het programma.

I S

L Ö S

het allerbelangrijkste: alle evenementen zijn gratis voor het publiek. Die ijzeren formule, de saamhorigheid bij de organisatoren en de bereidheid van iedereen om zo nodig een tandje bij te zetten, is ook de reden dat Oldenzaal nog steeds stijgt op de nationale ranglijst van zomerevenementen. Dat is geen doel op zich, maar wel een goede graadmeter die onderstreept dat de Boeskool in zijn huidige vorm nog heel lang mee kan.

Toekomst ‘N Boeskool is Lös staat na veertig jaar als een huis. Iedereen is het er over eens dat het evenement er aan bijdraagt dat Oldenzaal haar imago van ‘De Glimlach van Twente’ dubbel en dwars waar maakt. De organisatie – stelt het huidige bestuur vast – is een goed geoliede machine. Iedereen binnen de organisatie weet wat van hem of haar verwacht wordt. Dat is de verdienste van de mensen van het eerste uur, die een stevig fundament hebben neergelegd waarop hun opvolgers konden voortbouwen. De kracht van de Boeskool is ook dat door de jaren heen is vastgehouden aan de oorspronkelijke formule. Met het optreden van artiesten op een podium op de Markt, met de mogelijkheid om per straat en plein initiatieven te ontwikkelen die binnen het programma passen en waarschijnlijk

17


B O E S K O O L

I S

L Ö S

Simon Schutte en de Hippe Markt Het was bepaald geen gemakkelijke opgave waarvoor de nog jonge Simon Schutte zich gesteld zag in het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw. Als kersverse medewerker van de Oldenzaalse VVV verwachtte het bestuur van hem dat hij de Plechelmusstad wel even op de toeristische kaart zou zetten. Vanuit Oldenzaal keek men een beetje jaloers naar omliggende plaatsen, o.a. naar Ootmarsum, waar de jaarlijkse Siepelmarkt duizenden bezoekers trok. ‘Een bestuurslid was op vakantie naar Frankrijk geweest en had daar kennis gemaakt met een hippe markt waar van alles te doen was. Hij raadde mij aan ook iets dergelijks te proberen. Hip was het modewoord in die dagen. Ik wist overigens niet dat eerdere pogingen in Oldenzaal bij gebrek aan draagvlak schipbreuk hadden geleden en begon vol goede moed aan de opdracht. Er kwamen behoorlijk wat ondernemers op de eerste vergadering, waar al snel duidelijk werd dat we moesten streven naar een zomerfeest met in ieder geval een podium waarop iets te doen zou zijn. Aanvankelijk was het de bedoeling ook Zuid-Berghuizen erbij te betrekken, maar dat idee werd al snel los gelaten.

Boeskool ging echt Lös. Hoe het zomerfeest in Oldenzaal aan zijn naam kwam staa t de mensen van het eerste uur nog helder voor de geest. Het was onde rnemer Henny Eshuis, die tijden s een van de eerste vergaderingen, na een toiletbezoek vaststelde: ‘Zo, ‘n boeskool is Lös’. Behalve de nodige hilariteit leverde dat ook de suggesti e op het feest, dat tot dan toe be kend stond als de hippe markt, aan te duiden met een nieuwe naam: ’N Bo eskool is Lös’. Die naam is nooit meer verdwenen.

De hippe markt zou zich concentreren in het centrum van Oldenzaal. Dat eerste zomerfeest in 1971 zal Simon Schutte zich nog lang herinneren. Ongeveer de helft van de ondernemers deed mee en zette minstens één kraam voor de deur. Bovendien was er twee avonden wat te doen op het podium op de Markt. Op zaterdagavond in 1972 traden Gert en Hermien op, in de stromende regen, bovendien werd de Markt opnieuw ingericht met als gevolg dat het een enorme troep was. Ik dacht dat het goed was iets terug te doen voor de trouwe bezoekers die de regen trotseerden en organiseerde voor iedereen een beker met warme chocola. Wel kreeg ik de hele horeca over me heen.

18


Al doende leert men. De initiatiefnemers lieten zich niet ontmoedigen door de ‘natte afloop’ van het feest in 1972. Simon Schutte: ‘Er was een fundament gelegd dat stevig genoeg bleek om op door te gaan. De keuze voor de laatste week van de bouwvakvakantie bleek later een gouden greep, iedereen wilde na thuiskomst van vakantie nog wel

een beetje verder vieren. Bovendien sprak de formule van braderie rond een podium de mensen wel aan. Het kostte een aantal jaren om ook het merendeel van de ondernemers over de streep te trekken. Ik heb drie jaar de kar helpen trekken en het was telkens ontzettend spannend, maar ik denk dat de Boeskool niet meer weg te denken is uit Oldenzaal.’

19

De St. Josephharmonie met het kersverse majorettekorps treedt op onder het toeziend oog van vele belangstellenden op de Markt, 1971.


B O E S K O O L

Uit protest dat het trace t/m van Marle liep hebben de volgende ondernemers een ludieke actie gevoerd met twee kamelen: Sigaren - speciaalzaak van Benthem, visboer Brand, Herman

I S

L Ö S

1971, BOESKOOL IS LÖS GESCHIKT VOOR HERHALING

Cramer meubelen en cafetaria Groener. Het jaar erop zat ook het einde van de Deurningerstraat in het tracé.

20


B O E S K O O L

I S

L Ö S

Simon Schutte, die als dank voor het in de steigers zetten van de eerste Boeskool is Lös, na dit festijn een “Boeskoolbok” aangeboden kreeg door het eerste Boeskool-bestuur.

V.l.n.r. Henny Eshuis, Paul Morselt, Henk Kasteel, Herman Kamphuis, Simon Schutte, Bennie Wessels, op de rug Albert Ottenhof en Jan Liedenbaum.

21


B O E S K O O L

I S

L ร S

1971, een van de eerste artiesten op de Boeskool is Lรถs: orkest Freddy Golden. V.l.n.r. Jan ter Maat, Getty (Teach-in), John Gaasbeek (Buffoons), Willie van Diepen, Roel v.d. Berg, Helen Gaasbeek, Henk Bernhard, Jan Abbes, Hans v.d. Klank, Freddy Gaasbeek (Golden), Jan Oosthof

22


B O E S K O O L

I S

L Ă– S

1971, Semper Crescendo geeft een concert voor het aanwezige publiek ter hoogte van nu Tapas-cafĂŠ Tante Annies

23


B O E S K O O L

I S

L Ö S

Paul Borghuis: tropenjaren Paul Borghuis was eind jaren zestig een nieuwkomer binnen het Oldenzaalse uitgaanswereldje. De Hengeloër werd dan ook met enige argwaan bekeken toen hij in het voormalige hotel “De Gouden Leeuw” zijn Trioclub begon. Dat belette hem echter niet om het voortouw te nemen bij een evenement dat later uit zou groeien tot het zomerfeest dat bekendheid kreeg onder de naam ‘n Boeskool is Lös’. ‘Het was 1968’, herinnert Paul Borghuis zich, ‘toen ik in de zomer vaststelde dat er helemaal niets te doen was in Oldenzaal. De stad leek uitgestorven. Ik ben toen naar de gemeente en de VVV gestapt en heb gevraagd of ik een grote tent mocht opzetten op de Markt, waarin zich verschillende activiteiten konden afspelen. Mijn idee was iets te organiseren voor de jeugd, maar ook op cultureel en op muzikaal gebied. De gemeente wilde wel meewerken en ook de VVV zag er wat in. Het resultaat was dat we een feestweek in elkaar draaiden die klonk als een klok. Met overdag optredens van de Oldenzaalse muziekkorpsen, de toneelvereniging en de Fabeltjeskrant en ‘s avonds artiesten als Cuby and the Blizzards, de Buffoons en de Bintangs. We troffen het niet met het weer, er heerste een hittegolf en de brandweer moest er aan te pas komen om het dak van de tent nat te houden. Alleen zo konden we de temperatuur een beetje in de hand houden.’ Paul Borghuis kon niet vermoeden dat zijn initiatief het begin was van een lange traditie van het zomerfeest in Oldenzaal. ‘Het jaar daarop werd het idee opgepakt met de manifestatie “Vier aparte dagen in Oldenzaal” en toen was de tijd rijp voor een groter evenement. Ondernemers, gemeente en VVV sloegen de handen ineen en dat betekende de start van de hippe markt en later de Boeskool. Ik werd gevraagd, vanwege de ervaring die ik inmiddels had opgedaan, het voorzitterschap op mij te nemen van

‘Het heeft even ge duurd, maar uiteindelijk is he t tot de meeste Oldenzalers doorge drongen dat we met de Boeskool een wi n-win-situatie hebben gecreëerd in de stad. De ondernemers van he t eerste uur, de VVV en de gemeente waren de eersten die inzagen dat je verder moet kijken dan het evenement zelf. Ol denzaal profiteert het hele jaar door van de Boeskool, mensen ko men door het jaar heen graag terug na ar de stad, omdat ze die op een ande re manier hebben leren kennen. Ook het publiek is winnaar, want waar krijg je elders een programma aan geboden zoals in Oldenzaal?’

24


B O E S K O O L

I S

L Ö S

1972 Podium geplaatst

de inmiddels opgerichte stichting die de plannen gestalte mocht geven.’ Het stichtingsbestuur was het er al snel over eens dat er een groot podium op de Markt moest komen waar bekende artiesten konden optreden. Voldoende tappunten rond dat podium was ook een vereiste. Dat was niet de grootste opgave waar we voor stonden. Veel lastiger was het 120 centrumondernemers over te halen mee te doen met het feest. We benoemden straatvertegenwoordigers die hun collega’s moesten overtuigen. Zelf gingen we naderhand de mensen langs, met als resultaat dat ongeveer de helft toezegde mee te werken. Een jaar later was dat al 80 procent. Dat kwam mede doordat we toestemming hadden langs de hele route kramen te plaatsen, ook bij de winkeliers die niet meededen. Die moesten soms gedogen dat we een concurrent pal voor hun deur plaatsten.

in een zandbak i.v.m. de renovatie van de Markt, tijdens hevige regenbuien werd het een modderpoel.

In die eerste jaren kreeg de organisatiestructuur gestalte die stevig genoeg is gebleken om – zij het met kleine aanpassingen – veertig jaar stand te houden. ‘Ik ben na tien jaar gestopt als voorzitter. We hebben iets moois neergezet, al waren het ook tropenjaren.’

Optreden op de Markt.

25


B O E S K O O L

Boven: Optreden Pipo de Clown. Links onder: kinderen in de Grootestraat. Midden onder: optreden band. Rechtsonder: opbouw podium.

26

I S

L Ă– S


B O E S K O O L

27

I S

L Ö S


28


B O E S K O O L

De Boeskool gaat in 1974 internationaal, Rheda Wiedenbrück, Duitsland en Oudenaerde, België worden uitgenodigd. Jaar-in-jaar-uit krijgt het Boeskool-feest mooie verhalen in de krant. Logisch, want ieder jaar kende het programma weer nieuwe elementen, leuke primeurs, aansprekende artiesten of grappige recordpogingen. Het plakboek van de secretaris puilt dan ook uit met krantenpapier. Op deze pagina’s zomaar enkele voorbeelden van krantenknipsels. Er zullen er ongetwijfeld nog vele volgen.

29

I S

L Ö S


B O E S K O O L

I S

L Ö S

STEEDS WEER MOOIE VERHALEN IN DE PLAATSELIJKE DAGBLADEN

30


B O E S K O O L

Doorkijk Grootestraat.

I S

L Ă– S



Foto 1: Opening 1e Jubileumjaar door Burg. G.J.Nillesen. Foto 2: Twente Bloazers van de vliegbasis Twente. Foto 3/4: Ondernemersaktie Markt/Marktstraat: Raad hun gezamelijke gewicht (totaal 1429 kilo en 9 gram). Foto 5: Zaklopen op de Markt. Foto 6: Optreden Clownerie (Kwippie en Kwappie) op het Plechelmusplein. Foto 7: Optreden Scaramouche olv. Geert Christenhusz. Foto 8: Creatief markt 't Hok in de Kerkstraat.


B O E S K O O L

I S

L Ö S

Vele maanden was Wim Platenkamp in de voorbereiding op de Boeskool samen met andere n in de weer om het artiestenprogram ma rond te krijge n. De commissie die ervoor verantwoor delijk was reisde het hele land (en soms het buit enland) af om nieuwe talenten te ontdekken en te contracteren. ‘H et vreemde was da t we - als de Boes kool eenmaal draaide - niet va ak gingen kijken . We hadden ons we rk gedaan en trok ken ons terug op een terrasje buiten het gewoel. Aan de reacties van het publiek hoorden we meestal dat we ee n goede keuze hadden gemaakt.’

Wim Platenkamp en Mathilde Lohuis: vertrouwen vanaf het begin Over één ding zijn Mathilde Lohuis en Wim Platenkamp het in ieder geval eens. Beide ondernemers die vrijwel vanaf het begin van de Boeskool hebben meegedaan aan het evenement benadrukken altijd vertrouwen te hebben gehad in de organisatie.‘Ik dacht vanaf het eerste feest: daar moet ik bij zijn,’ weet Mathilde Lohuis (van handwerk speciaalzaak Lohuis-Tijhuis) zich nog goed te herinneren.

34


B O E S K O O L

I S

L Ö S

‘Ik heb geen moment getwijfeld toen men mij vroeg straatvertegenwoordiger te worden en deel te gaan uitmaken van het bestuur,’ vult Wim Platenkamp (van Het Broekenhuis) aan. Ruim 28 jaar – van 1977 tot 2005 - maakte Wim Platenkamp deel uit van het Boeskoolbestuur. ‘Toen ik kwam kijken stond de organisatie al stevig in de steigers,’ kijkt hij bescheiden terug. ‘Die organisatie is altijd het sterke punt geweest van de Boeskool, de juiste mensen op de juiste plaats. Dat is door de jaren heen de verdienste van het dagelijks bestuur geweest. Mensen dat laten doen waarin ze goed zijn, dan krijg je het beste resultaat. Ook het idee om iedere straat in het centrum te laten vertegenwoordigen in het bestuur was een gouden greep. Daarmee deel je de verantwoordelijkheid.’ Mathilde Lohuis haakte in 1973 – toen ze de zaak aan de Steenstraat overnam – onmiddellijk aan bij de ondernemers in die straat. ‘Ik had geen twijfel en zag meteen het belang van het feest voor Oldenzaal. Zeker in onze branche is het niet zo gemakkelijk aan de weg te timmeren en bij de Boeskool konden we uitgebreid laten zien wat we in huis hadden. Handwerken leent zich prima voor demonstraties. In de loop der jaren is het aanbod natuurlijk sterk veranderd. Quilten en patchwork hebben de plek ingenomen van het borduren en breien. Hoewel, ik heb nu weer een groepje studenten dat bij ons op de breicursus zit.’ Net als Wim Platenkamp prijst ze de gezelligheid van de Boeskool. ‘Wie dat niet toegeeft is een zeurpot,’ zegt ze, ‘niet alleen overdag, ook ’s avonds. Vooral in die avonduren genieten we als deelnemers, nadat we overdag lekker druk zijn geweest. Want geloof maar, we doen altijd goede zaken. Niet alleen tijdens het feest zelf, maar vooral in de dagen en weken erna, als bezoekers terugkomen om eens rustig te zien wat we te bieden hebben. Er is een heel ander publiek gekomen in vergelijking met de beginjaren. Waren het toen vooral de Oldenzalers die kwamen, nu komen de bezoekers van overal. Je marktgebied wordt er enorm door vergroot.’ Dat laatste heeft ook Wim Platenkamp ervaren. ‘De omzet haal je pas in de periode na de Boeskool als je klanten ziet die terugkomen, omdat ze iets leuks gezien hebben. Ik heb het bestuurslidmaatschap altijd als bijzonder prettig ervaren. Er werd toen hard gewerkt, strak vergaderd en iedereen gunde elkaar wat. Waar zie je dat tegenwoordig nog?’

35


Grote foto: Deurningerstraat met links CafĂŠ Smudde tegenwoordige ingang van W.C. In den Vijfhoek. Foto boven: Optreden van de jonge Hans Kazan op het Plechelmusplein. Foto midden: Grootestraat opgesierd met oude geveltjes. Foto onder: Kramerie einde Steenstraat


B O E S K O O L

I S

L Ö S

,,WORSTSTOPPEN” De ondernemers van de Markt en Marktstraat hielden die avond een onderlinge wedstrijd in het ,,worststoppen”. Het ging er om wie met een ,,worstheurnke” de langste metworst kon maken. Het publiek moest raden hoeveel meters er in totaal gemaakt werden.

,,Leu, ie bint ‘t toch nig vegett’n, dat er v’naomd wost wodt mett’n. ‘t Gebeurt op ‘t podium op ‘t Mark; Wel van oe is in ‘t raod’n stark?’’

37


B O E S K O O L

Hij verwel komde en begeleidde vele artiesten die optrad en op ‘n Boes kool is Lö s, maar aan é én van hen bewaart Ha ns oude St bijzondere egge een herinnerin g. Dat is Hulsebos, Erik marathonsc haatser, d bekendheid i e z i jn na de elfs tedentocht maakte met te gelde muzikale o ptredens i land. ‘Ons n het hele idee was o m hem op e te zetten e n heftruck en hoog bo ven het pu tillen. To bliek uit en hij ech te ter merkte plan waren wat we van , trok hij wit weg. ‘ hoogtevree Ik heb s, ik ga n i et in dat hij weten. ding’, lie We hebben t een hele t zitten pra i j d o p ten en uit hem in eindelijk meewerken. wilde hij Bevend gin g hij omho eenmaal bo og, maar ven overwo n hij zijn a wilde niet ngst en meer naar beneden. H uur lang o ij heeft e pgetreden en vanuit de zijn fans h e ftruck en waren laai end enthou siast.’

38

I S

L Ö S

Hans oude Stegge en de toppers ‘Je moet er een beetje geluk mee hebben,’ stelt Hans oude Stegge jaren na dato vast, als hij terugkijkt op de artiesten die in de loop der tijd hebben opgetreden op het podium van ‘n Boeskool is Lös. Hans maakte lange tijd deel uit van de programmacommissie die al heel snel de reputatie had toppers naar Oldenzaal te halen voor een optreden op de Markt. ‘De kunst was een artiest te contracteren kort voordat hij of zij doorbrak in het nationale muziekwereldje. Op die manier hebben we zangers als Frans Bauer, Marco Borsato en René Froger naar Oldenzaal kunnen halen. Die vonden het toen nog geweldig voor een vol marktplein te mogen optreden. Even later zag je ze op televisie en hoorde je ze op de radio en dat betekende dat ze in feite onbetaalbaar waren geworden voor een feest als dat in Oldenzaal.’ Hans oude Stegge en de andere leden van de programmacommissie waren in feite het hele jaar bezig de artiestenmarkt af te snorren op zoek naar talenten die de moeite waard waren om de Boeskool op te luisteren. ‘Ik zag kansen voor de manifestatie op de Markt, onder de voorwaarde dat de horecamensen rond het plein mee zouden doen. In het begin waren er overigens nog niet zo veel, later wel. Door het jaar heen bezochten we grote evenementen in heel Nederland, zoals de Vierdaagse in Nijmegen of het Tiroler festival. Daar legden we vaak al de eerste contacten met de artiesten, van wie de meesten overigens wel eens van Oldenzaal hadden gehoord vanwege het televisieprogramma Nederland Muziekland dat vanuit de stad was uitgezonden. Toch keek menigeen verbaasd op als ze het bomvolle marktplein zagen en het podium waarop ze moesten optreden. Ik verwelkomde ze meestal in Oldenzaal


B O E S K O O L

I S

L Ö S

Hans oude Stegge was destijds vele maanden druk in de weer met het vastleggen van artiesten voor het boeskoolfeest. Met het resultaat was hij niet ontevreden.

Uit het opgestuurde foldermateriaal kan worden afgeleid dat Oldenzaal gedurende de vier feestdagen heel wat te wachten stond.

optreden zo levensecht was dat niemand wilde geloven dat het niet de echte Spice Girls waren. ‘Het was een goede zaak dat we het podium destijds hebben vervangen voor een groter exemplaar, want het publiek was nauwelijks in de hand te houden en het werd zelfs gevaarlijk. We konden geen risico lopen met de hoge kwaliteit artiesten die hier optrad. De basis die we in die jaren hebben gelegd is nog steeds stevig genoeg om mee door te gaan. Onze opvolgers hebben de draad uitstekend opgepakt en daar neem ik mijn petje voor af.’

en nam ze mee naar een hotelkamer met uitzicht op de Markt. Daar verbleekte toch menig artiest die meestal gewend was voor zaaltjes met maximaal 1000 bezoekers op te treden. Je herkent echter ook de professionals als Lee Towers en Corrie Konings van wie de laatste enkele keren op de Boeskool is geweest. Maar ook zij vroeg om een extra cognacje toen ze voor het eerst in Oldenzaal was en naar de massa op het marktplein keek.’ Goede herinneringen bewaart Hans oude Stegge aan die contacten, bijvoorbeeld aan het optreden van de (Wannabe-)Spicegirls wier

39


B O E S K O O L

De Grootestraat zou er tijdens drie van de vier boeskool-

I S

L Ă– S

GEVECHT OM DE ,,PAALZIT-TITEL�

dagen een beetje bizar uitzien. Dat kwam dan door het feit dat er van woensdag tot en met vrijdag tien palen stonden, als attribuut voor de wedstrijden om de Oldenzaalse kampioenschappen paalzitten, georganiseerd door de winkeliers van de Grootestraat. In totaal konden er dertig mensen aan de wedstrijden om de paalzit-titel deelnemen.

Jan Geissler, zat op de paal voor de deur bij Herenkleding Bertus Huttenhuis (ong. 33,5 uur). 250,- Gulden voor hem als winnaar in 1985. (Hans ten Heggeler en Henk Jansink waren de inspirators van het Boeskoolbestuur)

40



B O E S K O O L

I S

L Ö S

OPTREDENS VAN O.A. ROB DE NIJS & CORRY KONINGS

42


B O E S K O O L

I S

L Ă– S

Links boven: wethouder en Loco-burgemeester J. Teussink verricht de opening in 1978. Links onder: optreden Albert West. Rechts boven: optreden Rini van de Lee. Rechts onder: vrolijke gezichten op het terras.

43


B O E S K O O L

I S

L Ö S

Theo Busscher: kraamverzorger van het eerste uur De ene kraam is de andere niet, net zo min als de ene braderie niet te vergelijken is met de andere. Vraag het maar aan Theo Busscher uit Weerselo, de man die vrijwel vanaf het begin van de Boeskool de zorg voor de kramen op het Oldenzaalse zomerfeest heeft. ‘Er zijn’, zegt de vakman, minstens drie soorten kramen. We kunnen ze allemaal leveren en doen dat ook jaarlijks in Oldenzaal.’ Theo Busscher heeft een nuchtere kijk op zijn werk, maar als je hem als veertienjarige gevraagd zou hebben wat hij later wilde worden, zou het waarschijnlijk nooit leverancier van marktkramen zijn geweest. ‘Ik rolde er ongemerkt in,’ stelt hij vast. ‘Mijn vader had een antiekmarkt in Weerselo en verhuurde de kramen die hij niet nodig had aan anderen. ‘N Boeskool is Lös kwam in beeld toen men daar 20 à 30 kramen tekort kwam en de vaste leverancier ze niet zo snel kon brengen. Ik ben op de trekker gesprongen en heb die kramen naar Oldenzaal gebracht. Mijn vader zei nog: dat ze daar iemand voor uit Weerselo moeten laten komen. Maar voor mij als scholier was het een mooi tripje.’

‘N Boeskool is Lös is voor Theo Busscher meer dan ee n bijzonder evenement. Het is na melijk ook de plek waar hij zijn vrouw ontmoette. ‘Ik weet het nog pr ecies, het was 11 augustus 2001 en ik zag haar staan voor een hore cagelegenheid aan de Markt. Ik wa s op slag verliefd en zij zag mij ook wel zitten. Van het een kwam het ander en we zijn nu bijna tien jaar bij elkaar. We hebben dr ie zoons en zijn nog steeds erg gelukkig. Je mag dus wel zeggen dat de Boeskool ons bij elkaar heef t gebracht.’

Of het nu door de bestelling uit Oldenzaal kwam of dat er nog meer behoefte aan kramen was in die tijd is niet helemaal duidelijk, maar feit is dat vader Busscher brood zag in de verhuur ervan. Daarvoor was het nodig dat de voorraad werd aangevuld, alleen al omdat de warenmarkt in Weerselo ook steeds een beroep op de Busschers deed. ‘Het resulteerde erin dat de hele familie ’s winters in de werkplaats aan het timmeren moest. Het hout kochten we uit de textielfabrieken waarvan er in die tijd nogal wat dicht gingen. Uiteindelijk hadden we er zoveel dat we aan de vraag konden voldoen.’

44


B O E S K O O L

Door de jaren heen groeide er een innige band tussen de firma Busscher en de Boeskool. Nu is het welhaast een vanzelfsprekendheid dat de kramen voor het evenement jaarlijks uit Weerselo komen. Dat zijn niet meer dezelfde van 40 jaar geleden. Er is modern materiaal aangeschaft en er is keuze genoeg voor de afnemer. ‘Wij, dat wil zeggen mijn broer Harry en ik, komen hier graag, omdat de organisatie zo goed klopt,’ zegt Theo Busscher. ‘In iedere straat zijn er minstens twee mensen die we als aanspreekpunt hebben en die exact weten waar elke kraam

Het is een soort thuiskomen’, schrijft Ineke onder meer. ‘Wij maken er altijd een weekje uit van… Er zijn kinderen die het hele jaar sparen om bij mij Ingezonden brief

poppenkleertjes te kopen.

van Ineke Koers uit Naaldwijk

Echt geweldig… Voor mij is het voldoende als ik de kosten er

Ongetwijfeld kent u de kraam

een beetje uit heb… En dan

met poppenkleertjes, die

’s avonds een lekker biertje op

al jaren op de Boeskool te

het terras’, zijn zo maar wat

vinden is. Deze is van Ineke

regels uit haar brief. Dit jaar is

Koers uit Naaldwijk.

Ineke zeker weer van de

Zij stuurde ons een heel

partij, zelfs met kleertjes voor

aardige brief. ‘

de hond!

I S

L Ö S

moet komen te staan. Tot op de centimeter nauwkeurig. Dat is voor ons heel plezierig.’ De broers Busscher komen in nogal wat steden waar zomers vergelijkbare evenementen plaats vinden als in Oldenzaal. ‘N Boeskool is Lös is de enige echte braderie,’ zegt hij uit de grond van zijn hart. ‘Ik denk dat het komt doordat de organisatie zo professioneel is, maar dat er ook tijd is voor een glimlach. Dat bourgondische van de Oldenzalers zorgt ervoor dat geen probleem zo groot is dat het niet opgelost kan worden.’


B O E S K O O L

Boven: optreden Kluk Kluk Links onder: straatartiesten sieren de Grootestraat Rechts onder: overzicht Deurningerstraat

46

I S

L Ă– S


B O E S K O O L

I S

L Ö S

Links boven: kraam manifacturenzaak, “oude Keizer boeskoolt er op Lös” in de Grootestraat. Rechts boven: jeugd bewondert kunst in de Grootestraat. Links onder: doorkijk Deurningerstraat.

Staand v.l.n.r.: Hans Lotgerink, Hans oude Stegge, Laurens Spit, Frans Vogelzang, Rob Lansink.

Rechts onder: bestuur uit de jaren ‘80.

Zittend v.l.n.r: Wim Platenkamp, Henk Kasteel, Jan Hein Mulder, Theo Padberg.

47


B O E S K O O L

I S

L Ö S

Henk Kasteel: Mister Boeskool ‘De buitenstaander kijkt er naar mijn gevoel iets te gemakkelijk tegen aan. Oldenzaal promoten is niet zo eenvoudig als het lijkt.’ Het komt wat onverwacht uit de mond van Henk Kasteel die 22 jaar voorzitter is geweest van de Stichting ’n Boeskool is Lös’ en in die rol heeft bewezen dat de Boeskoolstad toch een trekker van jewelste kan zijn. ‘Ik kijk met respect naar de mensen van het eerste uur die het veertig jaar geleden aandurfden iets op touw te zetten, dat achteraf uitgegroeid is tot een enorm spektakel. Ik weet ook hoeveel energie die Oldenzalers er in gestoken hebben. Men wees weliswaar naar omliggende plaatsen als Ootmarsum en Denekamp waar de zomerfeesten al lang bestonden, maar er moet toch een groepje te vinden zijn dat bereid is de nek uit te steken en ook hier iets van de grond te tillen.’

In zijn bestuu rscarrière van 32 jaar heeft Henk Kast eel vele hoogtepunt en meegemaakt tijd ens ‘n Boeskool is Lös. ‘Teveel om op te noemen,’ bekent hij in alle eerlij kheid. ‘Als ik terugkijk denk ik toch vooral aan het muzikale aspect van het feest. Persoonlijk be waar ik uitste kende herinneringen aan de Stroadlaomd waar iedereen di e ook maar een beetje muzikaal is, he eft meegedaan. Ook de optredens van de Bob East Showba nd staan in mijn ge heugen gegrift. De mooiste avond voor mij was ec ht er die waarop een kape l uit Oostenri jk optrad. Ik ben de naam verget en, maar het optreden wa s onvergetelij k.’

Henk Kasteel kan achteraf niet meer recapituleren waarom er gekozen is voor een evenement dat zich op vier achtereenvolgende dagen afspeelt en waarom later exact gekozen is voor de derde week van de bouwvakvakantie om het feest te vieren. ‘De praktijk heeft uitgewezen dat het in beide gevallen een zeer gelukkige keuze is geweest. Vooral die laatste week van de grote vakantieperiode is ideaal gebleken. De mensen komen terug van hun vakantieadres en willen nog graag een beetje uitvieren, het vakantiegevoel vasthouden. Dat kunnen ze uitstekend op de Boeskool, zo is in de loop der jaren wel gebleken.’ Behalve 22 jaar voorzitter is Henk Kasteel ook nog eens tien jaar ‘gewoon’ bestuurslid van de Boeskoolstichting geweest. Het leverde hem de eretitel ‘Mr. Boeskool’ op. ‘En mijn vrouw Wil noemen we mama Boeskool’, voegt hij er onmiddellijk aan toe, ‘want ook haar inzet voor het evenement

48


B O E S K O O L

is te prijzen. We hebben eigenlijk altijd alles samen gedaan’. Henk Kasteel is er van overtuigd dat de formule, met een groot podium op de Markt waar zich de grote activiteiten concentreren, nog steeds een gouden randje heeft. ‘Bovendien is het belangrijk dat we steeds in staat zijn geweest om zonder entreegelden te werken. Met dank aan de sponsors uiteraard, die dit steeds mogelijk hebben gemaakt.’ Hij weet als geen ander dat een goede voorbereiding op de Boeskool een absolute noodzaak is. ‘Je kunt

I S

L Ö S

het je niet permitteren de zaak maar op je af te laten komen. We hebben steeds een sterk bestuur gehad, dat ook regelmatig ververst is. Jonge mensen met frisse ideeën hebben de plaats ingenomen van de ouderen die ook bereid waren een stapje opzij te doen. Die voorbereiding geldt overigens niet alleen voor het bestuur, ook de ondernemers die meedoen moeten bij hun planning wel degelijk rekening houden met de Boeskool. Alleen een kraampje voor de deur zetten voldoet al lang niet meer.’

49


B O E S K O O L

I S

L Ă– S

Boven v.l.n.r. Gerald Keizer, Sjef van Santen, Ben Slaghekke, Henk Hoek, Wim Platenkamp, Hans Lotgerink, Hans Schildkamp, Marcel Willemsen, Freddy van Gils, Herman Wienk, Hans Ros, Jan Struik, Willem Stuiver, Leo Linderman. Knielend v.l.n.r. Hans oude Stegge, ........., Jeroen Kasteel, Hans ten Heggeler, Hans Trap, RenĂŠ Busscher, Wim Lasonder, ........., Henk Kasteel. Liggend: Frans Mensink

50


B O E S K O O L

51

I S

L Ö S


B O E S K O O L

I S

L Ö S

Hans Schildkamp: humkessoep Het was een goede gewoonte in de beginjaren van ‘n Boeskool is Lös. Op een afgesproken tijdstip, meestal tussen het middag- en avondprogramma in, verzamelde zich de harde kern van de organisatie in het toenmalige café “De Ster” aan de Bisschopstraat. Daar zwaaiden Hans Schildkamp en zijn vrouw de scepter. Op het toneel in de grote zaal werd de dag doorgenomen, daar werden zo nodig plooien glad gestreken en werd vooruit gekeken naar de volgende dag. Later verhuisden we naar het voorcafé, maar het gezelschap dat er zich verzamelde veranderde er niet door van samenstelling.

er voor Behalve gasthe de vaste club was Hans organisatoren, vele Schildkamp ook lid van jaren bestuurs hting. de Boeskoolstic viceHij was zelfs enement zag hoe het ev voorzitter en e niet een traditie di t to de ei ro tg ui nzaal. denken uit Olde meer weg is te idheid vooral de bere ‘Ik herinner me n de r, maar ook va van het bestuu lf de dernemers om ze deelnemende on en. Het mouwen te stek handen uit de bij mij een hele straat kwam voor dat t te n “De Ster” za in de kelder va ken, ts leuks te ma fröbelen om ie deel kool zijn voor waarmee de Boes gezindheid en deed. Die eens , altijd gebleven solidariteit is feest.’ kracht van het die is ook de

‘Ach, het was allemaal niet zo heel officieel,’ herinnert Hans Schildkamp zich die bijeenkomsten. ‘We praatten wat over de indeling van de kramen, over het avondprogramma en we legden een kaartje als er niets meer te bespreken viel. Het lag voor de hand dat de club dan wat hongerig werd en dan keek men wat terloops naar mijn vrouw. Het was op één van de eerste bijeenkomsten dat ze nog wat humkessoep over had en bood dat het clubje aan. Of het nu aan het moment lag of aan de humkessoep, feit is dat er een traditie werd geboren. Steeds als we bij elkaar kwamen, kwam ook de pan met humkessoep op tafel.’ Hij kan er nog om grinniken als hij aan die beginperiode terugdenkt. Hans Schildkamp: ‘Het gezelschap werd steeds groter, de faam van de humkessoep sprak zich rond denk ik. Een afvaardiging van de politie meldde zich op het afgesproken tijdstip, later

52


B O E S K O O L

kwamen daar ook de artiesten bij die opgetreden hadden of die nog op het podium moesten. Ik herinner me dat Marga Bult aanschoof en ook Gert en Hermien Timmerman waren niet vies van een bordje soep. Op het laatst bestond het gezelschap uit wel twintig mensen. Als je mocht aanschuiven behoorde je tot de vaste clan.’ Bijna 30 jaar bleef de traditie in ere. In 1997 stopte Hans Schildkamp ermee om een jaar later de deuren van het “Koetsiertje” te sluiten. ‘De humkessoep-bijeenkomst verhuisde naar elders, maar behield toch niet de allure die het in de beginjaren had. Ik heb begrepen dat het inmiddels niet meer bestaat. Jammer eigenlijk, ik heb er als caféhouder in ieder geval veel goodwill mee gekweekt.’

I S

L Ö S


B O E S K O O L

Met enige verbazin g namen de atleten, die aan de eerste halve marathon van Olde nzaal deelnamen, kennis van de tijd en die ze gelopen hadden. ‘Zonder ui tzondering had iedereen een nieu w persoonlijk record gelopen,’ vertelt Jan Monninkhoff. ‘Dat wekte uiteraard enige achterdocht en daarom hebben we de lengte van het parcours nog

I S

L Ö S

maar eens nagemeten. Wat sch etst onze verbazing; we kwamen er achter dat de route anderhalve kilometer tekort was. Geen wonder dus dat iedereen zo snel was . Dat hebben we uiteraard in de volgende jaren gecorrigeerd.’

Jan Monninkhoff en Ben Wigger: topprestatie Over één ding zijn Jan Monninkhoff, jarenlang voorzitter van supportersvereniging “Black and White” van Quick ’20 en Ben Wigger, van de “Oldenzaalse Wielerclub” het roerend eens. De veegploeg van Top-craft levert op zondagmorgen, de laatste dag van ‘n Boeskool is Lös, een topprestatie. ‘Als je ziet wat een troep de mensen in zo’n feestnacht achterlaten, is het bijna onvoorstelbaar dat de reinigingsdienst er in slaagt het parcours van de wielerronde en de halve marathon in een paar uur weer schoon te krijgen.’

54


B O E S K O O L

I S

L Ö S

Een veilig parcours is een eerste vereiste voor de sportieve evenementen die al weer een hele tijd bij het slotstuk van het Oldenzaalse zomerfeest behoren. ‘Ik denk dat we zo’n twintig jaar geleden begonnen zijn,’ schat Jan Monninkhoff in. ‘Het idee ontstond in de boezem van het Black and Whitebestuur, dat een traditie heeft hoog te houden wat het organiseren van activiteiten betreft. Vanaf het begin zijn we er van uitgegaan dat de wedstrijd voor iedereen toegankelijk zou moeten zijn. Dat betekende dat we naast de halve marathon ook wedstrijden over tien, vijf en twee en halve kilometer op het programma zetten.’ Hij herinnert zich nog dat in die eerste jaren alle marathonlopers moeiteloos inschrijfgeld betaalden. ‘Tegenwoordig moet je als organisatie geld op tafel leggen als je de toppers naar Oldenzaal wilt halen. Dat heeft niet verhinderd dat de wedstrijd altijd een gigantisch succes is geweest. Zeker toen later ook de wielerronde op zondag werd verreden. Dat verhoogde de gezellige sfeer.’ Ben Wigger bevestigt dat laatste met nadruk. ‘De samenwerking tussen alle betrokkenen is perfect en zowel voor de atleten als de wielrenners geldt dat de veiligheid voorop staat. Dat is lastig genoeg bij een parcours dat deels door de binnenstad voert, waar de straten nauw zijn en drempels in het wegdek het voor de renners niet gemakkelijker maken.’ De wielrenners komen graag naar Oldenzaal voor de Jan van Schoot-wielerronde, vernoemd naar het verongelukte bestuurslid van de OWC. ‘We hebben onlangs nog het parcours aangepast, maar de finish blijft in de Bisschopstraat. Dat is de charme van deze koers, waar altijd tal van toeschouwers op af komen. Renners vinden fietsen tussen rijen mensen door erg prettig, omdat koersen vaak op ver afgelegen en dus verlaten parcoursen plaatsvinden.’

55


B O E S K O O L

I S

L Ö S

Johan Gosen en de records Originaliteit en vindingrijkheid; twee eigenschappen die je Johan Gosen moeilijk kunt ontzeggen. Hij was immers de man achter de twee recordpogingen die de Boeskool landelijke bekendheid verschaften. Johan Gosen ‘fabriceerde’ in 1986 de langste salade en twee keer (in 1989 en in 1991) zelfs de langste shaslick ter wereld. Beide pogingen resulteerden in een vermelding in het Guinness Book of Records. Hilversumse televisieploegen rukten er voor uit.

Een Oldenzaalse notaris kwam er aan te pas om de ‘langste salade ter wereld’ op te meten bij de start van het Boeskoolfeest in 1986. Dat was nodig om een vermelding te krijgen in het Guinness Book of Records. Die bevestigde dat er inderdaad een lengte van 360 meter salade op de markt stond. Heel Nederland kon het die avond zien, omdat een journaalploeg van de NOS opnamen had gemaakt in Oldenzaal. Johan Gosen denkt niet dat hij nog ooit weer een recordpoging zal wagen. ‘De investeringen worden te hoog en bovendien word ik er niet jonger op. Die eerste keer ben ik in een week acht kilo afgevallen, voornamelijk van de stress. Dat is ook niet gezond.’

‘Ik maakte in die tijd nogal veel salades,’ haalt Johan Gosen de geschiedenis terug. ‘Dat bracht me op het idee een record te vestigen door de langste salade te maken. Ik wist toen niet wat ik me op de hals had gehaald, maar vertrouwde vooral op het vakmanschap van mijn medewerkers. We kwamen er al snel achter dat het saladerecord op 180 meter stond. Dan moet 360 meter ook mogelijk zijn, was onze insteek. De Boeskoolstichting was er meteen voor te vinden, groenteman Piet Nijboer zegde toe voor de groente te zorgen. Bij elkaar was dat voor ons het steuntje in de rug dat we nodig hadden.’

56


B O E S K O O L

De saladeploeg ging aan het rekenen en kwam er achter dat we 2400 kilo salade nodig zouden hebben voor de 360 meter: 240 emmers van tien kilo. ‘Dat was te doen, maar lastiger was de technisch kant van de zaak. We lieten malletjes maken van een meter lengte waarin de salade werd neergelegd. Daarvoor hadden we een aantal ploegen met leden van de carnavalsvereniging “De Blaanke Boeskeulkes” en leerlingen van de school aan de Potskampstraat nodig. Op schragen werkten we naar elkaar toe.’ Het zat de recordploeg niet mee die woensdag in 1986, want het was meer dan dertig graden en het voornemen om de salade na afloop te (laten) nuttigen kon dan ook niet doorgaan, vanwege het gevaar voor de volksgezondheid. Het belette Johan Gosen niet drie jaar later een nieuwe recordpoging te doen, nu met de langste shaslick ter wereld. ‘We hadden een ingenieus apparaat ontwikkeld, waardoor de shaslick in zijn geheel kon worden gedraaid boven de houtskool. Ruim 36 meter haalden we de eerste keer, maar dat record was het jaar erop al weer achterhaald. Daarom hebben we het kunstje in 1991 nog een keer herhaald en toen een shaslick van 56 meter gemaakt. Ook die is al weer uit de recordboeken verdwenen.’

57

I S

L Ö S


Oldenzaal wordt deze dagen omgedoopt tot Shaslicktown. Vele handen moeten er aan te pas komen om het record te verbreken


Het was Johan Gosen en zijn medewerkers gelukt om in het Guinness Book of records te komen. Hier op de foto met burgemeester G.J. Nillesen en T. Franke (Franken Verpakkingen)


B O E S K O O L

I S

L Ö S

Zijn carrière begon dan wel in 1988 op ‘n Boeskool is Lös, maar enkele jaren later zagen de Oldenzalers hem niet meer terug op het zomerevenement bij uitstek in hun stad. Slechts een enkele keer trad hij er op bij verschillende gelegenheden, waaronder het jubileum van een carnavalsvereniging. Hij zou graag nog een keer terug willen komen op de Boeskool, maar beseft dat hij een flinke aanslag zou moeten doen op het budget van de organisatie. ‘Met mijn productiebedrijf heb ik een professionele organisatie opgezet, waar inmiddels diverse mensen werken. Ik kan niet meer voor 100 gulden naar Oldenzaal komen zoals destijds in 1988, ik hoop dat daar een beetje begrip voor is.’


B O E S K O O L

I S

L Ö S

Niek Boes: honderd piek Familieleden hadden al enkele jaren kunnen genieten van zijn optredens, maar met een beetje goede wil mag gesteld worden dat zijn eerste officiële optreden plaatsvond op de Boeskool van 1988. Het verhaal dat er aan ten grondslag ligt, is legendarisch. De toen veertienjarige scholier Niek Boes zat thuis te mokken op zijn kamertje dat hij moest opruimen van zijn moeder. Die trof in de stad, waar de Boeskool net op gang kwam, een mimespeler aan. Bij thuiskomst vertelde ze het Niek en voegde er aan toe: ‘Dat kun jij ook’. Een half uur later stond de jonge Oldenzaler, gekleed in het trouwpak van zijn opa, op de markt en werd tot zijn eigen verbazing het succes van de middag. Het bestuur van de Boeskool beloofde hem een bedrag van 100 gulden als hij de volgende drie dagen terug zou komen. ‘Ik zweette me kapot in dat trouwpak, maar die honderd gulden was natuurlijk enorm verleidelijk voor een veertienjarige. Bovendien was dit wat ik altijd al graag gewild had. De krant vond het een artikel waard en zo is het gekomen. Nog datzelfde jaar tekende ik mijn eerste contract en was de basis gelegd voor mijn carrière,’ vertelt de nu 36-jarige Niek Boes vanuit Friesland waar hij sinds enkele jaren zijn domicilie heeft. Vanaf dat eerste jaar trad Niek, naast zijn studie, op in binnen- en buitenland met zijn befaamde en unieke theatershows. In de loop der jaren ontwikkelde hij met zijn stem een scala aan niet van echt te onderscheiden geluidsimitaties die hij in zijn shows verwerkte. Een nieuwe theatervorm werd geboren en met zijn nieuwe show “The Art Of Voice” volgden vele voorstellingen over de hele wereld. Niek zijn veelzijdigheid leverde hem in Nederland de “Populariteitsprijs” op voor beste theateract. Als eerste Nederlandse artiest in Duitsland ontving hij “Die Internationale Goldener Kunstlerpreis”. ‘Na drie jaar veel op straat te hebben gespeeld wilde ik graag wat anders, mijn eigen show, op een podium. Op straat had ik genoeg gespeeld en wilde verder met mijn carrière’, kijkt Niek Boes terug op de afgelopen jaren, waarin hij bijna de hele wereld afreisde met zijn show. ‘Ik had natuurlijk nog geen management op die leeftijd . Het was de tijd waarin je door schade en schande wijs wordt. Het was ook een leerzame periode, waarin ik er achter kwam hoe je ondernemer wordt. In 1996 zijn we voor ons zelf begonnen. Ik was 21 en heb toen Niek Boes Productions opgezet. Na de toch al vliegende start is het daarna in hoog tempo doorgegaan. Ik heb nu zo’n 200 tot 250 optredens per jaar in de hele wereld. Alleen in Amerika ben ik nog niet geweest, hoewel ik wel aanvragen gehad heb van die kant.’ Niek Boes Productions is inmiddels uitgegroeid tot een compleet bedrijf met specialisten in dienst op elk terrein. Onder hen ook zijn vrouw Marijke met wie hij de wereld afreist. Het was aan haar Friese roots te danken dat het bedrijf zich tenslotte in deze provincie vestigde. In de jaren 2002 en 2004 speelde Niek samen met Karin Bloemen, Berget Lewis en Richard Groenendijk de Nederlandse theaters plat met een spetterend avondvullende theatershow. Niek is de laatste jaren veelvuldig te horen op de radio. Daarnaast is hij regelmatig te zien op de televisie in diverse programma’s in binnen- en buitenland en verleent hij zijn stem aan verschillende radio- en tv-commercials.

61


B O E S K O O L

I S

L Ö S

Laurens Spit en de Boeskoolkrant Een goede promotie voor ‘zijn’ stad Oldenzaal. Dat was de reden waarom Laurens Spit royaal ‘ja’ zei toen hem werd gevraagd een steentje bij te dragen aan de organisatie van ‘n Boeskool is Lös. ‘Ik mag wel zeggen dat ik trots ben op Oldenzaal en dan is het niet meer dan logisch dat je een handje uitsteekt als er een beroep op je wordt gedaan.’ Laurens Spit trad in 1986 in dienst van de toenmalige “Twentsche Courant” waar de bijna legendarische kantoorchef Henk Hoek op dat moment de contacten met het bestuur van de Boeskool onderhield. ‘De krant was indertijd het grootste dagblad in Oldenzaal en het sprak vanzelf dat die een niet onbelangrijke rol speelde bij het zomerevenement. Zeker op het terrein van de public relations.

Hij stond (en staat) bekend als de man met de bijzondere invallen, altijd goed voor een grap en een leuke stunt. Ook voor de Boeskool bedacht hij menig goede binnenkomer. Zo ook in het jaar dat het niet echt leek te lukken een openingsstunt te bedenken. Laurens Spit kwam op het idee de mensen warm te maken met de kreet ‘Een groot spektakel’ op de Markt. Hij huurde de firma Kuiphuis in die tot verbazing van de samengestroomde menigte een enorm hakblok op de markt takelde. Daarop werd vervolgens door slager Braakhuis een fors stuk spek gelegd. Spek en takel vormden samen het ‘Spektakel’.

‘Ik werd betrokken bij het maken van “de Boeskoolkrant”, waarin jaarlijks het programma werd besproken en die als een soort handboek fungeerde voor het feest. Die krant is door de jaren heen onmisbaar gebleken en werd ook gehandhaafd toen later de “Twentsche Courant” fuseerde met “Dagblad Tubantia”. Als manusje van alles stopte ik de gaten bij de organisatie ervan.’ Al snel had het Boeskoolbestuur in de gaten dat Laurens Spit op vele terreinen inzetbaar was. ‘Ik ben in een ver verleden discjockey geweest en aan die functie had ik behoorlijk wat contacten met artiesten overgehouden. Ik vond het wel leuk om dat aspect weer op te pakken ten behoeve van de Boeskool. Bovendien had ik wel wat kaas gegeten van public relations en mocht ik al snel wat doen voor die kant van de organisatie. Zo presenteerde ik de Kranten Koploper kwis waar veel prijzen te winnen waren.’ De functies bleken Laurens op het lijf geschreven.

62


B O E S K O O L

I S

L Ö S

RECORD-AANTAL INSCHRIJVINGEN

KRANTEN KOPLOPER KWIS

‘Ik bewaar heel goede herinneringen aan de reclamecampagnes die we in die tijd opzetten. We kregen alle media mee. Zeker de regionale, maar ook in de vakbladen kon je alles lezen over het Oldenzaalse feest. Dat gaf veel voldoening en bovendien vonden we dat we het verplicht waren ten opzichte van de sponsors die de Boeskool financieel mogelijk maken.’ Samen met anderen zorgde hij ervoor dat Oldenzaal jaarlijks heel wat topartiesten te zien en te horen kregen. ‘Spannende tijden waren dat soms. Ik weet nog dat het duo Grant and Forsyth op het laatste moment afhaakte en we stad en land af moesten bellen om de waardige vervanger Toll Hanse te krijgen. Heel bijzonder is dat ons werd afgeraden André Hazes naar Oldenzaal te halen.Die zou nooit doorbreken dachten de experts. We luisterden er naar en ja, het vervolg weet iedereen…’

63


B O E S K O O L

I S

L Ö S

t in 1989 had Als openingsac ntoor irecteur postka dhr. Ensing (d ’n de organisatie Oldenzaal) en s, een ludieke Boeskool is Lö ster dacht. Burgemee openingsact be tieke zou met een an G.J. Nillesen in een de Grootestraat postkoets via je een postpakket gesloten koets e tt pakketje beva afleveren. Het igden, Boeskool-genod de or vo al ia spec mpeling. eerstedagafste PTT-mapjes met d rekening mee ha Waar men geen dat die dag de gehouden was, og zou oplopen. temperatuur ho rit, e in een kort Dit resulteerd a , met een bijn die lang duurde eester. gebraden burgem

64


B O E S K O O L

65

I S

L Ö S


B O E S K O O L

I S

L Ö S

Beachvolleybal, -voetbal en -tennis Het was gemakkelijker gezegd dan gedaan. Houd toch een beachvolleybaltoernooi op de Ganzenmarkt tijdens ‘n Boeskool is Lös zei een bestuurslid van de stichting, die het evenement organiseerde. ‘We keken elkaar een keer aan en zeiden: waarom niet?’ ,weten Joop de Vries, Johan Olde Dubbelink, Harry Oude Elberink en Jack Nieuwenhuis zich nog te herinneren. ‘We beseften toen echter nog niet wat er op ons af zou komen,’ zegt het viertal’. Dat is maar goed ook, want anders hadden we het misschien wel nooit gedaan. Begin maar eens met het zand dat je nodig hebt voor een beachtoernooi op een stenen ondergrond. Klapzand zeiden de deskundigen tegen ons. Dat moet je hebben. Spuitzand beweerden anderen, anders is het veel te gevaarlijk voor de sporters. Met hulp van de Negam vonden we uiteindelijk een plek in Duitsland, waar het meest geschikte zand te halen was. Voor drie velden hadden we 30 vrachtwagens nodig, omdat er minstens een laag van 30 centimeter moet liggen. Materialen zoals netten, etc. konden we regelen via volleybalclub Pollux en gelukkig was het in 1995, ons eerste jaar op de markt, geweldig goed weer. Bij het begin van het toernooi viel eigenlijk alles op zijn plek. Iedereen was enthousiast, vooral de deelnemende volleyballers die toen het toernooi nog beschouwden als een leuke afsluiting van het seizoen.’

Het heeft niet veel gescheeld of het beachvolleybal in Oldenzaal zou in het midden van de jaren negentig een zachte dood zijn gestorven, in het zelfde jaar als het werd geboren. ‘Oldenzaal is altijd een volleybalstad geweest en we dachten dat het wel leuk zou zijn in Het Hulsbeek een beachvolleybaltoernooitje te houden. Het enthousiasme was groot en er waren zelfs 30 deelnemers. Voor de rest ging alles fout. De haringen waarmee de netten moesten worden vastgezet waren niet in de grond te krijgen. Het eerste toernooi was leuk, maar kreeg een dikke onvoldoende’, vertelt Joop de Vries. De organisatoren revancheerden zich echter het volgende jaar op de Ganzenmarkt en hebben hun hoge niveau sindsdien vast kunnen houden.

66


B O E S K O O L

I S

L Ö S

Het toernooi groeide snel uit met ieder jaar meer teams en aandacht van de organisatie voor verbetering van het randgebeuren. We hebben daarin een aantal fases doorlopen, aldus De Vries en Olde Dubbelink. ‘Dat kon omdat we door de jaren heen een zelfstandige stichting zijn gebleven binnen de Boeskool. Natuurlijk hebben we een goede relatie met de mensen van het stadsfeest, maar qua organisatie doen we toch alles zelf. De faciliteiten voor de deelnemers en ook voor de bezoekers staan voorop. Daar gaat het om en dat aspect heeft onze grootste aandacht. We vragen ons dus iedere keer weer af wat we kunnen doen om het toernooi voor de deelnemers nog aantrekkelijker te maken.’Eén van de Hoogtepunten in de geschiedenis van het beachvolleybaltoernooi was onder andere de aanwezigheid van het gouden team dat in Atlanta Olympisch kampioen werd. Inmiddels heeft de Nederlandse beachvolleybaltop Oldenzaal ook ontdekt. De NeVoBo vertrouwt ons de organisatie van belangrijke wedstrijden toe. In 1998 werd het toernooi uitgebreid met het onderdeel ‘beachvoetvolleybal’ en in 2001 stond voor het eerst ook het ‘beachtennis’ op het programma. Johan olde Dubbelink: ‘Beachtennis staat ook op het Olympische programma en dus zien deelnemers ons toernooi sinds 2001 als een soort proeftuin’ voor deze nieuwe olympische sport. Een hele eer voor ons als organisatie en voor de deelnemers een goede mogelijkheid om hun eigen talenten te ontdekken en verder te ontwikkelen.’

67


B O E S K O O L

I S

L Ö S

Willem Goldschmidt: duvelstojaeger Gevraagd naar zijn rol binnen de organisatie van de Boeskool zegt Willem Goldschmidt na enig nadenken: ‘Noem mij maar duvelstojaeger.’ Daarmee slaat hij de spijker op de kop, want het bestuur, maar ook de individuele ondernemers konden altijd een beroep doen op de creativiteit van Goldschmidt, die voor de meeste problemen wel een oplossing in petto had. ‘Maar ik ben ook altijd zeer kritisch geweest en hoewel me dat niet constant in dank werd afgenomen denk ik dat die houding wel bijgedragen heeft aan de kracht van organisatie die er nu na veertig jaar nog steeds staat.’ Heel helder staat hem nog de herindeling van de Markt bij. ‘Dat was vanaf het begin een punt van discussie. Wie mocht waar zijn terrasstoelen neerzetten en wie betaalde het prijskaartje dat daaraan hing? We hebben toen op een gegeven moment alle stoelen geteld en elke plek op de Markt een waarde toegekend. De cijfers die toen boven water kwamen hebben menigeen verbaasd, maar ze hebben wel geleid tot een herstructurering van dat belangrijke stukje centrum en ook de bijdragen van de horecaondernemers kwamen beter in evenwicht op die manier.’

Ruim 25 jaar maakte Willem Goldschmidt deel uit van het Boeskoolbestuur, zonder overigens een specifieke functie in dat bestuur te hebben. ‘Dat wilde ik ook niet, ik ben op mijn best als ik een vrije rol kan vervullen. Dat heb ik steeds met plezier gedaan en het was best moeilijk om afscheid te nemen na zo’n lange tijd. Gelukkig bestaat er nog een groep van oud-bestuurders van de Boeskool op wie altijd een beroep kan worden gedaan. Het is een gezellige club en we noemen ons de Lösloaters. Die naam zegt eigenlijk al genoeg.’

68


B O E S K O O L

Het was ook Willem Goldschmidt die een methode vond om het plein voor het gemeentehuis actief te betrekken bij de Boeskool. ‘Vanwege de traditie die Oldenzaal heeft op volleybalgebied hebben we toen gekeken naar de mogelijkheden van een beachvolleybaltoernooi en dat bleek goed haalbaar. Datzelfde geldt voor het grote podium op de Markt, dat echt noodzakelijk was, omdat het oorspronkelijk te klein en te gevaarlijk was.

I S

L Ö S

Zo was er ieder jaar wel iets wat we kritisch tegen het licht hielden en waarvoor we dan naar oplossingen zochten. Dat werktuitstekend.’Goldschmidt is er van overtuigd dat de Boeskoolformule nog een hele tijd meekan. ‘In ieder geval zolang er niets beters is en die zie ik nog niet zo één, twee, drie. Hoe organiseer je een betaalbaar evenement waar in een kort tijdsbestek altijd nog zo’n 125.000 mensen op afkomen? Ik zou het niet weten.’

69


GEZELLIGHEID TROEF OP OLDENZAALS ZOMERFEEST

’N BOESKOOL IS LÖS



B O E S K O O L

I S

L Ö S

Hans Lotgerink: van jongste tot oudste Toen hij begon met zijn activiteiten ten bate van de stichting ‘n Boeskool is Lös was hij de ‘jongste van het hele stel’, nu is hij de oudste. ‘Reken maar uit hoeveel jaar ik al meeloop in de optocht’ zegt Hans Lotgerink met een glimlach. Om dan zelf het antwoord te geven: ‘Ruim 33 jaar’. Hij heeft het altijd met plezier gedaan en ook al heeft hij geen officiële functie meer, loslaten doet hij de organisatie van Oldenzaalse stadsfeest nog niet. Het huidige bestuur kan, net als zijn voorgangers, nog steeds een beroep doen op de ervaring die Hans Lotgerink in tientallen jaren heeft opgedaan bij de Boeskool. ‘Tsja, hoe rol je er in’, vraagt hij zich, terugkijkend, nog steeds enigszins verbaasd af. ‘Ik ben begonnen als straatvertegenwoordiger. Het jaar erop werd ik voorzitter standplaatscommissie’.

In ruim 33 jaar als bestuurslid van de Boeskoolstichting maakte Hans Lotgerink vier verschillende voorzitters en tal van collega-bestuurders mee. ‘Het wonderlijke is dat het altijd zo bijzonder goed klikte in het bestuur. Iedere nieuweling die aantrad paste naadloos in het team. Dat is de kracht van de organisatie, vermoed ik. Ook de straatvertegenwoordigers bestaan nog steeds. Die spelen een belangrijke rol bij het feest. Ze zijn de contacten tussen bestuur en ondernemers. Zo blijven de lijnen kort. Nu ik wat minder actief ben met het braderiegebeuren, geniet ik met volle teugen van de Boeskool, maar het is niet meer zoals vroeger toen ik van ‘s morgens acht tot ’s nachts twee uur in de weer was.’

Hij kreeg als nieuwkomer geen gemakkelijk taak op zijn schouders. ‘Ik mocht ervoor zorgen dat de kramen allemaal op de juiste plek kwamen te staan. Dat bleek nog niet zo gemakkelijk als het werd voorgespiegeld. Ik herinner me uit die beginjaren dat het een hele puzzel was, dat alles handmatig moest worden ingepast en de grote kunst was iedereen tevreden te houden. De ondernemers die meededen en ook de handelaren van buiten. Vaak kreeg je op het laatste moment nog een briefje in de hand gedrukt met het verzoek van deze of gene om een andere of betere plek. Tegenwoordig biedt de computer de helpende hand bij het indelen van de braderie. Dat is wel zo handig.’ Door de jaren heen kon Hans Lotgerink problemen die zich aandienden altijd met een glimlach en een vriendelijk, vaak ook bemoedigend, woord oplossen. ‘Het was wel eens vervelend om een kraam toe te wijzen voor de deur van een ondernemer die niet meedeed.

72


B O E S K O O L

Ik redeneerde echter zakelijk. Iedereen is er natuurlijk vrij in wel of niet aan te haken, maar op welke andere manier krijg je bijna 125.000 mensen langs je winkeldeur voor een relatief geringe bijdrage? We hebben nooit moeite gehad de beschikbare plekken langs de route in te vullen. Daarvoor was en is de belangstelling voor zo’n stekkie van de kant van handelaren van buiten Oldenzaal altijd veel te groot.’

I S

L Ö S



De pallet “zomergoud” bierglazen met het opschrift ‘n Boeskool is Lös werd in een paar uur verkocht.


B O E S K O O L

I S

L Ö S

Wethouder Loohuis legt jubileumtegel op de Markt voor “Hotel ter Stege”.

Geholpen door mensen die dat handwerk beter beheersen heeft wethouder K.Loohuis gistermorgen (1995) op de Markt in Oldenzaal de jubileum-tegel gelegd. Het gaat daarbij om de tegel, die afgelopen woensdag tijdens een bijeenkomst na afloop van de officiële opening werd aangeboden ter gelegenheid van het vijfde lustrum van ‘ n Boeskool is Lös. Loohuis pakte het verstandiger aan dan burgemeester G.J. Nillesen afgelopen woensdag. De laatste hield aan de aanbieding een gewonde hand over, Loohuis hateerde het ruwe materiaal met gebruikmaking van werkhandschoenen. De Boeskooltegel is de derde bijzondere tegel die op de markt een plaatsje heeft gekregen. Eerder werden tegels gelegd bij gelegenheid van het Olympische goud van oudOldenzaalse Ellen van Langen en het jubileum van de Lionsclub Oldenzaal.

76


B O E S K O O L

I S

L Ö S

TEVREDENHEID OVER DE

BOESKOOL IS LÖS De 25ste ‘n Boeskool is Lös was een geslaagd evenement. Daar was iedereen het in de Groote Sociëteit, waar het stichtings-bestuur een feestelijke bijeenkomst voor alle ondernemers had belegd, het mee eens. Lof en waardering waren er voor de organisatie, hetgeen tot uiting kwam in de aanbieding van een “Gouden beugel” door hoofdsponsor Grolsch en een fles drank voor alle bestuurdleden door de WOC.

77


B O E S K O O L

I S

L Ö S

Theo Padberg: solidariteit ‘Als je hier je brood verdient, ben je verplicht af en toe wat terug te doen voor de gemeenschap’. Theo Padberg die zowel secretaris als voorzitter is geweest van de stichting ‘n Boeskool is Lös kan moeiteloos definiëren waarom hij zich vele jaren heeft ingezet als bestuurder van de stichting. Dat begon al toen hij straatvertegenwoordiger werd namens de ondernemers van de Steenstraat. ‘Onze branche van verzekeringen en aanverwante activiteiten leent zich niet zo heel goed voor een straatfeest, maar we hebben vanaf het begin geprobeerd een bijdrage te leveren. Dat vonden wij een morele verplichting jegens de initiatiefnemers. Meestal lukte het overigens wel op ons werkterrein iets ludieks neer te zetten. Met een beetje creativiteit kan dat gemakkelijk. Solidariteit met je medeondernemers is op zo’n moment belangrijker dan zaken doen.’

Volgens Theo Padberg zegt het aantal bezoekers dat de Boeskool ieder jaar trekt wel genoeg over het succes van het evenement. ‘Die formule kan nog jarenlang mee. Men houdt rekening met zoveel mogelijk dingen, maar vooral met de vakantieplanning van de Oldenzalers. De zaterdag is niet voor niets uitgegroeid tot een grote reünie voor iedereen die elkaar weer ziet na de vakantie. Belangrijk is ook dat alle optredens gratis zijn. Sponsoren zijn daarom enorm belangrijk en een goede penningmeester die geen cent uitgeeft die niet gedekt is door hetzelfde bedrag aan inkomsten. Op die manier kan de Boeskool nog jaren vooruit.’

Theo Padberg vormde jarenlang een koningskoppel met Henk Kasteel. Niet alleen binnen het bestuur van de Boeskool, ook in ander geledingen vonden de twee elkaar, waaronder het bestuur van carnavalsvereniging De Kadolstermennekes en de winteractiviteit “Oldenzaal in Kerstsfeer” die in feite een afgeleide was van de Boeskool. ‘De lijnen waren kort, we hadden maar een half woord nodig om elkaar te begrijpen. Kortom we waren een uniek span. Ik heb na het afscheid van Henk de voorzittershamer overgenomen, maar om eerlijk te zijn ligt die rol me toch niet zo goed als die van secretaris. Ik houd ervan op de achtergrond te zorgen dat alles goed verloopt en hoef niet zo zeer voorop te lopen. Gelukkig bestond het bestuur steeds uit een groep ondernemers die ook vrienden waren. Het ging er soms wel stormachtig aan toe, maar na afloop namen we dan altijd weer samen een drankje.’

78


B O E S K O O L

I S

L Ö S

Wisseling van de wacht , Theo Padberg neemt in 2003 het stokje over van Henk Kasteel als voorzitter.

Theo Padberg noemt het aanbod voor een breed publiek de kracht van de Boeskool. ‘Als je de geschiedenis van het feest bekijkt, zie je dat de formule in principe ongewijzigd is gebleven. Natuurlijk is er steeds wat aan geschaafd. Ieder jaar evalueerden we het evenement en kwamen dan met verbeteringen. Sterk punt is dat de organisatie staat als een huis. Daar is het denk ik mede aan te danken dat we met

de Boeskool onverminderd hoog staan op de landelijke evenementenmonitor. Dat vraagt erom alert te blijven, want niets is zo gevaarlijk als achterover leunen en denken dat alles wel goed komt. De verjonging van het bestuur, die met name de laatste jaren heeft plaats gevonden, is daarom een goede zaak. Het feest mag nooit routine worden en frisse mensen zorgen ervoor dat dat niet gebeurt.’

79


B O E S K O O L

AMBACHT

I S

L Ö S

“De uit Russisch Armenië afkomstige heer Der Kervorkian was eind jaren ‘80 / begin jaren ‘90 een bekende verschijning op ‘n Boeskool is Lös. Bij de firma Jansink Oosterse Tapijten demonstreerde hij eerst aan de Grootestraat en later aan de Deurningerstraat, met passie, het ambacht van het met de hand knopen van oosterse tapijten. In 1990 stopte hij met het door het land demonstreren van dit ambacht. Echter jarenlang kwam hij hierna toch nog speciaalnaar ‘n Boeskool is Lös. Dit omdat hij de Boeskool een geweldig volksfeest vond.”

80


B O E S K O O L

I S

L Ö S

KINDERMARKT Een uniek kinderfeest op de vierkante meter. Enkele honderden kinderen leven er al weken naar toe: de Kindermarkt. Allemaal ondernemertjes in de dop. En thuis denkt men, kijkend naar de lege rommelzolder: ‘opgeruimd staat netjes’. Een win-winsituatie dus, want aan klanten geen gebrek!

81


B O E S K O O L

I S

L Ö S

RABO-KINDERDORP

82


In 2003 heeft de Boeskoolorganisatie gemeend dat er nog wel iets extra's mocht komen voor de kinderen tijdens de Boeskooldagen. Een uitbreiding van diverse speelactiviteiten, naast de bestaande kermisattracties op het Plechelmusplein leek voor de hand te liggen. Na een prettig gesprek met de Rabobank als sponsor, werd het Rabo-kinderdorp geboren. Vanaf het eerste moment bleek dit een schot in de roos met o.a. springkussens, klimpiramides, kuiptunnels, superstormbanen, panna arena’s, skelters en nog veel meer. Als gasten waren er clowns met ballonnen en schmink. In verband met de herinrichting van het Plechelmusplein in 2009 is door het bestuur besloten om het Rabo-kinderdorp te verplaatsen naar het Bisschopplein, dit bleek een welkome aanvulling voor de Bisschopstraat en het plein van Rouwhorst. In de komende jaren zal het bestuur innovatief blijven om nog verder uit te bereiden.

83


B O E S K O O L

De horeca-exploitanten rond de Markt onderhouden een vriendschappelijke band met elkaar. ‘We kunnen goed met elkaar opschieten,’ verduidelijken Gerald Keizer en Bas Boerrigter de verhoudingen rond het ‘epicentrum’ van de Boeskool is Lös. ‘Dat vertaalt zich in goede afspraken over de opstelling van de terrassen. We streven ernaar op den duur allemaal dezelfde uitstraling te krijgen. De gemeente en de organisatoren willen dat ook graag en dan is het ook niet meer nodig afscheidingen te plaatsen tussen de verschillende horecazaken. Ons gezamenlijke doel blijft de Markt zo goed mogelijk te presenteren. Daarvoor moet je de handen ineen slaan, met gezeur schiet je niets op.’

I S

L Ö S

Ik veronderstel dat dat voor al onze collega’s rond het plein geldt.’ De exploitanten van respectievelijk ’t Hypotheekje en café “De Engel” kunnen zich niet herinneren dat er ooit een zomerfeest is geweest in de afgelopen jaren waarbij de omzet tegenviel. Bas Boerrigter: ‘Meestal val ik een paar kilo af tijdens deze dagen en je hebt natuurlijk ook relatief veel personeel in dienst, maar ik zou het feest niet graag missen. De behoorlijk forse bijdrage die wij als horecamensen leveren aan de organisatie is echter altijd de moeite waard gebleken.’

Gerald Keizer en Bas Boerrigter: houden zo Gerald Keizer en Bas Boerrigter komen er rond voor uit: de Boeskool is Lös is voor de horeca-exploitanten rond de Markt nou net het feest dat de omzet rond maakt. ‘Voor ons is de Boeskool enorm belangrijk, het is hard werken gedurende die dagen, maar als je aan het eind de balans opmaakt moet je vaststellen dat het de moeite waard is geweest.

Gerald Keizer die bij wijze van spreken de Boeskool heeft zien komen veertig jaar geleden, bevestigt de conclusies van zijn collega Boerrigter. ‘In die begintijd was er aanzienlijk minder horeca rond de Markt. De Boeskool was toen wat meer ontspannen voor ons en hoewel mijn bedrijf aan de

84


B O E S K O O L

rand van het tracé ligt, moeten we toch alle zeilen bijzetten om onze klanten te bedienen.’ De Boeskool is meer dan een ‘gewone’ braderie. Daar zijn Gerald Keizer en Bas Boerrigter het roerend over eens. ‘Als je ziet wat dat feest teweeg brengt in Oldenzaal, dan verbaas ik me daar nog ieder jaar over,’ zegt Boerrigter. ‘Het leuke is dat je ook eens mensen in je zaak krijgt die anders niet komen. Kennelijk ligt de drempel tijdens het zomerfeest lager dan bij andere gelegenheden. ‘En’, vult Gerald Keizer aan, je komt altijd bekenden tegen op het feest. Mensen die al jaren geleden vertrokken zijn uit de stad en eigenlijk alleen terugkomen tijdens het carnaval en de Boeskool.’ Het is duidelijk; wat de horeca-exploitanten rond de Markt betreft hoeft er niet gesleuteld te worden aan de formule van de Boeskool is Lös. ‘Houden zo’, zeggen Boerrigter en Keizer uit de grond van hun hart.

I S

L Ö S

‘Het enige waar we ons zorgen over maken is, dat het met name op vrijdag en zaterdag wel eens te druk zou kunnen worden. De Markt waar de artiesten optreden kunnen we niet groter maken. En voor Oldenzalers is de Boeskool nu eenmaal het feest waar je bij moet zijn, waar je voor terugkomt zelfs.’

85


B O E S K O O L

I S

L Ă– S

OLDENZAALSE

KUNSTMARKT Alsof je op Montmartre bent in Parijs, creativiteit zover het oog reikt. Op de Boeskool-kunstmarkt in de Waagstraat kan men precies het kunstwerk vinden dat mooi past bij de gordijnen. Keus genoeg en met de prijzen valt het ook best mee.

86


B O E S K O O L

I S

L Ö S


B O E S K O O L

I S

L Ö S

PREUF & PROOST

WIJNBON

WDIVO EEN MOOI JOR N B OKENUZE SDWI JN VO ORNA EEAR N

MOOI , RONOD NA AOF R ROSE

S WIJ

ROOD

KEUZ E

OF RO SE

Het waren Frans Bult, Danny Kuijpers, Joris ten Wolde, Robert Kötter, Marcel Willemsen en Harm van Vito Luca die in april 2008 de nek uitstaken en de eerste Preuf & Proost op zich namen. Uit elke zaak een kok en twee kelners en Preuf & Proost was een feit. Dat het allemaal anders liep moge duidelijk zijn, maar dat de Boeskool is Lös er een mooi feest bij heeft, staat vast. Nu, in 2010 zijn de meeste scherpe kantjes eraf en lerend uit de twee voorgaande Preuf & Proosten staat er een evenement dat klinkt als een klok. Uit één centrale keuken komen fijne en bijzondere gerechten tegen betaalbare prijzen, worden er vanuit een mooie nostalgische bar uitgelezen wijnen geschonken en is de aankleding van de tuin van het Palthe - Huis erg sfeervol

Voor slech ts

en super gezellig. Het koksteam samengesteld door Joris, en Henri als gastheer met z’n zwarte brigade heten u van harte welkom op deze derde culinaire Preuf & Proost. Dit hadden de mensen van het eerste uur zeker verwacht en zie, Preuf & Proost staat als een huis, met dank aan Danny, Frans en Harm, de vele sponsors en alle vrijwilligers. Preuf & Proost is sinds 2009 een zelfstandige stichting met een eigen bestuur die er voor zorgdraagt dat het evenement nog in lengte van jaren zal plaatsvinden in de tuin van het Palthe Huis tijdens die mooie Boeskooldagen waar menig Tukker kwam en blijft komen. Preuf & Proost is een aanwinst voor de Boeskool is Lös waar het tijdens alle Boeskooldagen uitstekend vertoeven is, lekker even weg uit de drukte en genieten in misschien wel de mooiste tuin van Oldenzaal.

3 munten

keu

ze uit: • Graved lacks met mosterddi crème lle Huis Wijnen: (rood/wit/rose) en liggen in een - Paso el Portillo laan 68 hectare, van El Portillo bes rgte op ± 1200 De wijngaarden van het Andesgebe t voe de aan jaar. ing, wijnstokken is 20 rotsachtige omgev lde leeftijd van de idde rijping gem De . e technieken. De meter hoogte nel itio trad en van moderne nieuwe eiken Een combinatie tanks en deels op in roestvrij stalen C. geschiedt deels peratuur van 12˚ tem te stan con vaten, bij een mitt g 2007 uit - Riesling Dr. Sch t trots de Rieslin serveren wij me Als zoete witte wijn Dr. Schmitt. van top de en, Rheinhess ifornia Rosé en en llo Carlo Rossi Cal ardbeien, framboz

• Anti-pas ti met kn oflook olijv zongedroo en, gde tomaa t, parmah en turksb am rood • Runderc arpaccio met truff en parmez elcrème aanse ka as • Gepoch eerde rode mul filet tomat m


B O E S K O O L

I S

L Ö S


B O E S K O O L

I S

L Ö S

Wim Lasonder: geoliede machine Als geen ander beseft Wim Lasonder, voorzitter sinds 2006 van de stichting de Boeskool is Lös, dat hij en zijn medebestuursleden, die de laatste jaren aantraden, in een op gemaakt bed terecht kwamen. ‘Onze voorgangers in het bestuur en de ondernemers die vanaf het begin hun nek hebben uitgestoken voor het feest, hebben de Boeskool neergezet in Oldenzaal. De organisatie is een geoliede machine, die we graag op gang willen houden.’ Wim Lasonder hoefde er niet lang over na te denken toen hem gevraagd werd de voorzittershamer over te nemen. ‘Als je een zaak hebt in het centrum van Oldenzaal is het niet meer dan vanzelfsprekend dat je de handen uit de mouwen steekt als er een beroep op je wordt gedaan. Dat is nodig als we ons imago van de Glimlach van Twente in takt willen houden. De Boeskool leent zich daar uitstekend voor. Dat is immers een volksfeest voor de stad en ver daarbuiten, waar iedereen van jong tot oud zich kan vermaken.’Met de komst van de nieuwe voorzitter werd bij de organiserende stichting de verjonging van het bestuur min of meer gecompleteerd. ‘Dat is heel soepel gegaan, eigenlijk ongemerkt en voor de continuïteit van het feest is het belangrijk dat er op het juiste moment mensen klaar staan om de rol over te nemen van de bestuurders van het eerste uur. We zijn er als het ware soepeltjes ingerold en weten nu inmiddels hoe de hazen lopen bij de Boeskool.’

De saamhorigheid binnen de gelederen van het bestuur is volgens huidige voorzitter Wim Lasonder de grote kracht van de Boeskool. ‘Dat is altijd zo geweest en nu er sprake is van een verjonging is dat nog zo. Ik merk het bij de vergaderingen, iedereen is een beetje bezeten van het feest en wil er een zo groot mogelijk succes van maken. We denken met ons allen in oplossingen, niet in problemen. Waar gaten dreigen te vallen, springen anderen onmiddellijk in de bres. Dat is heel uitzonderlijk, maar allemaal vinden we dat Oldenzaal het verdient. Daarom doen we het.’

Wat Wim Lasonder betreft hoeft er aan de formule van het zomerfeest nog steeds niet gesleuteld te worden. ‘Wat ons voor ogen staat is een gratis toegankelijk feest voor een zo groot mogelijke groep mensen uit onze eigen stad en daarbuiten. Dat verschilt niet van de filosofie van onze voorgangers en die heeft door de jaren heen bewezen succesvol

90


B O E S K O O L

te zijn. Natuurlijk, er zijn wat elementen bij gekomen of aangepast. Ik denk aan de beachparty, het kinderdorp en de culinaire markt die er bij gekomen zijn. We tornen niet aan de principes van de Boeskool is Lös. Als hij al ergens zorgen over heeft, dan is het over de groeiende kosten van het feest en de insteek om alles gratis voor het publiek toegankelijk te houden. ‘Onze sponsoren

I S

L Ö S

zijn nog steeds enthousiast. Dat is prettig en ik bespeur binnen het huidige bestuur de wil om alles op alles te zetten dat zo te houden. Ik reken er ook op dat de Oldenzaalse ondernemers bereid blijven mee te doen. Nieuwe initiatieven zijn welkom. We staan op de ranglijst van grote evenementen in Nederland nu op de 32ste plaats. Dat kan nog hoger, maar dan moet iedereen er achter blijven staan.’ Vanaf links: Hans Lotgerink, Frank Hermelink, Gert van den Burg, Rob van der Aa, Maurice Nevels, Bas Hesselink, Bas Boerrigter, Peter Seiger, Peter Kamps, Ronny Wolberts. Raymond Aaltink, Hans Dingeldein Knielend: Wim Lasonder, Willem Ensink Ontbrekend op deze foto zijn: Bert ten Tije en Erik oude Mulders

91


B O E S K O O L

I S

L Ö S

Dagelijkse klusjes zijn er volop voor de commissarissen. Zo moeten ieder dag de vlaggen van het podium worden aangepast. ‘Er is altijd een sponsor van de dag en die wil zijn naam natuurlijk uitgebreid terugvinden op de Boeskool. Daarvoor staan wij garant. Verder houden we algemeen toezicht op het feest. Standhouders met problemen staan we terzijde en waar mogelijk lossen we ze op. We werken nauw samen met de politie, vooral als er eens een kind vermist wordt. Dat kan in de drukte altijd voorkomen. In vrijwel alle gevallen sporen we de kleuter op en leveren hem of haar weer keurig af bij de ouders. Van een heel andere orde is het toezicht op de openbare toiletten. We zetten die dingen altijd stevig vast zodat ze niet omgegooid kunnen worden, want ook dat komt voor tijdens de Boeskool.’

v

Ordecommissarissen: onmisbaar Ze hebben een wat streng klinkende titel: ordecommissaris. Maar in de praktijk valt het allemaal erg mee met die strengheid. Niek Lenfert, Denick Scholten, en Leon Groeneveld lopen al wat jaartjes mee met de Boeskool is Lös in Oldenzaal. Zij krijgen dit jaar gezelschap van Mark de Wacht die voor de eerste keer aantreedt als ordercommissaris. Samen met een grote groep vrijwilligers dragen zij bij dat alles op rolletjes loopt tijdens het zomerfeest.

De ordecommissarissen die al wat langer in dienst zijn vinden hun job bijzonder leuk. ‘Je ziet en praat veel met mensen tijdens de Boeskooldagen en met name dat directe contact spreekt ons aan. Bovendien verveelt het feest nooit. Elk jaar is weer anders, ook al blijven de werkzaamheden voor ons in grote lijnen hetzelfde. Er is steeds voldoende afwisseling.

Denk overigens niet te gemakkelijk over de taken van het viertal. Er wordt een flink beroep op hen gedaan. Dat begint al op de dagen die vooraf gaan aan de Boeskool. Dan worden ze ingezet bij het opbouwen van de kraampjes en het versieren van de binnenstad. Dat laatste gebeurt met een groot aantal vlaggetjes. Ook worden ze ingezet bij het ophangen van de verlichting op de Markt.

Belangrijk is echter dat we zonder uitzondering het gevoel hebben dat ons werk gewaardeerd wordt zowel door de bezoekers, de organisatie als door de kraamhouders. Het werk is gewoon leuk omdat we direct bij de Boeskool is Lös betrokken zijn. We beseffen dat we op die manier een steentje bijdragen aan de gezelligheid van Oldenzaal en daar is het tenslotte allemaal om begonnen.’

‘Er is volop te doen in de voorbereiding van de Boeskool’ vertelt Leon Groeneveld. ‘Want alleen met het neerzetten van de kramen zijn we er niet. Het komt nogal eens voor dat die kraampjes op de verkeerde plaats staat of dat er een verkeerd exemplaar ergens is neergezet. Dan komen we in actie.’

92


B O E S K O O L

I S

L ร S

ROUWHORST

Vanaf 1998 verzorgt Dans- en Partycentrum Rouwhorst een totaalconcept van dans en muziek op het Bisschopplein. Een zeer waardevolle aanvulling voor het evenement de Boeskool is Lรถs.

93


B O E S K O O L

I S

L Ö S

handel bedrijven en ze moeten zich aan de tijden van de Boeskool houden, want je hebt er niets aan als halverwege het feest lege plekken ontstaan.’ Frank Hermelink en zijn medewerkers zijn de laatste jaren bezig de Ganzenmarkt steeds meer bij het evenement te betrekken. ‘We streven naar een aansluiting bij het beachvolleybal, zodat er als het ware een rondje ontstaat dat doorloopt tot het podium op de markt.’ Verjonging krijgt vorm Ze vertegenwoordigen de nieuwe generatie in het bestuur van de Boeskoolstichting. Erik Oude Mulders, Frank Hermelink, en Raymond Aaltink. Drie jonge ondernemers die enthousiast ja zeiden toen er een beroep op hen werd gedaan de fakkel over te nemen van de harde kern die de Boeskool is Lös heeft neergezet en heeft laten uitgroeien tot één van de bekendste zomerfeesten in de regio en misschien wel ver daar buiten.

Erik Oude Mulders is verantwoordelijk voor de straatartiesten die hun opwachting maken tijdens de Boeskool. ‘Ze horen echt bij het feest in Oldenzaal,’ stelt hij vast. ‘In januari bezoek ik de artiestenbeurs en bekijk wat het aanbod is dat jaar. Iedere keer sta ik er versteld van wat er allemaal op de markt is. Eigenlijk is iedereen goed, maar we zoeken voor Oldenzaal telkens wel naar wat bijzondere nummers. Originaliteit staat voorop, maar we vinden het ook leuk als de artiesten het publiek betrekken bij hun optreden. Interactief bezig zijn zogezegd. Je ziet dan dat de mensen wat langer blijven staan om te kijken en dat is ook weer goed voor de handel. We proberen ook altijd tot een zo goed mogelijke verdeling van de artiesten over de straten te komen.’

Ze hebben alle drie hun eigen taken en kwijten zich daar uitstekend van. Frank Hermelink bijvoorbeeld houdt zich bezig met de kramerie, zeg maar de straathandel, op de Boeskool. ‘Dat begint al vroeg in het jaar, in februari en maart krijgen we de eerste inschrijvers van buiten Oldenzaal al binnen. Tachtig procent gaat via Internet tegenwoordig en dat is wel zo handig. De winkeliers die langs de route zitten en meedoen hebben uiteraard voorrang bij het verdelen van de ruimte, maar er blijven altijd wel plekken over. In de praktijk kunnen we ieder jaar zo’n 80 tot 100 handelaren van buiten verwelkomen. Uiteraard proberen we zoveel mogelijk variatie in het aanbod aan te brengen, maar dat heb je niet helemaal in de hand. Ook stellen we voorwaarden aan de handelaren van buiten. Natuurlijk moeten ze legale

Erik heeft ontdekt dat er wel degelijk een trend is wat betreft de optredens van de straatartiesten. ‘De stilstaande acts, zeg maar de standbeelden, zijn een beetje uit geraakt de laatste jaren. Nu gaat het er om het publiek mee te laten doen. Muzikanten zijn ook belangrijk. Muziek zorgt voor gezelligheid.’ Raymond Aaltink heeft een vast draaiboek met betrekking tot de kindermarkt. ‘Het moet op de eerste plaats een markt voor de kinderen zijn,’ zegt hij met nadruk.

94


B O E S K O O L

I S

L Ö S

‘Dat is van het begin af zo geweest en dat willen we zo houden. De rommelmarkt draagt er toe bij de ondernemersgeest te ontwikkelen bij de jeugd en dat vinden we als organisatoren belangrijk. Voor de commerciële handelaren is op de kindermarkt geen plek. Het is altijd weer een feest om te zien hoe de kinderen zich presenteren en hun best doen een goed plekje te veroveren. Wie zich ‘s morgens het eerste meldt kan rekenen op een gratis kraam. Dat betekent dat er al om half zes kleine handelaren in de rij staan. Een half uur later is de helft van het aantal beschikbare plaatsen al bezet.’ Oorspronkelijk is de kindermarkt op de Boeskool opgezet om ook de Kortestraat en het laatste deel van de Deurningerstraat bij het evenement te betrekken. Nu is de belangstelling zo groot dat ook de Gasthuisstraat beschikbaar is voor de markt en er zitten tegenwoordig al kinderen op het marktplein. Op een gegeven moment houdt het echter op. Dan zeggen we: ‘vol is vol.’ Behalve met de kindermarkt houdt Raymond Aaltink zich, samen met anderen, ook bezig met het contracteren van de podiumartiesten. ‘Er is langzamerhand een goede formule ontstaan waar we ons de laatste jaren aan houden. Dat wil zeggen dat we op woensdag artiesten hebben voor een breed publiek. Landelijke toppers bijvoorbeeld. Op donderdag streven we er naar mensen op het podium te hebben die het publiek er bij betrekken. Vrijdag is de puur Hollandse avond en de zaterdag is uitgegroeid tot een Oldenzaalse avond. Dan zijn we zo’n beetje onder elkaar met onze stadsgenoten. Ook heel gezellig.’ 2004, één van de vele straatartiesten die aanwezig was tijdens de Boeskool is Lös


B O E S K O O L

I S

L Ö S

GOEDE DOELEN Goede doelen zijn elk jaar weer een welkome aanvulling voor de Boeskool is Lös. Ze geven wat meer variatie aan de braderie. De laatste jaren zijn er o.a. de revue gepasseerd:

Stichting Pater Bernardo Stichting Calcutta Stichting Mali Young Africa Stichting Buna Zuna Stichting Oord Creatief Atelier ’t Bouwhuis Sherp.nl

Dierentehuis Oldenzaal Stichting Alzheimer SOV vereniging Dierentehuis Oldenzaal Vereniging van Rugpatiënten Hart voor Oldenzaal Stichting red levens

96


B O E S K O O L

Creatief Atelier ’t Bouwhuis zorgt al jarenlang onder leiding van mevrouw Steenbeeke voor een kleurige aanblik van kunstwerken in het eerste stuk van de Bisschopstraat. Helaas is mevrouw Steenbeeke tijdens het samenstellen van deze uitgave overleden. Creatief Atelier ‘t Bouwhuis is een atelier van de Twentse Zorgcentra dat zich richt op het bieden van creatieve en

I S

L Ö S

artistieke dagbesteding voor verstandelijk gehandicapten. Het atelier is een bijzondere werkplek voor een ieder die het leuk vindt om creatief bezig te zijn. De verschillende werkzaamheden vinden plaats in een warm en veilig werkklimaat waar goede sfeer voorop staat. We bieden zinvolle dagbesteding op het artistieke en creatieve vlak met de bedoeling de werkstukken te exposeren en te verkopen.

97


B O E S K O O L

I S

L Ö S

Paul Nolten: veiligheid voor alles De Boeskool is Lös van 2010 is niet te vergelijken met het feest van tien jaar geleden, laat staan met het evenement zoals dat begon veertig jaar geleden. Paul Nolten, teamleider handhaving bij de gemeente Oldenzaal, heeft de ontwikkeling sinds 2000 van dichtbij meegemaakt. ‘Vooral waar het de veiligheid betreft zijn de laatste jaren de teugels behoorlijk aangehaald.’ In zijn functie bij de afdeling handhaving heeft Paul Nolten onder andere tot taak het gebruik van de openbare ruimte in Oldenzaal zo goed mogelijk te regelen. Hij moet er ook voor zorgen dat de gebruikers van die ruimte zich aan de regels en afspraken houden. Op die manier begeleidt en adviseert hij namens de gemeente de organisatoren van de Boeskool. ‘Veiligheid is een belangrijk begrip geworden bij de ver-gunningverlening in heel Nederland. Dat gebeurt onder invloed van de rampen die ons land getroffen hebben en waarbij iedereen tot het besef is gekomen dat je niet voorzichtig genoeg kunt zijn met dit soort evenementen. Konden we in het begin alles ten behoeve van de Boeskool nog regelen met een zogenaamde kleine vergunning, tegenwoordig wordt er veel meer gevraagd.’

De gemeente Oldenzaal, en met name de afdeling handhaving, is meer dan toezichthouder tijdens de Boeskool is Lös. ‘We voelen ons wel degelijk ook partner van het evenement, die er alles aan gelegen is alles zo feestelijk mogelijk te laten verlopen,’ weet Paul Nolten, teamleider handhaving van de gemeente. ‘We weten maar al te goed dat de Boeskool Oldenzaal nationaal en misschien zelfs internationaal op de kaart zet. Dan is het niet gepast om als overheid je hakken in het zand te zetten. We denken liever mee met de organisatie, want laten we eerlijk zijn, de Boeskool is een geweldig evenement.’

Volgens Paul Nolten is iedereen gespitst op de veiligheid. Gemeente, politie, maar ook de organisatoren zelf. ‘Als je enkele duizenden mensen op een relatief kleine ruimte bij elkaar brengt, is er sprake van risico’s. Dan kan gemakkelijk de vlam in de pan slaan. We proberen dat met ons allen te voorkomen, maar je hebt niet alles in de hand. Wat mogelijk is wordt gedaan, bijvoorbeeld door te zorgen voor zo weinig mogelijk obstakels. We hebben een goed overleg met de horecamensen over de opstelling van de terrassen

98


B O E S K O O L

en de praattafels. Het streven is daar meer eenheid in te krijgen, dat de terrassen op dezelfde wijze worden ingericht. We zien wel wat het oplevert. Eerdere afspraken over het glasvrij houden van de Markt na zes uur ‘s avonds worden prima nageleefd.’ De teamleider handhaving van de gemeente Oldenzaal kan zich niet herinneren dat er iets faliekant verkeerd is gegaan tijdens de Boeskool. Wel heeft hij zo heel af en toe zijn wenkbrauwen gefronst. ‘We willen de risico’s vòòr zijn, liever wat streng zijn, dan achteraf klachten krijgen is onze

I S

L Ö S

insteek. De contacten van de gemeente en de politie met het bestuur van de Boeskool verlopen overigens altijd bijzonder prettig. De grote lijnen, waarlangs het feest verloopt zijn bekend, maar ieder jaar zetten we toch even gezamenlijk de puntjes op de i. Dat gaat heel ontspannen, de organisatie werkt met veel vrijwilligers die zonder uitzondering hard werken en het beste voor hebben met het evenement. Toch beseft iedereen heel goed dat je het bepaald niet op z’n Jan Boerenfluitjes kunt afdoen. Het is een professioneel gebeuren en zo zien alle partijen het ook.’

99


B O E S K O O L

I S

L Ö S

BOESKOOL HOES 2007 2008

Dit jaar veertig jaar de Boeskool is Lös. De geschiedenis van een bijzonder evenement, waar RTV Losser-Oldenzaal in 2007 en 2008 middels het Boeskoolhoes een opvallende bijdrage aan mocht leveren: de ontwikkeling van een lokaal mediaspektakel. Maart 2007: een managementteam-vergadering bij RTV Losser-Oldenzaal, de lokale omroep van Losser en Oldenzaal. Onderwerp van gesprek was de manier waarop de omroep zich wilde presenteren op de grote evenementen in haar uitzendgebied gedurende de zomer. In een overmoedige bui werd voorgesteld om de (on)mogelijkheden en financiële haalbaarheid te onderzoeken van de eerste (!) lokale versie van het Glazen Huis van 3FM tijdens de Boeskool is Lös 2007. In eerste instantie werd gedacht aan ‘gewoon’ een paar dagen plaatjes draaien voor een goed doel in een zelf gemaakt ‘Boeskool Huis’: een mooie manier om de mogelijkheden van de omroep te laten zien. Gaandeweg werd de werkgroep die het project onderzocht steeds enthousiaster.

Daarmee werd de lat telkens hoger en steeds dichter bij het niveau van het landelijke Glazen Huis gelegd: een portacabins dorp, trussconstructie met televisieschermen, live-tv, live streaming website, SMS-tickertape, cameracontact met het hoofdpodium, telefoonteams, veiling, niet-etende dj’s onder doktersbegeleiding, etcetera. De scepsis, die de groep eerst intern en later ook extern te verduren kreeg, daagde de groep alleen maar verder uit. Ze merkte namelijk ook dat het idee bij minstens zoveel vrijwilligers en ondernemers wel in zeer goede aarde viel. In samenwerking met Marcel Willemsen van Reclamebureau Markt & Media werd de naam ver-Twentst, het bekende logo ontwikkeld en in mei gaf het bestuur van de omroep groen licht voor deze vrijwel onmogelijke opdracht. We moesten in ongeveer tien weken met grotendeels vrijwilligers en vrijwel geen middelen iets opzetten waar landelijk tientallen betaalde krachten met een fors budget en maanden voorbereiding voor nodig waren geweest. Maar wij waren vastberaden: het Boeskool Hoes 2007 zou er komen! De aanloop naar het eerste Boeskool Hoes was een van de drukste, maar ook meest uitdagende en leerzame periodes in mijn leven. Vele weken lang met 100+ uren begonnen resultaten op te leveren. Stuk voor stuk werden de hobbels genomen en de contouren van het huis werden steeds

100


B O E S K O O L

duidelijker zichtbaar. Dankzij de enorme en enthousiaste inzet van vele tientallen vrijwilligers, de krachtige ondersteuning van een grote groep ondernemers en de uitstekende medewerking van het bestuur van de Boeskool is Lös, 3FM, de Cogas en de gemeente Oldenzaal, kon het Boeskool Hoes 2007 uiteindelijk worden gerealiseerd. Toen na tientallen weken van hard werken het ingepakte huis in de stadhuistuin spectaculair met een kraan geopend werd, en daarmee zorgde voor de grootste opkomst bij de opening van de Boeskool is Lös ooit, begon het grote genieten. De eerste lokale variant op het Glazen Huis werkte en iedereen leefde vier dagen en nachten mee met de dj’s Bennie, Bert en Margot. De omroep was een kleine week het kloppend mediahart van de Boeskool is Lös en de regio en er werd uiteindelijk bijna 20.000 euro opgehaald voor de goede doelen. Om een lang verhaal kort te maken; smaakte dit succes naar meer en dus ging RTV Losser-Oldenzaal, ditmaal in samenwerking met TV Enschede FM, in 2008 opnieuw de uitdaging aan. Na wederom een geslaagd Boeskool-Hoes ontving het goede doel, ditmaal de Stichting Twentsewens

I S

L Ö S

Ambulance, zowaar een echte ambulance uit handen van de dj’s!! Het Boeskool Hoes 2007 en 2008: twee grensverleggende en onvergetelijke mediaspektakels die met trots onlosmakelijk verbonden zijn met de rijke geschiedenis van de Boeskool is Lös, een van de beste evenementen van Nederland. Veel succes en op naar de volgende veertig jaar! Flip van Willigen, projectleider Boeskool-Hoes 2007 en 2008

101


B O E S K O O L

I S

L Ö S

Hans Dingeldein en de artiesten Hans Dingeldein heeft altijd wel iets met muziek gehad. Als discjockey in de voormalige Jumbo-dancing zette hij zijn eerste schreden op het pad dat hem later de rol van microfonist op de Boeskool is Lös zou opleveren. Hij doet het inmiddels al weer zo’n jaar of tien en de zenuwen die hij moest overwinnen in het eerste jaar dat hij de taak overnam van Hans ter Stege zijn inmiddels ruimschoots overwonnen.

Het is maar een paar meter lopen, maar in de praktijk blijkt het onmogelijk de artiesten die optreden op de Boeskool is Lös te voet van het ontvangstadres hotel ter Stege naar het podium op de markt te laten gaan. ‘Ik weet zeker dat we niet over zouden komen als we lopend zouden gaan,’ weet microfonist Hans Dingeldein zeker. ‘Zo druk is het op dat stukje straat. Wat we doen is dat we de artiest in de auto zetten en vervolgens via een vaste route naar de achterkant van het podium brengen. Daar kan hij of zij dan gemakkelijk naar boven komen. De terugweg is natuurlijk dezelfde.’

Hij weet het nog als de dag van gisteren. Met enigszins bibberende knieën stond hij ‘s avonds op het immense podium op de Markt om de opkomst van Jan (toen nog Jantje) Smit te begeleiden. ‘Je staat dan wel naar een plein te kijken waar zich zo’n 10.000 mensen hebben verzameld,’ schildert Hans Dingeldein de situatie. ‘En die kijken je allemaal vol verwachting aan. Achteraf gezien ging het die eerste keer vrij goed en daarna natuurlijk steeds beter.’ De rol van de speaker op de Boeskool blijft overigens niet beperkt tot die van aankondiger van de artiesten. ‘Je bent ook gastheer voor die mensen. In het voorgesprek bepalen we samen meestal hoe de act aangekleed wordt, of er een toegift wordt gebracht en meer van die dingen. Meestal namen de artiesten daar ook ruimschoots de tijd voor, behalve als ze toevallig een zomerhit hadden gescoord. Dan is het tijdschema vooral erg krap en vliegen ze van de ene voorstelling naar de andere. Doorgaans hebben ze een half uur voor een optreden gepland en daar moet het dan ook bij blijven.’ Door de jaren heen heeft Hans Dingeldein heel wat artiesten zien komen en gaan in Oldenzaal. ‘Jan Keizer heb ik twee maal ontmoet.

102


B O E S K O O L

De eerste keer dat hij optrad regende het pijpenstelen en viel zijn optreden een beetje in het water, de tweede keer was een veel groter succes. Jeroen van de Boom is een bijzonder innemende gast, net als Jannes bijvoorbeeld en Jacques Herb die ik allemaal heb mogen aankondigen in Oldenzaal. Tot nu toe heb ik ervaren dat ze zonder uitzondering erg enthousiast zijn over hun optreden op de Boeskool. Het podium is groot, zodat ze goed uit de voeten kunnen en het sfeertje op de Markt is altijd bijzonder goed. Dat draagt allemaal bij aan de stemming. ’Naast de aankondiging van de artiesten heeft Hans Dingeldein de laatste jaren ook de zorg voor het Rabokinderdorp. ‘Dat is een waardevolle toevoeging gebleken aan de Boeskool en daarom hebben we het spektakel behoorlijk uitgebreid met blaasattracties en kermisspullen. Ouders moeten het gevoel hebben dat ze hun kinderen op het Plechelmusplein en tegenwoordig op het Bisschopplein veilig een uurtje of langer alleen kunnen laten zodat ze zelf de Boeskool op kunnen.’

103

I S

L Ö S



B O E S K O O L

I S

MET DANK AAN Met dank aan:

Reclamebureau Markt & Media Oldenzaal Gemeente Oldenzaal Koninklijke Grolsch bierbrouwerij

Fotografie:

Frans Wienk Carlo ter Ellen Jan Kienhuis Reinier van Willigen Toma Tudor Jan Flits Marco Kuipers De Twentsche Courant Tubantia Stadsarchief Enschede

Teksten:

Jos Knaap

Vormgeving:

Reclamebureau Markt & Media Oldenzaal Mark Beernink

Druk:

Drukkerij Lotgerink Oldenzaal B.V.

Samenstelling:

Hans Dingeldein Hans Lotgerink

Oldenzaal, 7 augustus 2010.

L Ă– S





Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.