AWM 26

Page 1

de architectuur voorbij

nummer 26 4e jaargang mei 2009 — ₏ 13,75

Architectenweb Magazine Provocatief Neues Museum Integraal Watertoren Stedelijk Stadsdeelkantoor Zuideramstel Concept Transformer Draagconstructie Bostoren Natuurlijk Biomimicry Product Sanitair Interview Crimson Architectural Historians


The Floor is Yours

Tapijttegel Pallas 8301

Natuur stuurt architectuur Desso staat volledig achter de filosofie van cradle-to-cradle. Duurzaamheid heeft voor ons alles te maken met: in balans leven met het leven! Desso staat in dialoog met de wereld. Natuur en architectuur beïnvloeden elkaar. En ons. Dit leidt tot pure vernieuwingen in de Desso tapijtcollectie. Wij feliciteren Architectenweb Magazine met de vernieuwde bladformule. Desso verwelkomt alle aandacht voor duurzaamheid, kwaliteit en stijl.

Desso BV | T +31 (0)416 34 20 05 | service-nl@desso.com | www.desso.nl


:kYeIl^c &'% ÈOGÉ

9Z Èdco^X]iWVgZÉ 9jXdIl^c &'% ÈOGÉ XdbW^cZZgi cVijjga^_`Z kZci^aVi^Z Zc Wj^iZcodclZg^c\ ^c c jc^Z` \ZkZahnhiZZb! YVi kVc ZZc YZbe^c\bdjhhZ kddgo^Zc ^h# >YZVVa Yjh kddg egd_ZXiZc bZi \Zaj^YhWZaVhi^c\# 7^_ YZ hidgbkVhiZ È;^mÉ j^ikdZg^c\ Wa^_[i ]Zi YdZ`! ZZcbVVa V[\ZgdaY! Wgj^`WVVg W^_ l^cYhidiZc idi l^cY`gVX]i &%#

mmm$ZkYe$[k

C6IJG6A 8DB;DGI >CH>9:

KZci^aVi^Z Zc odclZg^c\ ^c c hnhiZZb


Weerspiegeling Onder is ook boven, bij de door SeARCH ontworpen Bostoren in Putten. Het landschap wordt weerspiegeld in de platen aan de onderzijde van het uitkijkplatform. Lees meer over het project in het hoofdstuk Techniek op p116. FotograďŹ e Rien Lous/DAPh



In dit nummer

6 — AWM 26

26 A

Colofon AWM Architectenweb Magazine #26 AWM verschijnt acht maal per jaar ISSN 1877-8690 Redactieadres Architectenweb B.V. Postbus 394 1400 AJ Bussum tel 035 692 08 74 fax 035 692 26 78 info@architectenweb.nl www.architectenweb.nl Uitgever Michiel van Raaij mvr@architectenweb.nl Hoofdredacteur Jeroen van Oostveen jvo@architectenweb.nl Redactie Robert Muis rm@architectenweb.nl Marjoleine van Schaik mvs@architectenweb.nl Ronnie Weessies rw@architectenweb.nl Linda Zenger lz@architectenweb.nl Eindredactie Paul Poley Medewerkers aan dit nummer Lujzika Adema van Kooten, Merel Dirkx, Eric Frijters, Esther van Velden, Roel Griffioen, Olv Klijn, Sjoerd Reitsma en Karin Roelofse Grafisch Ontwerp Solar Initiative Drukkerij Tesink Advertenties Martijn Postmus, Guido Mensink tel 035 69 20 874

sales@architectenweb.nl Abonnementen Losse nummers € 13,75 Jaarabonnement (8 nummers) € 96,– Nabestellingen € 15,90 per nummer (incl. BTW en verzendkosten) Alle prijzen zijn onder voorbehoud van prijswijzingen. Het abonnementsgeld dient bij vooruitbetaling te worden voldaan. Voor de betaling ontvangt u een factuur. Abonnementen kunnen per nummer ingaan en worden zonder tegenbericht automatisch verlengd. Opzeggen dient schriftelijk te gebeuren bij Architectenweb.nl, minimaal vier weken voor de verschijningsdatum van het laatste nummer van uw abonnement. Adreswijzigingen dienen schriftelijk te worden doorgegeven. Wet op de persoonsregistratie Wij maken u erop attent dat wij enkele door u als abonnee verstrekte gegevens, zoals naam, adres en telefoonnummer, hebben opgenomen in ons gegevensbestand. Vrijwaring Uitgever en auteurs verklaren dat dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld, Evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook. © 2009 — Architectenweb B.V. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen en/of op enigerlei wijze worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van Architectenweb B.V. Coverfoto Rien Lous/DAPh

Architectuur

16—19 Korte berichten 20—25 Stadsdeelkantoor Zuideramstel Amsterdam, Claus en Kaan Architecten Op de Zuidas heeft CKA een stadsdeelkantoor met woningen ontworpen 26—27 Warm en koud 28—33 Ministerie van Financiën Den Haag, Meyer en Van Schooten Architecten 34—37 Transformer Seoul, Zuid–Korea, AMO

PM

Product en Materiaal

44—49 Korte berichten 50—53 Them@gazine sanitair Composietmaterialen combineren praktische voordelen met een diversiteit in uitstraling. In badkamerdesign worden ze steeds vaker toegepast in badkamerdesign 54—55 Branchevreemd 56—60 Materia: Biomimicry De natuur biedt een haast onuitputtelijk reservoir aan oplossingen die kunnen dienen als inspiratiebron voor architectuur


7 — AWM 26

76—8 Crims ‘De ar is gee dienst verlen

EP

Economie en Praktijk

96—97 Korte berichten 98—101 Het Auteursrecht van de Architect Het intellectueel eigendom van architecten moet beschermd worden. Hoe zit het precies met het auteursrecht van de architect? 102—105 Kredietcrisis De crisis is onontkoombaar. Wat is voor architecten de beste manier die het hoofd te bieden?

20—25 Stads Zuide Claus

106—108 Printen in 3D De techniek is niet nieuw, maar het wordt steeds aantrekkelijker voor architecten om een maquette in drie dimensies te laten printen

T

Techniek

114—115 Korte berichten 116—117 Winkelpand en appartementen Breda, LodeHavermans Architecten

Cultuur en

Duurzaamheid

CM Maatschappij

D

66—69 Korte berichten

86—89 Korte berichten

70—75 Neues Museum Berlijn, Duitsland, Chipperfield Architects

90—91 Warmte-koudeopslag WKO is een steeds vaker geziene vorm van energiewinning

Interview

92—95 Watertoren Bussum, Vocus Architecten Het Bussums Watertorencollectief werkt aan het duurzaamste kantoorgebouw van Nederland

I

76—81 Crimson — ‘De architect is geen dienstverlener’

118—123 Bostoren Landgoed Schovenhorst, SeARCH In het Driecontinentenbos staat een indrukwekkende stalen constructie waarlangs bezoekers een verticale boswandeling kunnen maken 124—125 Metro West Light Rail Bridge Dublin, Ierland, Buro Happold De ranke constructie van de stalen Metrobridge zal opgaan in het natuurlijke landschap van de Liffey Valley (Ierland) 126—131 Blob–to–box, Haus für Musik und Musiktheater Mumuth, Graz, Oostenrijk, UNStudio


Met Met Alcoa Alcoa Architectuursystemen Architectuursystemen maakt maakt u u geschiedenis geschiedenis door door aan aan de de toekomst toekomst te te bouwen bouwen Aluminium Aluminium systemen systemen voor voor ramen, ramen, deuren, deuren, serres serres en en gevels gevels

Harderwijk Harderwijk

tel. 0341-464611 tel. 0341-464611

www.alcoa-architectuursystemen.nl www.alcoa-architectuursystemen.nl


Gefeliciteerd! met de vernieuwde AWM

Namens alle hoofdsponsors van Architectenweb

Building Value


www.metalcladding.nl www.metalcladding.nl Profielbekleding Profielbekleding Cassettesystemen Cassettesystemen Plankprofielen Plankprofielen Keramisch Keramisch FelsFels- en en klikdaken klikdaken Losagnes Losagnes Kolombekleding Kolombekleding Extrusie Extrusie Hydroforming Hydroforming Roestvast Roestvast staal staal gaas gaas Roestvast Roestvast staal staal tegels tegels

ETAL C CLADDING LADDING S SYSTEMS YSTEMS BB..VV.. METAL FELICITEERT FELICITEERT A ARCHITECTENWEB RCHITECTENWEB AWM MET MET DE DE VERNIEUWDE VERNIEUWDE AWM


A@W

Kortrijk Xpo 7-8 mei 2009 4°editie - 13.00 - 20.00

Foire Internationale de Liège (F.I.L.) 4-5 juni 2009

ARCHITECT @WORK

1°editie - 13.00 - 20.00

Organisatie: Kortrijk Xpo T 0032(0)56 24 11 11 office@architectatwork.be

Main Sponsor

architect meets novelties

09

Totaalevenement met productinnovaties exclusief voor architecten, ingenieursbureaus, interieurarchitecten, interieurvormgevers en andere voorschrijvers

In samenwerking met NAV - BVA - AINB - Orde van Architecten - ORI Orde van Architecten Ordre des Architectes

- Toonaangevende VAKBEURS met innovaties van meer dan 250 fabrikanten en exclusieve verdelers - Strenge selectiecriteria voor een ongeëvenaard aanbod - SEMINARS ‘Metaal en Architectuur’ - EXPOSITIE ‘Heavy Metal’ Selected by MATERIA - NETWORKING in een exclusieve, professionele sfeer - UNIEKE BEURSLAY-OUT by CREATIVE FO(U)R

WWW.ARCHITECTATWORK.BE Registreer voor gratis toegang op www.architectatwork.be met code 18236


A l l- i n duur z a a m e n v e e lz ij d ig

!" !! $ ! " $ !" !" #% ! " % !" $ # & !! " # !! $ & " !" $ " ! !" # " ! $ !" ! " $ "%

Nieuw

n de collectie

' ( !" !! $ " " " & $ " $ " ! " " $ " $ ! $ $ ! $ " " ' ( !" !! $ " " " $ " % " "## % & " $ # "$ ' #" " ( !" !! $ " " # $ $ Plastica Plaat B.V. | Industrieweg 92 | 5145 PW Waalwijk | Postbus 180 | 5140 AD Waalwijk Tel. +31(0)416 67 24 00 | Fax +31(0)416 67 24 90 | info@plastica.nl | www.plastica.nl


VANKAN|Postkasten & Bellentableaus >

www.vankan-dronten.nl


GEZE inspireert! Met passie, gedrevenheid en hoogwaardige techniek werken wij dagelijks aan de techniek van morgen. Van inspirerende designs en slimme producten tot en met praktische oplossingen voor het openen en sluiten van ramen en deuren. Producten die zich naast functionaliteit ook onderscheiden door hun vormgeving. GEZE verstaat de kunst van het creĂŤren. Ontdek GEZE en bezoek ons tijdens de beurs Architect@Work: in Kortrijk op 7 en 8 mei, standnummer 67, modulenummer 67/68 of in Luik op 4 en 5 juni, modulenummer 128. Of bel voor meer informatie 0800 23004 of kijk op www.geze.be

innovatie in raam- en deurtechniek


Maatwerk: Concerto Conservatorium, Amsterdam Architecten Cie, Amsterdam

licht + felicitaties

www.dijkstra.com


16 — AWM 26

Architectuur DEVENTER

Pakhuizen om in te wonen In een uitbreidingswijk van Deventer staan twaalf ritmisch gearrangeerde houten huizen. De pakhuisachtige woningen zijn ontworpen door het bureau Min2 bouw-kunst uit Bergen.

De woonhuizen vormen een opvallend gezelschap in Spikvoorde, een uitbreidingswijk aan de rand van Deventer, gerealiseerd naar het stedenbouwkundige ontwerp van BDP.Khandekar. De twaalf vrijwel identieke woningen zijn gerangschikt in twee verspringende reeksen van zes. Ogenschijnlijk zijn de gebouwen vrijstaand, maar in werkelijkheid zijn ze aan elkaar gekoppeld via een brede onderbouw, waarin de garage, woonkamer

Foto Erik Boschman

A

en keuken zijn ondergebracht. Voor het ontwerp liet Min2 zich inspireren door een monumentaal en zwaar pakhuis in Deventer. In geabstraheerde vorm komen veel karakteristieke elementen van dit markante voorbeeld in het ontwerp terug, zoals de dubbele zeskantige erkers, de zogenaamde bay windows en het driehoekige dak. Net als bij het pakhuis dat model stond, wordt in Spikvoorde de suggestie gewekt dat elk woonhuis uit een stuk gemaakt is. De gevels zijn grotendeels uitgevoerd in vurenhout. Daar waar hout niet toegepast kon worden, hebben de ontwerpers met andere materialen de eenheid bewaard. Zo bestaat het dak uit keramische pannen in dezelfde kleur als de gevels. De pakhuistypologie komt vaker voor in het oeuvre van Min2. Al twee keer eerder koos het bureau bij woningbouwprojecten voor een robuuste entrepotvormgeving: in 2001 ter gelegenheid van de Gewild Wonen Expositie in Almere een aantal jaar later op grotere schaal in het nabijgelegen Heldenhof. (RG)


17 — AWM 26

Beeld NL Architects

A

Architectuur Korte berichten

TAIPEI

De tafel van Tapei Is het mogelijk een door en door publiek gebouw te ontwerpen? Dat vroeg NL Architects zich af tijdens het ontwerpen van het Taipei Performing Arts Center. De inzending van het Nederlandse bureau voor de internationale prijsvraag

is een ultieme poging om deze vraag met ‘ja’ te beantwoorden. Want hoe is een gebouw nog toegankelijker te maken, dan door er een plein in te plaatsen? De prijsvraag is gewonnen door OMA, maar de inzending van NL Architects oogstte veel lof in Taiwan vanwege de spectaculaire organisatie. De grondvorm van het gebouw is een open blok van 110 bij 80 meter en een hoogte van 64 meter. In zekere zin is het ontwerp van NL Architects een kubistische variatie op de Grande Arche in Parijs. Net als bij dit iconische kantoorgebouw in de zakenwijk La Défense is het

programma gestapeld tot een tafelvorm. Vier ‘poten’ ondersteunen een ‘tafelblad’ van drie verdiepingen. De belangrijkste programmatische elementen, de drie theaters, bevinden zich op verschillende hoogten in de tafelpoten. Het tafelblad is volgens de architecten een ‘browsing space in the sky’. Daarin zijn verschillende culturele faciliteiten ondergebracht, zoals een multimediabibliotheek, muziekwinkels en galerieën. Ook de onvermijdelijke clubs, restaurants en cafés bevinden zich in dit plateau – geheel conform de ongeschreven horecawet ‘uitzicht staat gelijk aan omzet’. (RG)


MIAMI

Golvende zuilen van Wanders Gouden klokken met klepels in de vorm van kroonluchters, spierwitte vloeiende cannelures en zwart- en roodgekleurde barokke meubelstukken; het interieur van het Amerikaanse Mondrian South Beach Hotel, ontworpen door de Nederlandse duizendpoot Marcel Wanders, is alles behalve standaard. Het complex, bestaande uit 335 studio’s, een- en tweepersoons hotelkamers en penthouses, ademt een chique, bijna theatrale sfeer. De loft-achtige kamers worden gekenmerkt door licht en openheid, waarbij de door Wanders gekozen kleuren grijs, goud, zwart, bruin, wit en blauw zorgen voor een romantische en warme uitstraling. De donkere houten vloeren verenigen bovendien de afzonderlijke slaap-, eet- en woongedeeltes binnen en buiten tot één geheel. Bijzonder zijn de kristallen kroonluchters die dienst doen als douchekop en de muren in de keukens die betegeld zijn met op maat gemaakte Delftse tegels, voorzien van motieven die typerend zijn voor Miami Beach. Het in 2008 geopende hotel heeft eenzelfde sprookjesachtige insteek als de door Philippe Starck ontworpen designhotels. Het Mondrian South Beach is met een vijfsterrenrestaurant, zonsondergangbar, twee zwembaden, een spa, fitnessruimte, roomservice en jachthaven zeer exclusief te noemen. Na het Lute Suites in Ouderkerk aan de Amstel is dit het tweede designhotel van de hand van Wanders. Een derde hotel van Wanders zal naar verluidt in 2010 geopend worden in Las Vegas. (EvV)

GRAZ

Optisch spel in Oostenrijk Zonder twijfel is ‘Frog Queen’ het meest curieuze kantoorpand van de Oostenrijkse stad Graz. Het gebouw, ontworpen door het deels Oostenrijkse, deels Delftse architectenbureau SPLITTERWERK, is een ode aan de optische illusie. Frog Queen lijkt zo uit een computerspel te zijn gevallen. Op een afstand ziet de kijker een blok vol pixels, in verschillende grijstinten. Van dichtbij blijkt het te gaan om de gevel van een gebouw, bestaande uit aluminiumplaten met vreemde grafische motieven in simpel zwart en wit. Grijs komt er niet aan te pas. Frog Queen huisvest verschillende ingenieurbureaus en een testruimte voor

machinetechniek. Niet alleen de gevel, ook het interieur is misleidend. De entree wordt gevormd door een ruimte vol spiegels die via een automatisch bestuurde lift naar de foyer op eerste verdieping leidt. Pas daar treft men de receptie. Dan wacht de volgende verassing: de kubus die van buiten massief leek, is in werkelijkheid rond een groot en met licht overgoten atrium georganiseerd. Ook bij binnenkomst van het kantoorgedeelte moeten de ogen even wennen. Rond de vensters zijn muurvullende afbeeldingen van landschappen aangebracht, die de suggestie wekken dat je weer buiten staat. Ook dit behang blijkt illusionistisch, het blijkt van dichtbij opgebouwd uit ingewikkelde patronen van stippen en cirkels. SPLITTERWERK speelt hetzelfde optische spel als de impressionistische schilders in de negentiende eeuw, zij het vertaald naar het digitale tijdperk. (RG)

Foto Paul Ott Photografiert

Foto Mondrian South Beach

18 — AWM 26


19 — AWM 26

Foto Peter Guenzel

A

Architectuur Korte berichten

ONDERZOEK

UNStudio wil meer kleur in de stad UNStudio constateert een groeiende homogeniteit in de kleuren van de stad. Om al het grijs en bruin een halt toe te roepen, pleit het bureau van Ben van Berkel en Caroline Bos voor het gebruik van meer kleur in de stedelijke omgeving. Voorwaarde is wel dat kleur op een intelligente en betekenisvolle wijze wordt toegepast. Er is zo langzamerhand een taboe ontstaan op kleur, vinden Van Berkel en Bos, of beter gezegd: architecten besteden er nauwelijks aandacht aan. Het merendeel gebruikt vormstudies als basis voor een stedenbouwkundig plan of gebouw. Voor de oorzaak gaat het duo terug tot de kunstdebatten tijdens de Renaissance. De lijn, die als rationeel werd beschouwd, won het van de kleur, waaraan altijd ‘emotie’ is verbonden. Ook wijst de directie van UNStudio op de invloed van Le Corbusier, voor wie wit zuiverheid betekende en dus boven echte kleuren geprefereerd diende te worden. Die rationaliteit leidt volgens Van Berkel tot homogene, ‘neutrale’ steden. Met als gevolg dat de mensen die er leven zich niet meer verbonden voelen met hun omgeving. Kleur kan dit op verschillende manieren voorkomen, zo stelt UNStudio in een verkennend onderzoek voor verfproducent Akzo Nobel. Ten eerste is kleur een ‘cultural connector’, die de identiteit van een plaats weergeeft. Daarbij spelen het lokale klimaat en de omgeving een rol. Een voorbeeld is het door UNStudio zelf ontworpen Agoratheater in Lelystad, waarin de variatie in gevelkleuren een weergave vormt van het kleurenspel tussen de wolken en het IJsselmeer. Het bureau noemt dit een betekenisvolle en dynamische toepassing van kleur in de stad. Het theater is ook een voorbeeld van de tweede functie die kleur in een stad kan vervullen, die van ‘urban activator’. Het Agora laat met zijn opvallende kleur zien dat het een bijzonder gebouw is. Het bouwwerk riep overigens door zijn uitge-

sproken kleuren zowel bewondering als afschuw op. Volgens Van Berkel werden voor- en tegenstanders verbonden door de controverse, in de zin van we hebben het toch maar aangedurfd. De laatste functie van kleur is die van ‘public attractor’, zegt UNStudio. Kleur kan, mits op intelligente wijze toegepast, een plek aantrekkelijker maken. Om bij het Agoratheater te blijven: dit vormt qua verschijning het tegenovergestelde van de als saai en beklemmend ervaren

bebouwing in Lelystad. Onderdeel van de lokfunctie is ook ‘way finding’. Kleur kan routes aangeven of ruimtes in een gebouw van elkaar onderscheiden. De prestudie valt samen met een peiling die eveneens in opdracht van AkzoNobel is verricht. Hieruit blijkt dat 49 procent van de Nederlanders vindt dat er meer kleur in de stad moet komen. Volgens 64 procent dragen kleurrijke gebouwen bij aan de aantrekkelijkheid van de stedelijke omgeving. (RW)


20 — AWM 26

Robuuste kantoorachitectuur Stadsdeel Zuideramstel is recentelijk in zijn nieuwe huisvesting getrokken. Claus en Kaan Architecten heeft een stedenbouwkundig ensemble ontworpen dat bestaat uit een ruimtelijk en flexibel kantoor en zeer extraverte woningen. Tekst Eric Frijters Fotografie Christian Richters


A

Architectuur Stadsdeelkantoor Zuideramstel Claus en Kaan Architecten

21 — AWM 26


22 — AWM 26

Tot voor kort was stadsdeel Zuideramstel gehuisvest in drie afzonderlijke gebouwen. Vanaf heden kunnen burgers voor alle diensten, zoals het halen van een paspoort of het sluiten van een huwelijk, terecht in één overzichtelijk gebouw. De nieuwbouw van het stadsdeelkantoor vond plaats in een periode waarin veel gediscussieerd werd over het bestaansrecht van de stadsdelen. De onzekerheid over het voortbestaan van het stadsdeel is dan ook meegenomen in het ontwerpproces. Claus en Kaan Architecten werd gevraagd een duurzaam gebouw te ontwerpen met een flexibel casco en vrij indeelbare verdiepingen.

ENSEMBLE Het ontwerp van Claus en Kaan bestaat uit twee gespiegelde L-vormige bouwdelen, met een parkeergarage eronder. In het ene bouwdeel is het Stadsdeelkantoor gehuisvest. In het andere zijn 56 appartementen ondergebracht, waarvan 18 sociale huurwoningen en 38 koopwoningen. Samen omarmen de bouwblokken een semiopenbaar binnenhof. Het nieuwe

— Het beton heeft de uitstraling van natuursteen stadsdeelkantoor is bijzonder goed ontsloten, door de situering aan de ringweg A10 en de nabijheid van Station RAI. De prominente ligging stelt evenwel eisen aan de stedenbouwkundige uitgangspunten. Er is voor gekozen niet aan de sluiten bij de strokenbouw in de directe omgeving. Daarmee is het ontwerp niet een beëindiging van een woonwijk, maar eerder het begin van de ontwikkeling aan de Zuidas. Dat bewustzijn is tot op het gebouwniveau doorgevoerd. Vanuit het besef dat het overgrote deel van de bebouwing aan de Zuidas hoger zal zijn dan het stadsdeelkantoor, is er bijzondere aandacht uitgegaan naar het beeld van de daken van beide gebouwen. Zo zijn de gebruikelijke dakopbouwen voor installatietechniek nu binnen de volumes opgelost.

PI Ondanks dat de afzonderlijke bouwdelen onderdak bieden aan verschillende functies, kiest Claus en Kaan Architecten voor een eenduidige gevelopbouw. Het publieke gezicht van het ensemble wordt gekenmerkt door een regelmatig patroon van grote vierkante vensters. Het patroon van de betongevel oogt rigide, maar ook overtuigend. De zeer fijne en gladde structuur van het beton geeft het de uitstraling van natuursteen en bezorgt het bovendien een zekere ‘aanraakbare kwaliteit’, aldus Jaap Gräber, partner bij de Amsterdamse vestiging van Claus en Kaan Architecten. Bijkomend voordeel van de toepassing van prefab betonnen liggers was dat de gevel van het stadsdeelkantoor dragend kon worden uitgevoerd. Samen met twee stabiliteitskernen, waarin trappen en liften zijn opgenomen, vormt de gevel de hoofddraagconstructie van het gebouw. De gevelelementen hebben de vorm van de Griekse letter pi (π). Behalve dat het een humoristische toespeling is op de naam van de supervisor van het Zuidasproject (Pi de Bruin), zorgt de herhaling van het element ook voor een rustig en regelmatig gevelbeeld.

AMSTERDAMS HOF Tegenover de open gevels grenzend aan de openbare ruimte, staan de gesloten gevels aan het binnenhof. Het motief voor deze keuze vindt Claus en Kaan in de omkering van het Amsterdams hof. Historisch gezien kenmerkt deze zich door een relatief gesloten buitengevel en extraverte gevels aan het binnenhof, waarvan de wanden veelal wit gestuukt waren. De toegang tot het gemeenschappelijke binnenterrein heeft de architect met opzet beperkt. Zowel vanuit de woningen als vanuit het kantoorgebouw zijn er geen toegangen tot de hof gerealiseerd. De ruimte is in beheer van het stadsdeel, waardoor de collectieve buitenruimte voor de bewoners het karakter heeft van een openbaar park. De binnentuin is overdag openbaar toegankelijk voor publiek, ´s avonds zijn de toegangshekken gesloten. Een beeld van een enorme, met bladgoud bedekte duif van kunstenares Marte Röling, versterkt de beleving dat het om publieke ruimte gaat.

Het rigide doordenken van het stedenbouwkundig concept tot op het niveau van de architectuur heeft op dit punt geleid tot een wonderlijke tegenspraak. Daar waar de woningen in het bouwblok aan het luwe binnenhof zijn gesitueerd, hebben de leefruimtes nauwelijks een relatie met het hof. De architect kwam tot deze keuze vanuit de wens het hof een besloten en sereen karakter te geven. Vanuit het stedenbouwkundig concept kan die beslissing rekenen op begrip, maar op het niveau van de individuele woningen is de keuze kwetsbaar. De woningen zijn geen van allen voorzien van balkons en beschikken over relatief kleine gevelopeningen aan het hof. Voor de grotere, tweezijdig georiënteerde woningen is dit wellicht acceptabel. Bij de kleinere woningen, die enkel op het hof zijn georiënteerd, komt de kwaliteit van de woningen in gevaar.

OPENHEID VAN BESTUUR De opengewerkte gevels in het stadsdeelkantoor brengen op een geloofwaardige wijze de transparantie van het openbaar bestuur tot uitdrukking. Dit gebaar wordt in het interieur gecontinueerd. Meteen bij binnenkomst wordt de bezoeker geconfronteerd met de raadszaal. Enkel afgescheiden door een vrij hangende glazen wand is de raadszaal alleen akoestisch van de entreehal gescheiden. Door de glazen scheiding opzij te schuiven kunnen de raadszaal en de entreehal voor uiteenlopende doeleinden snel en eenvoudig worden samengevoegd. De raadsvergaderingen zijn dus letterlijk voor iedereen te volgen. Een groot venster zorgt voor een spectaculaire lichtval en maakt het mogelijk om vanuit de publieke binnenhof de zaal in te kijken. De entreehal is verbonden met een reusachtig atrium. Door het atrium is het centrum van de gebouwplattegrond prachtig verlicht en gaat er van de entree een royale ruimtelijke dimensie uit. Deze generositeit kon worden gerealiseerd doordat er sprake was van een bruto programma van eisen. De opdrachtgever heeft de ontwerpopgave niet vertaald in een netto programma van eisen. Daarmee stelde hij de architect in staat om zelfstandig de afweging tussen ruimtelijke kwaliteit en functionaliteit te maken. De geboden vrijheid heeft Claus en Kaan aangegrepen om een sensationele ruimtelijkheid te realiseren met het


A

Rechts De zeer gesloten gevels aan het binnenhof staan in schril contrast met de open gevels die grenzen aan de straatkant Onder Door de identieke geveluitstraling valt het onderscheid tussen stadsdeelkantoor en de woningen in het straatbeeld vrijwel weg

Architectuur Stadsdeelkantoor Zuideramstel Claus en Kaan Architecten

23 — AWM 26


24 — AWM 26

atrium als spil in onverwachte ruimtelijke relaties. Overigens maakt dit ruimtelijke gebaar onverwachte wisselwerkingen tussen publiek en privaat mogelijk. Luide telefoongesprekken landen ongecensureerd van de kantoorvloer in de entreehal. Omgekeerd stijgt het rumoer als een geluidskolom op in de open ruimte tussen de kantoorvloeren. Dit privacyaspect zou de achilleshiel van het flexibele kantoorconcept kunnen worden als er meer dan één huurder gebruik gaat maken van het gebouw. Vooralsnog is alleen op de vijfde verdieping de ruimtelijkheid opgeofferd omwille van de privacy van een derde partij, door de ruimtelijke verbinding tussen de kantoorvloer en atrium bouwkundig af te sluiten.

INTEGRALE OPDRACHT? Het opdrachtgeverschap zat complexer in elkaar dan de helderheid van het eindresultaat doet vermoeden. De opdrachtgever voor het casco was DURA Vermeer Vastgoed, terwijl het interieur in opdracht van Stadsdeel Zuideramstel is ontworpen. Doordat beide opdrachtgevers verschillende ontwerpers aanstelden, werd de realisatie van een geïntegreerd ontwerp bemoeilijkt. Ondanks het streven een zo goed mogelijk gebouw te realiseren, is een deel van de kwaliteitswinst weer verloren gegaan met de inrichting van het gebouw. Het onderscheiden van architectuur en interieurontwerp als afzonderlijke processen veronderstelt op zijn minst enige afstemming. Die afstemming heeft niet of nauwelijks plaatsgevonden. Zo had Claus en Kaan bijvoorbeeld op de kantoorverdiepingen kabelgoten langs de gevel aan laten leggen. De interieurontwerper heeft daarentegen gekozen voor een systeem waarbij de bekabeling per werkplek uit het plafond omlaag komt. Los van het feit dat deze keuze leidt tot inefficiënt materiaalgebruik, correspondeert het concept simpelweg niet met de uitgangspunten van de architectuur. De inrichting van de kantoorvloeren doet het gebouw nu geweld aan. Desondanks is de architect erin geslaagd een aansprekend gebouw te maken. Het neutrale, generieke concept van het stadsdeelkantoor past in het recente oeuvre van Claus en Kaan Architecten. Meer en meer bekwamen zij zich in de toepassing van prefab beton. Bovendien sluit de

materiaalkeuze goed aan bij de functie van het gebouw. Wanneer het beton veroudert, benadert het de uitstraling en kwaliteit van natuursteen. Door de ruimtelijke kwaliteit is het kantoorgebouw ook in typologisch opzicht een aanwinst. Het gebouwontwerp maakt duidelijk dat het loont om intensief over de opgave na te denken, om vervolgens te ontdekken wat deze precies inhoudt en een architectonische uitdrukking te vinden die zowel eenvoudig als expressief is. Het ruimtelijk systeem dat Claus en Kaan heeft ontworpen lijkt dermate robuust dat het bestand lijkt tegen de tijd. Het gebouw zal de opheffing van de stadsdelen kunnen doorstaan. —

Opdrachtgever stadsdeelkantoor Dura Vermeer Vastgoed BV, Zoetermeer Opdrachtgever woningen Della Forte, Amsterdam Z-O Architect Claus en Kaan Architecten Projectarchitecten Felix Claus en Jaap Gräber Medewerkers Jan Kerkhoff, Mike Heemrood, Emal Karanzai, Hilmar Goedhart, James Webb Kostendeskundige Basalt Bouwadvies BV, Nieuwegein

Constructeur Ingenieursbureau Zonneveld BV, Rotterdam Bouwfysica Cauberg Raadgevende Ingenieurs BV, Rotterdam Installaties De Blaay- Van den Bogaard Raadgevende Ingenieurs B.V, Rotterdam; Groen & Aldenkamp Installatietechnieken BV Uitvoering Dura Vermeer Bouw BV, Amsterdam Landschapsarchitect Niek Roozen BV, Weesp Interieur Ontwerpgroep Trude Hooykaas BV, Amsterdam Realisatie 2008

Claus en Kaan architecten www.architectenweb.nl/a2516

zie ook www.clausenkaan.com

De combinatie van stadsdeelkantoor en woningen in één gebouw levert een gebouw op dat qua massa aansluiting zoekt bij de bebouwing op de Zuidas


A

Architectuur Stadsdeelkantoor Zuideramstel Claus en Kaan Architecten

25 — AWM 26

9

10 1

10 9

5e verdieping

6 2

7 1

4

3

10

5

Begane grond

3

2 7 8

Langsdoorsnede

1 2 3 4 5

hof foyer vide raadszaal balies stadsdeelkantoor

6 7 8 9 10

kantine inrit parkeergarage parkeergarage kantoorruimte woningen


26 — AWM 26

Koud/ Warm Er zijn nauwelijks nog plekken op aarde onbewoonbaar. De ‘last frontier’ zijn gebieden met een extreem koud of extreem warm klimaat. Door het gebouw op te vatten als klimaatmachine slagen architecten er steeds beter in op een specifiek klii maat in te spelen. 1 World Mammoth and Permafrost Museum In het permafrostlandschap vormt dit museum door zijn vorm een eenheid met de natuurlijke omgeving. De zeer goed isolerende wanden zijn doorzichtig, zodat het gebouw ook van binnenuit contact met het landschap maakt. — Architect Leeser Architecture

2 Neue Monte Rosa Hütte In 2010 zal de oude berghut op 2885 meter hoogte plaats moeten maken voor dit nieuwe, duurzame ontwerp. De hut biedt plaats aan 120 bergbeklimmers verdeeld over 5 verdiepingen en zal voor 90% zelfvoorzienend zijn. — Architecten ETH Zürich en Schweizer Alpen-Club SAC

3 Jellyfish house Het prototype voor dit op een kwal gelijkende huis biedt een oplossing voor wonen in droge omgevingen, doordat het regenwater opvangt, filtert en opslaat voor gebruik in huis. — Architect IwamotoScott Architecture

4 Halley VI De onderzoeksbasis op Antarctica kan verticaal bewegen en heeft een hoekige vorm om sneeuwophoping tegen te gaan. De met isolerende panelen beklede modules staan op ski’s, zodat ze gemakkelijk zijn te verplaatsen. — Architecten Faber Maunsell en Hugh Broughton Architects

5 City in the Desert In het onherbergzame woestijnklimaat vormt dit prototype voor een gastvrije stad een complete woon- en werkomgeving. De stad huisvest 150.000 inwoners op 43 km2. — Architect OMA

6 Sahara Forest Project Op bepaalde afstanden van de kust leveren Seawater Greenhouses water aan zogenaamde Concentrated Solar Power systemen, die ervoor zorgen dat gewassen verbouwd kunnen worden in de woestijn. — Architecten Charlie Paton, Michael Pawlyn, Bill Watts

7 Blowhouse Dit huis van de toekomst speelt in op de extreme klimaatveranderingen in Australië. De harde wind wordt gebruikt als verkoeling en de energie die eruit vrij komt, wordt omgezet in elektriciteit. — Architect Paul Morgan Architects

8 duneHouse Leven in de hitte van Californië en Nevada wordt een stuk aangenamer in de lagenstructuur van deze woongemeenschap. Het ontwerp is geïnspireerd op de manier waarop dieren in de woestijn overleven. — Architect su11 architecture+design

4


A

Architectuur Koud/ Warm

27 — AWM 26

5

8


28 — AWM 26

Transparante schatkist Dertig jaar stond het ministerie van Financiën als een zware, goed op slot zittende schatkist aan het Korte Voorhout. Consortium Safire brak met een ontwerp van Meyer en Van Schooten Architecten het gebouw open zodat de inwendige pracht naar buiten kan schitteren. Tekst Robert–Jan de Kort Fotografie Imre Csany, Jeroen Musch


A

Boven Lorem et elsene con deredem erenerum esti velegem.

Architectuur Ministerie van FinanciĂŤn Meyer en Van Schooten Architecten

29 — AWM 26


30 — AWM 26

Het ministerie van Financiën is een markante verschijning in het Haagse stadslandschap. Het brutalistische gebouw uit 1975 van Vegter en Bolten kenmerkte zich door zijn enorme schaal, horizontale betonnen borstweringen en ontoegankelijke karakter. Verouderde installaties en inrichting waren in 2001 aanleiding voor de overheid om te gaan denken over een rigoureuze renovatie van het ministerie. Vanaf 2002 is gewerkt aan een nieuw organisatie- en kantoorconcept. Inmiddels is de renovatie voltooid en breekt er een nieuwe episode aan voor het ministerie. Het gebouw is onverminderd grootschalig en de betonnen borstweringen zijn behouden, maar de voorheen ontoegankelijke kolos straalt tegenwoordig openheid uit. Wie nu rond het gebouw loopt, ziet talloze kantoren en hoge ruimtes met palmbomen. Aan het Korte Voorhout is het gebouwvolume deels opengebroken waardoor een binnentuin tevoorschijn is gekomen. Deze is nu publiek toegankelijk. Daarnaast is aan de glasstroken in de gevel kleur toegevoegd om tegenwicht te bieden aan de overheersend grijze betonmassa. Het gebouw is benaderbaar geworden.

SA(MEN) FI(NANCIËN) RE(NOVEREN) De renovatie van het ministerie van Financiën was de eerste aanbesteding door middel van een Publiek Private Samenwerking (PPS) voor rijkskantoorgebouwen in Nederland. Bij een dergelijke aanbesteding zet de overheid bouwopdrachten in de markt die voorheen door haarzelf werden gecoördineerd en gefinancierd, met als doel kostenvoordeel te behalen. De overheid stelt de opdracht op, selecteert een consortium en zet daarna een stap terug totdat het gebouw wordt opgeleverd. Daarmee legt de overheid de hele fase van ontwerp tot en met beheer in de handen van marktpartijen. Zo’n consortium bestaat uit een architect, aannemer, installateur, technische dienstverlener, facilitaire dienstverlener en een investeerder. Na een finale met twee geselecteerde consortia won consortium Safire in februari 2006 de opdracht. Safire bestaat uit Meyer en Van Schooten Architecten, Strukton, Burgers Ergon, GTI, ISS Facility Services en een investeringsfonds van ABN AMRO en DIF.

OUTPUTSPECIFICATIE Doordat de overheid de regie uit handen geeft, komt er veel druk te liggen op de formulering van de uitgangspunten van het project. Die moeten zeer scherp geformuleerd worden. De overheid stelt daarom in plaats van een programma van eisen (PvE) een zogenaamde outputspecificatie op. Anders dan bij een PvE, waarin

Het toegevoegde glazen volume op de hoek kan als de blikvanger van het gebouw worden beschouwd

— De voorheen ontoegankelijke kolos straalt openheid uit staat wat het gebouw moet bevatten aan ruimtes, draait het in deze outputspecificatie om de prestaties die het gebouw moet leveren over een periode van 25 jaar. Middels beoordelingscriteria wordt het verband gelegd tussen de outputspecificatie en het ontwerp. Deze criteria definiëren waar kwalitatief of financieel de nadruk op ligt. Bij het ministerie lag de nadruk op beeldkwaliteit, flexibiliteit en bruikbaarheid. De wens was nadrukkelijk aanwezig om de uitstraling van het gebouw representatiever en transparanter te maken. Bovenal diende het brutalistische karakter van het gebouw gehandhaafd te blijven.

EFFICIËNTIE Meyer en Van Schooten Architecten ontdekte dat het gebouw inefficiënt werd gebruikt. Meest schrijnend was de positie van de expeditie aan de Casuariestraat ten opzichte van de kantine die gehuisvest was in een bijgebouw aan het Korte Voorhout. Deze ruimtes bevonden zich in twee uiteinden van het gebouw, waardoor de aanvoer van goederen en de afvoer van afval door het hele gebouw moest lopen. Daarnaast gebruikten chauffeurs van hoogwaardigheidsbekleders de expeditie, waar zich ook de personeelsingang bevond, voor aan- en afrijden. Dit kwam doordat de hoofdentree aan het Korte Voorhout voor auto’s weinig comfortabel ontsloten was. Jarenlang gingen hooggeplaatste gasten het gebouw binnen via de expeditie. Deze

Links De oorspronkelijke hoek met gesloten kernen en een omloop Rechts De Platanenhof organiseert de bezoekersstromen


A

Architectuur Ministerie van FinanciĂŤn Meyer en Van Schooten Architecten

31 — AWM 26


32 — AWM 26

geanalyseerde inefficiëntie werd omgezet in een compactere organisatie van collectieve functies in het gebouw en een betere ontsluiting van de hoofdentree. In het voorstel werd de kantine direct boven de expeditie gesitueerd en de auto’s kunnen nu tot de hoofdentree rijden.

— Openheid creëert een nieuwe manier van werken WEGHALEN De gesloten gebouwopzet met twee binnentuinen is opengebroken door een van de twee tuinen te transformeren tot entreehof. Binnen zijn de krappe gangen en gesloten kantoorcellen vervangen door glazen wanden en een veelheid aan open ruimtes. Het openbreken van de oude structuur heeft talloze fraaie betondetails in wanden en kolommen in het zicht gebracht. Het bijgebouw met de kantine werd gesloopt zodat voor de entreehof een ruime publieke ruimte is ontstaan aan het Korte Voorhout. De doorbraken leverden nog wel punten van discussie op tussen de architect en de gemeente Den Haag. De gemeente, die tijdens het aanbestedingtraject nauwelijks betrokken werd in het proces, kreeg pas de gelegenheid op het ontwerp te reageren op het moment dat er een zo goed als bouwbaar plan op tafel lag. Eén aspect uit het ontwerp werd door stadsstedenbouwer Maarten Schmitt bediscussieerd. Hij drong erop aan de aanvankelijk verticale doorbraak te vervangen door een horizontale, omdat zo de horizontaliteit van het gebouw beter tot zijn recht zou komen. Schmitt kreeg zijn zin. Aan de zijde van het Korte Voorhout is over de hele breedte van het hof een doorgang uit het gebouwvolume gesneden. De zogenaamde Platanenhof organiseert de bezoekersstromen richting de hoofdentree die zich nu in het hart van het gebouw bevindt en ook per auto bereikbaar is. Een smalle doorgang naar de Casuariestraat creëert een route naar het Centraal Station, de Tweede Kamer en het Plein.

TOEVOEGEN Op de hoek van het Korte Voorhout en de Prinsessegracht, bestaande uit twee gesloten betonnen kernen, voegde Safire een glazen volume toe dat als de blikvanger van het gebouw beschouwd kan worden. Dit verticale volume bevat een aantal olijfbomen. Op het glas vormen talloze letters ‘f ’ een patroon waaruit een grote letter ‘F’ —van Financiën — is op te maken.

AFSLUITEN Waar de ene binnentuin is geopend, is de andere juist gesloten. Een enorm gebold glazen dak staat als een deksel op een sieradendoos op het gebouwvolume. Paradoxaal genoeg is het deze afsluiting die een verdere stap naar een transparant kantoorgebouw mogelijk maakt. Het verleggen van de thermische grens naar het dak maakte de toepassing van verdiepingshoog glas tussen de kantoren en het atrium financieel haalbaar. Het hierdoor ontstane atrium is de ontvangstruimte van het gebouw en scheidt de publiek toegankelijke en ontoegankelijke delen op een subtiele manier. In het atrium bevindt zich een omloop en een centrale, losstaande, binnentuin met tamarindebomen en orchideeën. Aan de omloop zijn de kantine en de front office gesitueerd. Deze zijn wel zichtbaar maar niet publiek toegankelijk. Glazen stroken en poortjes houden binnen- en buitenstaanders van elkaar gescheiden. Het enige publiek toegankelijke deel is het vergadercentrum onder de binnentuin. Door de transparante scheiding zie je alle activiteit in het atrium en omliggende kantoorruimtes en ervaar je de ruimte als zeer open.

TRANSPARANTE WERKOMGEVING De openheid tussen kantoren, gangen en exterieur maakt een andere manier van werken mogelijk. Ambtenaren die ver van elkaar verwijderd zitten in het gebouw, zien elkaar weer en lopen makkelijker bij elkaar naar binnen. Op veel plaatsen zijn er ruimtes uitgespaard die dienen als lobby. Hier kunnen de ambtenaren informele besprekingen voeren en een kop

koffie drinken. Daarnaast is er een aantal dubbelhoge ruimtes uit de bouwmassa gesneden waarin palmbomen en bamboe geplaatst zijn. Deze ruimtes brengen zichtrelaties met andere verdiepingen tot stand.

BINNENKLIMAAT Klimatologisch werd er met de renovatie veel winst geboekt. Aan de buitengevel werd een tweedehuidfaçade gerealiseerd. De bestaande betonnen borstweringen werden hergebruikt. Het beeld van het gebouw bleef hierdoor intact. Tussen de borstweringen werd een enkele glazen strook toegevoegd terwijl de thermische schil op dezelfde plek bleef. De ontstane spouw voert lucht af, wordt geventileerd en bevat luchtkanalen voor de toevoer van verse lucht. De ventilatie is hierdoor geoptimaliseerd en in combinatie met klimaatplafonds heeft dit een gebalanceerd binnenklimaat opgeleverd. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van warmtekoudeopslag. Met een energieprestatiecoëfficiënt van 0,96 blijft het gebouw ver onder de norm van 1,40. De renovatie van het ministerie van Financiën geeft een enorme impuls aan het Korte Voorhout en heeft een transparante werkomgeving opgeleverd. Het PPS-proefproject kan, hoewel de rekening pas over 25 jaar wordt opgemaakt, als geslaagd worden beschouwd. Het project werd volgens planning opgeleverd en er werd een kostenvoordeel van 15% behaald. Echter, het niet in cijfers uit te drukken effect van het gerenoveerde gebouw op de openbare ruimte en de werkomgeving is de grootste winst die er geboekt is. —

Opdrachtgever Consortium Safire, een samenwerkingsverband tussen Burgers Ergon BV, GTI NV, ISS Nederland BV en Strukton Groep NV en investeringsfonds ABN AMRO Bank NV en DIF Gebruiker Ministerie van Financiën Aanbestedende dienst Rijksgebouwendienst Architect Meyer en Van Schooten Architecten bv Projectteam Harry van den Berg, Eveline Bossuyt, Tania Combos, Koert Göschel, Jochem Heijmans, Gerard van Hoorn, George Justus, Janneke Koppendraaier, Roberto Meyer, Jeroen van Schooten, Beate Schröder, Kees Stoffels, Do Janne Vermeulen,


A Guled Warsamme, Khalid Zahir, Boy van Zelst Contractwaarde (netto contante waarde) € 173.000.000,– excl. BTW Bruto vloeroppervlak 66.000 m2 Interieurontwerp Meyer en Van Schooten Architecten BV, Amsterdam en DEGW, Amsterdam/Londen Landschapsarchitect Michael R. van Gessel, Amsterdam Bouwkundig aannemer Strukton Bouw & Vastgoed, Utrecht Aannemer gevel Permasteelisa Central Europe BV, Heerlen Adviseur constructie Arup BV, Londen/Amsterdam en Strukton Engineering, Utrecht Ontwerp en bouw installaties GTI NV, Capelle a/d IJssel en Burgers Ergon BV, Eindhoven Adviseur installaties Arup bv, Londen/Amsterdam en Peutz, Zoetermeer Adviseur verlichting Hans Wolff en Partners BV, Amsterdam Facilitair management en dienstverlening ISS Facility Services, Utrecht Oplevering November 2008

Architectuur Ministerie van Financiën Meyer en Van Schooten Architecten

33 — AWM 26

9

9 11

9

10 12

9

9 9

4e ve

15

2

14 7

4

3

6

5

Meer weten? www.architectenweb.nl/hergebruik gebouwen

13

8

1

zie ook www.minfin.nl www.struktonpps.nl Begane grond 12

1 2 3 4 5 6 7 8

grote poort kleine poort platanenhof hoofdentree atrium vergaderruimte restaurant bibliotheek

9 10 11 12 13 14 15 16

ontmoetingsruimte grand café terras serre inrit parkeren uitrit parkeren expeditiehof parkeergarage

10

5

4 3 6

16

Doorsnede

2


34 — AWM 26

Transformer In de tuinen van Kyoughee Paleis in Seoul, Zuid-Korea, heeft AMO een tijdelijk paviljoen ontworpen voor Prada. Het paviljoen, Transformer genoemd, kan met een viertal hijskranen geroteerd worden tot vier verschillende conďŹ guraties van gevel en vloer. Tekst Michiel van Raaij Beeld Office for Metropolitan Architecture


A

Architectuur Transformer AMO

35 — AWM 26


36 — AWM 26

Met elke rotatie krijgt de Transformer een andere plattegrond, afgestemd op een nieuw programma. Voor de Prada Waist Down-tentoonstelling is een zeskantige plattegrond ontworpen, voor de geplande kunstexpositie is een kruisvormige vloer bedacht, voor het filmfestival is er een rechthoekige tribune en voor de Pradamodeshow heeft de architect een rond, getrapt podium getekend. Het paviljoen is het recentste ontwerp dat AMO, de onderzoekstak van Office for Metropolitan Architecture (OMA), voor Prada heeft ontworpen. Sinds de eeuwwisseling heeft AMO een serie producten ontwikkeld voor het Italiaanse modemerk: elf catwalks, verschillende Lookbooks, de Prada website, technologie voor in de Prada-winkels en een nieuw ‘spons’-materiaal.

Tuimelhuis In 1998 ontwierp Koers, Zeinstra, van Gelderen Architecten een mobiel tuinhuis met de naam tuimelhuis. De zes kanten van het kubusvormige tuinhuisje bieden in potentie zes verschillende ruimtes. Door het tuimelhuis te kantelen kan de gebruiker de functie van het tuimelhuis naar eigen smaak veranderen van opbergruimte tot speelplaats tot slaapplek tot werkplaats enzovoorts. Om het draaien te vergemakkelijken, zijn de hoeken van het huis stomp gemaakt. De architecten zijn van mening dat het tuinhuis niet opgevat moet worden als een verlengstuk van het vast in de grond verankerde huis, maar eerder de vorm de vorm moet hebben van meubelstuk. Net als andere meubels in de tuin, zoals eettafels en banken, zou ook een tuinhuis moet kunnen wisselen van plaats. Daarnaast moet het tuinhuis een aantal functies herbergen, zoals ruimte voor onderdak, opbergen en spelen. Door het tuimelhuis te verplaatsen, verandert de mogelijkheid tot gebruik. Met iedere tuimeling worden de begrippen vloer, wand en dak letterlijk op hun kop gezet: in elke positie heeft het huis een toegangsdeur, die in een andere positie fungeert als bijvoorbeeld raam, kast, tafel of bed. Op deze manier is het tuimelhuis een multifunctioneel tuinhuis en is het bovendien een beweeglijk element in de tuin. (LAvK) www.zeinstravangelderen.nl

Zomerpaviljoen De Transformer is ontworpen als tijdelijk paviljoen. Komende zomer zal het paviljoen onderdak verschaffen aan vier evenementen. Meer niet. In het najaar wordt het weer afgebroken. Een echte gevel heeft het paviljoen dan ook niet. De stalen draagconstructie is omwikkeld met een flexibel membraan. Qua opzet lijkt de Transformer op de paviljoens die de Serpentine Gallery in Londen elk jaar door een andere architect laat ontwerpen. Drie jaar geleden ontwierp Rem Koolhaas dat paviljoen. De vorm van het paviljoen voor Prada is afgeleid van de tetrahedron. Het is letterlijk een vier-kant: het heeft vier kanten. Bij het eerste evenement komende zomer vormen de nog ongebruikte zijden een aankondiging van wat er op stapel staat. Het paviljoen vormt op dat moment een abstract programmaboekje. In de loop van de zomer verandert dit bij elke rotatie. Geen kant blijft ongebruikt en dus zonder betekenis. Bij het laatste evenement, de Prada-modeshow, zullen de sporen van de drie voorgaande evenementen zichtbaar zijn in de drie vlakken die de lucht in steken. Het paviljoen heeft de geschiedenis vastgelegd. Authenticiteit Het ontwerp van het paviljoen is een antwoord op de vraag naar authentieke ervaringen in een geglobaliseerde wereld. Doordat dezelfde merken zich over de hele wereld op dezelfde manier profileren, worden de stedelijke interieurs uitwissel-

baar. Ook Prada doet hieraan mee: haar winkel in Londen is vergelijkbaar met haar winkel in Hong Kong. Het bezoek aan een willekeurige Prada-winkel is zo letterlijk ‘niets bijzonders’. De eerste stap in het herintroduceren van onderscheid tussen de Pradawinkels was de ontwikkeling van de Prada Epicentra door OMA in New York, Los Angeles en Tokio. De eerste twee winkels zijn door OMA zelf ontworpen, de derde winkel is van de hand van Herzog & de Meuron. De verschillende epicentra hebben een geheel eigen architectuur, die is afgestemd op de lokale cultuur, maar die er – andersom – ook een uitdrukking van is. Zo is de Prada-winkel in Los Angeles, net als de meeste winkels in de stad, uitgevoerd als een vrijstaand gebouw aan een strip en verbeeldt de brede, omhoog krullende trap in de winkel het heuvellandschap van Californische stad. De Prada Epicentra zijn verbijzonderingen in ‘ruimte’. Het zijn unieke plekken in de wereld, met elk een andere

— Vier plattegronden voor vier evenementen ruimtelijke ervaring. De Transformer gaat ten opzichte van de Epicentra een stap verder door een verbijzondering in ‘ruimte’ te koppelen aan een verbijzondering in ‘tijd’. Het paviljoen is niet alleen een unieke plek, maar vormt ook een uniek evenement. Die dubbele uniciteit is niets minder dan een poging de ervaring van het paviljoen ‘echt’ te maken. Dat wat zich komende zomer in en rondom de Transformer afspeelt, vindt alleen daar en dan plaats. Met de Transformer is het ‘hier’ en ‘nu’ teruggevonden. De nadruk die Prada met de Transformer legt op het evenement, eigenlijk vier evenementen, lijkt een buzz te moeten genereren op regionale, landelijke of zelfs internationale schaal. Het is een concept dat te vergelijken is met dat van de guerrillawinkel (AWM 25 – Focus Winkelinterieurs). Het guerrilla-interieur heeft AMO voor Prada opgeblazen tot guerrilla-architectuur. Het tijdelijke karakter van het evenement voorziet


A

37 — AWM 26

Architectuur Transformer AMO

geïnteresseerden van een deadline om het paviljoen te bezoeken. En zoals Rem Koolhaas eens in een interview verklaarde: “Zonder deadline gebeurt er niets.” Terwijl OMA, als architectuurtak van het Office for Metropolitan Architecture, binnen de traditionele grenzen van de discipline blijft opereren, toont AMO met de Transformer dat het over die grenzen heen kan kijken. De Transformer is een gebouw als evenement, en een evenement als gebouw. Met een sterk staaltje multidisciplinair denken en werken is AMO erin geslaagd de veronderstelde permanentie van architectuur opnieuw te definiëren.––

Opdrachtgever Prada Architect Office for Metropolitan Architecture De Transformer krijgt een plek in de tuinen van het Kyoughee Paleis in Seoul Partners Rem Koolhaas, Ellen van Loon Medewerkers Kunle Adeyemi, Kees van Casteren, Chris van Duijn, Alexander Reichert (projectarchitect) en Hyoeun Kim, Ye Rin Kang, David Moon, Mariano Sagasta, Claudia Romao, Alexander Menke, Alex de Jong, Wayne Congar, Miguel Huelga de la Fuente, Gustavo Paternina-Soberon, Vincent Mc Ilduff, Nam Joo Kim Realisatie 2009

Voor het filmfestival heeft AMO een zijde van de Transformer ontworpen als tribune

Meer weten? www.prada-transformer.com www.oma.eu

Waist Down

Art Exhibition

Cinema

Special Show


1

29,90 3

29,50

2

54,50 6

27,50 4

29,90

5

7

39,75

29,50

8

65,00

10 9

25,00

11

49,95

22,50


Architectuurboeken koopt u voortaan op architectenweb.nl/store — ruim 1550 boektitels — elke week het nieuwste aanbod — veilig betalen met creditcard, PayPal, iDeal of acceptgiro — op werkdagen voor 14uur besteld, is de volgende dag in huis (indien voorradig) — geen verzendkosten bij een bestelling boven € 25,-

1 De Moskee politieke, architectonische en maatschappelijke transformaties E. Erkoçu en C. Bugdaci, 192 pagina’s, € 29,90, 228x228x25mm De Moskee presenteert een interdisciplinaire visie op de rol van de moskee in de Nederlandse samenleving, waarbij het boek de discussie over de moskee wil verdiepen en nuanceren.

2 Soeters Van Eldonk Architecten 19952009 dialoog met mensen en plekken H. Ibelings, 285 pagina’s, € 54,50, 288x228x29mm Soeters Van Eldonk Architecten bouwt al dertig jaar door heel Nederland. Hun projecten, zijn altijd luidruchtig en spraakmakend maar vooral verstaanbaar en tot stand gekomen in dialoog.

3 Archiprix International Montevideo the world’s best graduation projects. Architecture, urban design, landscape architecture 010, 144 pagina’s, € 29,50, 300x241x11mm Het boek Archiprix 2009 introduceert de laatste lichting internationale aanstormende talenten op het terrein van de architectuur, stedenbouw en landschapsarchitectuur.

4 Nieuwe ritmes van de stad metropoolvorming in Amsterdam M. de Hoog, 111 pagina’s, € 29,90, 270x248x17mm Zowel bewoners als gasten veranderen het ritme van een stad en daarmee haar karakter. Dit boek ontrafelt veranderingen in het gebruik van de stad.

5 Synergie in stedelijke netwerken tussen competitie en complementariteit W. Sale, 230 pagina’s, € 39,75, 241x170x12mm Dit boek brengt in zicht wat er daadwerkelijk verandert en aan het veranderen is in stedelijke netwerken en biedt bovendien handreikingen voor de praktijk.

8 Nederlandse architecten D. Keuning, 264 pagina’s, € 65,00, 306x256x26mm De negende editie van dit boek geeft aan de hand van recente projecten van 97 architecten een helder overzicht van de hedendaagse Nederlandse architectuur.

9 Material Index ‘09 inspirational materials selected by Materia E. Zijlstra, 237 pagina’s, € 25,00, 230x170x17mm Material Index ´09 bevat ruim 230 pagina’s met een selectie van interessante materialen die in het afgelopen jaar zijn verzameld door onafhankelijke kennisplatform Materia.

6 Jeroen Doorenweerd werken tot 2009 / works until 2009

10 Hunch 12

W. Vanstiphout, 111 pagina’s, € 27,50, 281x231mm Dit boek toont het werk van beeldend kunstenaar Jeroen Doorenweerd, dat het midden houdt tussen sculptuur, vormgeving en (landschaps)architectuur.

S. Frausto, 176 pagina’s, € 22,50, 299x239x16mm Prikkelende bijdragen van vooraanstaande en opkomende architecten, critici en wetenschappers die de rol van de bureaucratie in de totstandkoming van hedendaagse architectuur onderzoeken.

7 Le Corbusier elements of a synthesis

11 Belgisch budget bouwboek

S. Von Moos, 368 pagina’s, € 29,50, 242x172mm Dit oorspronkelijk in het Duits gepubliceerde boek (1968) vormt een begrijpelijk en kritisch onderzoek over het leven en werk van Le Corbusier.

2voor5, 512 pagina’s, € 49,95, 302x301x35mm Voor iedereen die wil (ver)bouwen en op zoek is naar een passend bouwconcept, een architect, frisse ideeën en kwaliteitsvolle materialen tegen een passend budget.


ALS MARKTLEIDER IN KUNSTSTOF DAKBANEN FELICITEREN WIJ HET TEAM VAN ARCHITECTENWEB MET HUN NIEUW GESTYLDE ‘ARCHITECTENWEB MAGAZINE’

i Dampdoorlaatbaar i Geschikt voor renovatie i Brandveilige dakbedekking i Elasticiteit i Duurzaamheid i Recycleerbaar

i Snelle en gemakkelijke installatie i Gering materiaalgewicht i Beperkt onderhoud i Homogene lasnaden i Bevestiging van zonnepanelen zonder extra ballast noch doorboring van de dakbaan

MECHANISCH BEVESTIGD SYSTEEM

GEKLEEFD SYSTEEM

ALKORDESIGN® SYSTEEM

ALKORGREEN GROENDAK SYSTEEM

ALKORSOLAR SYSTEEM VOOR BEVESTIGING VAN ZONNEPANELEN OP DE ALKORBRIGHT REFLECTERENDE DAKBAAN

RENOLIT Belgium N.V - Verkoop - Industriepark De Bruwaan 9 - 9700 OUDENAARDE - België T B +32 55 33 98 24 - T Ndl +32 55 33 98 31 - F +32 55 31 86 58 - renolit.belgium@renolit.com


% ! # & & ' ( )

* + ,

! " # $

! - ! , - * . & ) &* - & & & ) ) ' / & 0 1 2 1) 3 4 0 ' & . & 2 & 5 * & 0 1) 0 ' &1 6 &* 1) ' / & 7 & + 0 ' & . ** & + - ) * & . & ' &1 & . * &+ * & & & + 8 & + -8 . & 0 ' & 5 0 & & 8 -& . & & . 1) &) . & & % ! !"# $ % ! " &' () & * & +++ ) & * &


Design by Philippe Starck

Axor Starck ShowerCollection

Haute couture voor de douche.

Meer informatie vindt u op www.axor-design.com of www.hansgrohe.nl.


Innovatief van Foreco

Duurzaamheid met de waarborg van 15 jaar projectgarantie WaxedWoodÂŽ voor natuurlijk houteffect + + + + +

5 jaar onafhankelijke garantie 1 tegen houtaantasting duurzaam zonder onderhoud waterwerend gunstig in kostprijs ĂŠn in jaarlijkse kosten

+ Komo gecertificeerd

WaxedWoodÂŽ Color + M et transparant of dekkend + ' # $)$% + # # % % houtaantasting + ! # !& $ #

pagina 1 Foreco BV, Dalmsholterweg 5, Dalfsen, Telefoon +31 529 43 15 48, www.foreco.nl


44 — AWM 26

PM

Product en Materiaal

VLOERBEDEKKING

Gedempt en glanzend Contrast kenmerkt de collectie Twilight van Bolon. De geweven vinylvloerbedekking combineert een zacht glanzende metallic uitstraling met gedempte kleuren. De collectie is verkrijgbaar in drie structuren, die elk in drie donkere aardkleuren beschikbaar zijn. Diverse tinten blauw en bruin geven een mysterieus accent. Bolon gebruikte de grote oppervlakken van een hotelomgeving als inspiratiebron: verschillende structuren en tinten kunnen in verschillende ruimtes worden toegepast en toch samen een perfect geheel vormen. Bolon — www.bolon.com

MATERIA.NL

Geprint Wellboard Wellboard 3D printed bestaat uit 100% houtpulp met een 3D-print. Via een warmperstechniek worden golfplaten gemaakt zonder gebruik van lijm. Zowel de naturel uitvoering als de versie met print zijn geschikt voor diverse meubel- of interieurtoepassingen. Well — www.well.de


PM

VLOERBEDEKKING

Ontwerp op de vloer De decors van laminaatvloeren zijn voor het grootste deel imitaties van houten en stenen vloeren. Een enkele keer wordt een ander soort dessin geprobeerd. Vooral Parador onderscheidt zich met opvallende prints. De onderneming introduceert nu de collectie

Product en Materiaal Korte Berichten

45 — AWM 26

Edition 1, waarvoor Parador zes gerenommeerde architecten en ontwerpers vroeg. Zo ontwierp Ora Ito twee grafische patronen die minimalistisch en tegelijkertijd dynamisch zijn. De dessins van Karim Rashid zijn een eigentijdse variant van pop-art (zie foto). Ben van Berkel ontwierp ‘Silksquares’, dat oogt als gedrapeerde stoffen en ‘Driftwood’. Ook Matteo Thun, Jean-Marie Massaud en Konstantin Grcic ontwierpen elk twee fraaie dessins. Parador — www.parador.de

MATERIA.NL

Window-Protect Trevira Window-Protect Trevira is een opengewerkte en transparante vlamwerende kunststoffolie, die veelal wordt toegepast als raambekleding en zonwering. Ze is met een speciale interlocktechniek gemaakt. De folie is uv-bestendig en schimmelwerend. Window-Protect Trevira is geschikt voor interieurgebruik en beschikbaar in 60, 100 en 200 cm breedte. Zweigart — www.zweigart.de

MATERIA.NL

Palmpanel De Palmpanels van Omarno vormen een goed voorbeeld van een nieuw materiaal dat is gemaakt uit restmateriaal. De panelen zijn vervaardigd uit de omhulsels van kokosnoten, die normaal worden weggegooid of verbrand, en een bindmiddel met een minimaal formaldehydegehalte. De fraaie Palmpanels lenen zich voor interieurtoepassingen. Omarno — www. omarno.com


46 — AWM 26

MATERIA.NL VERLICHTING

Sobere LED De vormgeving van de lamp LED is net zo sober en duidelijk als de naam.

Paperform Paperform is een 3D-wandbekleding uit 100% gerecycled papier. Het product is vergelijkbaar met een eierdoos, maar dan in een hippe vorm en verkrijgbaar in verschillende structuren. Door de tegels te draaien kunnen diverse dessins worden gecreëerd. De panelen zijn naar wens te kleuren. www.mioculture.com

MATERIA.NL De LED bestaat uit gebogen eiken- of walnoothout, waarin ledlampjes en een gevoelig touchpanel voor de bediening is verwerkt. Daardoor is er geen zichtbare schakelaar die het minimalistische ontwerp verstoort. Volgens Mikko Kärkkäinen, oprichter van het Finse designbureau Tunto, kan de gebruiker dankzij de verborgen bediening het materiaal optimaal ervaren. De LED is 30 cm hoog en komt op de markt in verschillende kleurvarianten. Tunto — www.tunto.fi

Designo Hulshof levert met Designo een 3Dvariant van gewoon plat leer. Met een nieuwe techniek wordt het leer op een polyether backing geperst. Dit biedt een verrassend resultaat. Het 3Dontwerp is mogelijk met rechthoekjes, driehoekjes en vierkantjes. Designo is ook verkrijgbaar in een vlamvertragende uitvoering. Designo — www.hulshof.com


PM MEUBILAIR

Uitklapbaar interieur Louwrien Kaptein, die samen met Menno Bolt de jonge designstudio Kapteinbolt vormt, ontwierp de 90˚ Furniture. Het interieurobject is uitermate geschikt voor ruimtes die tijdelijk worden

Product en Materiaal Korte Berichten

47 — AWM 26

bewoond. Het object bestaat uit twee gesloten panelen, die men naar believen kan openklappen tot een maximale hoek van 90˚. Elk onderdeel fungeert als ruimteverdeler en functioneel meubel. De afzonderlijke meubels bestaan uit horizontale en verticale vlakken, die de verschillende woonfuncties vormen: een werkunit, een zit- en slaapunit, een kookunit en een bergruimte. Het interieurobject is gemakkelijk te (ver)plaatsen en toepasbaar in elke ruimte. Kapteinbolt — www.kapteinbolt.nl

SANITAIR

Wit en chroom De nieuwe PuraVida-collectie van Hansgrohe is uitgevoerd met glanzend witte oppervlakken. In combinatie met glanzend chroom en zacht afgeronde vormen krijgt de collectie een vrouwelijke uitstraling. De organisch gevormde, helder witte voet gaat over in het verchroomde oppervlak van de uitloop. Dankzij een nieuwe productietechniek lopen de oppervlakken daarbij naadloos in elkaar over, zoals bij de uit één stuk vervaardigde PuraVida-wastafelmengkraan. De collectie omvat een ruime keuze in kranen, douches en accessoires, waarvan de wastafelmengkraan, de hoofddouche en de handdouche al de iF Design Awards 2009 wonnen. Hansgrohe ontwikkelde PuraVida in samenwerking met Duravit en designstudio Phoenix Design. Hansgrohe Nederland — www.hansgrohe.nl

KEUKEN

Keukenelementen uit glas Valcucine streeft niet alleen naar een mooi en functioneel keukenontwerp, maar ook naar een verantwoorde omgang met materialen. Invitrum is illustratief voor dat streven: het ontwerp van de nieuwe glazen basiseenheden sluit dubbele panelen uit. De units zijn slank en strak van belijning. Het

systeem is eenvoudig te monteren en demonteren doordat het uitsluitend gebruik maakt van mechanische verbindingen. Voor de productie van Invitrum wordt beduidend minder materiaal gebruikt, en dat betekent voor Valcucine minder afval en energieverbruik. De toepassing van uitsluitend glas betekent bovendien dat de basiselementen volledig recyclebaar zijn, geen lijm of formaldehyde bevatten en bestand zijn tegen water, stoom en hitte. Het strakke ontwerp wordt gecompleteerd met de Artematica Vitrumdeurpanelen. Valcucine — www.valcucine.it


48 — AWM 26

VERLICHTING

Lichtende roosters Roosters met kleur- en lichteffecten kunnen bijdragen aan een verrassende uitstraling van de gevel. LED Grating Systems van Thielco Staalindustrie is een systeem waarbij leds vooraf in de mazen van de roosters zijn gemonteerd. De verlichtingselementen zijn volledig programmeerbaar. Gevels kunnen worden voorzien van vaststaande of wisselende lichtdessins in vele kleuren, bewegende patronen of veranderende kleuren. Thielco LED Grating Systems zijn bijzonder duurzaam en weersbestendig. De roosters zijn thermisch verzinkt en gepoedercoat in de gewenste RALkleur. Thielco Staalindustrie — www.thielco.nl

MATERIA.NL

Tegels van leren riemen Je moet er maar opkomen: vloertegels maken van oude riemen. Ting maakt tweedehands riemen schoon, versnijdt ze tot eenzelfde breedte en bevestigt ze met een watergedragen lijm op een lederen backing. De tegels zijn verkrijgbaar in zwart en bruin. www.tinglondon.com


PM

Product en Materiaal Korte Berichten

49 — AWM 26

MEUBILAIR

Dodelijke kast De Braziliaan Rafael Morgan ontwerpt graag producten met een knipoog. Een vissenkom met tralies (Fishcage), een tafel waarbij een flesje in het blad lijkt te drijven (Hope) of een kledingkast die refereert aan de zwaardentruc van illusionisten. Voor het laatstgenoemde ontwerp zoekt Morgan echter nog een producent. De zijden van de Killer is voorzien van uitsparingen, waarin zwaarden uit gelakt MDF kunnen worden gestoken. De kast moet eveneens worden uitgevoerd in gelakt MDF. Het pictogram van de figuur op de voorzijde wordt uitgevoerd in zwart reflecterend acryl, zodat die als spiegel kan functioneren. Aan de zwaarden kunnen kledinghangers worden gehangen. Transparante legplanken op de zwaarden bieden plaats aan kleine spullen. Rafael Morgan — www.rafaelmorgan.com

MEUBILAIR

Eigentijdse chaise longue Arthur Rottier ontwierp voor de Nederlandse meubelfabrikant PCS een chaise longue waarin je niet alleen kunt luieren, maar ook kunt werken. Doordat ergonomie een uitgangspunt was bij het bepalen van de verhoudingen, zit

men in de AR1 anders dan gewoonlijk in een chaise. Er zijn ook nieuwe fabricagetechnieken toegepast. Het meubel is vervaardigd uit EPS en polyetherschuim, een nieuw ontwikkelde combinatie die geschikt is voor veeleisend gebruik. Het materiaal is voorzien van een weer-, zouten waterbestendige en slijtvaste coating. Die is stevig aan de onderzijde en leerachtig bij de zitting. De AR1, leverbaar in wit met vijf verschillende kleuren, is geschikt voor binnen en buiten en past in een woon- en werkomgeving. PCS — www.pcsbypcs.com


50 — AWM 26

Het blijft nog een niche: badkamersanitair uit andere materialen dan keramiek of acryl en in andere kleuren dan wit. Er worden echter steeds meer composietmaterialen toegepast, die ruime mogelijkheden in uitstraling combineren met praktische voordelen.

Tachtig tot vijfentachtig procent van de wastafels wordt uitgevoerd in keramiek, volgens Ben Messelink van sanitairfabrikant Smooth Factory. Baden en doucheplaten worden veelal vervaardigd uit geëmailleerd plaatstaal of — tegenwoordig steeds vaker — acryl. Voor een minder alledaagse uitstraling zijn er voldoende alternatieve materialen voor handen: natuursteen, (giet)beton, glas, rvs en hout. Voorts worden er meer en meer voor sanitair geschikte composietmaterialen aangeboden. Doordat deze materialen relatief duur of lastiger te verwerken zijn, worden ze nog altijd minder aangeboden dan keramiek, dat in grote series kan worden

Omvivo

Sanitair Composiet in de badkamer vervaardigd. Daarnaast valt op dat, ondanks de nagenoeg onbeperkte kleurmogelijkheden in beton, glas en composietmaterialen, het leeuwendeel van het aanbod traditioneel wit blijft. In keramiek wordt de laatste tijd een aantal collecties in zwart aangeboden, zoals bij Clou en Bandini. Interessant is dat dit wordt doorgetrokken naar kranen en douches, die eveneens in wit en zwart verschijnen. De jonge onderneming Smooth Factory benadrukt juist de ruime mogelijkheden in kleur. De serie Smooth Splash wordt aangeboden in tien standaardkleuren. De producten zijn in alle RAL-kleuren leverbaar, alsook in een aantal metaalkleuren zoals brons, goud


PM

en zilver. Smooth Factory past bovendien een nieuw en verrassend materiaal toe: het sanitair bestaat uit een kernplaat van geperst polyurethaan, dat door het productieproces 100% waterafstotend is. Een afwerklaag van polyurethaan zorgt voor een matte uitstraling. Het materiaal voelt zacht en niet koud aan. De collectie bestaat uit een standaardassortiment fonteintjes, wastafels en doucheplateaus, maar maatwerk is geen probleem. De onderneming kan het plaatmateriaal bewerken zoals hout, zodat elke gewenste vorm kan worden gerealiseerd. Kwalitatief ontlopen natuursteen, beton, glas en rvs elkaar weinig. De aanbieders van sanitair maken de keuze

Product en Materiaal Them@gazine sanitair

voor ‘alternatieve’ materialen in plaats van keramiek vaak als positionering. Hetzelfde geldt voor leveranciers van wastafels, baden en doucheplaten in composietmaterialen. Niet alleen wat betreft uitstraling, ook door een aantal praktische eigenschappen vormen composietmaterialen een interessant alternatief voor keramiek. De composietmaterialen hebben als voordeel onder meer dat zij sterk, massief en duurzaam zijn, en de uitstraling van natuursteen combineren met een prettig, warm aanvoelen. Ze zijn verder naadloos, niet poreus, antibacterieel, vlek- en vochtbestendig. De meeste producenten benadrukken dat hun composietmaterialen 100% re-

51 — AWM 26

cyclebaar en milieuvriendelijk zijn. In de keuken is al een veel breder gebruik van (composiet)materialen voor, met name, werkbladen en spoelbakken. Corian, LG Hi-Macs en Caesarstone bijvoorbeeld worden ook al toegepast voor badkamersanitair. Kwartscomposiet Ook het composietmateriaal Silestone, dat Q-artz vorig jaar introduceerde voor wastafels en douches, werd al langer in keukens toegepast. Silestone is een kwartscomposiet met een groot aandeel natuursteen. Het materiaal bevat slechts drie tot vier procent kunsthars, wat volgens producent Cosentino een bedui-


52 — AWM 26

1

2

3

4

5

1 Smooth Factory www.smoothfactory.eu

6

7

2 Victoria & Albert Baths www.vandabaths.com

3 Giquadro www.giquadro.com

4 Bandini www.ilbagnobandini.it

5 Balance www.balance.eu

6 Antonio Lupi www.antoniolupi.it

7 Omvivo www.omvivo.com


PM dend lager aandeel is dan bij veel andere composietmaterialen. Silestone moet dan ook worden verwerkt als natuursteen. De basiscollectie bestaat bijgevolg uit strak belijnde wastafels en douchevloeren en -wanden. “In de praktijk blijkt maatwerk echter een groot deel van de leveranties te zijn”, zegt Kennis. Silestone is standaard voorzien van het bacteriewerende Microban, wat het materiaal zeer geschikt maakt voor sanitaire toepassingen. Het materiaal is beschikbaar in een brede waaier aan kleuren. Q-artz brengt het sanitair in wit, zwart, grijs en bruintinten. De Australische onderneming Omvivo gebruikt het kwartscomposiet Caesarstone voor haar bijzondere sanitairontwerpen. Het bedrijf betrad verrassend de markt met het handvervaardigde bad Le Cob, een ode aan Corbusier. Het bestaat uit een golvende Corianbodem en twee glazen zijpanelen. Bij de overloop aan het voeteneinde valt het water op een kiezelplateau. Omvivo heeft zich sindsdien toegelegd op minimalistisch vormgegeven wastafels, -kommen, -zuilen en dergelijke, in veel verrassende materialen. Naast Caesarstone past het bedrijf bijvoorbeeld ook Seafoam Glass (matglas), Omniglass en natuursteen (Carrara-marmer, kalksteen en graniet) toe. De jonge Nederlandse onderneming Giquadro levert strak vormgegeven wastafels in wit kwartscomposiet en zwart natuursteen. Er zijn vierkante en rechthoekige modellen met verdiepte wasbakken (serie Quadro) of heel vlakke wasbakken (Flatline). De Crossover is een lijn met een verdiepte wasbak en een vlak afleggedeelte. Alle modellen hebben als opvallend detail dat boven de afvoer tegels liggen, zodat het water via de naden aan de zijden wegvloeit. Purestone Meglio maakt gebruik van Purestone, dat bestaat uit een mix van cement en kwartskorrels. Het stenen sanitair is leverbaar in twintig standaardkleuren en diverse oppervlaktestructuren als egaal, zichtbare steentjes, geborsteld voor een ruw-matte uitstraling, geschuurd voor een ruw uiterlijk of gepolitoerd voor een lichtgewolkt oppervlak. Ook kleuren op aanvraag zijn mogelijk. Het sanitair is voorzien van een toplaag die slijtvast en onderhoudsvriendelijk is.

Product en Materiaal Them@gazine sanitair

Solid Surface Kwartscomposieten, zoals Silestone, Caesarstone, Viatera of DuPont Zodiaq, zijn niet te vergelijken met de zogenoemde Solid Surface-composieten. Solid Surface-materialen bestaan hoofdzakelijk uit aluminiumhydroxide — een natuurmineraal dat vrijkomt bij bauxietwinning — en acryl of polyester. Er zijn vele varianten en merken met vaak eigen kwaliteiten, zoals Avonite, Staron, Wilsonart, Tecnoril, Domovari, DuPont Corian en LG HiMacs. Ook deze materialen zijn sterk, massief, homogeen, poriënvrij, vlek- en vochtbestendig en bacteriewerend. Een groot voordeel is dat deze materialen thermoformeerbaar zijn. Ze worden gegoten, in een oven gehard en kunnen bovendien eenvoudig worden (na)bewerkt. De vrijwel onbeperkte, naadloze verwerkingsmogelijkheden bieden ontwerpers grote vrijheid om hun ideeën te realiseren.

— “Je ziet dat materialen die in keukens worden toegepast, vaak na een aantal jaren doorsijpelen naar de badkamer” Het Britse UsTogether gebruikt voor zijn sanitairseries LG HiMacs. De collectie bestaat bijvoorbeeld uit baden, wastafels en douches met vloeiende (de serie Ebb) en ronde lijnen (Loop), naast overigens zeer strakke, rechthoekige modellen in de serie Line. Het Nederlandse merk Marike past eveneens LG HiMacs toe omdat het materiaal goed is te verwerken tot de gewenste vormen. Bovendien vindt de onderneming een voordeel van het materiaal dat het in witte uitvoering ook echt sneeuwwit is en in de loop der tijd minder vergeeld dan vergelijkbare materialen. Wit wordt over het algemeen het meest toegepast, hoewel Solid Surfacecomposieten in tientallen kleuren, in verschillende mate van translucentie en van monochroom tot diverse korreldessins te verkrijgen zijn. Beschadigingen of krassen laten zich bij Solid Surfacematerialen overigens makkelijk herstellen zonder de kleur aan te tasten.

53 — AWM 26

Crystalplant Een composietmateriaal dat in toenemende mate wordt toegepast voor sanitair (in het hogere segment) is Cristalplant. Het bestaat uit een hoog percentage natuurlijke (marmer)mineralen en een laag percentage puur polyester en acrylpolymeren. Boffi, Agape, Antonio Lupi passen het toe; in Nederland zijn producten van Cristalplant te vinden in de collecties van Marike, Clou en Balance. Piet van de Hoef van Balance zegt te hebben gekozen voor een onderscheidend product middels bijzondere vormgeving en bijzondere materialen. De collectie van Balance bestaat uit natuursteen en Crystalplant. Beide zijn geschikt voor maatwerk, dat de onderneming veel levert. “Crystalplant is door en door hetzelfde materiaal en kan goed worden gerepareerd”, zegt Van de Hoef. “Bovendien maken wij ook douchebakken voor stoomcabines en Crystalplant is bestand tegen grote temperatuurverschillen”. Quarrycast Victoria & Albert Baths levert wastafels en met name baden, die het vervaardigt uit Quarrycast. Dit composiet, dat de onderneming zelf ontwikkelde, is gebaseerd op vulkanisch gesteente. Volgens de producent biedt dit als voordeel. Dat het opvallend lichter van gewicht is dan natuursteen, maar wel de degelijke uitstraling daarvan heeft. Het is glad, voelt warm aan en is repareerbaar. De nieuwe collectie, zoals getoond tijdens de afgelopen ISH is overigens geheel volgens de heersende trend een mix van rondingen en rechte lijnen. Er is inmiddels een flink aantal composietmaterialen voor sanitaire toepassing, maar het aanbod in wastafels en baden groeit langzaam, stelt Roel Kennis van Q-artz. Hij acht het echter mogelijk dat in de komende jaren meer composieten hun weg naar de badkamer vinden. “Je ziet dat materialen die in keukens worden toegepast, vaak na een aantal jaren doorsijpelen naar de badkamer”, aldus Kennis.

Meer weten? architectenweb.nl/sanitair


54 — AWM 26

Branchevreemd

MOBILITEIT

Mobiel minihuis Met de 252°Living Area gaat men op pad met een caravan van minimale afmetingen, die open te vouwen is tot een volwaardige leefruimte. Door de wanden over de rails te verschuiven, kunnen de gewenste ruimtes worden gevormd. De steunpunten schuiven automatisch mee. Geheel uitgevouwen

LIFESTYLE

Extra tijd Het bekende Brabants kwartiertje is geen kwestie van te laat komen op een afspraak, maar juist van oprecht aandacht geven aan elkaar. Als de consequentie daarvan is dat je wat later bent voor een volgende ontmoeting, dan is dat zo. Provincie Noord-Brabant vroeg Coen van Ham een relatiegeschenk te ontwerpen dat uitdrukking geeft aan dit idee. Het uurwerk Brabants Kwartiertje, helder en kleurig in vormgeving, geeft de tijd aan die men nog even kan besteden aan een ander. www.coen.info

(tot 252°) biedt het mobiele huis een woon-, slaap-, bad- en werkkamer en een keuken. De meubelen schuiven ingenieus in en uit elkaar. De 252°Living Area is snel en makkelijk door één persoon uit te vouwen. De ontwerpers Stephanie Bellanger, Amaury Watine, François Gustin and David lieten zich voor de buitenzijde inspireren door de Amerikaanse trailerhomes uit de jaren vijftig; het futuristische interieurontwerp is een verwijzing naar de Chemosphere-villa in Los Angeles van John Lautner.


PM

Product en Materiaal Branchevreemd

55 — AWM 26

MOBILITEIT

On the Moof Een stadsfiets krijgt veel te verduren. De Nederlandse ontwerper Sjoerd Smit bedacht een sterke en praktische fiets met verlichting op zonneenergie. De Moof heeft geen versnellingen. Het aluminium frame is roestvrij, duurzaam en licht van gewicht (13 kg). De ledlampjes zijn vandaalbestendig verwerkt in de bovenste framebuis. Ze zijn voorzien van kleine zonnecellen, waarvan de energie wordt opgeslagen in een batterij die eveneens is verwerkt in het frame. Het designmerk Areaware uit New York heeft de Moof in de collectie opgenomen. Areaware — www.areaware.com

MULTIMEDIA

Sprekende iPod MODE

Wollen sportschoen Nike vroeg de Nederlandse ontwerpster Hella Jongerius om de klassieke sneaker Air Force 1 onder handen te nemen.

Het oorspronkelijke model uit 1982 stelde functie ver boven vormgeving. Nu is de schoen voorzien van de opvallende stof ‘Layers’. Jongerius ontwikkelde de tweelaagse wollen stof in samenwerking met de textielstudio Maharam. Het dessin van ‘Layers’ combineert borduurwerk met handgesneden patronen. De schoen wordt in een beperkte oplage vervaardigd. www.jongeriuslab.com

De derde generatie iPod shuffle is half zo groot als het vorige model en kan tot duizend nummers opslaan. Maar het verrassendste is dat de muziekspeler dankzij de zogeheten ‘VoiceOver’mogelijkheid de gebruiker kan vertellen welke song, artiest en playlist te horen is. De speler spreekt maar liefst veertien talen, waaronder Engels, Nederlands, Italiaans, Pools, Turks en Mandarijnenchinees. Aangezien de nieuwe iPod shuffle kleiner is dan een AA-batterij, is de bediening verwerkt in het snoer van het oortelefoontje. De speler is uitgevoerd in aluminium met een geïntegreerde rvs clip. www.apple.com


56 — AWM 26

Materia is een internationaal onafhankelijk materiaalplatform. Het stelt zich ten doel de creatieve professional met materialen te inspireren en tot innovatie te stimuleren. Materia wil materialen wereldwijd toegankelijk te maken via de website, tentoonstellingen, publicaties en lezingen. www.materia.nl

Biomimicry De natuur als ontwerpschool De problemen waar onze maatschappij voor staat op het gebied van afval en energieverbruik zijn gigantisch. Maar het reservoir aan oplossingen dat de natuur ons biedt is ook welhaast onuitputtelijk. Tekst Els Zijlstra / Materia Beeldd Rojkind Arquitectos, Ciambue, Arup, Rinie van Pijpen


PM

Product en Materiaal Biomimicry

57 — AWM 26


58 — AWM 26

De mensheid is sinds de industriële revolutie niet doordacht omgegaan met grondstoffen, energiebronnen en afval. Inmiddels raken we doordrongen van het feit dat verandering daarin noodzakelijk is. We moeten, voor de huidige en de komende generaties, integraal en blijvend onderdeel van de natuur gaan uitmaken, in plaats van haar te consumeren en als een bron van inkomsten te zien. Als we kijken naar de vele activiteiten en producten die de etiketten duurzaam en Cradle to Cradle (C2C) — terecht of onterecht — krijgen opgeplakt, lijken we flinke stappen voorwaarts te zetten. Terwijl instanties en ondernemingen zichzelf daarmee afficheren als vernieuwend, werkt de natuur echter al miljoenen jaren aan een uitgebalanceerd ecosysteem. Dieren, planten en microben zijn goed beschouwd de meest ervaren ingenieurs. Zij hebben reeds optimale oplossingen gevonden op het gebied van energie, voedselproductie, klimaatbeheersing, gifloze

chemische oplossingen, transport, afvalverwerking, verpakking en nog veel meer. Ze hebben in de tijd uitgevonden wat wel en wat niet werkt, wat het meest geschikt en effectief is, en zeker ook: wat er past op deze aarde. Door te kijken naar de kennis en de ervaring van de natuur, zou de mens veel kunnen leren over duurzame oplossingen. Dit vereist een geheel nieuwe manier van ontwerpen, ontwikkelen, uitvoeren en ondernemen, waarbij we niet langer ons eigen belang vooropstellen, maar ons bewust zijn van de noodzaak van de biodiversiteit op onze aarde. De ontwerphouding die dit doet, noemt men biomimicry. Ze onderzoekt patronen en strategieën in de natuur en probeert die vervolgens te imiteren of te evenaren in onze eigen ontwerpen en innovaties. De zonne-energietechnologie baseert zich bijvoorbeeld op het principe van fotosynthese in bladeren.

MATERIALEN

Het gevelsysteem StoSolar stoelt op de werking van de ijsbeervacht

Afpareleffect bij een lotusblad en StoLotusan

De huidige technologie is opvallend afhankelijk van een groot aanbod aan door de mens gecreëerde materialen. Zo wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van 350 types (artificiële) polymeren. De biologie gebruikt er slechts twee: proteïne en polysacharide. Door de informatie die deze twee polymeren bevatten, zijn ze echter enorm variabel. Ze zijn in staat zich te vervormen tot diverse structuren, zoals een celwand van een plant of de opperhuid van een insect of kreeft. Die verschillende structuren zijn er bovendien in allerlei verschijningsvormen. Kortom: de natuur gaat efficiënter om met materiaal. Daarnaast is met slechts twee polymeren recycling relatief eenvoudig, vergeleken met de vele recycleprocessen bij kunststoffen. Waarom gebruiken we zoveel polymeren? Het zou beter zijn als we onze materialen selecteren op basis van het gemak van sorteren en recyclen. Biomimicry als ontwerphouding begint met het stellen van de goede vraag. In plaats van de vraag ‘hoe gebruik ik minder gif voor kleurstoffen’ kun je vragen ‘hoe verkrijgt een morphovlinder zijn kleuren?’ Of: ‘Waarom is de bek van een toekan zo sterk en toch zo licht van gewicht?’ Zo kan men, voor het ontwikkelen van materiaal met een onderhoudsvriendelijk oppervlak zich afvragen hoe sommige planten en dieren zo schoon blijven. Bijvoorbeeld blijft aan de bladeren van de lotus, die nota bene het liefst wortelt in een modderige bodem, geen vuil hechten. Niet voor niets is deze bloem in Azië een symbool voor reinheid en zuiverheid. Het oppervlak van de lotusbladeren is bezaaid met een soort waskristallen. Van nature is was al waterafstotend, maar de overvloed aan waskristallen maken een lotusblad ‘extreem waterafstotend’. Elke regenbui spoelt modder en vuil er weer vanaf. Een aantal chemieen verffabrikanten heeft het principe geïmiteerd om


PM

Product en Materiaal Biomimicry

een vuilwerende oppervlaktebehandeling te creëren. De gevelcoating StoLotusan is hiervan een voorbeeld. Een ontwerpprobleem kan ook via een andere weg worden benaderd. Peter Steinberg, professor aan de University New South Wales in Australië, zocht als onderzoeker een oppervlak waarop geen bacteriën (willen) aangroeien. Een voorbeeld in de natuur was niet bekend. Hij zocht daarom eerst een omgeving waar bacteriën rijkelijk aangroeien en vervolgens daarbinnen naar een organisme zonder bacteriekoloniën. Steinberg ontdekte in de Australische Botany Bay een effectieve beschermingsmethode bij de rode zeealg Pseudomonas Aeruginosa of sea purse. Bacteriën laten elkaar weten een voedzame plek te hebben gevonden door signaalmoleculen uit te zenden. De zeealg zendt halogene furanonen uit, die de communicatiesignalen van de bacteriën verstoren. Daardoor vindt er geen aanhechting plaats. Steinbergs bedrijf Biosignal heeft een laag ontwikkeld die op dezelfde manier furanonen uitscheidt waardoor bacteriën niet aanhechten. Die laag kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor contactlenzen, implantaten, verpakkingen van voeding en anti-fouling voor boten. De techniek van furanonenuitscheiding kan ook worden gebruikt om bestaande bacteriekolonieën te verwijderen. De techniek vernietigt de bacteriën niet, waardoor zij niet gaan muteren naar resistente soorten.

59 — AWM 26

Eastgate Centre in Harare (Zimbabwe), geïnspireerd door termietenheuvels

Het skelet van de

ONTWERPEN

jodenkers naast de constructie van de

Een ‘checklist’ kan helpen bij het ontwerpen of bedenken van een product of gebouw volgens een andere ontwerpbenadering. Pionier op het gebied van biomimicry Janine Benyus geeft in haar boek ‘Biomimicry: Innovation Inspired by Nature’ een aantal vragen om een ontwerp te toetsen. Voorbeeldvragen zijn: — Gebruikt het zonne-energie? — Gebruikt het uitsluitend de energie die het nodig heeft? — Sluit de vorm op de functie aan? — Recyclet het alles? — Wordt samenwerking (met bijvoorbeeld ecosystemen, afvalverwerkingsbedrijven, natuurmonumenten, energieleveranciers, de buurman, waterzuiverende plantjes in de vijver) beloond? — Maakt het gebruik van diversiteit? Oftewel: is het gebouw of product flexibel, aanpasbaar als dat noodzakelijk is? — Maakt het gebruik van lokale expertise? — Reguleert het overdaad vanuit zichzelf? — Is het vernieuwend? Biedt het nieuwe oplossingen voor een bestaand probleem? — Is het ‘mooi’, in de zin van vertrouwd, harmonieus? Een product of gebouw hoeft niet aan alle aspecten te voldoen, maar het is wel een uitdaging tijdens het

Toronto Tower

ontwerpproces om het aan zoveel mogelijk aspecten te laten voldoen. Stosolar is een voorbeeld van een bouwproduct dat is geïmiteerd uit de dierenwereld. De vacht van veel pooldieren is slimmer opgebouwd dan het pakket steen- of glaswol waarmee gebouwen worden geïsoleerd. Onder zijn witte vacht heeft een ijsbeer een zwarte huid. Elke haar van de ijsbeer werkt als een glasvezel: het vervoert het licht naar de huid en warmt hem zo op. Het gevelsysteem StoSolar is gebaseerd op dit principe van de berenvacht. Het bestaat uit gebundelde stukjes glasvezel, die op een donkere ondergrond zijn bevestigd. De warmte van de lage winterzon wordt aan de wand doorgegeven, de hitte van de hoge zomerzon wordt afgebogen. Andrew Parker van de Universiteit van Oxford heeft de natuur als inspiratiebron voor vochtvoorziening. Hij denkt dat een ‘mistton’ ook in zeer droge gebieden gevuld kan worden en ziet daarvoor


60 — AWM 26

ARCHITECTUUR

De op een bolcactus gelijkende moskee in Samarkand, Oezbekistan

het schild van de Stenocara als voorbeeld. Die kever leeft in de Namibische woestijn, een van de droogste gebieden op aarde, waar de sporadische ochtendmist de enige bron van water is. De Stenocara vangt waterdruppels uit de mist via een ingenieus patroon van bulten en geulen op zijn schild. De toppen van de bulten zijn glad en trekken water aan tot er een druppel gevormd is. Als druppels zwaar genoeg zijn rollen zij in geultjes, die zijn bekleed met een waterafstotende gel en via de geultjes naar de mond van de kever. Parker realiseerde in samenwerking met ingenieurs van het Britse ministerie van Defensie prototypen van deze oppervlaktelaag. Ze hebben hiervoor kleine glazen pieken (hydrofiel) in een ondergrond van gladde was (hydrofoob) gezet. Het systeem is succesvol toegepast om waterdruppels van koeltorens te verzamelen.

Bio-inspired design Een pionier op het gebied van biomimicry — ook bekend als bio-inspired design — is Janine Benyus. Ze is een van de oprichters van het Biomimicry Institute en schreef in 1997 het boek “Biomimicry: Innovation Inspired by Nature”. In Europa werkt bijvoorbeeld het Duitse Biokompetenznetz Biokon aan natuurlijke oplossingen voor technische problemen. Biokon doet onder meer onderzoek naar eigenschappen van taaie plantensoorten en mogelijkheden om die eigenschappen te imiteren in architectuur, watertransport en druksystemen. In Brussel is recent het Biomimicry Europe gestart, dat wil functioneren als platform voor betrokkenen in Europa. Materia Inspiration Centre is bezig met het opzetten van een samenwerking met het Biomimicry Institute, met als doel het bevorderen van de biomimicry ontwerphouding in de dagelijkse praktijk van architecten, designers en (maak)industrie. www.materia-ic.nl

Biomimicry kan worden toegepast voor complete bouwwerken. Architect Mick Pearce ontwierp voor het Eastgate Centre in Harare, Zimbabwe een passief systeem van ventilatie- en airconditioningkanalen naar het voorbeeld van termietenheuvels. De termieten houden hun ‘woning’ op een constante temperatuur van 30 °C terwijl de buitentemperatuur schommelt tussen 2 °C en 40 °C: het verschil tussen dag en nacht. Het gebouw absorbeert de warmte die gedurende de dag door de zon, mensen en machines wordt gegenereerd, en geeft haar ’s avonds af via de vele schoorstenen. ’s Nachts stroomt koele lucht naar binnen via uitsparingen in de vloeren. Dit resulteert in een besparing van 90% op het energieverbruik. Het gebouw werd in 1997 opgeleverd en is waarschijnlijk een van de eerste gebouwen die op zo’n geavanceerde manier gebruikmaken van natuurlijke temperatuurregulatie. Arup adviseerde de architect over de draagconstructies en installatietechniek. Het ventilatiesyteem is eveneens door Arup ontworpen. Het geraamte van de jodenkers toont zonder huid een buitengewoon fijne filigrainachtige structuur. Dit soort structuren wordt steeds meer als constructief idioom toegepast in moderne architectuur. Een voorbeeld is de Toronto Tower van Mexicaanse ‘Rock-and-roll’-architect Michel Rojkind. Bij de bolcactus is de vorm gericht op het optimaal vasthouden van eigen vocht. Door de bolvorm is het oppervlak minimaal ten opzichte van de inhoud, waardoor ook de warmteontwikkeling door zonnestraling minimaal blijft. De architecten van de moskee in Samarkand hebben zich daardoor laten inspireren. Door gebouwen te voorzien van koepels, in combinatie met veel massa voor warmteaccumulerend vermogen, wordt de opwarming geminimaliseerd en blijft het interieur koel. Bij de cactus zorgen de stekelrichels bovendien voor schaduw. Aan de bovenkant hebben de stekels een extra kromming. De intensiteit van de zon is daar het grootst en door de kromming wordt nog meer schaduw en stilstaande, isolerende lucht gecreëerd. De ontwerpers van de moskee maakten daarvan nog geen gebruik; met de huidige inzichten in biomimicry zou zeker ook daarnaar worden gekeken. —

Meer weten? www.biomimicryinstitute.org www.biomimicry.net www.biomimicryeuropa.org www.biokon.net www.sottosgroup.beckman.uiuc.edu www.thepaxgroup.com/index.html www.biosignal.com.au


5BBSUQVOUKF WPPS FFO CFWMPHFO DPMMFHB

02/&)#)!4 !7- -%4 *5,,)% .)%57% *!3*% $E KRACHT VAN VERNIEUWING !RCHITECTEN7EB -AGAZINE IS ER HET SPREKEND BEWIJS VAN *ULLIE SLOEGEN DE BRUG TUSSEN ³PRINT´ EN ³SCREEN´ EN ZORGDEN ZODOENDE VOOR EEN ³BOOST´ IN ACTUELE INFORMATIE VOOR BOUWPROFESSIONALS (ET GEHEEL VERNIEUWDE MAGAZINE IS OPNIEUW EEN BEWIJS VAN VOORUIT KIJKEN EN DENKEN $AT HERKENNEN WIJ !LS GROOTSTE PRODUCENT VAN BRANDWEREND GLAS BRENGEN WE GRAAG VOORT DUREND VUUR IN ONZE BEDRIJFSTAK EN WILLEN WE MENSEN BLIJVEN DOORDRINGEN VAN DE VEELZIJDIGHEID VAN ONZE PRODUCTEN "EPERKINGEN BESTAAN DAARBIJ NIET MEER #REATIVITEIT KRIJGT VOLOP DE RUIMTE OOK EN VOORAL MET BRANDWEREND GLAS 7AT ZOU DE WERELD ZIJN ZONDER HET VUUR VAN VERNIEUWING EN PASSIE $AT HET JULLIE GOED MAG SMAKEN

6 4

6ETROTECH 3AINT 'OBAIN %UROPE "6 (ULSENWEG 30 .EDERWEERT 0OSTBUS !! 7EERT 4EL „ &AX „ INFO63'., VETROTECH SAINT GOBAIN COM „ WWW VETROTECH COM


Gratis Architectuur in Nederland Jaarboek Gratis 2008/09 jaarboek t.w.v. voor nieuwe € 39,50 AWM-leden. Architectuur in Nederland Jaarboek 2008/09 Het Jaarboek Architectuur in Nederland 2008/09 9 is deze keer samengesteld door Samir Bantal, JaapJan Berg, Kees van der Hoeven en Anne Luijten. Dit jaar zijn door de redactie maar liefst 32 projecten uitgekozen die worden gepresenteerd als het beste dat de Nederlandse architectuur in het jaar 2008 te bieden heeft. Daarbij laat de redactie de volledige breedte van de productie zien, van woningbouw en kantoren tot scholen en begraafplaatspaviljoens, zowel nieuwbouw als renovatie. De huidige economische crisis had nog geen invloed op de projecten die in 2008 zijn gebouwd, dat bewijst deze indrukwekkende selectie. In zeven korte essays doet de redactie ook op journalistieke wijze verslag van het jaar. Hierin

worden het actuele architectuurklimaat en zijn context nader beschouwd. De crisis komt daarin uiteraard aan de orde, evenals de gevolgen daarvan voor de (jonge) architect. En een steeds belangrijker wordende opgave als duurzaamheid, alsook een onderwerp als de kwaliteit van het bouwen worden besproken. Daarnaast zijn artikelen over kantorenbouw en diversificatie van het vak opgenomen. Met projecten van Architekten Cie, Broekbakema, Cepezed, Claus en Kaan Architecten Amsterdam, Concrete, De Zwarte Hond, Geurst en Schulze, Grosfeld van der Velde architecten, Architectuurstudio HH, hvdn architecten, Architectenburo Jelle de Jong, JSA Jeroen Schipper Architecten, Karres en Brands, KCAP, Atelier Kempe Thill, Moriko Kira, Köther Salman Koedijk Architecten, Merkx + Girod, Meyer en van Schooten architecten, Van den Oever Zaaijer en partners, Powerhouse Company, Rocha Tombal Architecten, SeARCH, Soeters Van Eldonk Architecten, Studio M10, Tangram, UNStudio, René van Zuuk Architecten


Gratis Architectuur in Nederland Jaarboek 2008/09 t.w.v. € 39,50 bij een abonnement op AWM. Ik neem een jaarabonnement (8 nummers) voor €96,– en ontvang als welkomstgeschenk het boek: Architectuur in Nederland Jaarboek 2008/09 ter waarde van €39,50. Ik neem een jaarabonnement voor €96,– met een éénmalige korting van €20,–. Ik betaal het eerste jaar €76,–.

naam

m/v

bedrijfsnaam adres postcode/woonplaats

Stuur deze antwoordcoupon in een envelop naar: Architectenweb B.V. Antwoordnummer 526 1400 VB Bussum

telefoon email handtekening

Een postzegel is niet nodig. Het abonnement geldt tot wederopzegging en wordt door middel van een acceptgiro in rekening gebracht. U ontvangt het welkomstgeschenk nadat het abonnementsgeld door u is voldaan.

...of meldt u online aan via www.architectenweb.nl/awm


25,–

Material Index ‘09 Inspirational materials selected by Materia Op veler verzoek zijn dan nu eindelijk de meest actuele materialen en projecten in een handige index samengebracht. Om altijd bij de hand te hebben, om mee te nemen naar projecten en zelfs om te gebruiken bij presentaties. 240 pagina’s met duidelijke foto’s, heldere informatie, gegevens van de producent, de belangrijkste esthetische waardes plus een indicatie over de milieuvriendelijkheid.

www.modula-does-matter.nl

Material Index ‘09. Els Zijlstra. Fotografie: Chantal Schoen en Matthijs Borghgraef. Grafische vormgeving: Marloes de Laat en Roel Vaessen Grafisch ontwerp, Nijmegen. Ingenaaid. Geïllustreerd (kleur). 237 pagina’s. 23,1 cm x 17,2 cm. Engelstalig. ISBN 978-90-813926-1-7. € 25,00 Material Index ’09 is verkrijgbaar via www.materia.nl en www.architectenweb.nl/store.


RODECA FELICITEERT ARCHITECTENWEB. INNOVATIE ZORGT VOOR INSPIRATIE.

LAAT LICHT LEVEN

Rodeca Systems b.v. Koperweg 11n 2401 LH Alphen a/d Rijn Tel.: (0172) 41 67 47 Fax: (0172) 41 90 90 www.rodeca.nl E-mail: info@rodeca.nl


66 — AWM 26

CM

Cultuur en Maatschappij

TYPOGRAFIE

Koolhand De Amerikaanse ontwerper Chris Papasadero heeft een lettertype ontworpen dat is gebaseerd op de bouwwerken van Rem Koolhaas. Papasadero ontwierp het lettertype ‘Koolhand’ als typografisch eerbetoon aan een van zijn favoriete ontwerpers. Papasadero vindt het fascinerend dat niet alleen de gebouwen zelf vrolijk en speels van vorm zijn, maar ook de blauwdrukken hierdoor gekenmerkt worden. Volgens de ontwerper is dit een heel Nederlands principe, waar door gebrek aan visie en bereidheid om risico’s te nemen tot zijn grote spijt in de Verenigde Staten geen sprake van is. (EvV)


CM BOEK

Verzonnen Verleden 4 De fotoserie Verzonnen Verleden, een langlopend project van fotografe Korrie Besems, is aanleiding geweest voor publicatie van een gelijknamige boekenreeks. Dit is de vierde uitgave. Het onderwerp is neotraditionele architectuur in Nederland. Slechts onopvallend begeleid door een gedicht van Ingmar Heytze laat Besems de beelden voor zich spreken: glanzend nieuwe Hollandse gevels, schuine pannendaken en baksteen – veel baksteen. Blijkbaar het materiaal bij uitstek voor architectuur met een neotraditioneel tintje. Bernard Hulsman signaleert in zijn begeleidend nawoord dat er inderdaad een formule lijkt te zijn ontstaan voor neotraditionalistische bouw en koppelt hieraan de verzelfstandiging van de woningbouwverenigingen in de jaren ’90 en de daarmee gepaard gaande grootschalige commerciële projectontwikkeling. Een andere oorzaak voor de eenvormigheid legt Hulsman bij de architecten, die hun inspiratie slechts zoeken in een zeer beperkt tijdvak van de architectuurgeschiedenis. Het debat over neotraditionalisme wordt gekenmerkt door een harde grens tussen voorstanders en tegenstanders. Waar supermodernisten buigen voor de Zeitgeist en de context marginaliseren, verklaren traditionalisten de Zeitgeist tot een non-argument: alles wat nu gebeurt en nu wordt gemaakt, is eigentijds. De controverse was in de eerste jaren van de 21e eeuw het sterkst: iedereen kent de laatdunkendheid waarmee Jo Coenen de wijk Brandevoort afdeed als ‘een leuk sausje’. Het voorval waarbij een rijksadviseur in 2005 weigerde de tourbus te verlaten waarmee hij op uitnodiging van Sjoerd Soeters naar Haverleij was gebracht, illustreert de weerzin die critici en andere ‘tegenstanders’ ervan weerhield om de projecten op hun architectonische en stedenbouwkundige waarde te schatten. Architect Peter Drijver, vanaf het prille begin betrokken bij de neotraditionalistische tendens, wijt het aan de obsessie met vernieuwing, ons met de paplepel ingegoten.

Cultuur en Maatschappij Korte berichten

De weerzin is vooral een kwestie van stijl. Het lijkt er volgens Hulsman echter op dat de impasse tussen moderne architectuur en traditionalistische stijl op zijn retour is: critici wagen zich steeds vaker aan serieuze besprekingen van gebouwen in traditionalistische stijl en voorheen supermodernistische architectenbureaus als Claus en Kaan en Adriaan Geuze leveren nu ook projecten op die onmiskenbaar invloeden van het neotraditionalisme in zich dragen. Is het dan gewoon een kwestie van wennen? Of proberen architecten, zoals Liesbeth van der Pol met haar 24 woningen in De Groote Wielen, de kloof tussen architect en consument te dichten? Die zou volgens Hulsman weleens minder gapend kunnen zijn dan menigeen vermoedt. (MvS)

67 — AWM 26

ERFGOED

Wereldprimeur voor Utrechtse monumenten Het Utrechtse Monumenten Fonds (UMF) vierde haar 65-jarige jubileum afgelopen februari met een primeur.

Korrie Besems (idee en fotografie) Bernard Hulsman/Ingmar Heytze (tekst) - Episode publishers, Rotterdam - ISBN 978.90.5973.1035 - paperback -140p 34,0 x 21.5 cm - € 29,90 - Nederlands

Lees meer over de architectuur van Rob Krier en Sjoerd Soeters op www.architectenweb.nl/archipedia U kunt dit boek ook voordelig bestellen via www.architectenweb.nl/store

Bij de opening werd het nieuwe pand als eerste monument ter wereld voorzien van een QR code. De Quick Response code is een tweedimensionale barcode die met een mobiele telefoon gescand kan worden. Dit heeft tot resultaat dat op een mobiele website alle historische feiten van het betreffende gebouw inzichtelijk worden, evenals foto’s van de binnen- en buitenzijde. Om de QR code te kunnen scannen, moet er een barcodelezer op de mobiele telefoon geactiveerd worden. De komende maanden zullen alle 120 monumenten in de Utrechtse binnenstad van QR codes voorzien worden. Het voordeel hiervan is dat panden die niet opengesteld zijn voor publiek, zoals woonhuizen, nu wel inzichtelijk worden gemaakt. Bovendien zullen in de toekomst interactieve wandelingen door de stad worden georganiseerd. Het UMF is de eerste organisatie in Europa die door middel van QR codes op een interactieve manier informatie over erfgoed met bezoekers en geïnteresseerden deelt. (EvV)


68 — AWM 26

FILM

Focus op architectuur op DOKU.ARTS 2009 De vierde editie van DOKU.ARTS staat dit jaar in het teken van architectuur.

Amsterdam Filmmuseum

Film en architectuur. De keuze voor het thema is wellicht geïnspireerd door de start van de bouw van het nieuwe, door Delugan Meissl Associated Architects ontworpen onderkomen van het Amsterdams Filmmuseum, presentator van het festival. De twee disciplines hebben echter meer overeenkomsten. Architectuur kan ‘filmisch’ zijn en een film kan sterk leunen op architectuur voor de enscenering van het verhaal: klassieke voorbeelden zijn Metropolis van Fritz Lang uit 1927 en Batman van Tim Burton (1989). Ook de recentere Matrix-reeks is illustratief. Beide disciplines kennen bovendien een (fictieve) ruimtelijke component en zijn als kunstvorm onderhevig aan complexe logistiek en besluitvorming. Wie daar meer over wil weten, doet er goed aan om The Architectural Uncanny van Anthony Vidler eens te lezen. De focus van DOKU.ARTS ligt vooral op het documentaire vlak: tijdens het festival

worden onder andere artistieke portretten van architecten Rem Koolhaas (Rem Koolhaas – A Kind of Architect), Charles Correa (Volume Zero – The Works of Charles Correa) en Santiago Calatrava (Die Reisen des Santiago Calatrava) vertoond. Ook zijn er films te zien waarin architectuur centraal staat, zoals een huis in Bordeaux dat Rem Koolhaas ontwierp in 1998 (Koolhaas Houselife) en het Getty Center Los Angeles in Concert of Wills – Making the Getty Center. Openingsfilm is het autobiografische Les plages d’Agnès (Frankrijk, 2008) van de Franse cineaste Agnès Varda. De film is in de vorm van een collage gegoten: aan de hand van filmfragmenten, foto’s en verhalen schetst Varda haar leven. De rest van het programma van DOKU.ARTS zal zowel bestaan uit nieuw werk als uit hoogtepunten van de collectie van het Amsterdams Filmmuseum. Het internationale festival voor films over kunst en kunstenaars zal plaatsvinden van 11 tot en met 14 juni, waarbij in totaal circa dertig creatieve documentaires over kunst en kunstenaars worden getoond. Op 12 juni is een eendaags seminar voor professionals over documentaire en architectuur. (MvS) Op vertoon van deze AWM aan de Filmmuseum-kassa ontvangt u € 1,50 korting op de aanschaf van een regulier toegangskaartje voor elke film in het DOKU.ARTS-programma. Reserveren via tel. 020-5891400. Max. 2 personen per AWM. www.doku_arts.nl

ERFGOED

Monumentencatalogus Het showmodel van de zogeheten Monumentencatalogus, een product van de Rijksgebouwendienst, vormt een nieuwe sprong in het digitaliseren van het culturele erfgoed van ons land. De catalogus is geen uitbreiding van het al bestaande Monumentenregister, waarin onder meer het adres, een korte omschrijving en de kadastrale gegevens van alle monumenten in bezit van de Rijksgebouwendienst opgenomen zijn, maar vormt een afzonderlijke database met gedetailleerde feitelijke vastgoedinformatie op basis van standaard factsheets. De globale inhoud van de factsheets bestaat uit een voorblad met een korte omschrijving, een afbeelding van het object, een omgevingskaart en een kadastrale kaart. Daarnaast bevatten de sheets puntsgewijs de belangrijkste objectgegevens. Met deze informatie kan iedereen bij de Rijksgebouwendienst snel nagaan welke informatie beschikbaar is over het betreffende monument, en waar deze gegevens te vinden zijn. De catalogus functioneert op deze manier als een wegwijzer naar andere bronnen over het betreffende object en vormt bovendien een sturingsmiddel voor beleid. Doordat de database veel vollediger is en een goed overzicht toont van de totale voorraad monumenten, kunnen in de toekomst uiteenlopen vragen als ‘welke monumenten komen er binnenkort leeg te staan?’ en ‘hoe groot is de onderhoudsbehoefte van een klant in een toekomstige periode?’ beantwoord worden. Wanneer de Directieraad van de Rijksgebouwendienst besluit te willen investeren in de Monumentencatalogus, zal deze binnen een jaar opgeleverd kunnen worden, inclusief de automatische koppeling aan andere systemen van de Rijksgebouwendienst. (EvV)


CM INTERVIEW

Er is geen ‘outside world’ meer Voor Alfredo Brillembourg en Hubert Klumpner vormt de economische crisis aanleiding om na te denken over een nieuwe mondiale verdeling van de welvaart. Architecten uit hoogontwikkelde landen kunnen bijdragen aan de verbetering van sloppenwijken in minder ontwikkelde landen en tegelijk lering trekken uit de informele stedenbouw. Brillembourg (1961) en Klumpner (1965), al sinds 1998 werkzaam als architect in de sloppenwijken van de Venezolaanse hoofdstad Carácas, reizen de hele wereld over om studie te verrichten en hun kennis te verspreiden. Ze zeggen erg teleurgesteld te zijn in de situatie in de westerse steden, terwijl ze razend enthousiast zijn over Derde Wereld-metropolen als Mumbai en Casablanca. “Die steden barsten van het leven. Je vindt er veel, elkaar overlappende levens- en architectuurstijlen. Of neem de Marokkaanse stad Fès, waar we net geweest zijn. Die stad is georganiseerd als een universiteit, maar dan als een van arbeid en vakmanschap. Het is een heuvel, die functioneert als één huis. Alles maakt deel uit van een kringloop, van de kippen tot de gebouwen.” Zet daar tegenover het welvarende Frankfurt of Utrecht. Het duo spreekt

— “Steden als Mumbai barsten van het leven” van een ‘geatomiseerde samenleving’, waarin men volledig is onthecht van de omgeving. “De westerse wereld moet kijken hoe ze de kwaliteit van het leven in steden kan herwinnen en de verveling en betekenisloosheid verbannen. Mensen

Cultuur en Maatschappij Korte berichten

lopen nu van de ene naar de andere kant van de straat en terug, zonder dat ze echt voldaan raken. Laat staan dat ze zich verbonden voelen met de omgeving.” Volgens Klumpner spelen architecten daar een rol in. “Voor het maken van een ontwerp kijken ze naar magazines en kopiëren wat ze zien. Ze beantwoorden niet aan de sociale, economische en ecologische omstandigheden in hun omgeving, maar herhalen zonder enige reflectie de ontwerpmodellen waarvan ze zelf niet weten waar ze vandaan komen.” De oorzaak van deze problematiek zoeken de twee in het westers cultureel model, dat volgens hen net als de economie in crisis is. Zij delen de mening van Rijksbouwmeester Liesbeth van der Pol, die tijdens de prijsuitreiking van de Building for Bouwkunde-prijsvraag verkondigde dat het nu tijd is om nieuwe (architectonische) visies te ontwikkelen. “Maar wij denken dat er niet alleen een nieuwe visie voor het Westen nodig is. Er zou een besef moeten groeien dat we tot een nieuwe, globale verdeling van de welvaart kunnen komen. Meer wederzijdse acceptatie en samenwerken in plaats van elkaar tegenwerken.” Hoewel Brillembourg en Klumpner begrijpen dat architecten niet een directe machtspositie hebben om zo’n grote verandering te bewerkstelligen, kunnen ze volgens het duo wel het voortouw nemen. “Wij geloven in samenwerking tussen generaties. Op scholen, zoals de Coumbia University in New York waar wij doceren, moeten wij een nieuwe generatie opleiden een grotere maatschappelijke rol op zich te nemen. Andersom kan een oudere architect weer leren van jongere collega’s en studenten.” De jonge generatie is namelijk al lang bezig haar insteek te veranderen, zo merkt het duo. “De jongelingen zijn onze grootste bondgenoot. Vanuit de hele wereld komen jonge architecten en studenten op eigen kosten naar ons toe. Zij willen onderdeel zijn van een project dat groter is dan wij. Kijk, wij werken met opdrachtgevers die niet betalen. Maar dat is een veel vrijere manier van werken. Er is bijvoorbeeld geen deadline waarbinnen het af moet zijn. Wij onderzoeken de concrete behoeften van bewoners en vertalen hun visies. Omdat ons werk het resultaat van grondige analyse is, komen gebouwen altijd voort uit het programma. Je krijgt

69 — AWM 26

achteraf geen discussie over de plek van een deur of kozijn, omdat dat vanaf het begin duidelijk is.” Een architect fungeert in dit model als een soort probleemoplosser, zeg-

— “De architect als probleemoplosser” gen Brillembourg en Klumpner. In het genoemde Fès verbetert hij bijvoorbeeld de nutsvoorzieningen en denkt na over multifunctionele faciliteiten, zoals Urban Think Tank zelf gedaan heeft bij de zogeheten Vertical Gym. Dit gebouw vormt een stapeling van sport- en recreatievoorzieningen, wat dus weinig ruimte inneemt in een dichtbevolkte sloppenwijk. Andersom bieden ervaringen in de favela’s of bidonvilles mogelijk inspiratie voor thuis. “Wellicht kunnen ‘we’ de westerse levensstijl veranderen onder invloed van architectuur. Je kan je bijvoorbeeld afvragen of we wel echt warm water nodig hebben. Want dat is volgens ons wat er nodig moet gebeuren, een andere levensstijl vinden voor het westen. We moeten begrijpen dat onze welvaart is gebouwd op de ellende van anderen. Er is echter geen ‘outside world’ meer, zoals de Duitse filosoof Peter Sloterdijk zegt. Je kunt je vuilnis niet langer over de schutting gooien, want je krijgt het net zo hard terug.” (RW)


70 — AWM 26


CM

Cultuur en Maatschappij Neues Museum Chipperfield Architects

71 — AWM 26

Neues Museum De restauratie van het Neues Museum is voltooid. De internationale vakwereld steekt de loftrompet over het fijnbesnaarde karakter van de ingrepen en spreekt over het ‘meesterwerk van Chipperfield’. Andere media rapporteren over geschokte Berlijners en provocatieve architectuur. Tekst Marjoleine van Schaik Fotografie Stiftung Preußischer Kulturbesitz/David Chipperfield Architects, Ute Zcharnt/Christian Richters


72 — AWM 26

De kritiek die David Chipperfield en samenwerkend restauratiearchitect Julian Harrap ten deel is gevallen, is vooral te wijten aan de meedogenloos objectieve benadering van de specifieke gebouwgeschiedenis van het museum. In plaats van een klassieke herbouw van de vooroorlogse situatie — in Duitsland een gebruikelijke benadering bij gebouwen met oorlogsschade — besloten zij om de ruïne te conserveren en te repareren, om zo de geschiedenis van het museumgebouw op authentieke wijze weer te geven. Inclusief oorlogsschade. En dat bleek tegen het zere been van veel Berlijners. Zij verwijten Chipperfield van het Neues Museum een oorlogsmonument te hebben gemaakt. Anderen beschuldigen hem ervan de melancholieke uitstraling van de ruïne te hebben gebruikt als decor voor zijn eigen architectuur. Chipperfield zelf zegt blij te zijn met de discussie. “Wanneer het in Duitsland gaat over restauratie of wederopbouw, wordt altijd de betekenis van architectuur in de discussie betrokken. In GrootBrittannië vraagt men alleen wat het kost en hoe snel het klaar zal zijn.” De argumenten van zijn critici veegt hij inhoudelijk evenwel vlot van tafel. Hij beroept zich op de bepalingen van het Charter van Venetië, opgesteld door ICOMOS (International Counsel on Monuments and Sites) in 1964, waarin internationaal geldende richtlijnen en bepalingen zijn opgenomen over de omgang met erfgoed. Daarin staat inderdaad dat alle perioden uit de geschiedenis van een monument gerespecteerd dienen te worden bij restauratie. Het is een typisch Brits uitgangspunt dat gestoeld is op het gedachtegoed van onder andere John Ruskin, die in 1849 Lamp of Memory publiceerde en daarin het nabootsen van architectonische leeftijd — wat in wezen gebeurt wanneer er letterlijk naar de oorspronkelijke situatie wordt teruggerestaureerd — zinloos verklaarde. De invloed van de tijd is nu juist het enige wat niet kan worden gereconstrueerd.

IMPRESSIONISTISCH WAAS Het conserveren en gebruiksklaar maken van een ruïne; aanvankelijk had Chipperfield nog heel andere plannen met het Neues Museum. De restanten zouden tot in detail in de oorspronkelijke staat

Inpassing van weggeslagen noordwestvleugel en zuidelijke toren

worden teruggebracht en de aanvullingen zouden onmiskenbaar Chipperfields moderne signatuur dragen. De anderhalve eeuw die vanaf de bouw in 1855 tot aan de restauratie was verstreken, zou daarmee op modernistische wijze volledig worden weggepoetst. Hoe anders is het resultaat nu. Neem het exterieur, waar de dikke, op natuursteen gelijkende mortellaag gedeeltelijk van de bakstenen buitengevels was verdwenen. Een dun laagje mortel is aangebracht om het blootliggende

— De ruïne is geconserveerd metselwerk te beschermen en minder opvallend te maken, maar de averij die het vlekkerig uitziende gebouw heeft opgelopen is evident. En ook in het interieur is het kaalgeslagen metselwerk niet bedekt onder nieuwe pleister, maar netjes gevoegd en geconserveerd in de beschadigde staat. De resterende pleister- en verflagen zijn gestabiliseerd en geconserveerd, net als restanten van muurschilderingen en vloeren. Toch zijn er ook zalen waar schilderingen zijn geretoucheerd en vloeren prachtig hersteld. Er zijn gewelfplafonds waar nieuwe handgemaakte holle stenen bijna niet te onderscheiden zijn van de originele exemplaren. Het verschil getuigt van de fijngevoeligheid waarmee Chipperfield en Harrap de juiste aanpak voor elke zaal, elke muur en elke vloer hebben getoetst. Het is alsof er een impressionistisch waas over de ruïne is gelegd dat de oude decoratieve rijkdom in herinnering roept, soms zeer expressief, soms zacht en schilderachtig.

Boven Grieks hof van hergebruikte baksteen Onder Nieuwe westvleugel naast oude gevel


CM HISTORISCHE AUTHENTICITEIT Chipperfield zelf noemt zijn benadering een van historische authenticiteit. “Dit project gaat over het slaan van bruggen en het vullen van leemten. Hoe gapender de leemten, des te krachtiger zal de aanwezigheid van de bruggen moeten zijn.” Er is inderdaad een duidelijke gradatie merkbaar in de mate waarin de architectuur van Chipperfield op de voor- en achtergrond treedt. Nieuwe bouwvolumes zoals de noordwestelijke vleugel met het Egyptische binnenhof zijn opgetrokken uit gerecyclede baksteen en voegen zich in materialisering naar de overgeleverde bouwdelen. De nieuwe zalen, opgetrokken uit grote geprefabriceerde betonblokken (een mengsel van wit cement en Saksisch marmergranulaat) vormen een strak decor voor de artefacten, zonder de oude luister van de thematische muur-

Cultuur en Maatschappij Neues Museum Chipperfield Architects

schilderingen en decoraties in Stülers 19e-eeuwse interieurs te willen evenaren. Op andere plekken is de signatuur van Chipperfield, de ‘bruggen’ waar hij zelf over spreekt, duidelijk aanwezig. Compleet weggeslagen in de oorlog toont de entreehal met trappenhuis na restauratie zich in dit opzicht het pièce de résistance: de centrale trap, vervaardigd uit hetzelfde witte beton dat door het hele museum terugkomt als ‘filler’, is alleen in positionering een echo van de oorspronkelijke situatie. De behouden interactie met de deuren en raamopeningen maakt de monumentale structuur tot onderdeel van de hal. De puurheid van het materiaal harmonieert bovendien subliem met het grove kale metselwerk, de ruwe zuilen en het eveneens nieuwe eikenhouten balkendak. De entreehal is leesbaar als de bijdrage van het huidige tijdperk aan het gebouw, een alteratie waarmee Chipperfield de voormalige ruïne de

73 — AWM 26

tegenwoordige tijd intrekt en prepareert voor de toekomst. De respectvolle wijze waarop Chipperfield met Harrap het museum heeft geconserveerd voor de toekomst zonder het te fixeren, verdient lof. In veel opzichten toont de in wezen modernistische Chipperfield zich bij deze restauratie meer schilder dan architect. De schilderachtige fijnzinnigheid waarmee ze tegelijkertijd de schim van de ruïne en de sfeer van de oude situatie hebben vastgelegd, is bewonderenswaardig. —

Opdrachtgever Stiftung Preußischer Kulturbesitz Architect David Chipperfield Architects Restauratiearchitect Julian Harrap Architects Supervisie restauratie Pro Denkmal GmbH Tentoonstellingsontwerp Michele de Lucchi

Masterplan Museumsinsel

Bekijk 3D-visualisaties van het Masterplan Museuminsel op www.museumsinsel-berlin.de

In 1999 verklaarde UNESCO het Berlijnse Museumsinsel tot ‘World Cultural Heritage’. De toekenning is deels gebaseerd op de toekomstplannen voor het eiland, waarin de vijf monumentale museumgebouwen als collectieve museale ruimte worden gezien, terwijl de architectonische individualiteit van de afzonderlijke bouwwerken gehandhaafd blijft. Aanvankelijk was Georgio Grassi verantwoordelijk voor het masterplan, maar toen die zich in 1996 had teruggetrokken, volgde Chipperfield Architects hem op. Gelegen in de rivier de Spree heeft het Museuminsel een oppervlakte van bijna een vierkante kilometer. Staan de museumgebouwen nu in alle opzichten los van elkaar, het masterplan voorziet in diverse ingrepen om de bouwwerken organisatorisch en programmatisch te verbinden. Naast het Neues Museum zal een centraal ontvangstcentrum worden gerealiseerd, de James Simon Galerie, dat als beginpunt fungeert van de ‘Archeological Promenade’: een onderaards gangenstelsel dat de verschillende musea met elkaar in verbinding stelt. De gangen dienen zelf als expositieruimte voor een interdisciplinaire tentoonstelling die de diverse musea programmatisch aan elkaar koppelt. Bovengronds houden de gebouwen hun afzonderlijke entrees en interne routing langs de diverse hoofdcollecties. Maar steeds bestaat de mogelijkheid om via de ondergrondse promenade verwante collecties te gaan bekijken. Het centrale toegangsgebouw voor het Museuminsel, een galerij met classicistische trekjes, moet in 2012 klaar zijn. uncties als archieven, bibliotheken en studieruimtes ondergebracht in zogenaamde “Museumshöfe” aan de overzijde van de Spree. De gehele renovatie zal rond 2026 klaar zijn.


74 — AWM 26

1 Romeinse Zaal

2 Centrale hal

De decoraties zijn deels geconserveerd, de vloeren gerestaureerd. Betonnen zuilen zijn in verschijning een kopie van de oorspronkelijke decoratieve zuilen. Werkzaamheden: reparatie/voegwerk baksteenwanden, stabilisatie/reparatie pleisterwerk, stabilisatie, schoonmaken en retoucheren decoratief schilderwerk en restauratie muurschilderingen. Restauratielagen: pleisterkalk, gipspleister (gladde of opgeruwde afwerking) marmarinopleister als drager voor de diverse finishings (verven op olie-, hars- en wasbasis).

De nieuwe trappartij is opgebouwd uit een betonmengsel van wit cement en marmergranulaat. De blootliggende baksteenwanden zijn gerepareerd en gevoegd. Resterend pleisterwerk is gestabiliseerd en gerepareerd. Overige werkzaamheden: stabilisatie, schoonmaken en retoucheren van finishings. Opbouw van restauratielagen: pleisterkalk, gipspleister met gladde of opgeruwde afwerking, marmarinopleister (marmerimitatie) als drager voor de finishing. Zichtbare finishing is stucco lustro.

1

3

2

4 Niobidenzaal

5 Noordelijke koepel

Werkzaamheden: stabilisatie, reparatie en completering van pleisterwerk; stabilisatie, reiniging en retouchering van de finishings. Terugbrengen van verwijderde muurschilderingen en restauratie van vloeren en beschadigde muurschilderingen. Opbouw van restauratielagen: kalkpleister, gipspleister met gladde of opgeruwde afwerking, stucco lustro.

Werkzaamheden: reparatie en voegwerk van blootliggende baksteenwanden, herstel en completering van pleisterwerk, kalkwassingen. Stabilisatie, schoonmaken en retoucheren van finishings. Terugbrengen van verwijderde muurschilderingen en restauratie van beschadigde muurschilderingen. Opbouw van restauratielagen: kalkpleister, gipspleister met gladde of opgeruwde afwerking, stucco lustro. Verven op basis van olie, hars en was voor de muurschilderingen en een speciale tempura als finishing.


CM

Cultuur en Maatschappij Neues Museum Chipperfield Architects

75 — AWM 26

3 Bacchuszaal Werkzaamheden: reparatie en voegwerk van baksteenwanden, stabilisatie en reparatie van pleisterwerk, stabilisatie, schoonmaken en retoucheren van decoratief schilderwerk en restauratie van muurschilderingen. Opbouw van restauratielagen: pleisterkalk, gipspleister met gladde of opgeruwde afwerking, marmarinopleister (marmerimitatie) als drager voor de diverse finishings (verven op basis van olie, hars en was, tempura).

24

23

9

25

10

28

22 26

27

29

2e verdieping

16

14

15

17

13

9

21

10

20

6 22 18

4

19

1e verdieping

5

1

6 Rode Zaal Restauratie van authentieke vitrines en beschadigde en verloren schilderingen (tempura, met een speciale tempura, toegepast in verfijnde sjablonen, als finishing). Reparatie en voegwerk van baksteenoppervlakken, stabilisatie, reparatie en completering van pleisterwerk. Stabilisatie, reiniging, completering en retouchering van finishings en decoratieve schilderingen.

2

7

10 meter

8

9

6

10

11

3

5

12

5

4

Begane grond

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

hoofdentree entreehal museumwinkel westelijke ingang museumcafé ‘vaderlandzaal’ mythologiezaal galerij Egyptische binnenhof Griekse binnenhof

11 12 13 14 15 16 17 18 19 20

historische zaal etnografische zaal Romeinse zaal Bacchuszaal zaal van de Niobiden noordelijke koepel Apollozaal Griekse zaal moderne zaal middeleeuwse zaal

21 22 23 24 25 26 27 28 29

zuidelijke koepel trappenhuis oosterse kunst-zaal rode zaal groene zaal blauwe zaal westerse kunst-zaal sterzaal Majolicazaal


76 — AWM 26

De architect is geen dienstverlener Wouter Vanstiphout en Michelle Provoost omschrijven zichzelf als ‘urban curator’. Als oprichters van Crimson Architectural Historians beperken zij zich niet tot het doen van onderzoek, maar realiseren zij ook projecten. Architecten moeten hun ‘bottom-line’ weer in ere herstellen en zich niet beperken tot het uitvoeren van de opdracht, maar ook inzetten op het formuleren van de opgave. Tekst Eric Frijters en Olv Klijn Foto Jan Paul Mioulet/DAPh


I

Interview Crimson — Wouter Vanstiphout en Michelle Provoost

Een architectenbureau is te beschouwen als een antwoord op een specifieke ruimtelijke vraag. Jullie zijn beide opgeleid als architectuurhistoricus, maar als Crimson beperken jullie je niet tot het doen van historisch onderzoek. In verschillende projecten hebben jullie laten zien ook een bijdrage te willen leveren aan het maken van ruimtelijke plannen en soms innig bij het ontwerpen betrokken te zijn. Voor de buitenwereld is het werk van Crimson hierdoor soms moeilijk definieerbaar. Een voor de hand liggende vraag is dan ook op welke ontwikkeling jullie bureau eigenlijk een antwoord probeert te geven. “Jullie komen precies op het goede moment met deze vraag. Wij hebben altijd het hele proces van architectuur maken beschouwd als ons werkterrein,

77 — AWM 26

van het formuleren van de opgaven, het geven van de opdracht tot het herformuleren van die opgave middels ontwerp en realisatie. Maar de afgelopen tijd concentreren wij ons in dit proces vooral op het formuleren van de opgave en zijn we steeds minder direct betrokken bij het ontwerpen. De belangrijkste reden voor deze ontwikkeling is dat we bij onszelf een zekere afkeer en onkunde bespeuren in het vervullen van opdrachten. Wij houden ervan onze eigen opgaven te formuleren. Dat is een trend die we sinds het Wimby-project voor Hoogvliet steeds sterker ontwikkeld hebben. In dat project werd duidelijk dat wij eigenlijk het liefst het proces en de inhoud organiseren, als een soort curatoren. Toen we in het Wimby-project gevraagd werden onze eigen rol te benoemen, hebben we dan


78 — AWM 26

ook de term ‘urban curator’ bedacht. Dat bleek een treffende term, omdat iedereen er gelijk een beeld bij heeft. In het kielzog van Wimby hebben we een aantal projecten gedaan die Crimson tevens neerzetten als een plannings-, ontwerp-, en onderzoeksbureau. Ook in die projecten hebben we geprobeerd onze eigen opgave te formuleren. De opdrachtgever krijgt van ons een antwoord dat meestal veel meer is dan waar hij om gevraagd had.”

— “Wij zijn blij met de recessie” Het is opvallend dat jullie bij het formuleren van de opgave zoveel nadruk leggen op de betrokkenheid. Onder architecten bespeuren wij juist een tegengestelde ontwikkeling. Steeds minder architecten lijken zich bezig te willen houden met de opgave. Zij storten zich liever volledig op opdrachten. “Er is ontegenzeggelijk een tendens zichtbaar om steeds doelgerichter te werken en te voldoen aan de nauw omschreven vragen van de opdrachtgever. De afgelopen jaren heeft deze ontwikkeling niet alleen geleid tot een opportunisme aan de kant van architecten, maar zeker ook aan de kant van nieuwe opdrachtgevers. Wij hebben vooral ervaring met woningbouwcorporaties en hebben gemerkt dat veel corporaties als opdrachtgever nog niet erg volwassen zijn. Ze stellen weliswaar pragmatische vragen, maar wanneer wij, of de ontwerpers waarmee we werken, een onverwacht antwoord geven, wordt hier nauwelijks inhoudelijk op ingegaan. Het inhoudelijke debat met de opdrachtgever, dat uiteindelijk de kwaliteit van het resultaat van de opdracht bepaalt, is beneden de maat. Wij hebben zo’n ontevredenheid ontwikkeld met deze oppervlakkige manier van werken dat wij het afgelopen jaar geen ontwerpopdrachten meer hebben gedaan.” Waar hebben jullie je wel mee beziggehouden? “Een project waar we veel van onze tijd in stoppen bestaat paradoxaal genoeg uit een samenwerking met vijf woningbouwcorporaties. We werken met hen aan het ontwikkelen van projecten vanuit ideële grondslagen voor de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam, waarvan wij co-curator zijn. De meeste corporaties hebben hun wortels in de Woningwet van het begin van de twintigste eeuw, de meest idealistische periode van de Nederlandse stedenbouw en architectuur. Ook nu nog zijn bij veel corporaties de genetische sporen van dat idealisme en het maakbaarheidsdenken terug te vinden. Wat we proberen, is eigenlijk om een aantal projecten te ontwikkelen met coalities waarin steeds iemand zitting heeft met

uitvoeringskracht. Dat kan een woningcorporatie zijn, een projectontwikkelaar of dS+V (dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting). Die laatste partij heeft de regie en vertegenwoordigt het publiek belang. Architecten werken in dit project vanuit de discipline van het ontwerp en wij als historici werken vanuit de kennis van de stad. Een dergelijke focus op disciplines klinkt ouderwets, maar de reden dat we het zo gedefinieerd hebben, is dat we verwachten dat vooral architecten, maar ook opdrachtgevers, hun eigen rol dan scherper definiëren en zich minder als een soort vloeiende homo universalis opstellen, want die neiging bestaat sterk.” Wat bedoelen jullie daar precies mee? “Bij alle partijen in het ontwerpproces is een neiging zichtbaar om zich als alleskunner op te stellen. Architecten stellen zich op als communicatieadviseur, de communicatieadviseur stelt zich op als beleidsmaker, de woningbouwvereniging stelt zich op als dienst stedenbouw, of erger nog, als politie. Alles vloeit in elkaar over in een soort onzegbaar en uit eufemismen en clichés samengesteld idee over waar het met de maatschappij heen moet. Daar overheen ligt dan nog een deken van branding en conceptionisme, die ervoor zorgt dat emotie en gevoel in een plan belangrijker zijn dan waar het daadwerkelijk om gaat. Kortom, de scherpte is er wel vanaf.” Dat klinkt als een verenging van jullie kerncapaciteit, terwijl jullie juist erkenning hebben gekregen omdat jullie als een van de weinigen in staat bleken om over de grenzen van het eigen vakgebied heen te stappen. Worden jullie nu gewone architectuurhistorici? “Nee, we blijven wie we waren. Geschiedenis is altijd de kern van ons werk geweest. Vanuit die kern zijn we ons gaan interesseren en bemoeien met andere vakken, en daar is ook niets op tegen. In het licht van wat er in de afgelopen vijftien jaar is gebeurd op het gebied van deregulering en privatisering, waar vooral de corporaties en gemeentelijke diensten heel erg door veranderd zijn, is het niet zo vreemd dat er behoefte is aan meer duidelijkheid. Bovendien zijn de processen steeds complexer geworden, waardoor ook aan de kant van projectontwikkelaars de roep klinkt aan de overheid om meer regie te voeren en de grote lijnen uit te zetten. Onze bijdrage aan het debat moet niet worden opgevat als een streven om iedereen in zijn hok terug te duwen. Wat wij proberen is om iedereen zich te laten beraden en de kern te versterken. Het gaat om kennis tegenover emotie.” Gaat het jullie ook om geheugen? Brengt Crimson het geheugen in, dat anders verloren zou gaan? “Wat wij inbrengen is een bepaalde manier van speculeren. Architecten speculeren over (de opgave


I Publicaties 2008 — Het langste gebouw van Rotterdam. Toekomstvisie De Hofbogen 2007 — WiMBY! Hoogvliet, of: Het grote WiMBY! Boek 2007 — De lessen van WiMBY! 2001-2007, of: Het kleine WiMBY! Boek 2005 — Maak een stad. Rotterdam en de architectuur van J.H. van den Broek 2003 — Maaskant. Architect van de vooruitgang 2003 — Profession: Architect. de Architekten Cie. 2002 — Too Blessed To Be Depressed. Crimson Architectural Historians 1994-2002 2001 — Post.Rotterdam Architecture and City after the Tabula Rasa 2000 — WiMBY! Welcome into My Backyard! 1999 — Mart Stam’s Trousers. Stories from behind the Scenes of Dutch Moral Modernism 1997 — Re-Urb. Nieuwe plannen voor oude steden 1996 — Asfalt. Automobiliteit in de Rotterdamse stedebouw 1995 — Re-Arch. Nieuwe ontwerpen voor oude gebouwen

Interview Crimson — Wouter Vanstiphout en Michelle Provoost

van) morgen, maar historici evengoed. Er bestaat meer verband tussen architectuur en geschiedenis dan men weleens denkt. Oorspronkelijk komt veel van de Nederlandse architectuurgeschiedenis uit Delft, van historici die van origine als architect zijn opgeleid. Delftse architecten die Tafuri gingen lezen en concludeerden dat geschiedenis en ontwerp op een andere manier met elkaar zijn verweven dan je zou denken. Pas veel recenter komen er ook architectuurhistorici uit de kunsthistorische hoek, bijvoorbeeld uit Groningen, waar wij zelf ook vandaan komen. Geschiedenis is interessant omdat het, als het goed wordt gebruikt, niet iets hoeft te zijn wat alleen het verleden beschrijft, maar ook discussies kan openbreken, consensus kapot kan maken en nieuwe ideeën kan introduceren. Geschiedenis heeft bovendien andere instrumenten om naar de werkelijkheid te kijken. Niet per se ruimtelijke instrumenten, maar verhalende instrumenten. Vanuit dat oogpunt werd het voor ons ook relevant en interessant om ons actief met ruimte te gaan bezighouden; wij kijken en denken op een heel andere manier.” De overgang van beschrijver van wat er is gebeurd zoals de historicus doet, naar het nadenken over wat er moet gáán gebeuren, zoals de ontwerper doet, is waarschijnlijk niet eenvoudig? “Wij merken dat er een enorme overschatting is van het belang van de toekomst, of beter gezegd, er is een onderschatting van het belang van het heden. Een van de belangrijkste dingen die wij doen is beschrijven hoe het is, in plaats van mijlenver vooruit te kijken hoe het zou moeten zijn. Wij werken niet alleen met de geschiedenis van de monumenten of met het bijzondere, maar met het aanwezige, het echte, en daar horen alle factoren bij die je ter plekke kan vinden. Het gaat gewoon over de realiteit. Op het moment dat je een analyse maakt, vind je al vrij snel prioriteiten waardoor je ook nadrukken kunt leggen, waar je vervolgens een extrapolatie van kunt maken. De stap vanuit het verleden naar het heden, en vervolgens naar de nabije toekomst is voor ons dus helemaal niet zo ingewikkeld.” Als we jullie stukken lezen, lijkt het heden toch minder belangrijk dan nu wordt gesuggereerd. Zeker de rol van de architect wordt regelmatig gerelativeerd. Hij of zij kan onmogelijk een gebouw bedenken dat anticipeert op wat er bijvoorbeeld in de komende honderd jaar gaat gebeuren. “De relativiteit van ontwerpen is voor ons belangrijk. Enerzijds zijn we niet geïnteresseerd in het maken van toekomstvisies. Anderzijds zijn we wel ontzettend geïnteresseerd in toekomstvisies van vroeger en hoe het heden bestaat uit een samenraapsel van resten van toekomstvisies uit het verleden, vermengd met wat er echt is gebeurd. Vooral als we het hebben over de stad als geheel is het resultaat bijna nooit wat men

79 — AWM 26

had voorzien, maar wel onvoorstelbaar meer interessant dan wanneer de toekomstvisies puur waren uitgevoerd. Provocerend zou je kunnen stellen dat stedenbouw pas succesvol is als het mislukt. Als het doel van stedenbouw het creëren van steden is, dan werkt het pas als het mislukt. Mislukken betekent namelijk dat het niet uitkomt, dat het anders wordt dan men had voorzien, dat het anders wordt gebruikt. Dat het maar half af is en dat iemand er iets tegenaan bouwt, dat de economie op links afstevent terwijl alles op rechts geprojecteerd was. De gelaagdheid, complexiteit en onbegrijpelijke leegte, zoals wij die in Hoogvliet bijvoorbeeld zagen: dat maakt een stad. Niet de notie dat het ontwerp ‘gelukt’ is.”

— “Stedenbouw is pas succesvol als het mislukt” Jullie beschrijven inderdaad vaak het dilemma van de planner die plannen moet maken om iets te kunnen bouwen, maar tegelijkertijd weet dat wat hij of zij ook bedenkt, het nooit zo zal gaan werken. Maar op welke manier wordt kennis over dit dilemma productief voor de huidige praktijk? “Dat soort dilemma’s en paradoxen fascineert ons mateloos, als onderzoekers, maar ook als opdrachtgevers. Wij zijn ons ervan bewust dat een deel van onze opvattingen, ideeën en verwachtingen paradoxaal zijn. Maar die paradoxale positie is voor ons ongelofelijk productief. Het dwingt ons om na te denken over hoe het dan wel moet, hoewel je weet dat het filosofisch gezien vol met tegenstrijdigheden zit. De wetenschap dat een stad pas werkt als er een zekere complexiteit ontstaat, betekent dat ook andere partijen dan alleen planners en architecten er een rol in moeten spelen. Dat bijvoorbeeld verschillende bevolkingsgroepen een rol moeten spelen en dat er ruimte moet zijn voor latere invullingen en flexibiliteit. Het veronderstelt een programma voor het toekomstig ontwerpen waarin je dingen kunt vastleggen, maar toch ruimte kunt laten voor die extra lagen. Dat laatste is natuurlijk een hele concrete ontwerpopgave.” Enerzijds gaat het om kennis en bewustzijn, anderzijds is het ook belangrijk de beperkingen van het vak te tonen. “In heel veel architectuuropvattingen is het gevoel voor dialectiek weg. Rem Koolhaas heeft wel eens gezegd: ‘Architectuur is mogelijkheden benutten en stedenbouw is mogelijkheden creëren’. Dat is natuurlijk een ouderwetse polariteit, maar het klopt nog


80 — AWM 26

altijd. Wat in de architectuur problematisch geworden is, is de nadruk op het icoon, het visuele, het representatieve. Dat heeft geleid tot een enorme verwarring en een gebrek aan effectiviteit, omdat men alleen denkt in letterlijke beelden. De dynamiek van de maatschappij moet worden weergegeven in een brug van Ben van Berkel of in een gebouw van Zaha Hadid. Zelfs het werk van Koolhaas lijkt de laatste jaren soms die kant op te gaan. Het lijkt een representatie van iets te worden, in plaats van dat het ergens een rol in speelt.” Mariet Schoenmakers wees ons op een andere tekortkoming van veel architecten. Volgens haar zijn architecten vooral op het niveau van het stedenbouwkundig ensemble niet sterk ontwikkeld. Herkennen jullie dat? “Vanuit onze ervaring als opdrachtgever van zowel Nederlandse als buitenlandse architecten kunnen wij zeggen dat bepaalde vaardigheden hier inderdaad rudimentair ontwikkeld zijn. Dat komt vermoedelijk doordat bij Nederlandse architecten, zeker van onze generatie, veel nadruk ligt op concept en strategie. Nederlandse architecten zijn heel bedreven in het verzinnen van een goed idee en kunnen dat vervolgens strategisch inzetten in complexe processen. Tegelijkertijd moeten we ons realiseren dat het ontbreken van deze kennis tevens een direct gevolg is van de manier waarop ontwikkelaars en opdrachtgevers architecten inzetten. De beperkte vraag die hen wordt gesteld, draagt in zekere zin bij aan het onvermogen van architecten om een overgang tussen een woning en de straat te ontwerpen. Als je nooit meer architec-

ten vraagt om die relatie te ontwerpen, dan verdwijnt het ‘kunnen’ op een gegeven moment ook. Anders gezegd, dat architecten gericht zijn op het heel direct invullen van de opdracht is ook een gevolg van de zeer beperkte speelruimte die zij van hun opdrachtgevers krijgen.” Architecten kunnen er natuurlijk ook voor kiezen om zelf onderzoek te initiëren, een houding die onder anderen door Pieter van Wesemael wordt gepropageerd. “Daarom zijn wij ook zo blij met de recessie. Nu moeten architecten weer gaan nadenken. Dat betekent niet direct dat architecten zoveel mogelijk over de grenzen van hun vakgebied heen moeten kijken, maar ze doen er waarschijnlijk wel goed aan zich binnen hun vakgebied als generalisten te ontwikkelen.” We zijn nog steeds op zoek naar het goede woord voor deze ontwikkeling. Winy Maas heeft het in dit verband over de architect als ‘ruimtelijk specialist’, maar dat is heel breed. René Boomkens heeft het over de specialistisch intellectueel. “We hebben geen alternatieve metafoor voor de taakomschrijving van de architect, maar we weten wel welke positie een architect moet opeisen. Laten we nog even terugkomen op het MAB; dat heeft destijds twee plannen min of meer parallel ontwikkeld. Het ene was met Rob Krier voor het centrum van Den Haag, het andere was met Rem Koolhaas voor Almere. Het feit dat er tegelijkertijd door één ontwikkelaar twee zo verschillende plannen kunnen worden ontwikkeld, ge-


I

Interview Crimson — Wouter Vanstiphout en Michelle Provoost

tuigt van een cynisch opportunisme. Het is bovendien een illustratie van het feit dat er voor veel architecten en ontwikkelaars eigenlijk geen bottom-line is. Er is nooit een moment waarop gezegd wordt: ‘Nee, ik vind dat steden zo moeten zijn’. Dat is bijvoorbeeld heel anders bij advocaten en artsen. Voor die beroepsgroepen geldt een beroepseer, die naast het belang van hun cliënten ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid veronderstelt.

— “De nadruk op het icoon is problematisch geworden” Zo is het in Nederland de taak van de advocaat om naar eer en geweten zijn cliënt te verdedigen, maar binnen een hoger ideaal, namelijk het verdedigen van het rechtssysteem in het algemeen. Sinds de Beaux Arts-opleiding is het officieel zo dat het beroep architect geen dienstverlenend beroep is. Een architect vertegenwoordigt het publieke belang, ook al wordt hij betaald om een kippenhok te maken. Alle processen waar we het nu over gehad hebben – privatisering, marktwerking, de gerichtheid op de markt en de klant – hebben geleid tot de huidige opstelling van architecten. Onze blijdschap over de recessie was natuurlijk gespeeld. De crisis is voor niemand fijn, zeker niet voor architectenbureaus, maar de komende periode biedt wel kansen om weer meer aandacht te besteden aan kennis en onderzoek en het innemen van een positie.” Hoe alarmerend is de situatie als het gaat om het formuleren van een bottom-line van het vakgebied? “Er zijn eigenlijk maar een paar duidelijke uitzonderingen te ontdekken, bijvoorbeeld de manier waarop Neutelings Riedijk zich opstelt. Daar kun je het mee eens zijn of niet, maar zij hebben wel een eigen bottom-line. Of een bureau als Onix, dat zelfs een dogma heeft geformuleerd. Natuurlijk zijn dit bijna karikaturale voorbeelden van een bottom-line, maar wat eruit spreekt is een zeker zelfbewustzijn over het vak. Daar ontbreekt het momenteel aan, zeker bij de architecten van onze generatie die murw zijn gebeukt door hun eigen succes.” Architecten moeten naast het etaleren van ontwerpvaardigheden ook een kritisch kennislichaam ontwikkelen, dat hen in staat stelt om maatschappelijke belangen af te wegen. Zijn jullie in de projecten die jullie doen wel in staat die kritisch onderbouwde houding te garanderen?

81 — AWM 26

“Wat wij proberen, zeker in bijvoorbeeld de projecten die wij voor de komende Architectuur Biënnale organiseren, is scherpte te geven aan het ontwerpproces. In plaats van elkaar almaar op de rug te slaan en te zeggen dat we het vooral samen doen, benadrukken we dat elke partij andere belangen en andere verantwoordelijkheden heeft. We zien het als onze taak om die rollen, zeker die van de architect en de historicus, die ieder een ander kennisaspect over de stad vertegenwoordigen, tot hun recht te laten komen door te wijzen op het verschil. Wat de uitkomst zal zijn moeten we nog zien. Omdat wij de regisseur zijn van het proces – dat we zo klein, overzichtelijk en transparant mogelijk proberen te houden – hebben we er veel vertrouwen in.” Is uit de alomvattendheid van onderwerpen waarover we hebben gesproken een advies voor architecten te destilleren? “Architectuur is een onpuur vak. Het is een veelomvattend vak waarin het continue ontwikkelen van een kennispositie verlangd wordt. Architectuur verlangt een bijna absurde ambitie van architecten om dingen te willen weten, om alles te kunnen en zich overal mee te bemoeien. We waren eens bij Koolhaas op bezoek. Hij liep met een grote grijns door zijn bureau waar overal mensen met verschillende dingen bezig waren en zei: ‘Het interessante aan architecten is dat wij alles kunnen! Wij kunnen reclames maken, we kunnen vlaggen ontwerpen, maar ook steden. We maken beleid, grafische ontwerpen of tentoonstellingen. Wij architecten kunnen alles en hebben niemand nodig’. Natuurlijk is dat niet waar, maar uit deze uitspraak spreekt wel de energie en arrogantie die nodig is om architectuur te kunnen maken. Het is een soort perverse romantische emotie waardoor architecten ongelofelijk koppig en heel erg bottom-line kunnen zijn. De komende tijd zal er meer tijd zijn voor reflectie en kennisontwikkeling. Belangrijk daarbij is dat er geen behoefte is aan specialisatie of toespitsing op het werkterrein van de architect, maar aan een verbreding binnen het vak zelf. Als wij ons verplaatsen in de positie van architecten zouden we de komende periode intensief gebruiken voor het verstevigen van onze eigen positie, door middel van kennis, studie en onderzoek. De oproep om iets minder meegaand en gericht te zijn op het volgen van een opdracht, en het verwerven van een zekere arrogantie zijn belangrijke punten om aan te werken.” —



W I J F E L I C I T E R E N A R C H I T E C T E N W E B M E T H E T G LO E D N I E U W E M A G A Z I N E

K WA L I T E I T, D E S I G N E N K L A S S E : G A R A N T I E VO O R S U C C E S !

Draaideuren zijn altijd open én altijd dicht en besparen hierdoor een aanzienlijke hoeveelheid energie. De draaideuren van Koninklijke Boon Edam zijn méér dan alleen deuren. Het zijn indrukwekkende entreeoplossingen, die een sterke eerste indruk geven van uw gebouw. Draaideuren zien er niet alleen fantastisch uit, ze leveren ook écht concrete voordelen op: uw gebouw krijgt een uitstraling met cachet, vermindering van het energiegebruik, verlaging van de energierekening, een comfortabele (werk)omgeving en vermindering van tochtinfiltratie, vuil en geluidshinder. DOOR

SYSTEMS

-

SECURITY

ACCESS

www.boonedam.nl

-

ADVANCED

DOOR

CARE


T (0316) 59 29 11 F (0316) 52 53 60 info@jazo.nl www.jazo.nl

Specialist in toegang en ventilatie van techniekruimten

)RWRVWXGLR ) GH :HHUW

Handelsdwarsstraat 10 Postbus 360 6900 AJ Zevenaar


Natuurlijk licht Natuur en mens vormen al jaren een symbiose. Waar voorheen de natuur het beste uit de mens haalde, haalt de mens nu het beste uit de natuur. Het zoeken naar een balans tussen natuur en architectuur is niet meer weg te denken. Daglicht speelt hier een grote rol in. ESTHETIEK Het integreren van daglicht in huis is belangrijk, het eren van de esthetiek van een gebouw misschien nog wel belangrijker. Vaculux combineert deze twee punten in haar daglichtbuis. De SkyTube Helios geeft dan ook minimaal 65% meer daglicht dan de daglichtbuis van concurrende fabrikanten. Daarbij is er aandacht besteed aan een strakke vormgeving die het daglicht eer aan doet. DE BELOF TE Vaculux wil u graag overtuigen van de voordelen van de SkyTube Helios. Om deze reden doet zij een belofte aan de eigenaar van de SkyTube Helios: Bent u niet tevreden over de lichtopbrengst, dan krijgt u uw geld terug. Heeft u interesse in de mogelijkheden van natuurlijk licht, neem dan contact op met Vaculux.

de Beverspijken 17 - 5221 EE ‘s Hertogenbosch - Tel.: (073) 631 24 20 - Fax: (073) 631 24 10 - www.vaculux.nl

VACULUX FELICITEERT AWM NATUURLIJK OOK!


86 — AWM 26

Faro architecten

D

Duurzaamheid

ARCHITECTUUR

Natuurlijk kamperen

Intact ecodesign

Faro architecten heeft voor kampeerr terrein De Kijl in Schoonoord duurzame ontvangst- en sanitairgebouwen ontworpen.

ECOWONING

Amfibische Eco iglo Met de Eco iglo heeft Intact ecodesign een toekomstbewuste vorm van wonen en werken ontwikkeld. De iglo is energieneutraal. Het amfibische ontwerp speelt in op ruimtegebrek en de stijgende waterspiegel. Op het vasteland bestaat de fundatie uit een betonnen bak. Als waterwoning wordt de iglo gebouwd op een drijflichaam uit EPS-blokken waarop beton wordt gestort. Kabels, leidingen, ruimte voor techniek en opslagbatterijen en tanks voor grijs- en zwartwater worden in het fundament van 400m2 verwerkt. Hierop verrijst een constructie van gebogen stalen kokers en 300m2 gelaagd isolatieglas, waarin zonnecellen

zijn verwerkt. De onderhoudsvrije en duurzame stalen kokers komen samen bij het bordes, waarop de warmteterugwininstallatie (WTW-installatie) staat. De zonnepanelen verzorgen de totale energiebehoefte: deels passief via de in het glas geïntegreerde zonnecellen, deels dynamisch via een aluminium schild met zonnepanelen dat de optimale stand ten opzichte van de zon zoekt. De zonnepanelen zorgen ook voor schaduwwerking en privacy. Verwarming en koeling worden verzorgd door een WTW- en een aardwarmte-installatie. Het warme water in de Eco iglo zal grotendeels worden opgewekt door een thermisch zonneboilersysteem van 150 liter. Het materiaalgebruik voor de constructie en het interieur van de Eco iglo is zoveel mogelijk duurzaam en ecologisch verantwoord. www.intact-ecodesign.nl (RM)

De meubels zijn in samenspraak met Buitenom ontworpen en speciaal voor dit project geproduceerd. Ze vormen een integraal onderdeel van het ontwerp. Bureau Trecodome gaf de milieuadviezen en het landschappelijk ontwerp kwam tot stand in samenwerking met de Grontmij. Het project vormt de pilot voor circa 43 natuurkampeerterreinen die Staatsbosbeheer wil herontwikkelen. De organisatie streeft naar het verkrijgen van het GreenKey-keurmerk, dat staat voor een bewuste omgang met milieu en natuur, zonder verlies van comfort en kwaliteit. De duurzame onderdelen zijn als vanzelfsprekend in het ontwerp geïntegreerd. Het zwaartepunt ligt bij de verwarming en de warmwatervoorziening. Voor de sanitaire units geschiedt dit bijvoorbeeld via laagtemperatuur vloerverwarming en een zonneboiler in combinatie met pelletkachel. In het ontvangstgebouw bevindt zich een vuurplaats voor verwarming met hout uit omliggende bossen. Duurzaamheid is verder nagestreefd in het gebruik van ledverlichting met schemer/bewegingssensoren, waterbesparende kranen en douchekoppen en sanitair uit polyester met een toeslag van vlas, hennep en jute. De gevels zijn zoveel mogelijk bekleed met lokale en duurzame materialen zoals larikshout. Ook veel van de overige bouwmaterialen zijn biologisch of technologisch recyclebaar. Het is de deelnemers in de pilot weliswaar niet gelukt de gebouwen volledig recyclebaar te maken, maar in volgende realisaties moet vernieuwbaarheid een steeds groter onderdeel van het concept gaan worden. www.faro.nl (RM)


87 — AWM 26

Origins Architecten

D

Duurzaamheid Korte Berichten

Klittenbanddak In de ontwerpen en visievorming van Origins Architecten neemt duurzaamheid een voorname plaats in. Het bureau realiseerde in maart 2009 een woning te Welberg met diverse duurzame aspecten. Het meest verrassend is het volledig herbruikbare klittenbanddak. Jamie van Lede, directeur van Origins Architecten, geeft uitleg. Een dak bevestigen met behulp van klittenband, hoe kom je daarop? Van Lede: “De particuliere opdrachtgever wilde een duurzame woning. De Welsstandsnota schreef voor dat ook het dak uit natuurlijk materiaal moest bestaan. Het dak is opgebouwd uit vier vlakken, die verschillende hoeken met elkaar vormen. Aangezien het heel lastig zou worden om de dakvlakken met pannen of riet te bedekken, stelden wij voor om het geheel in hout uit te voeren. Het probleem daarbij is dat je het nooit helemaal waterdicht krijgt: voor het bevestigen van de latten moet je gaan schroeven in de EPDM-laag en de perforaties vervolgens met de hand dichtkitten. Dat vonden we een zwaktebod. In

verband met een ander project waren we in gesprek met Martien Maas van Dion WPS. Hij is eveneens zeer geïnteresseerd in duurzame toepassingen en ontwikkelt doorlopend producten op dat gebied. Een van de innovaties waar hij mee bezig was in verband met de kwetsbaarheid en arbeidsintensiviteit van bitumen daken, was de bevestiging met klittenband. Dat hebben we voor dit project uitgewerkt.” Hoe werkt het systeem? “We hebben de EPDM-laag op de dakconstructie aangebracht. Daarop zijn rondjes met de klittenbandhaartjes geplakt, en het deel met de lusjes is op de ventilatielatjes geplakt. Op de latjes is vervolgens de esthetische afdeklaag geschroefd. De bevestiging met klittenband is heel sterk. Schuif- en trekkrachten hebben geen vat op het dak.” Is het een eenmalige oplossing of heeft het potentieel voor toekomstige opdrachten? “We gaan er zeker mee verder. DION WPS ontwikkelt een apparaat dat de EPDM in de fabriek al direct kan voorzien van de haartjes, zodat de waterkerende laag in één keer, zonder lassen en naden op de onderlaag kan worden aangebracht. Met het apparaat dat de

lagen verbindt, kun je later het klittenband en de EPDM-laag ook weer van elkaar halen. Je kunt, wanneer een huis wordt afgebroken, het dak eenvoudig verwijderen en de materialen scheiden. Het hele dak kan volledig gerecycled worden. Bovendien is het een goedkoop en waterdicht systeem.” Welke andere duurzame aspecten zijn toegepast bij de woning in Welberg? “Een warmtepomp, een grijswatersysteem, verhoogde isolatie, zonwerende folies, verduurzaamd FSC-hout, vraaggestuurde ventilatie met CO2-sturing, een centraal stofzuigersysteem, warmtewisselaars op alle douches en gerecycled metselwerk met schelpkalkmortel, waardoor ook het metselwerk in de toekomst nog een keer gebruikt kan worden.” (RM)

Origins architecten

TECHNIEK


MINIWIZ

88 — AWM 26

RECYCLING

Bouwen met flessen

De frisdrankflessen worden op de gebruikelijke manier gerecycled en omgevormd tot elementen met een in elkaar grijpende geometrie: de Polli-brick. Met de elementen kan een sterke constructie worden gebouwd, die tegelijkertijd licht van gewicht en goedkoop is. Miniwiz noemt de Polli-brick bijvoorbeeld geschikt voor het bouwen van scheidende binnenwanden. De koppelbare bouwsteen werkt bovendien sterk warmte- en geluidisolerend. De Polli-brick kan in combinatie met de SolarBulb van Miniwiz ook worden gebruikt als ‘verlichtingsarmatuur’, als vaas of gewoon als fles. Inmiddels kreeg Miniwiz de mooie opdracht om voor de Taipei International Expo in 2010 een gebouw met een lengte van 85 meter en een oppervlak van 5.000 m2 uit Polly-bricks te ontwerpen. De onderneming fabriceert nu de meer dan 4.000 panelen die nodig zijn voor de vliesgevel, die wervelstormen en sterke aardbevingen moet kunnen weerstaan. www.miniwiz.com (RM)

MINIWIZ Sustainable Energy Development

De Britse onderneming Miniwiz maakt van de gewone PET-fles een bouwsteen voor architectuur.


D

Duurzaamheid Korte Berichten

CRADLE TO CRADLE

BOEK

Initiatieven tot inzameling

Green Design

Stap voor stap vinden de principes van ‘Cradle to Cradle’ (C2C) ingang bij Nederlandse producenten. Zowel Desso in Waalwijk als Koninklijke Mosa in Maastricht is in samenwerking met de Van Gansewinkel Groep gestart met het inzamelen en recyclen van producten. Alle drie de partijen zijn partner van de Environmental Protection and Encouragement Agency (EPEA), opgericht door Michael Braungart. Daarom zijn ze gecommiteerd om nieuwe samenwerkingsverbanden aan te gaan voor terugnamesystemen die ‘100% C2C’ zijn. De Van Gansewinkel Groep brengt bij de samenwerking haar kennis van inzameling, logistiek en recycling in. Desso wil tapijt aan het einde van zijn levensduur inzamelen, om te voorkomen dat het op de stortplaats belandt. Volgens de onderneming staan jaarlijks miljoenen vierkante meters tapijt op de nominatie om te worden weggegooid. De ingezamelde vloerbekleding wordt verwerkt tot ruw materiaal voor nieuw tapijt. De fabrikant werkt actief aan een productieproces waarbij haar producten volledig biologisch afbreekbaar zijn, dan wel gerecycled kunnen worden tot grondstof voor nieuwe producten. Met de tapijttegel Pallas heeft Desso onlangs haar eerste C2C-product gerealiseerd. Later dit jaar wil de producent nog twee C2C-producten introduceren. Haar streven is om in 2020 een volledige C2C-productlijn te hebben. Mosa is begonnen met het inzamelen en recyclen van keramiek om te komen tot een grondstof voor de productie van nieuwe tegels. Het ingezamelde materiaal moet een beeld geven van de mogelijke kwaliteit en hoeveelheden van het product. Hierop kan vervolgens de recycling en logistiek worden aangepast. Momenteel worden bij Mosa reststromen uit de productie gerecycled tot grondstof voor nieuwe tegels. Bij positieve uitkomst van de onderzoeksfase gaan de partijen op grote schaal over tot inzameling en recycling van keramisch materiaal uit de markt. www.mosa.nl — www.desso.com. (RM)

Met Green Design gaat Marcus Fairs in op de trend in het huidige ontwerr pen van duurzame producten. ‘Duurzaam’ interpreteert hij daarbij breed: een milieuvriendelijk productie proces, hergebruik of een lange levenscyclus van materialen, maar ook producten die op een heel andere wijze bijdragen aan een betere wereld noemt hij ‘groen’. De diversiteit van de beschreven producten is dan ook groot; van lampen, vazen, stoelen en kledingstukken uit duurzame materialen tot auto’s en zelfs een vliegtuig. Ook de designs zijn zeer uiteenlopend: waar een product als Car on a Stick uit 2008 haast te futuristisch lijkt om ooit realistisch te zijn, wordt bij een product als 2nd Cycle juist de ouderdom en tweedehands status benadrukt. Dan zijn er nog de producten die moeten bijdragen aan een grotere welvaart en gezondheid in de wereld. Voorbeelden zijn de Lifestraw, dat uit vervuild water schoon drinkwater maakt, en de XO Computer, een goedkope en zeer zuinige computer waarmee de scholing van kinderen in ontwikkelingslanden kan worden verbeterd. Ontwerpen zoals Hey, Chair, Be a Bookshelf! of Die Electric Project trekken op ludiekere wijze de aandacht. Elk product wordt bondig beschreven

PRODUCT

Luchtzuiverende dakpannen Dakpannen die de lucht zuiveren via fotokatalyse, het is mogelijk. Bij de oppervlaktebehandeling van de ClimaLife betondakpannen is titaniumdioxide (TiO2) toegevoegd.

89 — AWM 26

op maximaal een pagina en rijkelijk en aantrekkelijk geïllustreerd. In de begeleidende teksten geeft Fairs regelmatig schokkende cijfers over AIDS, sterfte door vervuild drinkwater, analfabetisme et cetera. Daaruit blijkt dat ‘groen ontwerpen’ voor hem meer is dan een vrijblijvende trend. Door Fairs’ maatschappelijke boodschap is Green Design niet alleen een mooi vormgegeven boek vol interessante producten, maar roept het tevens op tot een geëngageerde discussie over de wereld. (LAvK)

Marcus Fairs - 2008 - Carlton - ISBN 978.18.4732.1275 - Gebonden - 256 p 23,8 x 18,8 cm - €26,99 - Engels

TiO2 zet onder invloed van uv-stralen stikstofoxiden, die door verkeer, industrie en verwarmingstoestellen in de lucht komen, om in (relatief) onschadelijke stoffen als nitraatmoleculen. Bij zonlicht neutraliseren de dakpannen tot 90% van de schadelijke gassen, als de zon niet schijnt tot 70% , aldus producent Nelskamp Dakpannen. Een oppervlak van 100m2 dat is verrijkt met TiO2 zou dezelfde luchtzuiverende werking hebben als zes volwassen loofbomen. Voorts zijn de ClimaLife dakpannen zelfreinigend: de overgebleven vuildeeltjes hechten zich moeilijk aan het oppervlak en worden door de regen weggespoeld. De hoeveelheid vuildeeltjes is zo gering, dat ze geen schade aan het milieu veroorzaken. www.nelskamp.nl


90 — AWM 26

WKO Warmte en koude uit de grond Tekst Robert Muis Beeld Bas van der Horst

Een steeds vaker voorkomende vorm van duurzame energiewinning is warmte-koudeopslag. In Nederland worden vooral grote systemen toegepast, waarbij kantoor- of wooncomplexen worden verwarmd en gekoeld met grondwater. Warmte-koudeopslag (WKO) is een vorm van bodemenergie waarbij warmte en koude actief in de bodem wordt opgeslagen en teruggewonnen. Water is daarbij het transportmedium. Het principe is eenvoudig. Water uit de bodem wordt gebruikt om gebouwen ’s zomers te koelen en ’s winters te verwarmen. Het opgewarmde, dan wel afgekoelde water wordt niet ‘geloosd’, maar teruggebracht in de bodem. WKO is daarmee een circulair systeem. Er zijn twee varianten: een open systeem en een gesloten systeem. Open systemen Bij open systemen boort men twee bronnen tot in een geschikte waterhoudende grondlaag, een zogeheten aquifer. Meestal ligt die tussen de twintig en tweehonderd meter diep. De gemiddelde temperatuur van de bodem tot een diepte van circa 70 meter en het daarin aanwezige grondwater is ongeveer 11°C. Door koude in de ene bron en warmte in de andere bron op te slaan, ontstaan vanzelf een koude bron van

vanaf vijftig huizen, industrieterreinen en de glastuinbouw. Er zijn, voor zover bekend, inmiddels meer dan duizend open systemen in Nederland. Doordat de uitstraling op het omliggende grondwater tot enkele tientallen meters reikt, is wederzijdse beïnvloeding van nabijgelegen systemen mogelijk. Mede hierom wordt de toepassing gereguleerd via vergunningen onder de Grondwaterwet. geslOten systemen

circa 7°C en een warme bron van tussen de 15 en 25°C. In de zomer wordt water uit de koude bron opgepompt om, eventueel na verdere afkoeling, direct te gebruiken voor koeling. Het grondwater geeft in een centrale techniekruimte zijn koude via de warmtewisselaar af aan het distributiewater, dat door de gebouwen stroomt. Het opgewarmde grondwater wordt vervolgens geïnjecteerd in de warme bron in dezelfde grondlaag. In de winter wordt het water uit de warme bron opgepompt om via warmtepompen de temperatuur van het distributiewater te verhogen naar circa 50°C. Door de relatief hoge brontemperatuur wordt het rendement exponentieel verhoogd. Het afgekoelde water gaat terug in de koude bron. Een open systeem kan ook worden toegepast met een enkele bron. Hierbij liggen de koude en warme bel verticaal boven elkaar in dezelfde waterhoudende laag. Bij dit monobronsysteem wordt vaak nabij het maaiveld een warmtewisselaar in de grond en niet in een gebouw aangebracht. Het systeem is vanwege de kleinere capaciteit die men aan de bodem kan onttrekken geschikt voor kleine bedrijven, scholen en dergelijke. Een ander alternatief is een recirculatiesysteem. Daarbij wordt geen warmte opgeslagen in de bodem, maar wordt het water het hele jaar door rondgepompt. De natuurlijke constante temperatuur van de bodem wordt gebruikt voor het energetisch rendement (dat bij dit systeem wel iets lager uitvalt). Open systemen zijn geschikt voor verwarming en verkoeling van kantoren, woon- en zorgcomplexen, woningbouw

Gesloten systemen werken volgens hetzelfde principe als open systemen en reiken over het algemeen even diep in de grond. Bij het gesloten systeem wordt vloeistof door lussen in de bodem geleid, die horizontaal en verticaal kunnen worden aangelegd. Meestal wordt er water met een antivriesmiddel rondgepompt. De techniek wordt vaak ook aangeduid als bodemwarmtewisselaar. Een bodemwarmtewisselaar, met meestal twee tot vier lussen, is voornamelijk geschikt voor woonhuizen. Het energetisch rendement ligt lager dan bij open systemen, maar er is nog geen vergunning nodig. Een ander voordeel is dat gesloten systemen in vrijwel alle bodemtypen zijn te gebruiken. In Zweden en Oostenrijk wordt het systeem standaard toegepast bij de verwarming van huizen. Ook in veel andere Europese landen en in de Verenigde Staten wordt het op grote schaal toegepast. nederlandse bOdem De groei van warmte-koudeopslag in Nederland houdt volgens de (door de overheid ingestelde) Taskforce WKO gelijke tred met die in het buitenland. In Nederland ligt de nadruk echter veel meer op grote, open systemen met grote vermogens. De Nederlandse bodem heeft daarvoor veel geschikte grondwaterlagen. WKO kan zowel zelfstandig als in combinatie met technieken als geothermie worden ingezet. Bodemenergie kan veel energie besparen ten opzichte van traditionele manieren van stoken en met name koelen. In een rapport dat de Taskforce WKO in maart 2009 publiceerde, wordt gemeld dat de investeringen al binnen enkele jaren terug te verdienen zijn. —


D

Duurzaamheid WKO Warmte en koude uit de grond

Geothermie

Energieopslag volgens een open systeem Koude vraag

Koud

warmte vraag

warm

Koud

watervoerend pakket

warm

watervoerend pakket

Koud

warmte vraag

warm

Koud

watervoerend pakket

warm

watervoerend pakket

Het gesloten systeem, de bodemwarmtewisselaar Koude vraag

Illustraties If technology

Koud

warmte vraag

warm

watervoerend pakket

Koud

warm

watervoerend pakket

Geothermie wordt net als WKO gerekend tot de technieken voor bodemenergie. Het betreft echter een heel andere techniek. Hierbij wordt uit de diepe ondergrond warmte van hoge temperatuur gewonnen, door natuurlijke aardwarmte op te pompen. Het vereist een boring tot enkele kilometers diepte, tot waar de aardkorst een temperatuur van zo’n 70°C of meer heeft. Van geothermie bestaan grote verwachtingen, maar vooralsnog staat de techniek in de kinderschoenen, onder meer wat betreft de wettelijke kaders. Ook andere technieken rond bodemenergie, zoals compressed air storage, verkeren nog in een experimentele fase.

Taskforce WKO

Het monobronsysteem Koude vraag

91 — AWM 26

In de afgelopen jaren is in Nederland de toepassing van WKO met 10% per jaar toegenomen. Dat is een prettige ontwikkeling voor het kabinet, dat grote ambities heeft ten aanzien van een duurzaam energiegebruik. Maar een aanzienlijk snellere groei zou mogelijk moeten zijn. Tijdens de Bestuurdersconferentie Bodem in mei 2008 heeft Minister Cramer van VROM besloten een Taskforce WKO in het leven te roepen. Die moet adviseren hoe de kansen zoveel mogelijk zijn te verwezenlijken. Randvoorwaarde van de Minister was daarbij dat een groei van bodemenergie geen andere belangen in de bodem — delfstoffen, communicatienetwerken, en dergelijke — in de weg mag zitten. De Taskforce publiceerde in maart 2009 een rapport waarin ze onder meer stelt dat vraag naar bodemenergie kan toenemen als de overheden, marktpartijen, eindgebruikers en bewoners meer bekend raken met de technieken. De kosten en baten moeten daarbij goed worden verdeeld. Daartoe moet vooral bij grotere projecten goed worden samengewerkt door de verschillende betrokken partijen.

Meer weten? www.iftechnology.nl www.vrom.nl www.senter-novem.nl www.nvoe.nl


92 — AWM 26

Watertoren Bussum Bij de herontwikkeling van de watertoren werkt het Bussums Watertoren Collectief aan het duurzaamste kantoorgebouw van Nederland. Zo zuivert het gebouw al het eigen afvalwater en gebruikt het alle beproefde methoden voor de energiebehoefte. Tekst Michiel Haas Beeld Vocus Architecten, Bas van der Horst


D

De watertoren met het achterliggend paviljoen. De windmolen en de PV-cellen zijn goed zichtbaar

Duurzaamheid Watertoren Bussum

De hedendaagse architect bouwt uiteraard duurzaam voor zijn opdrachtgever. Wat die ‘duurzaamheid’ inhoudt, blijft veelal echter vaag. Meestal wordt het uitgelegd door te zeggen dat het een prachtig gebouw is dat eeuwen meekan. Het begrip ‘duurzaam’ is stevig aan het afkalven. De begripsverwarring, die in de bouwwereld sterk heerst, volgt uit het feit dat in het Nederlands dat ene begrip duurzaam twee heel verschillende betekenissen heeft. Als een aannemer het over een duurzaam gebouw heeft, bedoelt hij een gebouw dat lang meegaat. Een betonnen bunker uit de Tweede Wereldoorlog is in die visie een perfect voorbeeld van een duurzaam gebouw. Een kozijn van tropisch hardhout is in die opvatting eveneens duurzaam. Veel architecten zijn in hun belevingswereld

93 — AWM 26

van het begrip duurzaam op dit niveau blijven steken. Maar er is ook een andere invulling van het begrip: een milieubewuste. Dan is dat kozijn van tropisch hardhout misschien niet duurzaam, omdat het een groot verlies aan biodiversiteit oplevert en de transportkilometers met uitstoot van CO2 gepaard gaan. En dat ondanks dat een tropisch hardhouten kozijn mogelijk een langere levensduur heeft dan een vuren kozijn. De twee begrippen worden in het Engels duidelijk uit elkaar gehouden: durability is lange levensduur en sustainability is milieubewust. De beide begrippen hangen uiteraard wel samen. Over het algemeen is een gebouw dat 100 jaar meegaat ook milieubewuster dan een gebouw dat na 20 jaar al weer gesloopt wordt.


94 — AWM 26

EXTREME DUURZAAMHEID Momenteel wordt de Bussumse watertoren uit 1897 ontwikkeld en uitgebreid. Daartoe vormden Michiel Haas van het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie (NIBE) en Bob Custers van Vocus Architecten in 2004 het Bussums Watertoren Collectief. De toren krijgt een glazen kop, waarin vergaderen kantoorruimten komen, en wordt uitgebreid met een nieuw laag kantoorgebouw van in totaal 3.000 m2. Het project claimt het meest duurzame gebouw van Nederland te zijn dat tot nu toe gerealiseerd wordt. Deze claim wordt onderbouwd met een getal, de Milieu-Index-Gebouw (MIG) van 640. Ter vergelijking: de hoogste score tot nu toe is MIG323 (het Rijkswaterstaatkantoor te Terneuzen) en de daaropvolgende is MIG269 (het Kantoor van Wereld Natuur Fonds in Zeist). De MIG is de uitkomst van een levenscyclusanalyse (met het computerprogramma GreenCalc+) van een totaal gebouw. Het berekent de milieubelasting met betrekking tot materiaal, energieverbruik en waterverbruik. Welke maatregelen worden bij de Bussumse watertoren toegepast om die extreme duurzaamheidsscore van 640 te bereiken? Uit het programma GreenCalc+ blijkt dat de eindscore voor een belangrijk deel wordt bepaald door het energieverbruik. In een normale situatie is het energieverbruik bepalend voor circa 75 tot 85% van de MIG. Materialen maken dan

11%

25%

88%

74%

water

materiaal

zo’n 15 tot 20% van de score uit, terwijl water voor 2 à 3% bijdraagt. Bij een zeer energiezuinig gebouw worden de onderlinge verhoudingen anders. MATERIALEN Er wordt geen bijzonder goede materiaalscore bereikt bij de watertoren. Dat komt omdat gekozen is voor een relatief eenvoudige en goedkope betonprefabconstructie met glazen gevels voor het paviljoen achter de toren en bij het torengedeelte voor een staal/betonconstructie met veel glas. Belangrijk was om een mooie transparante uitstraling te krijgen in de bosrijke omgeving. Doordat de constructie in veel gevallen overeenkomt met de afwerking wordt daar op materialen bespaard, hetgeen een positieve invloed op de materiaalscore heeft. ENERGIE, WARMTE-KOUDE

Milieubelasting 1%

Het paviljoen heeft een betonprefabconstructie met glasgevels

1%

energie

Links toont de grafiek een renovatiegebouw met een MIG188 waarbij de door materiaal veroorzaakte milieubelasting gering is (grijs, 11%) en de door energieverbruik veroorzaakte milieubelasting hoog is (lichtblauw, 88%). Rechts staan de cijfers van de watertoren met een MIG640: 25% van de milieubelasting wordt door energie bepaald (het is dus een zeer energiezuinig gebouw) en 74% wordt veroorzaakt door de materialen. Het materialenaandeel wordt relatief aanzienlijk groter als het energieaandeel kleiner wordt; absoluut gezien neemt de milieubelasting sterk af.

Hier wordt extreem goed gescoord. Allerlei beproefde technieken worden gebruikt, zoals warmte-koude opslag (wko), warmtepompen (wp) en warmtekrachtkoppeling (bio-wkk). In de warmtebehoefte wordt voorzien door de bio-wkk, die samen met de betonkernactivering het gehele gebouw van warmte kan voorzien. In extreem koude situaties wordt opgeslagen warmte in de bodem gebruikt voor de topverwarming. Koeling gebeurt eveneens via de bio-wkk met behulp van een absorptiekoelmachine en opgeslagen koude in de bodem. De koeling wordt eveneens via de betonkernactivering uit het gebouw getrokken in samenwerking met de ventilatie. Het gebouw heeft geen gasaansluiting.

ENERGIE, ELEKTRA Alle benodigde elektrische energie wordt door de eigen installaties opgewekt. Dat gebeurt door windenergie, PV-cellen en de bio-wkk. Op de toren komt een betrekkelijk kleine windmolen die ca. 8.000 kWh op jaarbasis zal opleveren. Een grotere uitvoering is niet mogelijk omdat het metselwerk de dynamische krachten slecht kan opnemen. Er wordt 30 m2 zonnecellen toegepast met een verwachte opbrengst


Duurzaamheid Watertoren Bussum

D

95 — AWM 26

van 3.200 kWh per jaar. Dat betekent dat er naar verwachting nog ca. 110.000 kWh per jaar door de warmtekrachtkoppeling moet worden opgewekt. Die draait daarmee dan ca. 3.000 uur vollast per jaar. Daarmee voorziet het gebouw volledig in de eigen energiebehoefte, plus wat extra’s. ENERGIENEUTRAAL – KLIMAATNEUTRAAL De bio-wkk wordt gestookt met plantaardige afvalolie (bijvoorbeeld frituurvet). Dit legt geen beslag op landbouwareaal voor voedselproductie en draagt niet bij aan het broeikaseffect, omdat dit de kortcyclische CO2-kringloop is. Planten nemen CO2 op en staan dat weer af bij rot of verbranding. Het gebruik van fossiele brandstoffen draagt wel bij aan het broeikaseffect, omdat die miljoenen jaren geleden opgeslagen CO2 nu in de atmosfeer uitstoten. De afvalolie wordt met vrachtauto’s aangevoerd, die wel fossiele CO2 uitstoten. Om die emissie te compenseren moet er meer energie worden opgewekt dan het gebouw zelf verbruikt. Pas dan kan het gebouw de claim van energieneutraal of klimaatneutraal gestand doen. Dat is hier het geval.

afvalwater zelf gezuiverd wordt; het pand heeft geen rioolaansluiting. Het afvalwater wordt gezuiverd door middel van een helofytenfilter. Het zuivere water dat daar weer uitkomt, wordt hergebruikt voor de toiletspoeling van alle toiletten in het gebouw. Daarmee wordt 80% van het drinkwaterverbruik gespaard en ontstaat er een kleine waterkringloop met een geringe aanvulling met drinkwater van het waterleidingbedrijf. Op deze schaal is een helofytenfilter in Europa nog niet toegepast. Door al deze maatregelen is het watertorenproject het meest milieuvriendelijke kantoorgebouw dat er momenteel gebouwd wordt. Als deze eerste plaats spoedig door een ander project kan worden overgenomen, blijven de ontwikkelingen werkelijk de goede kant op gaan. —

Ook op het gebied van waterverbruik scoort het project erg goed. Dat komt omdat al het eigen

Auteur Prof.dr.ir. Michiel Haas is directeur van het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie (NIBE), een advies- en onderzoeksinstituut voor milieubewust en gezond bouwen, wonen en werken. Tevens is hij deeltijdhoogleraar ‘Materials & Sustainability’ aan de TU-Delft en maakt hij deel uit van het Bussums Watertoren Collectief. www.nibe.org

Helofytenfilter

Warmtekrachtkoppeling

W ERVERBRUIK WAT

5 1 2

2

3 4

6 1

3

4 6

5

8 7

Een helofytenfilter kan afvalwater 1 van een gebouw op natuurlijke wijze zuiveren. De filter bestaat uit een substraat of zandbed 2 waarin helofyten groeien. Dit zijn moerasplanten, zoals lisdodden, biezen en riet. De platen transporteren zuurstof naar de wortels, waar grote hoeveelheden zuurstofminnende bacteriën zich in het zandbed vestigen. De bacteriën zetten de afvalstoffen in het water om in voedingsstoffen voor de planten en zichzelf. Het gezuiverde water wordt via een grindlaag met drainageleidingen 3 naar een controleput 4 en vervolgens naar een eventueel reservoir 5 en terug naar het gebouw voor hergebruik geleid 6 . Een helofytenfilter is altijd circa 10 tot 15°C en doet ook ’s winters zijn werk.

Met warmtekrachtkoppeling (WKK) worden elektriciteit en warmte gelijktijdig in één installatie geproduceerd. Daardoor wordt de gebruikte brandstof 1 - vaak fossiele brandstoffen, maar het kan ook biogas of biomassa zijn - efficiënter aangewend. Met een turbine 2 , aangedreven door de verbranding, wordt in een generator 3 elektriciteit 4 opgewekt. De restwarmte 5 die altijd vrijkomt bij de elektriciteitsproductie laat men niet verloren gaan maar wordt via een warmtewisselaar 6 langs koel water of koude lucht 7 gevoerd, dat vervolgens wordt gebruikt om bijvoorbeeld een gebouw te verwarmen 8 . Die gekoppelde productie van elektriciteit en warmte heeft een hoog totaalrendement.


96 — AWM 26

EP

Economie en Praktijk

WONINGMARKT

Particulier opdrachtgeverschap voor lage inkomensgroepen De woningbouw stagneert en de kansen op betaalbaar wonen nemen af. Toch maakt de gemeente Almere het ten tijde van de crisis mogelijk om een eigen huis te bouwen, zelfs voor mensen met een inkomen tot modaal.

AANBESTEDINGEN

Rijk professionaliseert aanbestedingen Nog dit voorjaar zal het Rijk een standaardcontract in gebruik gaan nemen voor alle projecten die via de Publiek Private Samenwerking (PPS) op de markt komen. Dit betekent dat alle DBFMO (Design, Build, Finance, Maintain, Operate)-projecten voortaan dezelfde aanbestedingsprocedure zullen doorlopen. Het is niet een gebrek aan aanmeldingen voor PPS-projecten dat ten grondslag ligt aan de standaardisatie van het contract. De aantrekkingskracht voor meerjarige contracten waarbij marktpartijen ontwerp, uitvoering, onderhoud, financiering en beheer in handen krijgen, is volgens het ministerie groot en zal naar verwachting vanwege de economische tegenslag alleen nog maar groeien. Wat wel heeft geleid tot een standaard-contract zijn

de nadelen die kleven aan de aanbestedingen voor DBFMO-projecten. Zo is het voortraject vaak lang en kostbaar, terwijl lang niet altijd zeker is dat de deelnemer de opdracht ook daadwerkelijk krijgt. Om de deelname aan de aanbestedingen voor meer marktpartijen aantrekkelijk te maken, heeft de Rijksgebouwendienst de ontwerpvergoeding in februari van dit jaar verhoogd. Waar in de oude regeling nog sprake was van een vergoeding van € 50.000,– tot € 150.000, is de vergoeding bij de nieuwe regeling verhoogd tot een bedrag van € 700.000,– tot €1.000.000,–. De nieuwe vergoedingen zijn ondermeer toegepast bij de aanbestedingen voor de nieuwbouw van de Belastingdienst en IB-groep in Groningen, voor de Belastingdienst in Doetinchem en bij het Detentiecentrum Rotterdam. Het standaard PPS-contract is een volgende stap in de professionalisering van de aanbestedingen van het Rijk. Het nieuwe contract zal door Rijks-waterstaat onder meer worden ingezet bij de projecten voor de A15 Maasvlakte-Vaanplein en de A12 Utrecht-Veenendaal en door de Rijksgebouwendienst bij de nieuwe gevangenissen in Zaanstad en Rotterdam. (EvV)

Samen met woningcorporatie De Key heeft de gemeente Almere hiertoe de VOF ‘ikbouwbetaalbaarinAlmere’ (IbbA) opgericht. IbbA gaat elk jaar 300 kavels te koop aanbieden, waarvoor iedereen met een inkomen tussen € 20.000,– en € 36.500,– zich kan aanmelden. Door deze unieke regeling kan iedereen onder gunstige voorwaarden een eigen huis bouwen voor een maximale totaalprijs van € 185.000,–. De enige voorwaarde die gesteld wordt, is dat kopers minimaal 52% van de totale prijs zelf moeten kunnen financieren. Het gezamenlijk bruto jaarinkomen van een huishouden bepaalt dit percentage; het resterende deel wordt door de VOF IbbA aangevuld. Deze aantrekkelijke regeling maakt particulier opdrachtgeverschap voor alle inkomens mogelijk en is onderdeel van het project ‘IkbouwmijnhuisinAlmere’. Gemeente Almere ging in 2006 met dit programma van start om specifieke woonwensen van bewoners te realiseren en zo een gevarieerde stad te creëren. In het kader van de IbbA-regeling worden op dit moment 64 kavels verloot in het Homeruskwartier in Almere Poort. Op de kavels kunnen particulieren zowel een eigen ontwerp als een kant-en-klaar plan laten realiseren. (MD)


EP WERKGELEGENHEID

Door crisis getroffen beroepsgroepen

Economie en Praktijk Korte berichten

97 — AWM 26

Percentage getroffen bureaus dat aangeeft bepaalde arbeidsgroepen te zullen ontslaan 67%

(bouwkundig) tekenaars

81% 43%

archietecten-medewerkers

50% 31% 34%

ondersteunende functies 25%

projectleiders coördinatie

Uit het onderzoek dat de BNA begin april hield onder haar leden blijkt dat 80% van de bureaus in enige tot zeer sterke mate de gevolgen van de crisis ervaart: een stijging van 5% ten opzichte van de zogenoemde nulmeting in februari van dit jaar.

16% 10% 13% 9% 7% 6%

visualisatie-presentatie bureaucoördinatie calculatie bestek constructeur overig weet niet/ geen mening

2% 2% 2% 3% 4% 3% 10

Het niet verlengen van tijdelijke contracten en/of het ontslaan van personeel wordt als effectieve maatregel bschouwd: van de getroffen bureaus heeft 26% tijdelijke contracten niet verlengd en 14% heeft vaste personeel ontslagen. In welke hoek de klappen vallen — bouwkundig tekenaars, architect-medewerkers of ondersteunend personeel — hangt af van veel factoren: het aantal medewerkers, de samenstelling van het

BOEK

Belgisch Budget Bouwboek Het succes van de eerste editie van het Belgisch Budget Bouwboek, waarvan 15.000 exemplaren werden verkocht, heeft uitgeverij 2voor5 doen besluiten een tweede editie uit te geven.

20

vaste contracten

30

40

50

60

70

80

90

tijdelijke contracten

personeelsbestand, de werkwijze van het bureau. In het onderzoek zijn nog regionale verschillen te zien. Door de bank genomen blijkt dat vooral bouwkundig tekenaars het zwaar hebben: 81% van de getroffen bureaus geeft aan te willen bezuinigen door tijdelijke contracten van deze groep niet te verlengen en 67% laat weten ook tekenaars met een vast contract

te laten gaan. Bij architect-medewerkers zijn de verschillen nog kleiner: 50% van de getroffen bureaus geeft aan tijdelijke contracten niet te verlengen, 43% geeft aan architecten in vaste dienst te ontslaan. In absolute aantallen komt het erop neer dat er gemiddeld 2,2 vaste medewerkers worden ontslagen en 3,5 fte aan tijdelijke contracten niet wordt verlengd. (MvS)

Het concept is hetzelfde: 100 bouw- en verbouwconcepten van eengezinswoningen die in de afgelopen drie jaar gerealiseerd werden voor een bouwbudget van € 50.000 tot € 185.000,- worden getoetst aan een aantal criteria, om zo te komen tot een inspirerend naslagwerk voor iedereen met (ver)bouwplannen. Elk afzonderlijk project wordt uitgelicht aan de hand van negen punten waaronder wensen en eisen van de particuliere opdrachtgever(s), concept van de architect, budgetbeheer en energievoorzieningen. Leerzaam zijn bovendien de vooren nadelen van elk project, alsmede de fiscale en bouwkundige tips en adviezen aangaande (brand)veiligheid. De onderbrekende promotieteksten, slordige taalkundige afwerking en het ontbreken van de adresgegevens van de projecten, vermoedelijk uit privacyoverwegingen, kunnen als nadelig worden opgemerkt. Het Belgisch Budget Bouwboek moet het dan ook met name hebben van de heldere puntsgewijze opzet en de aansprekende foto’s die het boek daarmee toch tot een must-have voor elke aspirantbouwer of –verbouwer maken. (EvV)

2voor5 / TimVanhove / Habitos - 2009 Uitgeverij 2voor5 - ISBN 9789081073288 Hardcover - 503 p - 30,2 x 30,2 cm - €49,95 - Nederlands

Tip Plaats je warmwatertoestellen zo dicht mogelijk bij de punten waar warm water wordt afgetapt. Zo voorkom je grote warmteverliezen in de leidingen. Als de badkamer en de keuken niet aan elkaar grenzen, kies je het beste voor twee aparte boilers.

Tip Bouwen wordt stukken duurder met een ventilatiesysteem. Afhankelijk van het systeem dat je kiest, varieert de investering tussen 1500 en 5000 euro. In de meeste woningen kan je voor een eenvoudige oplossing kiezen: zoveel mogelijk natuurlijke toevoer in de leefruimtes en mechanische ondersteunde afvoer in de ‘vochtige’ ruimtes.


98 — AWM 26

Het Auteursrecht van de Architect Het auteursrecht is een belangrijk recht van architecten. Reden om in dit artikel enkele aspecten van hun auteursrecht onder de loep te nemen. Wat houdt het auteursrecht in en hoe het zit met het eigendom in bepaalde contractuele verhoudingen? Ten slotte wordt een aantal uitspraken besproken over recente geschillen. Tekst Evert van Gelderen Met dank aan Debbie Schelvis


EP

Economie en Praktijk Het Auteursrecht van de Architect

De creaties van de architect vormen zijn intellectuele kapitaal. Niet alleen intellectueel natuurlijk, uiteindelijk zal het in veel gevallen omgezet moeten worden in commercieel kapitaal. Het intellectuele kapitaal is doorgaans beschermd door een recht van intellectuele eigendom: het auteursrecht. Kennis over de intellectuele eigendom draagt ertoe bij de commerciële belangen van de architect effectief te beschermen en te exploiteren. Als er bijvoorbeeld een ontwerp gebruikt wordt zonder enige vorm van betaling, lijdt de architect daar schade door. Ook persoonlijke belangen kunnen bij het auteursrecht een rol spelen, zoals in de creatieve integriteit van een architect wanneer een door die architect ontworpen gebouw op de nominatie staat om verbouwd of gesloopt te worden.

WETTELIJK VASTGELEGD In de Auteurswet is uitdrukkelijk bepaald dat bouwwerken voor auteursrechtelijke bescherming in aan-

99 — AWM 26

merking komen. Dit geldt ook voor de ontwerp- en schetstekeningen of maquettes van een gebouw. Het auteursrecht ontstaat enkel en alleen door de schepping van een ontwerp of een gebouw. Er is geen plicht om die te laten registreren. Sterker, het is niet eens mogelijk een auteursrecht te laten registreren. Om aan te kunnen tonen dat een bepaalde architect de auteursrechten heeft, doet men er goed aan vast te leggen wanneer iets is ontworpen. Dit kan bijvoorbeeld in een notariële akte. Het auteursrecht laat zich in tweeën opsplitsen. Allereerst is er het exploitatierecht, oftewel het exclusieve recht van de architect om zijn ontwerp te verveelvoudigen en/of openbaar te maken. Uit dit recht volgt dat niemand zonder toestemming van de architect gebruik mag maken van zijn of haar ontwerp. Dit geldt voor kopieën van het ontwerp en in beginsel ook voor vastleggingen van het ontwerp op bijvoorbeeld een foto, een film of een website. De Auteurswet laat wel uitzonderingen toe, maar die worden hier kortheidshalve niet nader besproken. Naast het exploitatierecht heeft de architect


100 — AWM 26

persoonlijkheidsrechten. Op grond daarvan kan opgetreden worden tegen aantastingen van het werk waar een architect reputatieschade door zou kunnen lijden. Tot de persoonlijkheidsrechten hoort bijvoorbeeld het recht van de architect om zich te verzetten tegen openbaarmaking van het werk onder een andere naam, of tegen wijzigingen in de aanduiding van de maker. Ook heeft de architect het recht om zich te verzetten tegen wijzigingen in het werk zoals misvorming of verminking waar de eer en de goede naam van de architect door beschadigd kunnen

— Naast exploitatierecht heeft de architect persoonlijkheidsrechten worden. Ten slotte heeft de architect de bevoegdheid zelf wijzigingen in het werk aan te brengen, al zal dat recht in de praktijk niet vaak worden uitgeoefend. De genoemde rechten gelden uiteraard binnen de grenzen van de redelijkheid. Het auteursrecht biedt architecten verschillende ‘instrumenten’ wanneer een schending van het

recht is geconstateerd. Ze kunnen de rechter onder meer vragen om een verbod op de inbreukmakende handelingen uit te spreken. Zo kan de bouw van een inbreukmakend object worden stilgelegd, of zelfs voorkomen worden. Verder kunnen architecten een vordering instellen tot schadevergoeding, zowel in materiële als immateriële zin.

ONDERLINGE RELATIES EN AFSPRAKEN Wil je het auteursrecht kunnen handhaven, dan moet je eigenaar van het auteursrecht zijn. Architecten doen er goed aan scherp te kijken naar de eigendomssituatie in met name de volgende (contractuele) verhoudingen: de werkgever–werknemerrelatie en de architect-opdrachtgeverrelatie. De werkgever-werknemerrelatie Als architecten bijvoorbeeld in dienst zijn bij een bureau of een projectontwikkelaar, dan behoren volgens de Auteurswet de auteursrechten op alle ontwerpen die door hen in het dienstverband zijn voortgebracht, toe aan hun werkgever. Cruciaal is de functieomschrijving: de werknemer moet aangenomen zijn om de desbetreffende ontwerpen voort te brengen. Uiteraard kan men — hoewel het in de praktijk

Voorbeelden uit het nieuws en de rechtspraak

Rozenstraat Amsterdam —

Capital City Moskou — Begin vorig jaar kwam in het nieuws dat de Russische projectontwikkelaar Capital Group door het Stockholm International Arbitration Court was veroordeeld om aan de Nederlandse architect Erick van Egeraat 2,5 miljoen euro te betalen omdat de projectontwikkelaar zonder Van Egeraats toestemming gebruik had gemaakt van zijn ontwerp voor het Capital City-project in Moskou. Van Egeraat heeft het daarna opnieuw aan de stok gehad met Capital Group. Eind vorig jaar werd Capital Group in een procedure verplicht een

Capital City, Moskou, Erick van Egeraat

miljoen dollar aan Van Egeraat te betalen voor de schending van intellectuele eigendomsrechten op het Barvikha Hillsproject en voor verschuldigd honorarium. Capital Group stelde in de laatste zaak tevergeefs dat het project door een ander architectenbureau was afgemaakt. Het project is thans in aanbouw.

Mag een eigenaar bij de bouw van zijn huis zonder toestemming van de architect vergaand afwijken van het ontwerp van de architect? De Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam beantwoordde die vraag op 11 januari 2007 in een geschil over een pand aan de Rozenstraat in Amsterdam ontkennend. De eigenaar had bij de bouw van zijn pand op verschillende punten afgeweken van het ontwerp van Architectenbureau Dijkman, terwijl hij wist dat Dijkman daar bezwaren tegen had en hem daar geen toestemming voor had gegeven. De rechtbank oordeelde dat de afwijkingen van dien aard waren, dat gesproken kon worden van een verminking van Dijkmans werk in de zin van de Auteurswet. De rechtbank vond het aannemelijk dat Dijkman hierdoor reputatieschade had geleden of zou kunnen lijden. Het publiek zou namelijk in het pand nog steeds een ontwerp van Dijkman herkennen, terwijl Dijkman aan het pand in


EP

Economie en Praktijk Het Auteursrecht van de Architect

niet veel gedaan wordt — van de wettelijke regeling afwijken door in de betreffende arbeidsovereenkomst een andersluidende bepaling op te nemen. Als er geen arbeidsrelatie is, is het bepalend onder wiens leiding en toezicht een ontwerp tot stand is gekomen. Dit speelt met name bij situaties waarin freelancers of stagiaires betrokken zijn. Het auteursrecht komt toe aan de ontwerper of architect onder wiens leiding en toezicht het werk tot stand is gekomen, maar dan zullen de instructies van de ontwerper zo duidelijk moeten zijn, dat de uitvoerende zelf geen creatieve inbreng levert. De persoonlijkheidsrechten van de architect — het recht om zich o.a. te verzetten tegen verminking of aantasting van het ontwerp — blijven de architect als individu toebehoren. Wel kan een architect de werkgever machtigen om namens hem of haar op te treden op basis van die persoonlijkheidsrechten. De opdrachtgever-architectrelatie In de opdrachtgever-architectrelatie ontstaan relatief vaak auteursrechtelijke geschillen of problemen. Die zijn te voorkomen door vooraf over het auteursrecht afspraken te maken. De afspraken kunnen schriftelijk overeengekomen worden, maar architecten kunnen ook gebruik maken van algemene voorwaarden waarin bepalingen over hun auteursrecht zijn opgenomen. Dit is belangrijk omdat de auteurs-

zijn huidige vorm niet zijn naam wenste te verbinden. De eigenaar van de woning werd door de rechtbank veroordeeld om het pand alsnog in overeenstemming te brengen (en te houden) met Dijkmans oorspronkelijke ontwerp. Het persoonlijkheidsrecht kan dus de basis vormen voor vergaande vorderingen van de architect.

Wavin–gebouw Zwolle — De zaak over het Wavin-gebouw is tot in de hoogste instantie ‘uitgevochten’. De Hoge Raad oordeelde op 6 februari 2004 over de bezwaren van architect Jelles tegen de sloop van het Wavin-gebouw te Zwolle. De kwestie was of sloop als een aantasting van een werk dient te worden gezien. De Hoge Raad achtte dat niet het geval. In beginsel is voor sloop geen toestemming van de architect vereist. Wel merkte de Hoge Raad op dat sloop niet onder alle omstandigheden is toegestaan. De belangen van de architect zijn niet op voorhand ondergeschikt aan de belangen van de eigenaar.

101 — AWM 26

rechten op in opdracht gemaakte architectonische ontwerpen doorgaans toekomen aan de opdrachtgever, tenzij er andersluidende afspraken zijn gemaakt! De architect kan zelf algemene voorwaarden (laten) opstellen, maar hij kan ook gebruik maken van de standaardregelingen die worden aangeboden op de website van de BNA. Daarop staat de DNR 2005 (De Nieuwe Regeling), waarin bepalingen zijn opgenomen over het eigendoms- en auteursrecht van adviseurs, zoals de architect. Op die website staat ook de CR 2006 (Consumentenregeling), die speciaal voor kleine opdrachten ontwikkeld is. Tot slot Deze beknopte inleiding in het auteursrecht van architecten illustreert dat het voor de bescherming van hun commerciële kapitaal belangrijk is aandacht te besteden aan hun intellectuele kapitaal. —

Evert van Gelderen is advocaat/partner bij De Gier | Stam & Advocaten en is gespecialiseerd in het intellectuele eigendomsrecht. Meer weten? Download De Nieuwe Regeling via www.bna.nl/nl/service

De vernietiging van een gebouw kan soms zogenaamd ‘misbruik van bevoegdheid’ van de eigenaar vormen. Zijn er van een gebouw maar weinig exemplaren zijn, dan zal er eerder misbruik van bevoegdheid zijn. In het geval van een ‘uniek’ gebouw — en dit is niet zelden het geval — kan van de eigenaar verlangd worden dat die pas tot sloop overgaat als er een gegronde reden voor is, en ervoor zorgt dat het gebouw behoorlijk gedocumenteerd wordt, of dat de architect zelf de gelegenheid krijgt de documentatie te verzorgen.

Leguaanwoningen Leeuwarden — Ook dichter bij huis dient de rechter zo nu en dan een oordeel te vellen over situaties waarin het auteursrecht van de architect een rol speelt. Op 5 februari 2008 heeft de Rechtbank Leeuwarden zich gebogen over de situatie waarin Friesland Bank zonder toestemming van De Groene Leguaan, die het auteurs-

recht heeft, foto’s had gebruikt van de zogenaamde Leguaanwoningen voor een reclamecampagne van Friesland Bank. De rechtbank kwam tot het oordeel dat de handelwijze van Friesland Bank onrechtmatig was. Daarbij werd van belang geacht dat de bewuste woningen in hun karakteristieke vorm prominent in beeld waren gebracht. Het concept dat aan de woningen kleefde — het ecologisch bewustzijn — was daarbij niet genoemd. Het kennelijke doel was enkel het appelleren aan financieel voordeel. De rechtbank vond dat Friesland Bank daarmee het oorspronkelijke concept geweld had aangedaan.

Onrechtmatig gebruik ontwerp Leguaanwoningen


102 — AWM 26

Kredietcrisis In 2007 ontstonden de eerste scheurtjes in het financiële stelsel. Sindsdien heeft de crisis zich wereldwijd als een olievlek uitgebreid. Nederland werd in oktober 2008 getroffen. Het kabinet greep in en de problemen leken redelijk onder controle, maar toch woekerden de gevolgen voort. Ook de architectenbranche is getroffen. Tekst Merel Dirkx


EP

Economie en Praktijk Kredietcrisis

103 — AWM 26

Volumeontwikkeling van het BBP en bouwproductie, 2000—2014 %

8

6

4

2

0

-2

-4

-6

-8

-10 1999

2000

2001

bouwproductie

2002

2003

2004

2005 2006

2007

2008

bruto binnenlands product

Als gevolg van de kredietcrisis hebben banken hun voorwaarden voor lenen aangescherpt en is de hypotheekrente stijgende. De woningbouwsector lijdt hieronder. Kopers van woningen krijgen lastiger een lening en betalen een hogere rente. Bovendien

— Gevolgen voor de bouwsector worden merkbaar is het vertrouwen van de consument afgenomen, waardoor de woningverkoop daalt. De behoefte aan nieuwe woningen zal niet zozeer afnemen, maar er zal wel minder nieuwbouw gerealiseerd worden. Voor de woningcorporaties betekent het nieuwe beleid van banken dat er per jaar zo’n 20 miljoen

2009

2010

2011

2012

2013

2014

bron: EIB, april 2009

euro aan extra rentelasten betaald moet worden. Meer inkomsten zouden gegenereerd kunnen worden door de verkoop van huizen uit het corporatiebezit. Maar omdat op de woningmarkt de vraag gedaald is, is dit geen optie. Doordat de woningcorporaties nu minder te besteden hebben, daalt de nieuwbouwprojectie naar verwachting tot onder de doelstelling van 80.000 die het ministerie van VROM stelt. In 2008 werden er nog 80.000 nieuwe woningen opgeleverd. Volgens het EIB (Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid) zal de productie van nieuwe woningen dit jaar dalen met 10,5%, in 2010 met 13,5%. De gevolgen voor de bouwsector zijn pas op langere termijn merkbaar. Op dit moment is er nog een grote werkvoorraad, maar de omvang van de orderportefeuilles van bouwbedrijven zijn inmiddels met 20% in de utiliteitsbouw en met 30% in de woningbouw gedaald ten opzichte van vorig jaar.


104 — AWM 26

Omdat projectontwikkelaars en aannemers veel geld moeten lenen voor grote, kapitaalintensieve projecten, ondervinden zij nadelige gevolgen van de scherpe leencondities. Er zijn reeds 30.000 banen in de bouwsector verloren gegaan. In de loop van het jaar zal het aantal ontslagen en faillissementen alleen maar toenemen. Verwacht wordt dat er de komende

— Er worden nog 50.000 ontslagen verwacht twee jaar nog 50.000 ontslagen zullen vallen. De financiële problemen bij de opdrachtgevers leiden tot een vermindering van projecten voor architectenbureaus. BNA heeft in februari een enquête gehouden onder hun leden om de gevolgen van de crisis te onderzoeken. Uit het onderzoek blijkt dat bijna driekwart van de Nederlandse architecten-

Tips voor architecten Ondanks de slechte berichten kun je als architect veel doen om de kansen om aan het werk te blijven, te vergroten.

bureaus wordt getroffen door de crisis. Het aantal opdrachten vermindert, opdrachten worden uitgesteld en er vallen ontslagen. Grotere bureaus ervaren deze gevolgen het sterkst. Volgens de BNA is het voor architecten van belang dat de overheid ervoor zorgt dat opdrachtgevers nieuwe plannen blijven maken en uitvoeren. De financiering van nieuwe projecten moet weer op gang komen. De maatregelen die het kabinet nu neemt, gaan hierbij niet helpen, want deze zijn teveel gericht op delen van de economie. Premier Balkenende stelt een crisis- en herstelwet voor, waarin vastgelegd moet worden dat allerlei projecten sneller kunnen worden uitgevoerd. Er zullen zogenaamde ‘regelvrije gebieden’ worden aangewezen waarin tijdrovende procedures, zoals milieukwesties, worden ingekort. Hierdoor zal de economie weer op gang moeten komen. —

2 Studeer en specialiseer

4 Ga netwerken

Volg cursussen en colleges om een interessante werknemer te zijn en te blijven als de gevolgen van de crisis zich straks meer gaan manifesteren.

Het is belangrijk om contacten te onderhouden en uit te breiden. Een profiel op het professionele netwerk LinkedIn kan helpen bij de zoektocht naar een baan.

5 Wees flexibel Voor het behouden van de baan

1 Wees de ideale werknemer Een ideale werknemer werkt efficiënt, toont initiatief en neemt verantwoordelijkheden. Volgt er toch ontslag, vraag dan medewerking van de werkgever bij het zoeken naar een nieuwe functie.

Bij het zoeken naar een nieuwe baan

3 Zorg voor een goed portfolio Toon daarin niet alleen projecten, maar beschrijf concreet de verrichte werkzaamheden. Wees onderscheidend en zet het portfolio online of maak een eigen website.

Zoek een baan bij de gemeente of overheid, of ga grafisch ontwerpen. Drijf niet te ver af van de architectuurwereld, dan is het straks makkelijker om weer een baan in de branche te krijgen.

6 Bereid sollicitaties voor Zoek uit waar het bedrijf in gespecialiseerd is en maak duidelijk welke persoonlijke ervaringen en vaardigheden daarin kunnen bijdragen.


EP

Tips voor architectenbureaus Goed ondernemerschap kenmerkt zich door het zoveel mogelijk uitsluiten van risico’s. Ook in crisistijd zijn er effectieve maatregelen mogelijk.

7 Verminder de uitgaven Doe alleen uitgaven die noodzakelijk zijn voor het runnen van het bedrijf. Probeer een financiële buffer op te bouwen voor slechtere tijden. Blijf vernieuwen en bezuinig niet op technologie.

8 Bezuinig op personeelskosten Dat kan door tijdelijke contracten niet te verlengen of, in het ergste geval, door vaste werknemers te ontslaan. Belangrijk is om niet meteen de duurste krachten te laten gaan, want talent moet behouden en beloond worden. Een manier om ontslagen te voorkomen is het collectief inleveren van salaris of collectief minder uren werken, van vijf dagen naar vier dagen in de week,

Economie en Praktijk Kredietcrisis

105 — AWM 26

9 Wees creatief

12 Maak waterdichte offertes

Doe mee aan prijsvragen. Denk aan acquisitie van opdrachten in het buitenland, met name in regio’s waar de crisis minder speelt. Bedenk wel dat de veelbelovende gebieden van vandaag in de toekomst wellicht minder rendabel zijn.

Vraag opdrachtgevers om een voorschot of aanbetaling. Factureer tijdig en neem annuleringsvoorwaarden op in de offertes, waardoor het mislopen van inkomsten vermeden wordt.

10 Maak naamsbekendheid Benader media en maak bekend welke projecten opgeleverd zijn en binnenkort opgeleverd worden. Zet uw portfolio op architectenweb.nl. Tot slot kan liefdadigheid, bijvoorbeeld het ontwerpen van het nieuwe clubhuis van de sportvereniging, bijdragen aan de goede naam van het bedrijf en u wellicht later een nieuwe opdracht opleveren.

13 Werk met banenpools Verhuur werknemers aan architecten die extra hulp kunnen gebruiken

14 Betrek werknemers bij het probleem Ook zij kunnen een zinnige bijdrage leveren en met goede ideeën komen om het bedrijf op de rails te houden.

11 Zorg voor een brede portefeuille Wees niet te afhankelijk van een enkele sector. Gaat het in de woningbouw niet goed, kan er wellicht een utiliteitsproject uitgevoerd worden. Ziekenhuizen en scholen zijn ondanks de recessie altijd nodig.

Kijk voor een dossier over de economische crisis op www.bna.nl


106 — AWM 26

Printen in 3D De techniek is niet nieuw, maar het wordt steeds aantrekkelijker voor architecten om een maquette in drie dimensies te laten printen. Er zijn verschillende methoden beschikbaar, elk met zijn eigen voor- en nadelen. Tekst Merel Dirkx FotograďŹ e Complex3D

Boven Maquette geprint met Selective Laser Sintering techniek

Het maken van prototypen en maquettes kost vaak veel tijd, geld en moeite. Om dit te beperken zijn er tegenwoordig verschillende manieren van rapid prototyping, waarmee een prototype sneller, goedkoper en gemakkelijker vervaardigd kan worden. Door middel van verschillende 3D-printtechnieken kan aan de hand van een twee- of driedimensionale tekening een fysiek 3D object geprint worden uit kunststof. Momenteel wordt er in Engeland gewerkt aan een printer die ook in glas en metaal kan printen. Terwijl architecten het tekenen met de hand al langere tijd geleden hebben ingeruild voor ontwerpen met behulp van de computer, worden maquettes over het algemeen nog altijd met snijapparaten uit bijvoorbeeld foam of piepschuim gemaakt. Door de rapid prototyping technieken wordt het gemakkelijker om een fysiek voorwerp van een nieuw ontwerp snel te bekijken en te beoordelen. Er is een viertal basismethoden waarop verschillende varianten zijn ontwikkeld. Bij Fused Deposition Modeling (FDM) bouwt een speciale spuitmond een model laagsgewijs


EP

Economie en Praktijk Printen in 3D

op uit draadjes gesmolten kunststof. De methode wordt vergeleken met het uitknijpen van een tube tandpasta. De getrapte structuur wordt afgewerkt met een plamuurcoating of geschuurd, waardoor het model er toch strak uit komt te zien. Een andere methode is Stereolithografie (SLA), waarbij een bad gesmolten fotopolymeer, een vloeibare kunsthars, door het licht van een laserstraal laag voor laag wordt uitgehard. Na elke laag zakt de tafel omlaag, waardoor een nieuwe laag vloeibaar kunsthars over het model komt te liggen, die kan worden uitgehard. De methode is zeer nauwkeurig, maar het uiteindelijke product gaat op den duur vocht opnemen waardoor het zeer broos kan worden. Selective Laser Sintering (SLS) werkt met verschillende materialen in poedervorm. Een laser zorgt ervoor dat het poeder laag na laag op de juiste plekken een vaste vorm krijgt en dat de lagen aan elkaar smelten. Deze methode levert een duurzamer product op dan SLA. Inkjetprinten is vergelijkbaar met Laser Sintering, maar gebruikt een printkop in plaats van een warmtegenerator. Deze methodes kosten relatief veel tijd in de nabewerking.

PRINTERS IN DE PRAKTIJK Architectenbureaus maken steeds vaker gebruik van 3D-printen. Soms wordt er een 3D-printer aangeschaft: op het kantoor van Rietveld Architects in New York worden de maquettes al enige tijd geprint met een eigen 3D-printer, volgens de architecten naar volle tevredenheid van opdrachtgevers en klanten. Vaker wordt er gebruik gemaakt van de diensten van ontwerpbureaus die zich specialiseren in rapid prototyping, waarvan het Complex 3D uit Amsterdam (onderdeel van Freedom of Creation) een voorbeeld is. Daarmee groeien ook de bedrijven die de printers ontwikkelen. Printers van EOS werken met de

— Zelfs printen in metaal en glas wordt mogelijk Selective Laser Sintering techniek. Een laserstraal smelt lagen nylonpoeder op de juiste plaatsen, waardoor er laag voor laag een maquette ontstaat. Deze lagen zijn 0,12 mm dik waardoor zeer kleine details in de maquette weergegeven kunnen worden. De maquettes zijn uiterst duurzaam en in principe wit, maar kunnen in de gewenste kleuren worden geschilderd. Met de SLS-methode is het ook mogelijk om in metaal te printen. Het bedrijf Z Corporation is gespecialiseerd in de ontwikkeling van 3D-printers die werken met

inkjettechnologie. De vier types die zij op de markt hebben gebracht, kunnen ook direct in kleur printen. Deze printers maken gebruik van een inkjet printkop, waarbij een adhesief gebruikt wordt in plaats van inkt. Het model wordt van onderaf opgebouwd door steeds een nieuw laagje poeder over de vorige poederlaag te schuiven. Na elk laagje beweegt de printkop over het geheel en verhardt het poeder dat onderdeel moet worden van de maquette. Als de maquette klaar is, wordt het overgebleven poeder weggehaald zodat het opnieuw gebruikt kan worden. Ten slotte moet er een nabehandeling volgen om het model minder breekbaar te maken. Met deze methode is het mogelijk om een maquette te maken met maximale afmetingen van 25 x 35 x 20 cm. Door delen van het schaalmodel afzonderlijke te printen, kan de maquette in zijn geheel groter worden dan de capaciteit van de printer of kan bijvoorbeeld een gevel of dak afneembaar worden gemaakt. De printers die Objet Geometries maakt, werken met een combinatie van methoden. De printkop werkt zoals die van een inkjet printer, maar hierbij wordt gebruik gemaakt van de door Objet gepatenteerde ‘PolyJet techniek’ waarbij fotopolymeer wordt gebruikt om een prototype uit op te bouwen. De laagjes kunststof zijn slechts 16 micrometer dik, waardoor de modellen zeer gedetailleerd en glad uit de printer rollen. De maximale omvang van een maquette bedraagt 25 x 25 x 20 cm. Tijdens het printen worden de laagjes fotopolymeer door middel van ultraviolette belichting uitgehard. Een nadeel van deze techniek ten opzichte van de technieken die met poederlagen werken, is dat er voor zwevende gedeelten een ondersteunend onderdeel geprint moet worden, dat verwijderd wordt als de maquette klaar is. TIJD EN GELD Driedimensionaal printen kent veel voordelen ten opzichte van traditionele maquettebouw, zowel in geld, in tijd als in uitvoering. De printers zijn duur in aanschaf, maar het produceren van de maquettes kost zoveel minder tijd dat uitbesteding relatief goedkoop is. Een 3D-printer kost zo’n 20.000 euro en een maquette van 17 x 22 cm kan, afhankelijk van de hoogte, geleverd worden voor 500 tot 800 euro. Wijzigingen in het ontwerp kunnen tot op het laatste moment zeer snel worden doorgevoerd. Bij traditionele maquettebouw dient het ontwerp een paar maanden voor de deadline aangeleverd te worden, terwijl bij 3D-printing enkele weken voldoende zijn. De maquette kan in een nacht worden geprint. Een ander voordeel is de complexiteit en detaillering die met 3D-printen behaald kan worden en die bijna onmogelijk te evenaren is met foam. En wanneer je eenmaal een goede maquette in handen hebt, kun je deze in zeer korte tijd zo vaak uit laten printen als je zelf wilt. De materialen waaruit de ma-

107 — AWM 26


108 — AWM 26

quettes worden vervaardigd, zijn over het algemeen duurzaam, licht en gemakkelijk schoon te maken. De ontwikkeling van 3D-printing is in volle gang. Meestal wordt er geprint in kunststoffen, maar het is ook mogelijk om in zwaardere materialen te printen, zoals metaal. De universiteiten van Southampton en Cambridge werken op dit moment sa-

men om de inkjet printtechniek bij hoge temperaturen mogelijk te maken, waardoor zelfs printen in glas mogelijk kan worden. Hiermee krijgt het 3D-printen een veel bredere focus dan maquettes en schaalmodellen. Het is niet onwaarschijnlijk dat we in de toekomst thuis producten downloaden en uitprinten in 3D om ze vervolgens direct te gaan gebruiken. —

Vier basismethoden: voor- en nadelen

1

4

2

5 6 3

Inkjet printen

Selective Laser Sintering

+ printen in kleur mogelijk + relatief goedkoop materiaal – tijdsintensieve afwerking

+ + + – – –

temperatuurbestendig kleine series en zeer complexe vormen mogelijk diverse materialen waaronder metaal ruw afwerkingoppervlakte vervormingrisico bij afkoelen van het model beperkte maximale afmetingen

4 5 6

nylon, polystyreen, alumide versmolten nylon, polystyreen, alumide laser

1 2 3

composiet, elastomeer gebonden composiet, elastomeer printkop

7 10

8

11

9

Stereolithografie

Fused Deposition Modeling

+ + + – –

korte productietijd glad afwerkingoppervlak grote modellen mogelijk zeer beperkte materiaalkeuze beperkte gebruiksmogelijkheden door materiaal

+ + + – –

7 8 9

vloeibare hars gestolde hars laser

10 gestolde ABS kunststof 11 spuitmond

nauwkeurig het model is goed verlijmbaar uitgebreide gebruiksmogelijkheden, stevig ruw afwerkingoppervlakte lange productietijd


>\e`\k mXe d\\i c`Z_k \e Yl`k\eclZ_k

D\\i fg\e# d\\i [`Z_k# d\\i mi`a_\`[ FeY\^i\ej[\ df^\c`ab_\[\e d\k mflnnXe[\e =c\o`Y\c\ fgcfjj`e^\e mffi \okiX nffeZfd]fik

JfcXiclo `j Xc d\\i [Xe kn`ek`^ aXXi ^\jg\Z`Xc`j\\i[ `e [\ fekn`bb\c`e^ \e gif[lZk`\ mXe mflnjZ_l`]gl`\e% ;\ ZfdY`eXk`\ mXe m\ik`ZXc\ ^cXq\e jZ_l`][\c\e f] mflnnXe[\e d\k [\ le`\b\ JfcXiclo [Xbjpjk\d\e mfid\e [\ g\i]\Zk\ k\iiXjbXd\i \e j\ii\% @e l`k$\\ecfg\e[\ dXk\i`Xc\e Xcld`e`ld# _flk f] mfc^cXj `j \i mffi `\[\i\ j`klXk`\ \\e gXjj\e[\ fgcfjj`e^% 8cc\ JfcXiclo gif[lZk\e mfc[f\e XXe [\ _ff^jk\ \`j\e fg _\k ^\Y`\[ mXe n`e[$ \e nXk\i[`Z_k_\`[# ZfejkilZk`\# `jfcXk`\ \e m\`c`^_\`[%

JfcXiclo ]\c`Z`k\\ik 8iZ_`k\Zk\en\Y d\k _\k kfkXXc e`\ln\ 8ND JfcXiclo E\[\icXe[ GfjkYlj ,* .++' 89 E`am\i[Xc K ',+/ -*(*)* `e]f7jfcXiclo%ec nnn%jfcXiclo%ec


Sapa Building System

XXX TBQBCVJMEJOHTZTUFN OM


ULHWYHOG FDOYĂ… EDQN

velopa zet rietveld buiten de deur! fotografie maarten van houten

originele schets gerrit rietveld uit 1959

GH HHUVWH EDQN YDQ ULHWYHOG VSHFLILHN YRRU GH RSHQEDUH EXLWHQUXLPWH LV QX YHUNULMJEDDU ELM YHORSD

www.velopa.com

velopA-citystyle | achthovenerweg 21 | 2351 ax | postbus 202 | 2350 ae | leiderdorp tel.: +31 (0)71 541 0321 | fax +31 (0)71 589 4152

velopa-citystyle feliciteert architectenweb magazine met de nieuwe uitstraling!


+'#&

!)* #" % * +*+( & - )! % % # * + !%)'!( ( %

. , ( (!)) % #) %&&!* * ,&( %

( )

. + '' %# + '' &$ --- +'' %#


G

graphic concrete

TM

creatief met prefab beton! economisch aantrekkelijk met grote vrijheid in ontwerp

Groot in verwerking De Narvik Modula is een grootformaat modulaire keramische dakpan. Perfect voor nieuwbouw- en renovatieprojecten. De pan heeft een werkende breedte van 30 cm en beschikt over een variabele kopsluiting van 50 mm.

Groot in duurzaamheid

Foto: Fabienne de Boer

voor meer informatie: info@companero.nl / www.companero.nl

~ companero

De Narvik Modula is gemaakt van klei, een natuurlijke vernieuwbare grondstof. Keramische producten staan bekend om hun bewezen lange levensduur. De Narvik Modula beschikt over het milieubewuste DUBOkeur.

specialist in loopvlakstructuur

Groot in veiligheid De Narvik Modula beschikt over de Stormfix, een ingenieus bevestigingssysteem ontwikkelt door Wienerberger, dat garant staat voor een stormvaste verankering.

R V S balustraden G L A S S T A A L H O U T

Groot in vakkennis Shell Epicentre Rijswijk

Sterkos Bouw BV ontwerpt, produceert en monteert designbalustraden en leuningen van glas en roestvaststaal (rvs). Dit voor uiteenlopende binnenen buitenlandse opdrachtgevers, variĂŤrend van

Wienerberger beschikt over eersteklas productkennis en is uw adviseur als het gaat om detaillering, verankering en toepassingen. Al onze dakpannen worden geleverd met dertig jaar garantie op breuksterkte, waterdichtheid en vorstbestendigheid.

architecten, aannemers en projectontwikkelaars in de utiliteit- en woningbouw tot particulieren.

Sterkos Bouw BV Fahrenheitweg 26 Postbus 540 8901 BH Leeuwarden

Tel. 058 212 54 34 Fax 058 212 77 94 www.sterkos.nl info@sterkos.nl

www.modula-does-matter.nl


114 — AWM 26

PARKEREN 1 2 3

4

5

1 2 3 4 5

windschoor plank 240 HD HEA140 IPE600 HEA280

Superlichte parkeergarage In samenwerking met advies- en ingenieursbureau DHV heeft Park4All een demontabele parkeergarage ontwikkeld. Met dit vernieuwende concept kunnen parkeerproblemen tijdelijk worden opgelost. De eerste is onlangs in zes weken tijd gerealiseerd in Purmerend. Een gewichtsreductie van 95% heeft het project financieel haalbaar gemaakt. Tijd is geld. Om langdurige en kostbare heiwerkzaamheden te vermijden, is de parkeergarage zo licht mogelijk gehouden. Voor de vloerdelen is gebruikgemaakt van een glasvezelcomposiet dat veelvuldig voorkomt in bruggenbouw. De zestien meter lange vloerdelen hebben een bovenvlak van 40 millimeter en geïntegreerde omgekeerde T-profielen. Productie vindt plaats middels pultrusie. Bij dit continue proces worden de glasvezels door een matrijs met polyesterhars getrokken, waardoor het profiel

Foto Ed Seeder

Techniek

wordt bepaald. Door de grote sterkte van het materiaal kan worden volstaan met een slanke profilering en een beperkte hoeveelheid materiaal. Het gewicht (18 kg/m2) is hierdoor vele malen lager dan dat van een betonplaat die zestien meter moet overspannen. Stalen balken (HEA140-profielen, 1,30 meter h.o.h.) ondersteunen de composieten vloerdelen en worden op hun beurt gedragen door IPE600-profielen die als hoofdliggers dienst doen. Zowel uit conceptuele als milieutechnische overwegingen is het gebouw volledig demontabel en kunnen de verschillende onderdelen als meccano in en weer uit elkaar worden geschroefd. Het relatieve gemak waarmee de garages gedemonteerd en weer opgebouwd kunnen worden, maakt het mogelijk om ze volgens Artikel 17 van de WRO buiten het geldende bestemmingsplan om te realiseren. Voorwaarde is dat de garages maximaal vijf jaar blijven staan. De technische levensduur van de onderdelen bedraagt 25 jaar. Uiteindelijk kunnen de materialen volledig worden gerecycled. De demontabiliteit vergemakkelijkt het recycleproces. (LZ)


INRICHTING

Werkruimte van wegwerpmateriaal Voor het Amsterdamse reclamebureau Nothing ontwierp Joost van Bleiswijk — samen met Alrik Koudenburg — een nogal ongewoon kantoorinterieur.

INSTALLATIES

Multifunctionele kolommen Dit voorjaar zal gestart worden met de bouw van het door RAU ontworpen Centraal College in Utrecht. Met technische innovaties speelt RAU in op veranderende beleidsmatige en maatschappelijke eisen die aan onderwijsgebouwen worden gesteld. Flexibiliteit is het sleutelwoord. De vrij indeelbare plattegrond stamt als architectonisch concept uit het begin van de vorige eeuw, toen Le Corbusier zijn uitgangspunten voor ‘een nieuwe architectuur’ formuleerde. RAU gaat een stap verder. Door gebruik van meervoudig geactiveerde kolommen wordt de

Met werktafels, een koffiehoek, een plaats om te brainstormen, een vergaderzaal en een opslagruimte bevat de werkplek van Nothing alle vertrouwde elementen van een kantoorruimte. Met één verschil: alles is van karton. Voor het interieur is in totaal vijff honderd vierkante meter karton met een dikte van vijftien millimeter gebruikt. Om het materiaal voldoende sterkte te geven, is het opgebouwd uit twee lagen

plattegrond niet alleen in ruimtelijke zin vrijgemaakt. De kolommen voorzien het gehele gebouw van ventilatie, verwarming, koeling, elektrische bedrading en kabels voor dataverkeer. De horizontale koppeling vindt plaats op het dak. De holle kern van de stalen kolommen dient als luchtkanaal. De verse lucht wordt in de vloeren afgetakt en via roosters in het verlaagd plafond de ruimtes ingeblazen. In de vloeren is ook de zogenaamde betonkernactivering opgenomen, een verwarming- en koelsysteem waarvan de werking is gebaseerd op de warmte- en koudeaccumulatie van de gebouwmassa. Het trage systeem levert een stabiel binnenklimaat. Rondom de stalen kolom is een betonnen schil aangebracht. De schil heeft niet alleen een constructieve functie, maar is ook de drager voor een kabelgoot, waarin alle leidingen zijn verwerkt.

115 — AWM 26

van twee millimeter met daartussen een honingraatstructuur. Het karton is met behulp van CNC lasertechniek gesneden, maar met de hand afgewerkt. Vervolgens zijn de verschillende componenten met de zogenaamde ‘No Screw, No Glue’ –techniek gemonteerd, waarbij alle losse onderdelen via dunne sleuven in elkaar worden gehaakt. Het maken van de technische tekeningen nam één maand in beslag, de bouw duurde twee weken. Van Bleiswijk werkt reeds vier jaar met deze methode, maar de schaal van de projecten bleef vooralsnog beperkt tot dressoirs, staande klokken, stoelen, kandelaars en dienbladen. Voor het interieur van Nothing werden in totaal 1500 losse onderdelen in elkaar geschoven. De technische levensduur van het interieur is sterk afhankelijk van het gebruik. Voordeel is dat elementen die sterk aan slijtage onderhevig zijn, zoals de tafelbladen, makkelijk kunnen worden vervangen. Uitgangspunt van de ontwerpers was een duurzaam kantoorontwerp. “Omdat de reclamewereld altijd aan veranderingen onderhevig is, wilde ik een tijdloze ruimte creëren,” zegt Van Bleiswijk. “Het resultaat is een rustgevend decor dat zowel inspireert als voorziet in een huiselijke atmosfeer.” (RG)

Door alle distributie te combineren in de draagconstructie is een geklimatiseerde en volledig geoutilleerde ruimte ontstaan die geschikt is voor huisvesting van verschillende onderwijsvormen, maar die ook andere functies zal kunnen dienen. (LZ) U

Foto Joachim Baan

T

Techniek Korte berichten


116 — AWM 26

Voorgevel winkelpand en appartementen met glasmozaïek A

A

Winkelpand en appartementen, Breda LodeHavermans Architecten Tekst Linda Zenger Fotografie René de Wit

In het historisch stadscentrum van Breda is een winkel- en appartementengebouw gerealiseerd met een traditionele horizontale driedeling in een onder-, midden- en bovenmotief. Minder traditioneel is de gevelbekleding van glasmozaïek. In het glasmozaïek is het schilderij verwerkt dat het beeldmerk is van de Juwelier Antiquair Kunsthandel Sengers, gevestigd op de begane grond. Om de

beeltenis zo duidelijk mogelijk te tonen, is elke vorm van diepte en schaduwwerking in de gevel voorkomen. Er is gebruik gemaakt van structurele beglazing en bovendien is de gevel volledig vrij van dilataties. De leesbaarheid van de afbeelding is bepalend geweest voor de maat van de mozaïektegels, 20 bij 20 millimeter. Op de tegels is vervolgens de maatvoering van alle gevelcomponenten afgestemd.


T

Techniek Winkelpand en Appartementen LodeHavermans Architecten

Doorsnede A—A

1 2

117 — AWM 26

1 2 3 4 5 6

TPE-kunststof dakbedekking lichtgrijs underlayment 19mm dakplaat, fabr Unidek thermische isolatie 120mm gipsplaat met wit spuitwerk stalen spant HE 180B

7 8 9

breedplaatvloer 200mm met wit spuitwerk akoestische isolatie 30mm zwevende dekvloer 60mm

3 4 5 6

7

8

9

10 mozaïektegelwerk 20.20.4mm op isolatie verlijmd, fabr Bisazza 11 thermische isolatie 120mm 12 beton 200mm 13 stucwerk vlak en strak afgewerkt 10mm 14 meranti kozijnprofiel 90.45mm 15 aluminium kozijn blank geanodiseerd, fabr Keers 16 vast glaspaneel, fabr Keers 17 stalen raamwerk 18 zwart metalen zetwerk 19 luifel met inwendige staalconstructie 20 verlaagd plafond, fabr Bruynzeel

10

21 stalen deurkozijn, fabr Forster

11 12

22 betonvloer, in het werk gestort 23 dekvloer 24 schoonloopmat, fabr Storax

13 14 15

16

20 17 18 19

22

21

23

24

Opdrachtgever Juwelier Antiquair Kunsthandel Sengers, Halstraat, Breda Gebouwfunctie winkel 120m2, 3 appartementen Bruto vloeroppervlak 432 m2 Bouwsom € 795.000,– , excl. BTW Oplevering oktober 20 2008 Architect LodeHavermansArchitecten, Speelhuislaan 155, 4815 CD Breda Projectarchitect Abe Hielkema Projectteam Lode Havermans, Rawien Akloe, Tim Duijf, Michel Bruys Adviseur constructies Bouwtechnisch Adviesburo Van Boxsel, Oosterhout Directievoering Arends en Menssen, Riel Aannemer bouwkundig Bouwbedrijf Boot, Breda Aannemer installaties V.d. Goorbergh BV, Breda Leverancier glasmozaïek Intercodam BV. Amsterdam Fabrikant glasmozaïek Bisazza, Milaan


118 — AWM 26

Bostoren


T

Techniek Bostoren SeARCH

Bostoren, Driecontinentenbos, Landgoed Schovenhorst SeARCH Tekst Linda Zenger FotograďŹ e Rien Lous/DAPh

119 — AWM 26

Midden in het Driecontinentenbos van het landgoed Schovenhorst prijkt de bostoren van SeARCH: Een verticale route waarlangs bezoekers het bos op verschillende wijzen kunnen ervaren. Met als hoogtepunt een uniek stuk bos op ruim 36 meter hoogte.


120 — AWM 26

3D-overzicht

I

1

fragment 1 2 3

4 5 6

7

8

II

9

10

11

III 12 13

IV

fragment 2 14 15 16

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16

ruimte voor 30 cm aarde betonnen bak tbv bomen ophangconstructie platform koker 400.400.12,5 theater glas klimnetten steektrap willemsanker IPE120 engelse trap zitbank glas funderingsanker M36 funderingsanker M30 funderingsanker M16


T

Techniek Bostoren SeARCH

121 — AWM 26

In de bostoren

I Platform Bovenop het ruim 400 ton wegende platform bevindt zich een stuk bos. Tussen de nu nog iele stammetjes door, heeft de bezoeker een weids uitzicht over de toppen van de omringende bomen. Het enorme gewicht van het platform en de aarde die erop ligt, is bepalend geweest voor de constructie van de toren.

II Steektrap Op de plaatsen waar de takken zich bevinden, wordt de constructie van de kern goed zichtbaar. De kern is opgebouwd uit vier vierkante kokerprofielen op de hoekpunten met IPE- en HE-profielen ertussen, die momentvast met balken (HEA220) en windverbanden zijn verbonden. Ter plaatse van de uitkragende delen is de koker extra versterkt.

III Zitbank Bijna halverwege de klim staat de bezoeker voor een keuze. Gluren door de kleine gaatjes in de wanden en de verschillende vogelsoorten bekijken die hun intrek hebben genomen in de nestkastjes, of plaatsnemen op de zitbank en kijken naar een strak ingekaderd uitzicht. Het rooster op de vloer biedt nog een klein beetje zicht op de grond, zo’n twaalf meter lager.

IV Trap Tussen de uitkragende delen wurmt de trap zich binnen in de kern omhoog. Elke zes treden brengt de bezoeker bij een bordes met een oppervlak van 1,5 vierkante meter. Elk bordes biedt een ander perspectief. De trap wordt begeleid door een borstwering van geperforeerde, helder groene aluminiumplaten. De eveneens geperforeerde treden benadrukken de transparantie en de luchtigheid van de toren.


122 — AWM 26

Fragment 1

1

2 3

4 5

1 2 3 4 5

Om een stuk bos op hoogte te kunnen creëren is het hele platform op 36 meter hoogte bedekt met 30 centimeter aarde. Voor de bomen zijn plaatselijk bakken met een diepte van 1,60 meter gemaakt. Het enorme gewicht bovenin de toren en de grote uitkragingen maakten uitwijking, trilling en resonantie ten gevolge van windbelasting tot de kritieke punten bij de dimensionering. Maatgevend was niet alleen de sterkte van het bouwwerk, maar vooral het veiligheidsgevoel van de bezoekers. De verbindingen hebben extra aandacht gekregen. Momentvaste koppelingen en dwarsverbanden zorgen voor een torsiestijve constructie. Evengoed zal de toren bij storm 84 millimeter uitbuigen, door vervormingen in de funderingsplaat en -trekankers kan hier nog eens 29 millimeter bij komen. Landgoed Schovenhorst vroeg aan architectenbureau SeARCH een uitkijktoren

te maken die een nieuwe beleving van de bomen mogelijk zou maken, een bijzonder ontwerp. De vorm van het bouwwerk en de bosrijke locatie stelden speciale eisen aan de bouwtechniek. De ‘stam’, de ‘takken’ en de ‘kruin’ van de Bostoren zijn volledig geprefabriceerd en in het werk met boutverbindingen aan elkaar bevestigd en ten slotte doorgelast. De vierkante kern is in drie delen vervaardigd, vervoerd en gemonteerd. Met een doorsnede van 4,5 x 4,5 meter kon de kern met speciaal transport nog net over de weg en onder de bovenleidingen van de NS worden vervoerd. Op locatie zijn de delen op elkaar gezet. Aan de kern is het platform bevestigd en later de uitkragende onderdelen. Het platform heeft een diameter van 17 meter en is opgebouwd uit stalen vakwerkliggers en een staalplaatbetonvloer. Na prefabricage is het platform gedemonteerd en op de grond rondom

strekmetalen hekwerk massief stalen dook ten behoeve van ophanging platform zwaluwstaart profiel voor betonvloer betonbak ten behoeve van bomen HEA 160

de kern van de toren nogmaals in elkaar gezet. Om schade aan bomen dicht bij de bouwplaats te beperken, is het platform omhoog gevijzeld waarvoor een speelruimte van 30 millimeter rond de kern is aangehouden. Eenmaal op hoogte is het platform met een viertal massieve stalen doken opgehangen aan het bovenste deel van de kern. Hoewel dit deel met 9,2 meter lengte het kortste deel van de toren is, weegt het 23 ton door een zware randbalk. De armen zijn als laatste aan de kern bevestigd. De Engelse trap, de overdekte zitbank met de vogelhuisjes en het theater met het beloopbare klimnet bieden bezoekers de mogelijkheid het bos vanuit verschillende perspectieven te ervaren. Door het luchtige ontwerp en het spiegelende oppervlak aan de onderzijde van het platform vormt de Bostoren een opvallend en evenzo natuurlijk onderdeel van de omgeving. —


Techniek Bostoren SeARCH

T Geheel van funderingsankers

123 — AWM 26

Fragment 2

Foto Schooten Constructiebedrijf

1

2 3

4

5

Fundering De stalen kernconstructie van de Bostoren draagt het gewicht af naar een fundering. De fundering bestaat uit een betonnen plaat met een dikte van 1,5 meter. Ter plaatse van de kern is de plaat met een extra meter beton versterkt. Stalen funderingsankers verbinden de constructie met de betonnen funderingsplaat. In totaal zijn hiervoor 120 ankers gebruikt. De twee meter lange ankers zijn in de fabriek met stabiliteitskruizen tot een zelfdragende constructie verbonden die geheel op de locatie met de betonnen funderingsplaat werd ingestort. Vervolgens is de exacte positie van de uitstekende ankerdelen digitaal ingemeten. Deze uiteindelijke positie van de ankers is gebruikt om de voetplaten exact op maat maken.

6

1 2 3 4 5 6

koker 400.400.16 vloerplaat 16 bouten M36 16 funderingsankers M36 buis voor elektra/water stabiliteitsverbanden

Architect SeARCH bv Ontwerp Bjarne Mastenbroek & Elke Demyttenaere Medewerkers Ad Bogerman, David Gianotten, Wilko de Haan, Thomas van Schaick, Gert Jan Machiels, Karlo Thornbury Opdrachtgever Stichting Schovenhorst Constructeur Pieters Bouwtechniek, Haarlem Staalconstructie Schooten Constructiebedrijf Aannemer De Combi, Deventer Boomverzorging BSI Bomenservice Bouwdirectie Witteveen & Bos

Bouw van de toren e

d

c

b

a

Deel

Afmeting

Gewicht

e – platform

diameter 17 m

40 ton (staal) 414 ton (incl. aarde)

d – bovenste deel kern 4,5x4,5x9,2 m

23 ton

c – middelste deel kern 4,5x4,5x11,5 m

23 ton

b – onderste deel kern

4,5x4,5x16 m

35 ton

a – fundering

15,5x15,5 m x 1,5–2,5 m

872 ton beton 36 ton staal

Foto Schooten Constructiebedrijf

Gewicht


124 — AWM 26

De minimale constructie gaat op in het landschap

Zijaanzicht met krachtenschema

drukkrachten

trekkrachten

Metro West Light Rail Bridge Liffey Valley, Dublin, Ierland Buro Happold Tekst Bas van der Horst Rendering Buro Happold

In 2012 zal een hangende voetganger- en spoorbrug met een vrije overspanning van 300 meter worden gerealiseerd in Liffey Valley Park, ruim negen kilometer ten westen van Dublin. Om de hoogte van de stalen brug te beperken staan de brugpijlers onder een hoek van 45 graden en heeft de hoofddraagkabel een lage parabolische vorm. Het brugdek is voor een gedeelte boven de hoofddraagconstructie geplaatst waar het niet hangt, maar wordt ondersteund. Door de minimale constructie gaan landschap en brug subtiel in elkaar over.

Ontwerp Buro Happold, London Design team — Adam Allegri, James Worth, Ella Barkham, Winfried Meijer, Davood Liaghat, Simon Fryer, Matthew Crouchman, Anthony Holder in samenwerking met Explorations architecture, Paris Design team — Benoît le Thierry d’Ennequin, Yves Pagès, Sylvia Bauer Opdrachtgever Railway Procurement Agency (RPA) Budget € 50.000.000,– Realisatie 2012


T

Techniek Metro West Light Rail Bridge Buro Happold

Dwarsdoorsnede ter plaatse van verlaagd wandelpad

Dwarsdoorsnede bij aanlandingspunt

125 — AWM 26


126 — AWM 26

Doorsnede van de constructieve twist

Blob–to–box Haus für Musik und Musiktheater Mumuth, Graz, Oostenrijk UNStudio Het Mumuth in Graz verbergt zijn schatten achter een neutraal ogend gaas, waarmee het rechthoekige pand is ingepakt. Wie naar binnen gaat staat echter direct oog in oog met een sculpturale betonnen draaikolk die alle verdiepingen op een dynamische wijze verbindt. Dit uitzonderlijke staaltje beton-

architectuur is tot stand gekomen dankzij moderne technologie en zorgvuldige uitvoering. Tekst Josine Crone Fotografie Christian Richters Muziek is een belangrijke inspiratiebron voor architecten en in die zin is de relatie tussen muziek en architectuur een echte klassieker. Architect Ben van Berkel van UNStudio wilde in het Mumuth — voorbij de traditionele benadering — zoveel mogelijk muziek als metafoor verwerken als een gebouw maar kan hebben. Dit streven is in twee belangrijke thema’s uitgewerkt. Ten eerste in de spiraal als organiserend element dat de continuïteit benadrukt. De torderende en golvende vormen geven een sterk dynamisch beeld waarin vorm en constructie samensmel-

ten. Het tweede thema is een krulmotief dat door repetitie het ritmische aspect van muziek tastbaar maakt. Zo kwam Van Berkel tot een combinatie van een rechthoekig, gesloten volume voor de theaterzaal (als black box) en een serie van vloeiende, torderende vlakken die soms gesloten lijken maar altijd open zijn. Aan de foyerzijde 1 van het gebouw verbindt de spiraal de drie bouwlagen vanaf de entree tot aan de muziekzaal op de toplaag. De trap 2 slingert mee met deze beweging en zorgt voor een voortdurende verandering van het perspectief. Zo is het luisteren naar muziek gecombineerd met de ruimtelijke beleving, je kunt de muziek als het ware ruimtelijk ervaren door de plasticiteit van de foyer en vooral door de twist. Kolomvrij De twist 3 vormt samen met de wanden van de grote zaal de belangrijkste draag-


T

Techniek Haus für Musik und Musiktheater Mumuth UNStudio

127 — AWM 26

3

constructie van het gebouw. De beide betonwanden langs de zaal 4 verdraaien zich aan het einde 90 graden en gaan over in de vloer en plafondconstructie van de onder- en bovenliggende verdiepingen. Samen met de twist vormen zij een gebouwlange vierendeelligger. Kenmerk van een vierendeelligger is dat de knooppunten momentvast verbonden zijn en dat er dus een zeer stijve constructie ontstaat. In dit geval was dat nodig omdat het gebouw aan de zijde van foyer 25 meter uitkraagt. Als een hefboom blijft deze constructie in evenwicht door het gewicht van de grote zaal. Boven de twist zijn stalen balken in een radiaal patroon van de twist naar de gevelkolommen aangebracht 5 . De stalen balken waaieren vanuit de twist uit als een soort paddenstoelhoed. In het plafond komt de radiale structuur terug in de richting van de houten lamellen. Door het benutten van de twist als dragend element

kon de foyerruimte kolomvrij blijven, een streven dat in veel ontwerpen van UNStudio is gerealiseerd. Het idee voor de twist in Graz is ouder dan de ontwerpen met gebogen betonconstructies voor het Mercedes-Benz Museum in Stuttgart en de VilLA NM in Upstate New York, die echter eerder in uitvoering kwamen. De ervaringen die het bureau bij deze projecten opdeed zijn in Graz benut voor verdere perfectionering van de betontechniek. Wapening op staalstructuur De draagstructuur voor de twist is door constructeur Arup in eerste instantie uitgewerkt met gewone staalwapening. Voor de berekening van de ingewikkelde constructie is een speciaal 3D-programma gebruikt voor het bepalen van de krachten in vrije vormen. Bij de bouwvoorbereiding met de Oostenrijkse bouwer en constructeur bleek dat het storten met alleen wapeningsstaal niet zou lukken. Er is toen

een basisstructuur uitgewerkt met profielstaal. Het voordeel hiervan is dat je met profielstaal een zelfdragende constructie kunt samenstellen, waarop de wapeningsnetten bevestigd worden. Hierdoor rustte de wapening niet op de bekisting. De bekisting is namelijk uitgevuld met zeer grote polystyreen vulblokken binnen een rechthoekige kist. Deze vulblokken zijn in en onder de wapeningskorven geschoven vóór het storten. De stalen basisstructuur bestaat uit twee buizen van rond 500 mm 6 langs de randen en drie dunnere buizen ertussen. Deze buizen zijn als vakwerken met schuine staven aan elkaar verbonden. Polystyreen bekisting Voor de fabricage van de immens grote polystyreenblokken is een fabriek in Duitsland ingeschakeld. De elementen zijn rechtstreeks vanuit 3D-computermodellen van UNStudio door middel van CNC-


128 — AWM 26

Wapening en bekisting in aanbouw

Om grindnesten in de enorme hoeveelheden wapening te vorkomen is betonspecie van onderaf opgepompt

frezen uitgesneden. De oppervlaktestructuur van het schone beton is mede door het gebruik van polystyreen bijzonder glad geworden. Het beton kwam volgens Van Berkel fantastisch uit de kist. Er waren nauwelijks herstelplekken. Vanwege de gewenste lichte kleur is gewerkt met hoogovencement. In de twist waren voor de dragende functie enorme hoeveelheden wapening en stalen profielen nodig. Om grindnesten te voorkomen koos de constructeur voor een zeer hoge kwaliteit zelfverdichtend beton. Maar ook met dit materiaal bleek het lastig de vorm te storten, omdat de wanden en vloeren in elkaar overgaan. Net als bij de bouw van het Mercedes-Benz Museum is de betonspecie daarom opgepompt van

onder in de kist naar boven. Het oppompen van beton moest binnen 2 uur tijd plaatsvinden omdat anders de verharding van het beton het pompen verhindert. Bij de twist is tot 3 meter hoogte beton opgepompt. Het bovenste deel van de twist is wel vanaf boven gestort. De dikte van de betonnen constructie varieert van 200 tot 640 millimeter. Een-op-een modellen Voorafgaand aan de bouw is ongeveer een jaar lang onderzoek gedaan naar de betonsamenstelling en de wijze van storten. In feite was dit een project op zichzelf om dit uitzonderlijke niveau van schoon beton te bereiken. Daarbij zijn proefstukken op ware grootte gemaakt om de techniek

uit te proberen. Van Berkel waardeert de enorme vakkennis die er op dit gebied is in Zwitserland en Oostenrijk. Zo is men gewend om vlekken na het ontkisten direct te verwijderen en hier niet mee te wachten, omdat anders die vlekken er zodanig intrekken dat je het niet meer schoon krijgt. Dankzij deze technieken en de zorgvuldige werkwijze is het mogelijk gebleken om een unieke spiraal als organiserend en dragend element in strak beton uit te voeren. Faculteitstheater Het Mumuth is geen gewoon muziektheater. Het is in de eerste plaats een Faculteitsgebouw voor de Universität für Musik und Darstellende Kunst. Behalve


T

Techniek Haus fĂźr Musik und Musiktheater Mumuth UNStudio

129 — AWM 26

Dwarsdoorsnede

5

5

2

1ee verdieping

1 4

2


130 — AWM 26

Zelfdragende constructie van de twist

6

6

ning van de twist bestaat omplexe zelfdragende tie van profielstaal 6 en angebrachte netten

voor publieksvoorstellingen is het een opleidingsinstituut waar verschillende muziekgenres worden beoefend, zoals jazz, klassiek, opera en elektronische muziek. Daarom bestond het programma naast een concertzaal met 450 plaatsen uit een reeks oefenstudio’s en ruimten voor de professoren en componisten. Voor het optimaliseren van de zaalakoestiek is gewerkt met zogenaamde auralisaties (gehoormatig toetsen van akoestische parameters). Dat zijn computeranalyses van de zaal met alle materialen en eigenschappen. Zodoende kan je passende correcties aanbrengen om de akoestische eigenschappen van de zaal af te stemmen op de muzieksoort en de verlangde nagalmtijd. In de ruimte zelf is zeer veel demping aangebracht, zodat

de nagalmtijd zeer kort is. Door middel van de elektronica wordt de kwaliteit van het geluid dat via de microfoon wordt opgenomen aangepast vóórdat het naar de luidsprekers gaat. Hiermee is een nagalmtijd te simuleren van bijna niks tot kathedraalniveau. Met deze unieke studiotechniek, waarmee alles elektronisch is te regelen, is de zaal een voorloper in Europa. Omdat de buitenverlichting gekoppeld kan worden aan de muziek, ontstaat een lichtspel waardoor passanten de muziek beleven zonder haar te horen. Dat lichtspel maakt van de neutrale gevels met gevlochten RVS-gaas een feestelijk geheel. ’s Avonds licht het gebouw op en geeft het zijn interessante interieur prijs aan de buitenwereld. —

Opdrachtgever BIG Bundesimmobiliengesellschaft GmbH. Architect UNStudio, Amsterdam Constructeur (voorbereiding) Arup, London Constructeur (uitvoering) Peter Mandl ZT GmbH Structural Engineering, Arge Statik, Graz Aannemer Steiner Bau GmbH In situ beton Steiner Bau GmbH Staalconstructie Zeman & Co GmbH Bruto vloeroppervlakte 6200 m2 Opening 1 maart 2009


T

Techniek Haus fĂźr Musik und Musiktheater Mumuth UNStudio

Wanden en vloeren gaan in elkaar over

De gekleurde buitenverlichting is gekoppeld aan de muziek

Trap vanaf de begane grond

131 — AWM 26


F`m\gdo¢ dn ``i _ppmu\\h `i ji_`mcjp_n\mh b`q`gkmj_p^o _\o uj jk c`o jjb c`ou`ga_` dn \gn cjpo) Oj^c udo `m \^co`m _\o i\oppmgdef` pdo`mgdef ``i r`m`g_ q\i q`mn^cdg) F`m\gdo ¢ b`q`gk\i`g`i udei b`h\\fo q\i b`m`^t^g`_ fpinonoja) @m dn _pn b``i cjpof\k qjjm ij_db) =jq`i_d`i ]gdeao F`m\gdo ¢ e\m`ig\ib no`mf `i am\\d h`o h\\m c`o b`mdibno` ji_`mcjp_) ?` q`g` ]`n^cdf]\m` fg`pm`i ujmb`i `m qjjm _\o p `di_`gjjn fpio ^jh]di`m`i) ›

;lliqXXd

›

Fe[\i_fl[jXid

›

M\c\ bc\li\e \e _flkjkilZkli\e

›

Feq`Z_kYXi\ Y\m\jk`^`e^

›

(' aXXi ^XiXek`\

›

Mfcc\[`^ i\ZpZc\YXXi

MiXX^ ^iXk`j bc\lidfejk\ij XXe fg1

nnn%b\iXc`k%ec

t feliciteer Heering t het harte me n a v M AW rmat! nieuwe fo

www.heering.eu

KeralitÂŽ gevelpanelen is een product van


ALS MARKTLEIDER IN KUNSTSTOF DAKBANEN FELICITEREN WIJ HET TEAM VAN ARCHITECTENWEB MET HUN NIEUW GESTYLDE ‘ARCHITECTENWEB MAGAZINE’

i Dampdoorlaatbaar i Geschikt voor renovatie i Brandveilige dakbedekking i Elasticiteit i Duurzaamheid i Recycleerbaar

i Snelle en gemakkelijke installatie i Gering materiaalgewicht i Beperkt onderhoud i Homogene lasnaden i Bevestiging van zonnepanelen zonder extra ballast noch doorboring van de dakbaan

MECHANISCH BEVESTIGD SYSTEEM

GEKLEEFD SYSTEEM

ALKORDESIGN® SYSTEEM

ALKORGREEN GROENDAK SYSTEEM

ALKORSOLAR SYSTEEM VOOR BEVESTIGING VAN ZONNEPANELEN OP DE ALKORBRIGHT REFLECTERENDE DAKBAAN

RENOLIT Belgium N.V - Verkoop - Industriepark De Bruwaan 9 - 9700 OUDENAARDE - België T B +32 55 33 98 24 - T Ndl +32 55 33 98 31 - F +32 55 31 86 58 - renolit.belgium@renolit.com


Nofisol Geen IMITATIE maar INNOVATIE !

Noise

Fire

Solutions

AWM

1R¿VRO High Value dB range

1R¿VRO (3 $OX IROLHV

| Nofisol Europe BV | Everdenberg 9d | 4902 TT Oosterhout (NB) | Postbus 4042 | 4900 CA Oosterhout (NB) Telefoon: +31 (0)162-431231 | Fax: +31 (0)162-420235 E-mail: info@nofisol.com | www.nofisol.com


OWAcoustic 速 vela eilandplafond

Doordacht qua akoestiek en design Vergeet wat u weet over eilandplafonds. Neem uw omgeving in u op en doe uw ogen dicht. Luister naar de bijzonder prettige akoestiek. Een omgeving van rust en concentratie ontstaat als vanzelf. Zo komt u tot vernieuwde inzichten. Verrassend. Bijzonder. Inspirerend. Niet gehinderd door alledaagse geluiden en rumoer van de omgeving. Gerichte en persoonlijke aandacht, dat is waar het in de basis om gaat. Uw doelen worden bereikt wanneer uw klanten zich prettig en begrepen voelen. Daarom gebruikt u OWAcoustic速 vela eilandplafonds om samen met OWA tot een gerichte optimale ruimteakoestiek te komen. Met vele mogelijkheden in afmetingen, afwerking en verwerking. Altijd van superieure kwaliteit in functionaliteit. Met OWA. OWA Benelux BV, Postbus 68, 1000 AB Amsterdam, Telefoon: 020 682 53 05, Fax: 020 682 33 72, E-mail: info@owa.nl, Website: www.owa.nl

Building On Values


Gerflor brings you more! Q exclusief design Q natuurgetrouwe dessins Q uitstekende project-kwaliteit Q gegarandeerd eenvoudig onderhoud Q 100% recyclebaar

www.gerflorbenelux.com

Gerflor is producent van project- en sportvloeren.

www.bolidt.nl


Neem een abonnement op de wekelijkse

Architectenweb nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste architectuurnieuws.

Architectenweb.nl/nieuwsbrief

Bij een uniek gebouw hoort een unieke vloer. Want u wilt meer dan een optelsom van functionele eigenschappen. Vorm en kleur. Variatie. Vernieuwing. De designmogelijkheden van de vloersystemen van Bolidt zijn eindeloos. Van creatieve visie naar werkelijkheid. Bolidt. No limits


In volgend nummer

27 MATERIA

Pure luxe Luxueuze versus betaalbare materialen

Eric Ege ‘Ik b een

BEURSVERLAG

Salone di Mobile Milaan AWM verslaat de meest toonaangevende designbeurs ter wereld THEM@GAZINE

Binnenwandafwerking De laatste trends in binnenwanden en ruimtescheiding

Tore Ams Wie

ARCHITECTUUR

Artfarm, New York HHF Architects

Advertentie-index Alcoa 8 Architect@Work 11 Architectenweb.nl 137 Bolidt 136 Boon Edam 83 Compañero 113 Desso 2

Dijkstra 15 Duco 3 Foreco 43 Gerflor 136 Geze 14 hansgrohe 42 Heering 132 Hunter Douglas 41 Huppe 112

Jazo 84 Kwartspil 113 Materia 64 MCS 10 Nofisol 134 OWA 135 PD Lighting 82 Plastica 12 Protec 133

Renolit 40 Reynaers 139 Rodeca 65 Saint Gobain 140 Sapa 110 Solarlux 109 Sponsors van Architectenweb 9 Vaculux 85

Vankan 13 Velopa 111 Vetrotech 61 Wienerberger 64 Wienerberger 113

Ook adverteren? Neem contact op Martijn Postmus of Guido Mensink via 035 69 93 050 of mail naar sales@architectenweb.nl


' # $ *' $ +" ( + "( $ .%$, ' $

-$ '( %$), !! ") "*# $ *# ' # *' $ +" ( + "(-() # $ $ $ *, ( # $, '! $ # ) ' ) ) $ &'% )%$), !! " '( $ %$()'* ) *'( $ #%% +%%' " '+ $ ( % (+ # $ %)) ' # + $ ' ) ) $ $ () $ %*, '( ) "*# $ *# (-() # $ + $ -$ '( ( $+*"" $ + $ $ $%'# ( * *' $ '+%%' %$), !! " $ , $ (& " +" * "&'%/ " ) %+ ' ) + () ! ' $ + ") # ) "( ' (*") ) $ " $ ! '

$) ' (( +%%' $ &'%/ " ' $ %& # ) # %$) ) %& # ) ' ) ) $ + ( *'( + $ -$ '( Kijk op www.reynaers.nl of bel 0492 - 56 10 20


:C@D8GCLJ FE<

J>>

J^[ =h[[d ED;

K_i\\ `e Fe\1 <e\i^`\Y\jgXi`e^ :fd]fik D`c`\lY\_fl[ J>>

:C@D8GCLJ FE< `j \\e

e\lkiXXc `jfc\i\e[\ _ff^i\e[\d\ekjY\^cXq`e^ d\k le`\b\ gi\jkXk`\j fg _\k ^\Y`\[ mXe k_\id`jZ_\ `jfcXk`\%

L 4 (#' N&d)B ^ 4 '#+0

mfc^\ej <E -.* d\k 8i^femlcc`e^ 0' d\k jgfln (, dd%

:C@D8GCLJ FE< [iXX^k jk\ib Y`a XXe m\id`e[\i`e^ mXe _\k \e\i^`\^\Yil`b k%Y%m% m\inXid`e^ f] m\ibf\c`e^%

J>>

K\Z_e`jZ_\ `e]f \e cXjk\eYf\b m`e[k l fg nnn%jX`ek$^fYX`e$^cXjj%Zfd


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.