ag 010911 generale synode verantwoording en bijbelstudie over de doop

Page 7

1 De HEERE nu had tot Abram gezegd: Ga gij uit uw land, en uit uw maagschap, en uit uws vaders huis, naar het land, dat Ik u wijzen zal. 2 En Ik zal u tot een groot volk maken, en u zegenen, en uw naam groot maken; en wees een zegen! 3 En Ik zal zegenen, die u zegenen, en vervloeken, die u vloekt; en in u zullen alle geslachten des aardrijks gezegend worden.

Letterlijk of geestelijk lezen? Bij het lezen van de Bijbel moeten we het Woord in eerste instantie letterlijk lezen en interpreteren. Uit de context moeten we nagaan of er meerdere betekenissen zijn. Als uit de tekst blijkt dat het geestelijk moet worden gelezen, dan moeten we het ook zodanig horen. Eventuele geestelijke lessen mogen we ook trekken uit de letterlijke tekst. Dit mag echter nooit de bedoeling van Gods Woord geweld aandoen.

Gods Woord heeft scheppende kracht. Niet alleen bij de schepping van de hemelen en de aar- Hij vertrouwde op de HEERE en geloofde. Dit gede. Nog steeds is dat zo. We mogen, NEE: we loof is hem tot rechtvaardigheid gerekend. (Gen 15:6 En hij geloofde in den HEERE; moeten daar ook nu nog steeds naar uitzien, wilen Hij rekende het hem tot gelen we werkelijk kunnen horen wat God door zijn rechtigheid. Woord onder de verlichting van de Heilige Geest Rom 4:22 Daarom is het hem ook tot tot ons zegt. Als we onder biddend opzien naar rechtvaardigheid gerekend. Hem horen, zal de Heere ook Zijn Geest uitstorGal 3:6 Gelijkerwijs Abraham Gode geten, zodat we iets mogen en kunnen zien van de loofd heeft, en het is hem tot diepte en rijkdom, die Hij in Zijn Woord ons geeft. rechtvaardigheid gerekend; Zij het in beperkte mate, maar dan mogen we iets Jak 2:23 En de Schrift is vervuld geworontdekken van de rijkdom, genade en ruimte die den, die daar zegt: En Abraham er is in Gods hart. geloofde God, en het is hem tot Om te weten, wat God ons heeft te zeggen, moerechtvaardigheid gerekend, en ten we in plaats van luisteren (passief), horen hij is een vriend van God ge(actief). naamd geweest.). God verkoos het nageslacht van Abraham, het volk Israël, uit de volken en sloot een verbond God is genadig Dat de Heere genadig is, blijkt niet pas nadat Hij met Abraham Zijn verbond sloot met Abraham. God is genadig. Woord van de HEERE Dat zit Hem met eerbied gesproken in het bloed. Gen 15:1 Na deze dingen geschiedde het Dat blijkt al nadat Eva en Adam gezondigd hebwoord des HEEREN tot Abram in een geben door het eten van de boom der kennis des zicht, zeggende: Vrees niet, Abram! Ik ben goeds en des kwaads. God riep Adam: “Waar zijt u een Schild, uw Loon zeer groot. Gij?” (Gen 3:9). Niet omdat God niet wist waar Adam was. Maar Hij was zoals altijd de eerste Bevestiging en geloof / antwoord die de mogelijkheid opende voor een nieuwe re5 Toen leidde Hij hem uit naar buiten, en latie. zeide: Zie nu op naar den hemel, en tel de sterren, indien gij ze tellen kunt; en Gods uitverkiezing van het volk Israël Hij zeide tot hem: Zo zal uw zaad zijn!

uit de volken

6 En hij geloofde in den HEERE; en Hij rekende het hem tot gerechtigheid.

Vanuit Romeinen 4:11 zoals dat is beschreven in Gen 12 t/m 17 In Romeinen 4:11 staat over Abraham geschreven: “En hij heeft het teken der besnijdenis ontvangen tot een zegel der rechtvaardigheid des geloofs, die hem in de voorhuid was toegerekend: opdat hij zou zijn een vader van allen, die geloven in de voorhuid zijnde, ten einde ook hun de rechtvaardigheid toegerekend worde;”

Ondertekening met een bloedig offer 7 Voorts zeide Hij tot hem: Ik ben de HEERE, Die u uitgeleid heb uit Ur der Chaldeeën, om u dit land te geven, om dat erfelijk te bezitten. 8 En hij zeide: Heere, HEERE! waarbij zal ik weten, dat ik het erfelijk bezitten zal?

Abramkreeg de opdracht en geloofde Abram kreeg de opdracht en belofte van God (Gen 12:1-3).

9 En Hij zeide tot hem: Neem Mij een driejarige vaars, en een driejarige geit, 7


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.